Arrêté du Gouvernement flamand relatif à l'offre d'encadrement intégrée dans l'enseignement secondaire ordinaire | Besluit van de Vlaamse regering betreffende het geïntegreerd ondersteuningsaanbod in het gewoon secundair onderwijs |
---|---|
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
6 SEPTEMBRE 2002. - Arrêté du Gouvernement flamand relatif à l'offre | 6 SEPTEMBER 2002. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende het |
d'encadrement intégrée dans l'enseignement secondaire ordinaire | geïntegreerd ondersteuningsaanbod in het gewoon secundair onderwijs |
Le Gouvernement flamand, | De Vlaamse regering, |
Vu la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines dispositions de la | Gelet op de wet van 29 mei 1959, tot wijziging van sommige bepalingen |
législation sur l'enseignement, modifié par le décret du 25 juin 1992, | van de onderwijswetgeving, gewijzigd bij het decreet van 25 juni 1992, |
notamment l'article 35; | inzonderheid artikel 35; |
Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
notamment l'article 20; | instellingen, inzonderheid artikel 20; |
Vu le décret du 31 juillet 1990 relatif à l'enseignement-II, notamment | Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II, |
l'article 192; | inzonderheid artikel 192; |
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 17 décembre 1999 relatif au | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1999 |
projet temporaire d'enseignement prioritaire dans l'enseignement | betreffende het tijdelijk project onderwijsvoorrang in het secundair |
secondaire; | onderwijs; |
Vu le décret du 28 juin 2002 relatif à l'égalité des chances en | Gelet op het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke |
éducation-I, notamment les articles VI.2, § 2 et § 3, VI.4, § 1er, 3°, | onderwijskansen-I, inzonderheid artikel VI.2, § 2 en § 3, VI.4, § 1, |
4° et § 2, VI.5, § 1er, 1° et 3°, VI.8, § 2, VI.9, VI.11, § 2, VI.12, | 3°, 4° en § 2, VI.5, § 1, 1° en 3°, VI.8, § 2, VI.9, VI.11, § 2, |
1°, VI.13, § 1er, 3° et § 2, VI.15, § 1er, 1° et 3°, VI.18, § 2, | VI.12, 1°, VI.13, § 1, 3° en § 2, VI.15, § 1, 1° en 3°, VI.18, § 2, |
VI.19, VI.20 et VI.21; | VI.19, VI.20 en VI.21; |
Vu l'accord du Ministre flamand compétent pour le budget, donné le 4 juin 2002; | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juni 2002; |
Vu le protocole n° 444 du 14 juin 2002 portant les conclusions des | Gelet op het protocol nr. 444 van 14 juni 2002 houdende de conclusies |
van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke | |
négociations menées en réunion commune du Comité sectoriel X et de la | vergadering van het sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse |
sous-section "Communauté flamande" de la section 2 du Comité des | Gemeenschap" van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en |
services publics provinciaux et locaux; | plaatselijke overheidsdiensten; |
Vu le protocole n° 212 du 14 juin 2002 portant les conclusions des | Gelet op het protocol nr. 212 van 14 juni 2002 houdende de conclusies |
négociations menées au sein du Comité coordinateur de négociation de | van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend |
l'enseignement libre subventionné; | onderhandelingscomité van het vrij gesubsidieerd onderwijs; |
Vu la demande d'un traitement d'urgence, motivée par la circonstance | Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de |
qu'il importe que les écoles, en fonction des préparatifs nécessaires | omstandigheid dat de scholen, in functie van de noodzakelijke |
pour l'année scolaire 2002-2003, sachent pour la fin juin 2002 de | voorbereidingen voor het schooljaar 2002-2003, tegen eind juni 2002 |
combien de moyens supplémentaires elles peuvent disposer dans le cadre | moeten weten over hoeveel extra middelen zij in het kader van het |
de l'offre d'encadrement intégrée; | geïntegreerd ondersteuningsaanbod kunnen beschikken; |
Vu l'avis n° 33.688/1 du Conseil d'Etat, donné le 25 juin 2002, par | Gelet op het advies 33.688/1 van de Raad van State, gegeven op 25 juni |
application de l'article 84, premier alinéa, 2°, des lois coordonnées | 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de |
sur le Conseil d'Etat; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Sur la proposition du Ministre flamand de l'Enseignement et de la Formation; | Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming; |
Après en avoir délibéré, | Na beraadslaging, |
Arrête : | Besluit : |
CHAPITRE 1er. - Dispositions préliminaires | HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen |
Article 1er.Le présent arrêté est applicable aux établissements |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op het gewoon voltijds |
d'enseignement secondaire à temps plein financés ou subventionnés par | secundair onderwijs, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse |
la Communauté flamande. | Gemeenschap. |
Art. 2.Au sens du présent arrêté on entend par : |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
1° taux de concentration : le rapport, en pour cent, entre : | 1° concentratiegraad : de procentuele verhouding tussen : |
- le nombre d'élèves du premier degré et de la subdivision | - het aantal leerlingen van de eerste graad en het structuuronderdeel |
structurelle des primo-arrivants allophones qui répondent à un ou | |
plusieurs des indicateurs d'égalité des chances visés à l'article | anderstalige nieuwkomers die beantwoorden aan één of meer van de in |
VI.2, § 1er, 1°, 2°, 3°, et 4° du décret, et le nombre d'élèves du | artikel VI.2, § 1, 1°, 2°, 3°, en 4° van het decreet bedoelde |
gelijkekansenindicatoren, respectievelijk het aantal leerlingen van de | |
deuxième et du troisième degré qui répondent à un ou plusieurs des | tweede en derde graad die beantwoorden aan één of meer van de in |
indicateurs d'égalité des chances visés à l'article VI.11, § 1er, 1°, | artikel VI.11, § 1, 1°, 2° en 3° van het decreet bedoelde |
2°et 3° du décret, et | gelijkekansenindicatoren en |
- le nombre total des élèves d'une école, calculé le 1er février de | - het totaal aantal leerlingen in een school, berekend op 1 februari |
l'année scolaire précédente; | van het voorafgaande schooljaar; |
2° décret : le décret du 28 juin 2002 relatif à l'égalité des chances | 2° decreet : het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke |
en éducation-I; | onderwijskansen-I; |
3° département : le service ou fonctionnaire compétent du département | 3° departement : bevoegde dienst of ambtenaar van het departement |
de l'Enseignement du Ministère de la Communauté flamande; | onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; |
4° indicateurs d'égalité des chances : les indicateurs d'égalité des | 4° gelijkekansenindicatoren : de gelijkekansenindicatoren |
chances pour le premier degré, visés à l'article VI.2, § 1er du | respectievelijk voor de eerste graad, bedoeld in artikel VI.2, § 1 van |
décret, et les indicateurs d'égalité des chances pour les deuxième et | het decreet, en de gelijkekansenindicatoren respectievelijk voor de |
troisième degrés, visés à l'article VI.11, § 1er du décret; | tweede en derde graad, bedoeld in artikel VI.11, § 1 van het decreet; |
5° Ministre : le Ministre flamand chargé de l'enseignement. | 5° minister : de Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs. |
CHAPITRE 2. - Le premier degré de l'enseignement secondaire et la | HOOFDSTUK 2. - De eerste graad van het secundair onderwijs |
subdivision structurelle des primo-arrivants allophones | en het structuuronderdeel anderstalige nieuwkomers |
Section 1ère. - Indicateurs d'égalité des chances | Afdeling 1. - Gelijkekansenindicatoren |
Art. 3.Les écoles qui remplissent la condition visée à l'article VI., |
Art. 3.De scholen die beantwoorden aan de in artikel VI.3, eerste |
alinéa premier, 1° du décret, communiquent au département de | lid, 1° van het decreet bedoelde voorwaarde, melden vóór 1 april |
