| Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 4 mars 1997 portant désignation des terrains faisant l'objet d'une pollution historique dont l'assainissement s'impose, conformément à l'article 30, § 2 du décret du 22 février 1995 relatif à l'assainissement du sol | Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 4 maart 1997 houdende aanwijzing overeenkomstig het artikel 30, § 2 van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering van de historisch verontreinigde gronden waar bodemsanering moet plaatsvinden |
|---|---|
| MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
| 7 JUILLET 1998. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du | 7 JULI 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het |
| Gouvernement flamand du 4 mars 1997 portant désignation des terrains | besluit van de Vlaamse regering van 4 maart 1997 houdende aanwijzing |
| faisant l'objet d'une pollution historique dont l'assainissement | |
| s'impose, conformément à l'article 30, § 2 du décret du 22 février | overeenkomstig het artikel 30, § 2 van het decreet van 22 februari |
| 1995 relatif à l'assainissement du sol | 1995 betreffende de bodemsanering van de historisch verontreinigde |
| gronden waar bodemsanering moet plaatsvinden | |
| Le Gouvernement flamand, | De Vlaamse regering, |
| Vu le décret du 22 février 1995 relatif à l'assainissement du sol, | Gelet op het decreet van 22 februari 1995 betreffende de |
| modifié par le décret du 22 décembre 1995, notamment l'article 30, § | bodemsanering, gewijzigd bij decreet van 22 december 1995, |
| 2; | inzonderheid op het artikel 30, § 2; |
| Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 4 mars 1997 portant désignation | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 4 maart 1997 houdende |
| des terrains faisant l'objet d'une pollution historique dont | |
| l'assainissement s'impose, conformément à l'article 30, § 2 du décret | aanwijzing overeenkomstig het artikel 30, § 2 van het decreet van 22 |
| du 22 février 1995 relatif à l'assainissement du sol, modifié par les | februari 1995 betreffende de bodemsanering van de historisch |
| verontreinigde gronden waar bodemsanering moet plaatsvinden, gewijzigd | |
| arrêtés du Gouvernement flamand des 21 mai 1997 et 20 janvier 1998; | bij besluiten van de Vlaamse regering van 21 mei 1997 en 20 januari |
| Vu la proposition de la « Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het | 1998; |
| Vlaamse Gewest » (Société publique des Déchets pour la Région | |
| flamande) du 16 avril 1998 portant adaptation de la liste de terrains | Gelet op het voorstel van 16 april 1998 van de Openbare |
| Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest houdende een | |
| faisant l'objet d'une pollution historique, conformément à l'article | aanpassing van de lijst van historisch verontreinigde gronden conform |
| 30 du décret du 22 février 1995 relatif à l'assainissement du sol; | het artikel 30 van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de |
| bodemsanering; | |
| Vu le cadre d'appréciation objectif, dressé par la « Openbare | Gelet op het objectief beoordelingskader, opgesteld door de Openbare |
| Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest » que cette dernière | Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest en toegelicht in haar |
| expose dans sa lettre du 31 mai 1996 avec référence | brief met referentie RS-S/EVD-VD-IB-96/2618 van 31 mei 1996, om met de |
| RS-S/EVD-VD-IB-96/2618 afin de vérifier sur la base des données | beperkte gegevens uit het oriënterend bodemonderzoek een oordeel te |
| restreintes de la reconnaissance d'orientation du sol, s'il existe des | kunnen vormen over het feit of er al dan niet ernstige aanwijzingen |
| indications sérieuses de menace grave; | zijn van een ernstige bedreiging; |
| Considérant que l'article 30, § 1er du décret du 22 février 1995 | Overwegende dat het artikel 30, § 1 van het decreet van 22 februari |
| relatif à l'assainissement du sol, stipule que les terrains faisant | 1995 betreffende de bodemsanering bepaalt dat op gronden met |
| l'objet d'une pollution historique du sol sont assainis au cas où la | historische bodemverontreiniging bodemsanering wordt uitgevoerd indien |
| pollution constituerait une menace grave; que le § 2 du même article | de bodemverontreiniging een ernstige bedreiging vormt; dat § 2 van |
| 30 stipule que le Gouvernement flamand désigne, sur la proposition de | hetzelfde artikel 30 stelt dat de Vlaamse regering op voorstel van de |
| la « Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest » ces | Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest deze |
