Arrêté du Gouvernement flamand portant les budgets de fonctionnement dans l'enseignement fondamental et les budgets de fonctionnement dans l'enseignement secondaire | Besluit van de Vlaamse Regering houdende de werkingsbudgetten in het basisonderwijs en de werkingsbudgetten in het secundair onderwijs |
---|---|
AUTORITE FLAMANDE 6 FEVRIER 2009. - Arrêté du Gouvernement flamand portant les budgets de fonctionnement dans l'enseignement fondamental et les budgets de fonctionnement dans l'enseignement secondaire Le Ministre flamand de l'Emploi, de l'Enseignement et de la Formation, Vu le décret relatif à l'enseignement fondamental du 25 février 1997, notamment l'article 78, § 3; | VLAAMSE OVERHEID 6 FEBRUARI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de werkingsbudgetten in het basisonderwijs en de werkingsbudgetten in het secundair onderwijs De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en vorming, Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 78 § 3; |
Vu le décret du 4 juillet 2008 relatif aux budgets de fonctionnement | Gelet op het decreet van 4 juli 2008 betreffende de werkingsbudgetten |
dans l'enseignement secondaire et modifiant le décret relatif à | in het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet |
l'enseignement fondamental du 25 février 1997 pour ce qui concerne les | basisonderwijs van 25 februari 1997 wat de werkingsbudgetten betreft, |
budgets de fonctionnement, notamment l'article 5, § 3; | artikel 5 § 3; |
Vu l'avis de l'Inspection des Finances, rendu le 17 novembre 2008; | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 |
Vu l'avis n° 45.695/1 du Conseil d'Etat, donné le 8 janvier 2009, en | november 2008; Gelet op het advies 45.695/1van de Raad van State, gegeven op 8 |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois sur le | januari 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; | de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Sur la proposition du Ministre flamand de l'Emploi, de l'Enseignement | Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming; |
et de la Formation; | Na beraadslaging, |
Après délibération, | |
Arrête : | Besluit : |
CHAPITRE Ier. - Généralités | HOOFDSTUK I. - Algemeen |
Article 1er.Le présent arrêté s'applique à l'enseignement fondamental |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op het basis- en secundair |
et secondaire, subventionné ou financé par la Communauté flamande. | onderwijs, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. |
CHAPITRE II. - Enseignement fondamental | HOOFDSTUK II. - Basisonderwijs |
Art. 2.Pour l'application du présent chapitre, on entend par : |
Art. 2.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : |
1° Décret : le décret du 25 février 1997 relatif à l'enseignement | 1° Decreet : het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997. |
fondamental. 2° Caractéristique de l'élève 1 : la caractéristique de l'élève telle | 2° Leerlingenkenmerk 1 : het leerlingenkenmerk zoals beschreven in |
que définie à l'article 78, § 1er, 1°, a), du décret relatif à | artikel 78 § 1, 1°, a), van het decreet basisonderwijs van 25 februari |
l'enseignement fondamental du 25 février 1997. | 1997. |
3° Caractéristique de l'élève 2 : la caractéristique de l'élève telle | 3° Leerlingenkenmerk 2 : het leerlingenkenmerk zoals beschreven in |
que définie à l'article 78, § 1er, 1°, b), du décret relatif à | artikel 78 § 1, 1°, b), van het decreet basisonderwijs van 25 februari |
l'enseignement fondamental du 25 février 1997. | 1997. |
4° Caractéristique de l'élève 3 : la caractéristique de l'élève telle | 4° Leerlingenkenmerk 3 : het leerlingenkenmerk zoals beschreven in |
que définie à l'article 78, § 1er, 1°, c), du décret relatif à | artikel 78 § 1, 1°, c), van het decreet basisonderwijs van 25 februari |
l'enseignement fondamental du 25 février 1997. | 1997. |
5° Caractéristique de l'élève 4 : la caractéristique de l'élève telle | 5° Leerlingenkenmerk 4 : het leerlingenkenmerk zoals beschreven in |
que définie à l'article 78, § 1er, 1°, b), du décret relatif à | artikel 78 § 1, 1°, d), van het decreet basisonderwijs van 25 februari |
l'enseignement fondamental du 25 février 1997. | 1997. |
Art. 3.Par application de l'article 78, § 3, du décret, la |
Art. 3.Met toepassing van artikel 78, § 3 van het decreet wordt het |
caractéristique de l'élève 2 est déterminée au moyen des données sur | leerlingenkenmerk 2 vastgesteld aan de hand van de gegevens over de |
les allocations scolaires accordées par la Division des Allocations | toegekende schooltoelagen van de afdeling Studietoelagen van het |