l'enseignement, avant le 1er avril précédant la période de trois | voorafgaand aan de in datzelfde artikel VI.3 bedoelde periode van drie |
années scolaires visée au même article VI.3, le nombre d'élèves | schooljaren aan het departement onderwijs hoeveel regelmatige |
réguliers inscrits le premier jour de classe de février, qui répondent | leerlingen, ingeschreven op de eerste schooldag van februari, |
aux indicateurs d'égalité des chances. | beantwoorden aan de gelijkekansenindicatoren. |
Par dérogation à l'alinéa premier, les moyens pour les années | In afwijking van het eerste lid worden de middelen voor wat betreft de |
scolaires 2002-2003 jusqu'à 2004-2005 inclus sont calculés sur la base | schooljaren 2002-2003 tot en met 2004-2005 berekend op basis van de |
des données fournies en vertu de la circulaire SO/2002/1 du 8 février | gegevens die werden aangeleverd op grond van de omzendbrief SO/2002/1 |
2002 relative à la collecte de données sur les élèves dans le cadre de | van 8 februari 2002 betreffende de opvraging van leerlingengegevens in |
la politique de l'égalité des chances dans l'enseignement secondaire | het kader van het gelijke onderwijskansenbeleid voor het gewoon |
ordinaire. | secundair onderwijs. |
Art. 4.L'indicateur « l'élève est hébergé temporairement ou de façon |
Art. 4.De indicator « de leerling is tijdelijk of permanent buiten |
permanente en dehors de sa famille et confié à la garde d'une | het eigen gezinsverband opgenomen door een gezin of persoon, een |
personne, d'une famille, d'une structure ou d'un service social, visé | voorziening of een sociale dienst, bedoeld in de gecoördineerde |
aux décrets coordonnés du 4 avril 1990 dans le cadre de l'assistance | decreten van 4 april 1990 inzake bijzondere jeugdbijstand, met |
spéciale à la jeunesse, à l'exception des internats financés ou | |
subventionnés par le Département de l'Enseignement du Ministère de la | uitzondering van de internaten gefinancierd of gesubsidieerd door het |
Communauté flamande » est déterminé sur la base d'une déclaration de | departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » |
la personne, de la structure ou du service social qui héberge l'élève | wordt vastgesteld op basis van een verklaring van de persoon, de |
temporairement ou de façon permanente. | voorziening of de sociale dienst die de leerling tijdelijk of |
permanent opneemt. | |
Art. 5.Les poids des indicateurs d'égalité des chances sont fixés |
Art. 5.De gewichten van de gelijkekansenindicatoren worden als volgt |
comme suit : | vastgelegd : |
1° l'indicateur « la famille vit d'un revenu de remplacement » a un | 1° de indicator « het gezin leeft van een vervangingsinkomen » heeft |
poids de 0,4; | een gewicht van 0,4; |
2° les indicateurs « l'élève est hébergé temporairement ou de façon | 2° de indicatoren « de leerling is tijdelijk of permanent buiten het |
permanente en dehors de sa famille et confié à la garde d'une | eigen gezinsverband opgenomen door een gezin of persoon, een |
personne, d'une famille, d'une structure ou d'un service social, visé | voorziening of een sociale dienst, bedoeld in de gecoördineerde |
aux décrets coordonnés du 4 avril 1990 dans le cadre de l'assistance | decreten van 4 april 1990 inzake bijzondere jeugdbijstand, met |
spéciale à la jeunesse, à l'exception des internats financés ou | uitzondering van de internaten gefinancierd of gesubsidieerd door het |
subventionnés par le Département de l'Enseignement du Ministère de la | departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » |
Communauté flamande » et « les parents sont des nomades » ont un poids | en « de ouders behoren tot de trekkende bevolking » hebben een gewicht |
de 0,8; | van 0,8; |
3° l'indicateur « la mère n'est pas titulaire d'un diplôme de | 3° de indicator « de moeder is niet in het bezit van een diploma van |
l'enseignement secondaire, d'un certificat d'études de la deuxième | het secundair onderwijs, een studiegetuigschrift van het tweede |
année du troisième degré de l'enseignement secondaire professionnel ou | leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs of van |
d'un certificat équivalent » a un poids de 0,6; | een daarmee gelijkwaardig studiebewijs » heeft een gewicht van 0,6; |
4° l'indicateur « la langue utilisée pour la communication courante | 4° de indicator « taal die gebruikt wordt voor de gangbare |
dans la famille » a un poids de 0,2, et ce seulement en combinaison | communicatie in het gezin » heeft een gewicht van 0,2 en dit enkel in |
avec un autre indicateur. | combinatie met een andere indicator; |
Le maximum des poids cumulés pour les élèves qui répondent à plusieurs | Het maximum van de gecumuleerde gewichten bij leerlingen die aan |
indicateurs d'égalité des chances est de 1,2. | meerdere gelijkekansenindicatoren beantwoorden, bedraagt 1,2. |
Section 2. - Attribution des moyens | Afdeling 2. - Toekenning van de middelen |
Art. 6.§ 1er. Le nombre de points est multiplié par : |
Art. 6.§ 1. Het aantal punten wordt vermenigvuldigd met : |
1° un coefficient 1,5 lorsque l'école a un taux de concentration d'au | 1° een coëfficiënt 1,5, wanneer de school een concentratiegraad van |
moins 80 %; | ten minste 80% heeft; |
2° un coefficient 1,5 lorsque l'école est située dans la région | 2° een coëfficiënt 1,5, wanneer de school gelegen is in het tweetalig |
bilingue de Bruxelles-Capitale. | gebied Brussel-Hoofdstad. |
§ 2. Le nombre de points est arrondi : | § 2. Het aantal punten wordt afgerond : |
1° à l'unité supérieure si le premier chiffre après la virgule est | 1° naar de hogere eenheid als het eerste cijfer na de komma groter is |
supérieur à quatre; | dan vier; |
2° à l'unité inférieure si le premier chiffre après la virgule est | 2° naar de lagere eenheid als het eerste cijfer na de komma vier is of |
égal ou inférieur à quatre. | kleiner is dan vier. |
Art. 7.§ 1er. Le nombre de périodes-professeur supplémentaires par |
Art. 7.§ 1. Het aantal extra uren-leraar per punt wordt als volgt |
point est calculé comme suit : Pour la consultation du tableau, voir image § 2. Si, à la suite d'une augmentation des crédits disponibles ou par l'application de l'article 16, des périodes-professeur supplémentaires deviennent disponibles au cours d'une période de trois années scolaires, le nombre de périodes-professeur supplémentaires par point est recalculé. Une école qui, par l'application des dispositions de l'alinéa premier, acquiert pour la première fois au cours d'une période de trois années scolaires un droit à des périodes-professeur supplémentaires, conserve ce droit pour la durée restante de cette période. Art. 8.Le nombre de périodes-professeur supplémentaires obtenu par une école en multipliant le nombre de points avec le nombre de périodes-professeur par point, est arrondi : |
berekend : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Wanneer door een stijging van de beschikbare kredieten of door toepassing van artikel 16 extra uren-leraar vrijkomen in de loop van een periode van drie schooljaren, wordt het aantal extra uren-leraar per punt opnieuw berekend. Een school die door toepassing van de bepalingen van het eerste lid in de loop van een driejarige periode voor het eerst een recht op extra uren-leraar verwerft, behoudt dit recht gedurende de resterende duur van deze periode. Art. 8.Het aantal extra uren-leraar dat een school door vermenigvuldiging van het aantal punten met het aantal uren-leraar per punt bekomt, wordt afgerond : |
1° à l'unité supérieure si le premier chiffre après la virgule est | 1° naar de hogere eenheid als het eerste cijfer na de komma groter is |
supérieur à quatre; | dan vier; |
2° à l'unité supérieure si le premier chiffre après la virgule est | 2° naar de lagere eenheid als het eerste cijfer na de komma vier is of |
égal ou inférieur à quatre. | kleiner is dan vier. |
Art. 9.Le nombre de périodes-professeur supplémentaires pour la mise |