| terrains faisant l'objet d'une pollution historique du sol dont | |
| l'assainissement s'impose; que, conformément aux dispositions de | historisch verontreinigde gronden waar bodemsanering moet plaatsvinden |
| l'article 31 du même décret, la « Openbare Afvalstoffenmaatschappij | aanwijst; dat overeenkomstig de bepalingen van artikel 31 van |
| voor het Vlaamse Gewest » somme ensuite les personnes soumises à l'obligation d'assainissement du sol à effectuer ce dernier à leurs frais; Sur la proposition du Ministre flamand de l'Environnement et de l'Emploi; Après en avoir délibéré, Arrête : Article 1er.A l'article 1er de l'arrêté du Gouvernement flamand du 4 mars 1997 portant désignation des terrains faisant l'objet d'une pollution historique dont l'assainissement s'impose, conformément à |
hetzelfde decreet de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest vervolgens de saneringsplichtigen zal aanmanen om de bodemsanering op eigen kosten uit te voeren; Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1.Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 4 maart 1997 houdende aanwijzing overeenkomstig het artikel 30, § 2 van |
| l'article 30, § 2 du décret du 22 février 1995 relatif à | het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering van de |
| l'assainissement du sol, il est ajouté un deuxième alinéa libellé | historisch verontreinigde gronden waar bodemsanering moet |
| comme suit : « Les parcelles figurant sur la liste, indiquées par le | plaatsvinden, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: « |
| numéro d'identification de l'OVAM Division/Section/9999, sont | De percelen uit de lijst, aangeduid onder het OVAM-identificatienummer |
| consignées sur le registre des terrains pollués au moyen d'une | Afdeling/Sectie/9999, zijn opgenomen in het register van |
| délimitation sur un plan cadastral, ces terrains ne disposant pas d'un | verontreinigde gronden aan de hand van een omlijning op een kadastraal |
| numéro cadastral accordé par le Ministère des Finances. » | plan, omdat zij geen kadastraal nummer hebben zoals toegekend door het |
| Ministerie van Financiën. ». | |
Art. 2.La liste de terrains annexée à l'arrêté du Gouvernement |
Art. 2.De lijst van de gronden gevoegd in bijlage bij het besluit van |
| flamand du 4 mars 1997 portant désignation des terrains faisant | de Vlaamse regering van 4 maart 1997 houdende aanwijzing |
| l'objet d'une pollution historique dont l'assainissement s'impose, | overeenkomstig het artikel 30, § 2 van het decreet van 22 februari |
| conformément à l'article 30, § 2 du décret du 22 février 1995 relatif | 1995 betreffende de bodemsanering van de historisch verontreinigde |
| à l'assainissement du sol, est complétée par les terrains figurant sur la liste jointe en annexe 1re au présent arrêté. Art; 3. Les terrains figurant sur la liste jointe en annexe 2 au présent arrêté, sont supprimés de la liste annexé à l'arrêté du Gouvernement flamand du 4 mars 1997 portant désignation des terrains faisant l'objet d'une pollution historique dont l'assainissement s'impose, conformément à l'article 30, § 2 du décret du 22 février 1995 relatif à l'assainissement du sol. Art. 3.Le Ministre flamand qui a l'environnement dans ses attributions, est chargé de l'exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 7 juillet 1998 Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,, L. VAN DEN BRANDE Le Ministre flamand de l'Environnement et de l'Emploi, |
gronden waar bodemsanering moet plaatsvinden, wordt aangevuld met de gronden voorkomend op de lijst gevoegd in bijlage 1 bij dit besluit. Art. 3.De gronden voorkomend op de lijst gevoegd in bijlage 2 bij dit besluit worden geschrapt van de lijst van de gronden gevoegd in bijlage bij het besluit van de Vlaamse regering van 4 maart 1997 houdende aanwijzing overeenkomstig het artikel 30, § 2 van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering van de historisch verontreinigde gronden waar bodemsanering moet plaatsvinden. Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 7 juli 1998 De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Th. KELCHTERMANS Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 7 juli 1998 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 4 maart 1997 houdende aanwijzing overeenkomstig het artikel 30, § 2 van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering van de historisch verontreinigde gronden waar bodemsanering moet plaatsvinden. Brussel, 7 juli 1998. De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, |
| Th. KELCHTERMANS | Th. KELCHTERMANS |