d'Etudes de l' « Agentschap voor het Hoger Onderwijs, | agentschap AHOVOS, Agentschap voor Hoger Onderwijs, |
Volwassenenonderwijs en Studietoelagen » (AHOVOS - Agence de | Volwassenenonderwijs en Studietoelagen. |
l'Enseignement supérieur, de l'Education des Adultes et des | |
Allocations d'études). Pour l'année budgétaire 2009, la caractéristique de l'élève 2 est | Voor het begrotingsjaar 2009 wordt leerlingenkenmerk 2 vastgesteld op |
déterminée sur la base des données disponibles au 1er mai 2009 sur les | basis van de beschikbare gegevens op 1 mei 2009 m.b.t. de leerlingen |
élèves qui bénéficient d'une allocation scolaire pour l'année scolaire 2008-2009. | die een schooltoelage krijgen voor het schooljaar 2008-2009. |
A compter de l'année budgétaire 2010 : | Vanaf het begrotingsjaar 2010 : |
a) Pour les écoles qui comptent conformément à l'article 87, § 1er, du | a) Voor de scholen die tellen conform artikel 87, § 1, van het decreet |
décret, la caractéristique 2 est déterminée sur la base des données | wordt leerlingenkenmerk 2 vastgesteld op basis van de beschikbare |
disponibles au 15 novembre suivant la date de comptage sur les élèves | gegevens op 15 november volgend op de teldatum m.b.t. de leerlingen |
qui bénéficiaient d'une allocation scolaire pour l'année scolaire dans | die een schooltoelage kregen voor het schooljaar waarin deze teldatum |
laquelle tombe cette date de comptage. | valt. |
b) Pour les écoles qui comptent conformément à l'article 87, §§ 2, 3 | b) Voor de scholen die tellen conform artikel 87, §§ 2, 3 en 4, van |
et 4, du décret, la caractéristique 2 est déterminée sur la base des | het decreet wordt leerlingenkenmerk 2 vastgesteld op basis van de |
données disponibles au 1 mai suivant la date de comptage sur les | beschikbare gegevens op 1 mei volgend op de teldatum m.b.t. de |
élèves qui bénéficient d'une allocation scolaire pour l'année scolaire | leerlingen die een schooltoelage krijgen voor het schooljaar waarin de |
dans laquelle tombe la date de comptage. | teldatum valt. |
Art. 4.Par application de l'article 78, § 3, du décret, les |
Art. 4.Met toepassing van artikel 78, § 3, van het decreet worden de |
caractéristiques de l'élève 1 et 3 sont déterminées sur la base des | leerlingenkenmerken 1 en 3 vastgesteld op basis van de gegevens |
données recueillies par le biais d'une déclaration sur l'honneur des | verzameld via een verklaring op eer van de ouders/voogd van de |
parents/du tuteur de l'élève; | leerling; |
Pour la collecte des données par le biais de la déclaration sur | Bij de verzameling van de gegevens via de verklaring op eer wordt |
l'honneur, il est fait usage des questions telles que reprises à | gebruik gemaakt van de vragen zoals opgenomen in de bij dit besluit |
l'annexe 1re jointe au présent arrêté; | gevoegde bijlage 1; |
Les données recueillies pour la caractéristique de l'élève 3 sont | De gegevens verzameld voor leerlingenkenmerk 3 worden verwerkt volgens |
traitées suivant la procédure reprise à l'annexe 2 jointe au présent | de wijze opgenomen in de bij dit besluit gevoegde bijlage 2; |
arrêté; A tous les élèves qui étaient inscrits au 1er février 2008 | Voor alle leerlingen die op 1 februari 2008 ingeschreven waren, zijn |
s'appliquent les données sur les caractéristiques de l'élève 1 et 3 | de gegevens over de leerlingenkenmerken 1 en 3 die in functie van deze |
recueillies en fonction de ce comptage. Pour les élèves qui n'étaient | telling verzameld werden van toepassing. Voor de leerlingen die nog |
pas encore inscrits, les données sur ces caractéristiques sont | |
recueillies au moment de leur première inscription dans une école | niet ingeschreven waren, worden de gegevens over die kenmerken |
financée ou subventionnée par la Communauté flamande. | verzameld bij hun eerste inschrijving in een school gefinancierd of |
Toute modification dans les données sur la caractéristique de l'élève | gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. |
1 et 3 ne peut être acceptée que moyennant une nouvelle déclaration | Wijzigingen in de gegevens van leerlingenkenmerk 1 en 3 kunnen |
uitsluitend worden aanvaard mits er een nieuwe verklaring op eer van | |
sur l'honneur des parents/du tuteur de l'élève. | de ouders/voogd van de leerling is. |
Les déclarations sur l'honneur, qui sont utilisées pour rassembler les | De verklaringen op eer, die gebruikt worden om de gegevens voor de |
données sur les caractéristiques de l'élève 1 et 3, sont conservées | leerlingenkenmerken 1 en 3 te verzamelen worden ten minste vijftien |