Art. 9.Het aantal extra uren-leraar voor het voeren van een |
en oeuvre d'une politique d'égalité des chances est maintenu tel quel pendant la période de 3 années scolaires. | gelijkekansenbeleid blijft gedurende de periode van 3 schooljaren onveranderd behouden. |
Section 3. Affectation des moyens | Afdeling 3. - Aanwending van de middelen |
Sous-section 1ère. Instruments d'égalité des chances | Onderafdeling 1. - Gelijkekanseninstrumenten |
1. Règlement organique | Sectie 1. - Organieke regeling |
Art. 10.Une école remplit les dispositions de l'article VI.5, § 1er, |
Art. 10.Een school voldoet aan de bepalingen van artikel VI.5, § 1, |
1° du décret, lorsque, partant d'une analyse de sa situation de départ | 1° van het decreet wanneer zij vanuit een analyse van haar |
: | beginsituatie : |
1° elle choisit un cluster d'instruments d'égalité des chances parmi | 1° één cluster van gelijkekanseninstrumenten kiest uit de drie |
les trois clusters repris dans l'annexe 1 du présent arrêté, ou | clusters, opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit, of |
2° met au point des instruments d'égalité des chances concrets et | 2° zelf concrete en samenhangende gelijkekanseninstrumenten uitwerkt |
cohérents en vue de renforcer le fonctionnement de l'école et les | met het oog op de versterking van de schoolwerking en de competentie |
compétences des enseignants dans deux des domaines suivants : | van leerkrachten inzake twee van volgende domeinen : |
- renforcer la motivation des élèves en matière de développement et | - de motivatie voor ontwikkeling en leren bij de leerlingen verhogen |
d'apprentissage et maximiser le développement et/ou le gain d'apprentissage de chaque élève; | en de ontwikkeling en/of leerwinst bij elke leerling maximaliseren; |
- stimuler les aptitudes linguistiques des élèves (écouter et parler, | - de taalvaardigheid (luisteren en spreken, schrijven en begrijpend |
écrire et lire dans des contextes fonctionnels); | lezen in functionele contexten) bij leerlingen bevorderen; |
- donner aux élèves l'occasion de faire un usage positif de leurs | - leerlingen in staat stellen hun sociale en culturele vaardigheden in |
aptitudes sociales et culturelles dans divers contextes; | diverse contexten positief aan te wenden; |
- garantir un choix d'études optimal en assurant l'accompagnement de | - een optimale studiekeuze waarborgen door studiekeuze- en |
l'orientation d'études et du parcours scolaire; | schoolloopbaanbegeleiding; |
- stimuler l'image positive de soi et les compétences sociales des | - een positief zelfbeeld en sociale competentie bij leerlingen |
élèves; | stimuleren; |
- associer activement les élèves et les parents aux activités de | - leerlingen en ouders actief betrekken op het klas- en schoolleven en |
l'école et de la classe et améliorer la qualité de cette implication. | de kwaliteit van deze betrokkenheid verhogen. |
2. Règlement en cas d'application de l'article 7, § 2 | Sectie 2. - Regeling bij toepassing van artikel 7, § 2 |
Art. 11.Les écoles qui, par l'application de l'article 7, § 2, |
Art. 11.Scholen die door toepassing van artikel 7, § 2 slechts in de |
n'obtiennent des périodes-professeur supplémentaires que dans le | loop van een driejarige periode extra uren-leraar bekomen, wenden deze |
courant d'une période de trois années scolaires, affectent ces | uren-leraar aan binnen één van de domeinen, bedoeld in artikel 10, 2°. |
périodes-professeur dans le cadre d'un des domaines visés à l'article 10, 2°. | |
Sous-section 2. - Auto-évaluation et inspection | Onderafdeling 2. - Zelfevaluatie en inspectie |
1. Règlement organique | Sectie 1. - Organieke regeling |
Art. 12.Compte tenu du contexte scolaire et des caractéristiques de |
Art. 12.Rekening houdend met de schoolcontext en de kenmerken van de |
la population scolaire, l'inspection de l'enseignement vérifie, lors | schoolpopulatie, gaat de onderwijsinspectie bij controle op de |
du contrôle de l'affectation des périodes-professeur supplémentaires | aanwending van de extra uren-leraar na of, en in welke mate : |
si, et dans quelle mesure : | |
1° l'analyse de la situation de départ était de qualité suffisante et | 1° de analyse van de beginsituatie voldoende kwaliteitsvol en volledig |
complète; | werd uitgevoerd; |
2° le choix des instruments d'égalité des chances a été suffisamment | 2° de keuze van de gelijkekanseninstrumenten voldoende werd |
justifié à la lumière de cette analyse; | verantwoord in het licht van deze analyse; |
3° les instruments d'égalité des chances ont été développés; | 3° de gelijkekanseninstrumenten werden uitgebouwd; |
4° l'auto-évaluation était de qualité suffisante. Tel est le cas | 4° de zelfevaluatie kwaliteitsvol werd uitgevoerd. De zelfevaluatie |
lorsque : | verloopt kwaliteitsvol wanneer zij : |
- elle va de pair avec la collecte et l'analyse de données relatives | - gepaard gaat met het verzamelen en analyseren van gegevens met |
aux instruments d'égalité des chances envisagés; | betrekking tot de vooropgestelde gelijekanseninstrumenten; |
- elle résulte en des propositions visant à améliorer le propre fonctionnement; | - resulteert in voorstellen voor verbetering van de eigen werking; |
- elle est soumise au conseil de participation ou au conseil scolaire. | - voorgelegd wordt aan de participatieraad of de schoolraad. |
Art. 13.§ 1er. Une évaluation négative de la part de l'inspection de |
Art. 13.§ 1. Een negatieve beoordeling door de onderwijsinspectie |
l'enseignement est signifiée par lettre recommandée au pouvoir | wordt bij aangetekend schrijven gemeld aan de betrokken inrichtende |
organisateur concerné. | macht. |
§ 2. Le pouvoir organisateur peut introduire un contredit auprès du | § 2. De inrichtende macht kan bij wijze van georganiseerd beroep een |
Gouvernement flamand à titre de recours organisé. | verweerschrift indienen bij de Vlaamse regering. |
Sous peine de nullité, la notification se fait dans un délai de 30 jours civils, prenant cours le jour suivant la notification visée au § 1er. § 3. Le recours est traité par un collège d'inspecteurs convoqué par le Ministre. Le collège est composé de manière paritaire, à moitié de membres de l'inspection de l'enseignement libre, à moitié de membres de l'inspection de l'enseignement officiel. Ces membres ne peuvent pas avoir fait partie de l'équipe qui a formulé l'évaluation négative. Le collège élit un président parmi ses membres. § 4. Sous peine de nullité, la demande de traitement en recours est notifiée au collège dans le délai prévu au § 2. § 5. Le collège peut accomplir tout acte d'instruction. Le pouvoir | Het verzoek tot behandeling in beroep wordt op straffe van verval betekend binnen een termijn van 30 kalenderdagen, die ingaat op de dag na die van de in § 1 bedoelde betekening. § 3. Het beroep wordt behandeld door een college van inspecteurs, bijeengeroepen door de minister. Het college is paritair samengesteld voor de helft uit inspectieleden afkomstig uit het vrij onderwijs, voor de helft uit inspectieleden afkomstig uit het officieel onderwijs. Deze leden mogen geen deel hebben uitgemaakt van het team dat de negatieve beoordeling heeft uitgebracht. Het college kiest onder zijn leden een voorzitter. § 4. Het college kan alle onderzoeksdaden verrichten. De inrichtende |
organisateur et la direction sont entendus. | macht en de directie worden gehoord. |
L'instruction résulte en une proposition sur la confirmation ou le | Het onderzoek resulteert in een voorstel over de bevestiging of |
rejet de l'évaluation négative. | verwerping van de negatieve beoordeling. |
§ 6. Seuls les membres du collège peuvent participer aux | § 5. Uitsluitend de leden van het college kunnen aan de |
délibérations. La proposition est prise par consensus. | beraadslagingen deelnemen. Het voorstel wordt bij consensus genomen. |
Faute de consensus, on procède au vote. | Als er geen consensus is, komt er een stemming. |
En cas de partage des voix, une proposition de rejet de l'évaluation | Bij staking van stemmen wordt een voorstel tot verwerping van de |
négative est formulée. | negatieve beoordeling geformuleerd. |
§ 7. L'avis est notifié au Ministre et au pouvoir organisateur dans un | |
délai de 15 jours civils prenant cours le jour suivant la notification | § 6. Het advies wordt binnen een termijn van 15 kalenderdagen, die |
ingaat op de dag na die van de betekening van het verweerschrift, | |
du contredit. | betekend aan de minister en aan de betrokken inrichtende macht. |
§ 8. Dans les 15 jours civils, à compter du jour suivant la | § 7. De inrichtende macht kan binnen een termijn van 15 kalenderdagen, |
notification de l'avis, le pouvoir organisateur peut introduire un | die ingaat op de dag na die van de betekening van het advies, bij de |
contredit auprès du Ministre contre la proposition de confirmation de | minister een verweerschrift indienen tegen een voorstel tot |
l'évaluation négative. | bevestiging van de negatieve beoordeling. |
§ 9. Le Gouvernement flamand prend une décision définitive sur la | § 8. De Vlaamse regering neemt een definitieve beslissing betreffende |
de bevestiging of verwerping van de negatieve beoordeling binnen een | |
confirmation ou le rejet de l'évaluation négative dans un délai de 30 | termijn van 30 kalenderdagen, die ingaat op de dag na die van de |
jours civils prenant cours le jour suivant la notification de l'avis. | betekening van het advies. Indien na het verstrijken van deze termijn |
Si, à l'expiration de ce délai, aucune décision n'a été notifiée au | geen beslissing werd betekend aan de inrichtende macht, wordt de |
pouvoir organisateur, l'évaluation négative est censée être rejetée. | negatieve beoordeling geacht verworpen te zijn. |
2. Règlement en cas d'application de l'article 7, § 2 | Sectie 2. Regeling bij toepassing van artikel 7, § 2 |
Art. 14.Les écoles qui, par application de l'article 7, § 2, |
Art. 14.Scholen die door toepassing van artikel 7, § 2 slechts in de |
n'obtiennent des périodes-professeur supplémentaires que dans le | loop van een driejarige periode extra uren-leraar bekomen, zijn niet |
courant d'une période de trois années scolaires, ne sont pas tenues | |
d'effectuer une auto-évaluation. | gehouden tot het maken van een zelfevaluatie. |
Art. 15.L'inspection de l'enseignement vérifie si les |
Art. 15.De onderwijsinspectie gaat na of de extra uren-leraar werden |
périodes-professeur supplémentaires ont été affectées dans l'un des | |
domaines visés à l'article 10, 2°. Le contrôle exercé par l'inspection | aangewend binnen één van de in artikel 10, 2° bedoelde domeinen. De |
ne peut pas donner lieu à une évaluation négative au sens de l'article | controle door de inspectie kan niet leiden tot een negatieve |
13, § 1er. Cependant, les abus constatés quant à l'affectation des | beoordeling in de zin van artikel 13, § 1. Vastgestelde misbruiken bij |
périodes-professeur supplémentaires tombent sous l'application de la | het aanwenden van de extra uren-leraar vallen evenwel onder de |
Sous-section 3 de la Section 3 du Chapitre 2 du présent arrêté. | toepassing van Onderafdeling 3 van Afdeling 3 van Hoofdstuk 2 van dit besluit. |
Sous-section 3. - Recouvrements et retenues | Onderafdeling 3. - Terugvorderingen en inhoudingen |
Art. 16.Sans préjudice de l'application de l'article VI.8, § 1er, |
Art. 16.Onverminderd de toepassing van artikel VI.8, § 1, derde lid |
alinéa 3 du décret, les abus au niveau du calcul des élèves réguliers | van het decreet kunnen misbruiken bij de telling van de regelmatige |
qui répondent aux indicateurs d'égalité des chances ou de | leerlingen die aan de gelijkekansenindicatoren beantwoorden of bij het |
l'affectation des périodes-professeur supplémentaires, peuvent donner | aanwenden van de extra uren-leraar, aanleiding geven tot |
lieu à des recouvrements et retenues conformément à la réglementation | terugvorderingen en inhoudingen overeenkomstig de vigerende |
en vigueur. Les recouvrements et retenues visés ne peuvent donner lieu | regelgeving. Bedoelde terugvorderingen en inhoudingen kunnen er niet |
à une quote-part des moyens de fonctionnement destinés aux personnels | toe leiden dat het aandeel in de werkingsmiddelen dat bestemd is voor |
qui est inférieure en chiffres absolus par rapport à la quote-part | de personeelsaangelegenheden in absolute cijfers kleiner wordt dan |
lorsque la mesure n'aurait pas été prise. | wanneer de maatregel niet zou getroffen zijn. |
Art. 17.Les infractions constatées par le département sont notifiées |
Art. 17.De door het departement vastgestelde overtredingen worden bij |
par lettre recommandée au pouvoir organisateur concerné. La | aangetekend schrijven meegedeeld aan de betrokken inrichtende macht. |
communication mentionne les sanctions éventuelles. | De mededeling verwijst naar de mogelijke sancties. |
Dans les 30 jours civils, à compter du jour suivant la notification de | Binnen een termijn van 30 kalenderdagen, die ingaat op de dag na die |
la communication visée à l'alinéa premier, le pouvoir organisateur | van de betekening van de in het eerste lid bedoelde mededeling, kan de |
inrichtende macht bij aangetekend schrijven en bij wijze van | |
peut introduire un contredit auprès du Ministre à titre de recours | georganiseerd beroep een verweerschrift indienen bij de minister. De |
organisé. Les vacances d'automne, de Noël, de carnaval, de Pâques et | herfstvakantie, kerstvakantie, krokusvakantie, paasvakantie en |
d'été suspendent le délai de 30 jours civils. | zomervakantie schorten de termijn van 30 kalenderdagen op. |
Le Ministre prend une décision sur la sanction éventuelle. La décision | De minister neemt een beslissing over de eventuele sanctie. De |
est communiquée par lettre recommandée au pouvoir organisateur dans un | beslissing wordt bij aangetekend schrijven aan de inrichtende macht |
délai de 30 jours civils, prenant cours le jour suivant la | meegedeeld binnen een vervaltermijn van 30 kalenderdagen, die ingaat |
notification de la communication visée à l'alinéa premier. | op de dag na die van de betekening van de in het eerste lid bedoelde mededeling. |
Section 4. - Mesures transitoires | Afdeling 4. - Overgangsmaatregelen |
Art. 18.§ 1er. A titre de mesure transitoire pour l'année scolaire |
Art. 18.§ 1. Als overgangsmaatregel voor het schooljaar 2002-2003 |
2002-2003, le nombre de périodes-professeur supplémentaires est ajusté | wordt het aantal extra uren-leraar als volgt aangepast : |
comme suit : 1° les écoles qui, par application du décret, ont droit à un nombre de | 1° de scholen, die door toepassing van het decreet recht hebben op een |
périodes-professeur supplémentaires supérieur au nombre de | aantal extra uren-leraar dat hoger ligt dan het aantal tijdens het |
périodes-professeur supplémentaires d'enseignement prioritaire dans le | schooljaar 2001-2002 gefinancierde of gesubsidieerde extra uren-leraar |
premier degré, financées ou subventionnées pendant l'année scolaire 2001-2002, ont droit : | onderwijsvoorrang in de eerste graad, hebben recht op : |
a) aux périodes-professeur supplémentaires calculées conformément au | a) de extra uren-leraar berekend conform het decreet, indien de |
décret, si le taux de concentration est d'au moins 60 %; | concentratiegraad tenminste 60 % is; |
b) à une augmentation de 85% de la différence, si le taux de | b) een stijging van 85 % van het verschil, indien de concentratiegraad |
concentration est inférieur à 60 %; | lager ligt dan 60 %; |
2° les écoles qui, par application du décret, ont droit à un nombre de | 2° de scholen, die door toepassing van het decreet recht hebben op een |
périodes-professeur supplémentaires plus de 11 périodes inférieur au | aantal extra uren-leraar dat meer dan 11 uur lager ligt dan het aantal |
nombre de périodes-professeur supplémentaires d'enseignement | |
prioritaire dans le premier degré, financées ou subventionnées pendant | tijdens het schooljaar 2001-2002 gefinancierde of gesubsidieerde extra |
l'année scolaire 2001-2002, ont droit à une restriction de cette | uren-leraar onderwijsvoorrang in de eerste graad, hebben recht op een |
baisse à 11 périodes au maximum; | beperking van deze daling tot maximum 11 uren; |
3° les écoles qui, par application du décret, ont droit à un nombre de | 3° De scholen, die door toepassing van het decreet recht hebben op een |
périodes-professeur supplémentaires inférieur de plus de 11 périodes | aantal extra uren-leraar dat minder of gelijk aan 11 uur lager ligt |
au nombre de périodes-professeur supplémentaires d'enseignement | dan het aantal tijdens het schooljaar 2001-2002 gefinancierde of |
prioritaire dans le premier degré, financées ou subventionnées pendant | gesubsidieerde extra uren-leraar onderwijsvoorrang in de eerste graad, |
l'année scolaire 2001-2002, ont droit aux 2/3 de ce nombre de | hebben recht op 2/3 van dat aantal extra uren-leraar tenzij : |
périodes-professeur supplémentaires, à moins que; | |
a) le résultat de cette disposition ne soit inférieur à 11; en ce cas, | a) het resultaat van deze bepaling lager ligt dan 11; in dat geval |
l'école obtient 11 périodes-professeur supplémentaires; | krijgt de school 11 extra uren-leraar; |
b) le résultat de cette disposition ne soit inférieur au résultat de l'application du décret; en ce cas, l'application du décret est maintenue; c) le nombre de périodes-professeur supplémentaires d'enseignement prioritaire pour l'année scolaire 2001-2002 ne soit inférieur ou égal à 11; en ce cas, l'école maintient ce nombre de périodes-professeur supplémentaires. § 2. Les écoles qui, par application du décret, ont droit à un nombre de périodes-professeur supplémentaires égal au nombre de périodes-professeur supplémentaires d'enseignement prioritaire dans le premier degré, financées ou subventionnées pendant l'année scolaire 2001-2002, ne font pas l'objet de mesures transitoires. CHAPITRE
3. - Les deuxième et troisième degrés de l'enseignement secondaireSection 1ère. - Indicateurs d'égalité des chances Art. 19.Les poids des indicateurs d'égalité des chances pour les deuxième et troisième degrés de l'enseignement secondaire sont déterminés comme suit : 1° l'indicateur « l'élève a un retard scolaire d'au moins deux ans » a un poids de |
b) het resultaat van deze bepaling lager ligt dan het resultaat van de toepassing van het decreet; in dat geval blijft de toepassing van het decreet behouden; c) het aantal extra uren-leraar onderwijsvoorrang voor het schooljaar 2001-2002 lager is of gelijk aan 11; in dat geval behoudt de school dat aantal extra uren-leraar. § 2. Op scholen die door toepassing van het decreet recht hebben op een aantal extra uren-leraar dat gelijk is aan het aantal tijdens het schooljaar 2001-2002 gefinancierde of gesubsidieerde extra uren-leraar onderwijsvoorrang in de eerste graad, worden geen overgangsmaatregelen toegepast. HOOFDSTUK
3. - De tweede en derde graad van het secundair onderwijsAfdeling 1. - Gelijkekansenindicatoren Art. 19.De gewichten van de gelijkekansenindicatoren voor de tweede en derde graad van het secundair onderwijs worden als volgt vastgelegd : 1° de indicator « de leerling heeft een schoolse achterstand van ten minste twee jaar » heeft een gewicht van : |
- 0,2 si l'élève a un retard scolaire de deux ans; | - 0,2 indien de schoolse achterstand 2 jaar bedraagt, |
- 0,3 si l'élève a un retard scolaire de trois ans; | - 0,3 indien de schoolse achterstand 3 jaar bedraagt, |
- 0,4 si l'élève a un retard scolaire de quatre ans; | - 0,4 indien de schoolse achterstand 4 jaar bedraagt, |
- 0,5 si l'élève a un retard scolaire de plus de quatre ans; | - 0,5 indien de schoolse achterstand meer dan 4 jaar bedraagt; |
2° l'indicateur « l'élève est un primo-arrivant » a un poids de 0,1; | 2° de indicator « de leerling is een neveninstromer » heeft een |
3° l'indicateur « l'élève fréquentait l'enseignement d'accueil pendant | gewicht van 0,1; 3° de indicator « de leerling volgde het voorafgaande schooljaar |
l'année scolaire précédente » a un poids de 0,4. | onthaalonderwijs » heeft een gewicht van 0,4. |
Section 2. - Attribution des moyens | Afdeling 2. - Toekenning van de middelen |
Art. 20.Le nombre de points est multiplié par un coefficient 1,5, |
Art. 20.Het aantal punten wordt vermenigvuldigd met een coëfficiënt |
lorsque l'école a un taux de concentration d'au moins 80%. | 1,5, wanneer de school een concentratiegraad van ten minste 80% heeft. |
Le nombre de points est arrondi : | Het aantal punten wordt afgerond : |
1° à l'unité supérieure si le premier chiffre après la virgule est | 1° naar de hogere eenheid als het eerste cijfer na de komma groter is |
supérieur à quatre; | dan vier; |
2° à l'unité inférieure si le premier chiffre après la virgule est | 2° naar de lagere eenheid als het eerste cijfer na de komma vier is of |
égal ou inférieur à quatre. | kleiner is dan vier. |
Art. 21.§ 1er. Le nombre de périodes-professeur par point est calculé |
Art. 21.§ 1. Het aantal uren-leraar per punt wordt als volgt |
comme suit : | berekend : |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
§ 2. Si, à la suite d'une augmentation des crédits disponibles ou par | § 2. Wanneer door een stijging van de beschikbare kredieten of door |
l'application de l'article 16, des périodes-professeur supplémentaires deviennent disponibles au cours d'une période de trois années scolaires, le nombre de périodes-professeur supplémentaires par point est recalculé. Art. 22.Le nombre de périodes-professeur supplémentaires obtenu par une école en multipliant le nombre de points par le nombre de périodes-professeur supplémentaires par point, est arrondi : 1° à l'unité supérieure si le premier chiffre après la virgule est supérieur à quatre; 2° à l'unité inférieure si le premier chiffre après la virgule est égal ou inférieur à quatre. |
toepassing van artikel 28 extra uren-leraar vrijkomen in de loop van een periode van drie schooljaren, wordt het aantal extra uren-leraar per punt opnieuw berekend. Art. 22.Het aantal extra uren-leraar dat een school door vermenigvuldiging van het aantal punten met het aantal uren-leraar per punt bekomt, wordt afgerond : 1° naar de hogere eenheid als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier; 2° naar de lagere eenheid als het eerste cijfer na de komma vier is of kleiner is dan vier. |
Art. 23.Le nombre de périodes-professeur supplémentaires destinées à |
Art. 23.Het aantal extra uren-leraar voor het voeren van een |
une politique d'égalité des chances reste inchangé pendant la période de 3 années scolaires. | gelijkekansenbeleid blijft gedurende de periode van 3 schooljaren onveranderd behouden. |
Art. 24.Si le nombre de périodes-professeur supplémentaires est d'au |
Art. 24.Indien het aantal extra uren-leraar ten minste 11 of een |
moins 11 ou un multiple de 11, ces périodes peuvent être recalculées | veelvoud van 11 bedraagt, kunnen deze uren omgerekend worden naar |
pour des emplois d'éducateur à mi-temps ou à temps plein. | halftijdse of voltijdse betrekkingen in het ambt van opvoeder. |
Section 3. - Affectation des moyens | Afdeling 3. - Aanwending van de middelen |
Sous-section 1ère. - Instruments d'égalité des chances | Onderafdeling 1. - Gelijkekanseninstrumenten |
Art. 25.Une école remplit les dispositions de l'article VI.5, § 1er, |
Art. 25.Een school voldoet aan de bepalingen van artikel VI.15, § 1, |
1° du décret, lorsque, partant d'une analyse de sa situation de départ | 1° van het decreet wanneer zij vanuit een analyse van haar |
: | beginsituatie : |
1° elle choisit un cluster d'instruments d'égalité des chances parmi | 1° één cluster van gelijkekanseninstrumenten kiest uit de drie |
les trois clusters repris dans l'annexe 2 du présent arrêté, ou | clusters, opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit, of |
2° met au point des instruments d'égalité des chances concrets et | 2° zelf concrete en samenhangende gelijkekanseninstrumenten uitwerkt |
cohérents en vue de renforcer le fonctionnement de l'école et les | met het oog op de versterking van de schoolwerking en de competentie |
compétences des enseignants dans deux des domaines suivants : | van leerkrachten inzake twee van volgende domeinen : |
- renforcer la motivation des élèves en matière de développement et | - de motivatie voor ontwikkeling en leren bij de leerlingen verhogen |
d'apprentissage et maximiser le développement et/ou le gain d'apprentissage de chaque élève; | en de ontwikkeling en/of leerwinst bij elke leerling maximaliseren; |
- stimuler les aptitudes linguistiques des élèves (écouter et parler, | - de taalvaardigheid (luisteren en spreken, schrijven en begrijpend |
écrire et lire dans des contextes fonctionnels); | lezen in functionele contexten) bij leerlingen bevorderen; |
- donner aux élèves l'occasion de faire un usage positif de leurs | - leerlingen in staat stellen om hun sociale en culturele vaardigheden |
aptitudes sociales et culturelles dans divers contextes; | in diverse contexten positief aan te wenden; |
- garantir un choix d'études optimal en assurant l'accompagnement de | - een optimale studiekeuze waarborgen door studiekeuze- en |
l'orientation d'études et du parcours scolaire; | schoolloopbaanbegeleiding; |
- stimuler l'image positive de soi et les compétences sociales des élèves; | - leerlingen en ouders actief betrekken op het klas- en schoolleven en |
- associer activement les élèves et les parents aux activités de | de kwaliteit van deze betrokkenheid verhogen. |
l'école et de la classe et améliorer la qualité de cette implication. | |
Sous-section 2. - Auto-évaluation et inspection | Onderafdeling 2. - Zelfevaluatie en inspectie |
Art. 26.Compte tenu du contexte scolaire et des caractéristiques de |
Art. 26.Rekening houdend met de schoolcontext en de kenmerken van de |
la population scolaire, l'inspection de l'enseignement vérifie, lors | schoolpopulatie, gaat de onderwijsinspectie bij controle op de |
du contrôle de l'affectation des moyens supplémentaires si, et dans | aanwending van de extra middelen na of, en in welke mate : |
quelle mesure : 1° l'analyse de la situation de départ était de qualité suffisante et | 1° de analyse van de beginsituatie voldoende kwaliteitsvol en volledig |
complète; | werd uitgevoerd; |
2° le choix des instruments d'égalité des chances a été suffisamment | 2° de keuze van de gelijkekanseninstrumenten voldoende werd |
justifié à la lumière de cette analyse; | verantwoord in het licht van deze analyse; |
3° les instruments d'égalité des chances ont été développés; | 3° de gelijkekanseninstrumenten werden uitgebouwd; |
4° l'auto-évaluation était de qualité suffisante. Tel est le cas | 4° de zelfevaluatie kwaliteitsvol werd uitgevoerd. De zelfevaluatie |
lorsque : | verloopt kwaliteitsvol wanneer zij : |
- elle va de pair avec la collecte et l'analyse de données relatives | - gepaard gaat met het verzamelen en analyseren van gegevens met |
aux instruments d'égalité des chances envisagés; | betrekking tot de vooropgestelde gelijkekanseninstrumenten; |
- elle résulte en des propositions visant à améliorer le propre fonctionnement; | - resulteert in voorstellen voor verbetering van de eigen werking; |
- elle est soumise au conseil de participation ou au conseil scolaire. | - voorgelegd wordt aan de participatieraad of de schoolraad. |
Art. 27.§ 1er. Une évaluation négative de la part de l'inspection de |
Art. 27.§ 1. Een negatieve beoordeling door de onderwijsinspectie |
l'enseignement est signifiée par lettre recommandée au pouvoir | wordt bij aangetekend schrijven gemeld aan de betrokken inrichtende |
organisateur concerné. | macht. |
§ 2. Le pouvoir organisateur peut introduire un contredit auprès du | § 2. De inrichtende macht kan bij wijze van georganiseerd beroep een |
Gouvernement flamand à titre de recours organisé. | verweerschrift indienen bij de Vlaamse regering. |
Sous peine de nullité, la notification se fait dans un délai de 30 jours civils, prenant cours le jour suivant la notification visée au § 1er. § 3. Le recours est traité par un collège d'inspecteurs convoqué par le Ministre. Le collège est composé de manière paritaire, à moitié de membres de l'inspection de l'enseignement libre, à moitié de membres de l'inspection de l'enseignement officiel. Ces membres ne peuvent pas avoir fait partie de l'équipe qui a formulé l'évaluation négative. Le collège élit un président parmi ses membres. § 4. Sous peine de nullité, la demande de traitement en recours est notifiée au collège dans le délai prévu au § 2. § 5. Le collège peut accomplir tout acte d'instruction. Le pouvoir | Het verzoek tot behandeling in beroep wordt op straffe van verval betekend binnen een termijn van 30 kalenderdagen, die ingaat op de dag na die van de in § 1 bedoelde betekening. § 3. Het beroep wordt behandeld door een college van inspecteurs, bijeengeroepen door de minister. Het college is paritair samengesteld voor de helft uit inspectieleden afkomstig uit het vrij onderwijs, voor de helft uit inspectieleden afkomstig uit het officieel onderwijs. Deze leden mogen geen deel hebben uitgemaakt van het team dat de negatieve beoordeling heeft uitgebracht. Het college kiest onder zijn leden een voorzitter. § 4. Het college kan alle onderzoeksdaden verrichten. De inrichtende |
organisateur et la direction sont entendus. | macht en de directie worden gehoord. |
L'instruction résulte en une proposition sur la confirmation ou le | Het onderzoek resulteert in een voorstel over de bevestiging of |
rejet de l'évaluation négative. | verwerping van de negatieve beoordeling. |
§ 6. Seuls les membres du collège peuvent participer aux | § 5. Uitsluitend de leden van het college kunnen aan de |
délibérations. La proposition est prise par consensus. | beraadslagingen deelnemen. Het voorstel wordt bij consensus genomen. |
Faute de consensus, on procède au vote. | Als er geen consensus is, komt er een stemming. |
En cas de partage des voix, une proposition de rejet de l'évaluation | Bij staking van stemmen wordt een voorstel tot verwerping van de |
négative est formulée. | negatieve beoordeling geformuleerd. |
§ 7. L'avis est notifié au Ministre et au pouvoir organisateur dans un | |
délai de 15 jours civils prenant cours le jour suivant la notification | § 6. Het advies wordt binnen een termijn van 15 kalenderdagen, die |
ingaat op de dag na die van de betekening van het verweerschrift, | |
du contredit. | betekend aan de minister en aan de betrokken inrichtende macht. |
§ 8. Dans les 15 jours civils, à compter du jour suivant la | § 7. De inrichtende macht kan binnen een termijn van 15 kalenderdagen, |
notification de l'avis, le pouvoir organisateur peut introduire un | die ingaat op de dag na die van de betekening van het advies, bij de |
contredit auprès du Ministre contre la proposition de confirmation de | minister een verweerschrift indienen tegen een voorstel tot |
l'évaluation négative. | bevestiging van de negatieve beoordeling. |
§ 9. Le Gouvernement flamand prend une décision définitive sur la | § 8. De Vlaamse regering neemt een definitieve beslissing betreffende |
de bevestiging of verwerping van de negatieve beoordeling binnen een | |
confirmation ou le rejet de l'évaluation négative dans un délai de 30 | termijn van 30 kalenderdagen, die ingaat op de dag na die van de |
jours civils prenant cours le jour suivant la notification de l'avis. | betekening van het advies. Indien na het verstrijken van deze termijn |
Si, à l'expiration de ce délai, aucune décision n'a été notifiée au | geen beslissing werd betekend aan de inrichtende macht, wordt de |
pouvoir organisateur, l'évaluation négative est censée être rejetée. | negatieve beoordeling geacht verworpen te zijn. |
Sous-section 3. - Recouvrements et retenues | Onderafdeling 3. - Terugvorderingen en inhoudingen |
Art. 28.Sans préjudice de l'application de l'article VI.18, § 1er, |
Art. 28.Onverminderd de toepassing van artikel VI.18, § 1, derde lid |
alinéa 3 du décret, les abus au niveau du calcul des élèves réguliers | van het decreet kunnen misbruiken bij de telling van de regelmatige |
qui répondent aux indicateurs d'égalité des chances ou de | leerlingen die aan de gelijkekansenindicatoren beantwoorden of bij het |
l'affectation des périodes-professeur supplémentaires, peuvent donner | aanwenden van de extra uren-leraar, aanleiding geven tot |
lieu à des recouvrements et retenues conformément à la réglementation | terugvorderingen en inhoudingen overeenkomstig de vigerende |
en vigueur. Les recouvrements et retenues visés ne peuvent donner lieu | regelgeving. Bedoelde terugvorderingen en inhoudingen kunnen er niet |
à une quote-part des moyens de fonctionnement destinés aux personnels | toe leiden dat het aandeel in de werkingsmiddelen dat bestemd is voor |
inférieure en chiffres absolus à la quote-part lorsque la mesure | personeelsaangelegenheden in absolute cijfers kleiner wordt dan |
n'aurait pas été prise. | wanneer de maatregel niet zou getroffen zijn. |
Art. 29.Les infractions constatées par le département sont notifiées |
Art. 29.De door het departement vastgestelde overtredingen worden bij |
par lettre recommandée au pouvoir organisateur concerné. La | aangetekend schrijven meegedeeld aan de betrokken inrichtende macht. |
communication mentionne les sanctions éventuelles. | De mededeling verwijst naar de mogelijke sancties. |
Dans les 30 jours civils, à compter du jour suivant la notification de | Binnen een termijn van 30 kalenderdagen, die ingaat op de dag na die |
la communication visée à l'alinéa premier, le pouvoir organisateur | van de betekening van de in het eerste lid bedoelde mededeling, kan de |
inrichtende macht bij aangetekend schrijven en bij wijze van | |
peut introduire un contredit auprès du Ministre à titre de recours | georganiseerd beroep een verweerschrift indienen bij de minister. De |
organisé. Les vacances d'automne, de Noël, de carnaval, de Pâques et | herfstvakantie, kerstvakantie, krokusvakantie, paasvakantie en |
d'été suspendent le délai de 30 jours civils. | zomervakantie schorten de termijn van 30 kalenderdagen op. |
Le Ministre prend une décision sur la sanction éventuelle. La décision | De minister neemt een beslissing over de eventuele sanctie. De |
est communiquée par lettre recommandée au pouvoir organisateur dans un délai de 30 jours civils, prenant cours le jour suivant la notification de la communication visée à l'alinéa premier.Section 4. - Mesures transitoires Art. 30.§ 1er. A titre de mesure transitoire pour l'année scolaire 2002-2003, le nombre de périodes-professeur supplémentaires obtenu en application du décret et du présent arrêté est ajusté comme suit : 1° les écoles qui, par application du décret, ont droit à un nombre « N » de périodes-professeur supplémentaires qui est supérieur de plus de 4 périodes au nombre « O », soit la somme des périodes-professeur supplémentaires d'enseignement prioritaire dans le premier degré, financées ou subventionnées pendant l'année scolaire 2001-2002, et du nombre d'emplois (convertis en périodes) dans le cadre du projet temporaire « besoins spéciaux » dans les deuxième et troisième degrés ont droit à un nombre de périodes-professeur supplémentaires égal à O, majoré de 60 % de l'écart, en chiffres absolus, entre N et O; 2° les écoles qui, par application du décret, ont droit à un nombre « N » de périodes-professeur supplémentaires qui est inférieur de plus de 4 périodes au nombre « O » ont droit à un nombre de périodes-professeur supplémentaires égal à N, majoré de 60 % de l'écart, en chiffres absolus, entre N et O; 3° les écoles qui, par application du décret, ont droit à un nombre de périodes-professeur supplémentaires qui est supérieur de moins de 4 périodes ou inférieur de moins de 4 périodes au nombre « O », ont droit à un nombre de périodes-professeur supplémentaires égal à N; 4° Les écoles qui, par application du décret, n'ont pas droit à des périodes-professeur supplémentaires, mais qui ont, au cours de l'année scolaire 2001-2002, obtenu des périodes-professeur supplémentaires d'enseignement prioritaire dans le deuxième degré, financées ou subventionnées, et/ou des emplois supplémentaires (convertis en périodes) dans le cadre du projet temporaire « besoins spéciaux » dans les deuxième et troisième degrés, ont droit à un nombre de périodes-professeur supplémentaires égal à 60% de O. § 2. Les écoles qui, par application du décret, ont droit à un nombre de périodes-professeur supplémentaires égal au nombre de périodes-professeur supplémentaires d'enseignement prioritaire dans le deuxième degré, financées ou subventionnées pendant l'année scolaire 2001-2002, et/ou à des emplois supplémentaires (convertis en périodes) dans le cadre du projet temporaire « besoins spéciaux » dans les deuxième et troisième degrés, ne font pas l'objet de mesures transitoires. CHAPITRE 4. - Mesure temporaireArt. 31.La clé visée à l'article VI.20, alinéa 3 du décret est fixée comme suit : 1° pendant l'année scolaire 2002-2003, la perte de périodes-professeur au niveau du centre scolaire est limitée à 1/3 de la perte; 2° pendant l'année scolaire 2003-2004, la perte de périodes-professeur au niveau du centre scolaire est limitée aux 2/3 de la perte. Les dispositions en matière d'arrondissement reprises aux articles 8 et 22 sont applicables par analogie. CHAPITRE 5. - Dispositions finales Art. 32.L'arrêté du Gouvernement flamand du 17 décembre 1999 relatif au projet temporaire d'enseignement prioritaire dans l'enseignement secondaire est abrogé en ce qui concerne l'enseignement secondaire ordinaire. Art. 33.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er septembre 2002. Art. 34.Le Ministre est chargé de l'exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 6 septembre 2002. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, P. DEWAEL La Ministre flamande de l'Enseignement et de la Formation |
beslissing wordt bij aangetekend schrijven aan de inrichtende macht meegedeeld binnen een vervaltermijn van 30 kalenderdagen, die ingaat op de dag na die van de betekening van de in het eerste lid bedoelde mededeling.Afdeling 4. - Overgangsmaatregelen Art. 30.§ 1. Bij wijze van overgangsmaatregel voor het schooljaar 2002-2003 worden de extra uren-leraar verkregen in toepassing van het decreet en voorliggend besluit aangepast als volgt : 1° de scholen die door toepassing van het decreet recht hebben op een aantal extra uren-leraar « N », dat meer dan 4 uur hoger ligt dan « O », zijnde de som van het aantal tijdens het schooljaar 2001-2002 gefinancierde of gesubsidieerde extra uren-leraar onderwijsvoorrang in de tweede graad en het aantal betrekkingen (omgezet in uren) in het kader van het tijdelijk project bijzondere noden in tweede en derde graad, hebben recht op een aantal extra uren-leraar gelijk aan O, vermeerderd met 60% van het verschil, in absolute cijfers, tussen N en O; 2° de scholen die door toepassing van het decreet recht hebben op een aantal extra uren-leraar « N », dat meer dan 4 uur lager ligt dan « O », hebben recht op een aantal extra uren-leraar gelijk aan N, vermeerderd met 60 % van het verschil, in absolute cijfers, tussen N en O; 3° de scholen die door toepassing van het decreet recht hebben op een aantal extra uren-leraar dat minder dan 4 uur hoger of minder dan 4 uur lager ligt dan O, hebben recht op een aantal extra uren-leraar gelijk aan N; 4° de scholen die door toepassing van het decreet geen recht hebben op extra uren-leraar, maar tijdens het schooljaar 2001-2002 wel gefinancierde of gesubsidieerde extra uren-leraar onderwijsvoorrang in de tweede graad en/of extra betrekkingen (omgezet in uren) in het kader van het tijdelijk project bijzondere noden in tweede en derde graad kregen, hebben recht op een aantal extra uren-leraar, gelijk aan 60 % van O. § 2. Op de scholen die door toepassing van het decreet recht hebben op een aantal extra uren-leraar dat gelijk is aan het aantal tijdens het schooljaar 2001-2002 gefinancierde of gesubsidieerde extra uren-leraar onderwijsvoorrang in de tweede graad en/of extra betrekkingen (omgezet in uren) in het kader van het tijdelijk project bijzonder noden in tweede en derde graad, worden geen overgangsmaatregelen toegepast. HOOFDSTUK 4. - Tijdelijke maatregelArt. 31.De sleutel bedoeld in artikel VI.20, derde lid van het decreet wordt bepaald als volgt : 1° in het schooljaar 2002-2003 wordt het verlies aan uren-leraar op het niveau van de scholengemeenschap beperkt tot 1/3 van het verlies; 2° in het schooljaar 2003-2004 wordt het verlies aan uren-leraar op het niveau van de scholengemeenschap beperkt tot 2/3 van het verlies. De bepalingen inzake afronding opgenomen in artikel 8 en 22 zijn van overeenkomstige toepassing. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen Art. 32.Het besluit van 17 december 1999 betreffende het tijdelijke project onderwijsvoorrang in het secundair onderwijs wordt voor het gewoon secundair onderwijs opgeheven. Art. 33.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2002. Art. 34.De minister is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 6 september 2002. De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN Bijlage 1 : gelijkekanseninstrumenten eerste graad gewoon secundair onderwijs Cluster 1. Ontwikkelings- en leerachterstanden remediëren en leerwinst realiseren door middel van : 1. het opmaken van de planning inzake preventie, vaststelling en remediëring van leerachterstanden. Desgevallend kan deze worden opgenomen in het schoolwerkplan; 2. het hanteren van een individueel plan met betrekking tot remediëring bij leerlingen waarbij leerachterstanden zijn vastgesteld. Het plan geeft in het bijzonder aan in welke mate samengewerkt wordt met het betrokken CLB; 3. het actief betrekken van de ouders bij de probleemanalyse en de ondersteuning van de leerling; 4. het voeren van een nascholingsbeleid in het kader van de preventie, vaststelling en remediëring van leerachterstanden; 5. het hanteren van vormen van flexibele klasorganisatie; 6. het gericht differentiëren in het curriculum; 7. het positief aanwenden van de heterogeniteit binnen een leerlingengroep door middel van coöperatief leren; 8. het ontwikkelen van een leerlingvolgsysteem. Cluster 2. De taalvaardigheid bij leerlingen bevorderen door middel van : 1. het opmaken van een concrete planning met betrekking tot de preventie, vaststelling en remediëring van taalachterstanden. Desgevallend kan deze worden opgenomen in het schoolwerkplan; 2. het hanteren van een individueel plan met betrekking tot remediëring bij leerlingen waarbij taalachterstanden zijn vastgesteld. Het plan geeft in het bijzonder aan in welke mate samengewerkt wordt met het betrokken CLB; 3. het actief betrekken van de ouders bij de probleemanalyse en de ondersteuning van de leerling; 4. het voeren van een nascholingsbeleid in het kader van de preventie, vaststelling en remediëring van taalachterstanden; 5. het positief aanwenden van de taalheterogeniteit binnen een leerlingengroep; 6. het hanteren van werkvormen waardoor de mondelinge interactie verhoogt; 7. het kiezen van thema's en teksten die aansluiten bij het niveau, de belangstelling en de leefwereld van de leerlingen; 8. het aanpakken van leesachterstand via taakgericht werken en remediërend lezen. Cluster 3. Een positief zelfbeeld en sociale competentie bij leerlingen stimuleren door middel van : 1. het opmaken van een concrete planning inzake preventie, vaststelling en remediëring van socio-emotionele en socio-culturele problemen. Desgevallend kan deze worden opgenomen in het schoolwerkplan; 2. het hanteren van een individueel plan met betrekking tot remediëring van socio-emotionele en socio-culturele problemen. Het plan geeft in het bijzonder aan in welke mate samengewerkt wordt met het betrokken CLB; 3. het actief betrekken van de ouders bij de probleemanalyse en de ondersteuning van de leerling; 4. het voeren van een nascholingsbeleid in het kader van de preventie, vaststelling en remediëring van socio-emotionele en socio-culturele problemen; 5. het uitbouwen van coöperatief leren in multiculturele leerlingengroepen; 6. het opbouwen van een samenwerking met de buurt; 7. het gericht werken aan de socio-emotionele competentie van de leerlingen via aangepaste inhouden, materialen en activiteiten. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 6 september 2002 betreffende het geïntegreerd ondersteuningsaanbod in het gewoon secundair onderwijs. Brussel, 6 september 2002. De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN Bijlage 2 : gelijkekanseninstrumenten tweede en derde graad gewoon secundair onderwijs Cluster 1. Studie- en gedragsproblemen remediëren door middel van : 1. het opmaken van de planning inzake preventie, vaststelling en remediëring van studie- en gedragsproblemen. Desgevallend kan deze worden opgenomen in het schoolwerkplan; 2. het hanteren van een individueel plan met betrekking tot remediëring bij leerlingen met studie- en gedragsproblemen. Het plan geeft in het bijzonder aan in welke mate samengewerkt wordt met het betrokken CLB; 3. het actief betrekken van de ouders bij de probleemanalyse en de ondersteuning van de leerling; 4. het voeren van een nascholingsbeleid in het kader van de preventie, vaststelling en remediëring van studie- en gedragsproblemen; 5. het hanteren van vormen van flexibele klasorganisatie; 6. het gericht differentiëren in het curriculum; 7. het positief aanwenden van de heterogeniteit binnen een leerlingengroep door middel van coöperatief leren; 8. het ontwikkelen van een leerlingvolgsysteem. Cluster 2. De taalvaardigheid bij leerlingen bevorderen door middel van : 1. het opmaken van een concrete planning met betrekking tot de preventie, vaststelling en remediëring van taalachterstanden. Desgevallend kan deze worden opgenomen in het schoolwerkplan; 2. het hanteren van een individueel plan met betrekking tot remediëring bij leerlingen waarbij taalachterstanden zijn vastgelegd. Het plan geeft in het bijzonder aan in welke mate samengewerkt wordt met het betrokken CLB; 3. het actief betrekken van de ouders bij de probleemanalyse en de ondersteuning van de leerling; 4. het voeren van een nascholingsbeleid in het kader van de preventie, vaststelling en remediëring van taalachterstanden; 5. het positief aanwenden van de taalheterogeniteit binnen een leerlingengroep; 6. het hanteren van werkvormen waardoor de mondelinge interactie verhoogt; 7. het kiezen van thema's en teksten die aansluiten bij het niveau, de belangstelling en de leefwereld van de leerlingen; 8. het aanpakken van leesachterstand via taakgericht werken en remediërend lezen. Cluster 3. Een optimale studiekeuze waarborgen en het realiseren van een efficiënte studiekeuze-, stage- en schoolloopbaanbegeleiding door middel van : 1. het opmaken van een concrete planning inzake studiekeuze-, stage- en schoolloopbaanbegeleiding. Desgevallend kan deze worden opgenomen in het schoolwerkplan; 2. het hanteren van een individueel plan met betrekking tot studiekeuze-, stage- en schoolloopbaanbegeleiding. Het plan geeft in het bijzonder aan in welke mate samengewerkt wordt met het betrokken CLB; 3. het actief betrekken van de ouders bij de studiekeuze-, stage- en schoolloopbaanbegeleiding van de leerling; 4. het voeren van een nascholingsbeleid in het kader van de studiekeuze-, stage- en schoolloopbaanbegeleiding; 5. het opbouwen van een samenwerking met de arbeidsmarkt. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 6 september 2002 betreffende het geïntegreerd ondersteuningsaanbod in het gewoon secundair onderwijs. Brussel, 6 september 2002. De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, |
M. VANDERPOORTEN | M. VANDERPOORTEN |