par l'école pendant au moins quinze ans. | jaar bewaard door de school. |
Art. 5.Par application de l'article 78, § 3, du décret, la |
Art. 5.Met toepassing van artikel 78, § 3, van het decreet wordt het |
caractéristique 4 est déterminée sur la base du domicile officiel de | leerlingenkenmerk 4 vastgesteld op basis van de officiële woonplaats |
l'élève tel qu'enregistré dans le registre national, au jour de | van de leerling zoals geregistreerd in het rijksregister, op de teldag |
comptage fixé à l'article 87 dudit décret. | zoals bepaald in artikel 87 van dit decreet. |
In afwijking op het eerste lid wordt voor scholen die tellen conform | |
Par dérogation au premier alinéa, la caractéristique de l'élève 4 est | artikel 87, § 4, van het decreet het leerlingenkenmerk 4 vastgesteld |
déterminée le premier jour de classe de février pour ce qui est des | op de eerste schooldag van februari. |
écoles qui comptent conformément à l'article 87, § 4, du décret. | |
Pour l'année budgétaire 2009, le 75e percentile des scores des | Voor het begrotingsjaar 2009 wordt het 75e percentiel van de |
quartiers est fixé sur la base des données des élèves disponibles au 1er | buurtscores, vastgesteld op basis van de beschikbare |
février 2008 pour ce qui est de leur domicile. | leerlingengegevens over de woonplaats van de leerlingen op 1 februari 2008. |
La fixation du 75e percentile se fait sur la base des données | De bepaling van het 75e percentiel gebeurt op basis van de beschikbare |
disponibles telles que connues au 25 mars 2008. Pour les années | gegevens zoals gekend op 25 maart 2008. Voor de volgende |
budgétaires suivantes, le 75e percentile est fixé sur la base des | begrotingsjaren wordt het 75ste percentiel bepaald op basis van de |
données disponibles telles que connues au 15 novembre de l'année | beschikbare gegevens zoals gekend op 15 november van het jaar |
précédant l'année budgétaire. | voorafgaand aan het begrotingsjaar. |
Art. 6.Par application de l'article 78, § 3, du décret, le |
Art. 6.Met toepassing van artikel 78, § 3, van het decreet wordt voor |
pourcentage de retard scolaire pour ce qui concerne la caractéristique | |
4 est calculé, pour l'année budgétaire 2009, sur la base des données | leerlingenkenmerk 4 het percentage schoolse vertraging berekend voor |
des élèves de quinze ans des six années scolaires précédant l'année | het begrotingsjaar 2009 op basis van gegevens van de 15-jarigen van de |
scolaire 2008-2009. | zes schooljaren voorafgaand aan het schooljaar 2008-2009. |
Pour l'année scolaire 2010, le calcul se fait sur la base des données | Voor het begrotingsjaar 2010 gebeurt de berekening op basis van |
des élèves de 15 ans des huit années scolaires précédant l'année | gegevens van de 15-jarigen van de acht schooljaren voorafgaand aan het |
scolaire 2009-2010. | schooljaar 2009-2010. |
Pour l'année scolaire 2011, le calcul se fait sur la base des données | Voor het begrotingsjaar 2011 gebeurt de berekening op basis van de |
des élèves de 15 ans des neuf années scolaires précédant l'année | gegevens van de 15-jarigen van de negen schooljaren voorafgaand aan |
scolaire 2010-2011. | het schooljaar 2010-2011. |
A partir de l'année scolaire 2012, le calcul se fait sur la base des | Vanaf het begrotingsjaar 2012 gebeurt de berekening op basis van de |
données des élèves de 15 ans des 10 années scolaires précédant l'année | gegevens van de 15-jarigen van de 10 schooljaren voorafgaand aan het |
scolaire 2011-2012. | schooljaar 2011-2012. |
Le calcul du retard scolaire des élèves de quinze ans par quartier est | De berekening van de schoolse vertraging van de vijftienjarige |
basé, pour ce qui est des élèves ayant 15 ans accomplis pendant | leerlingen per buurt is voor de leerlingen die 15 jaar werden tijdens |
l'année 2007 ou plus tôt, sur le domicile officiel tel qu'enregistré | het jaar 2007 of vroeger gebaseerd op de officiële woonplaats zoals |
au 1er octobre 2007 dans le registre national. Pour les élèves ayant | geregistreerd op 1 oktober 2007 in het rijksregister. Voor de |
15 ans accomplis pendant l'année 2008 ou plus tard, le calcul du | leerlingen die 15 jaar werden tijdens het jaar 2008 of later is de |
berekening van de schoolse vertraging gebaseerd op de officiële | |
retard scolaire est basé sur le domicile officiel tel qu'enregistré au | woonplaats zoals geregistreerd in het rijksregister op 1 oktober |
1er octobre de l'année de leur 15e anniversaire. | tijdens het jaar waarin ze 15 jaar worden. |
Art. 7.Pour l'application de l'article 87, § 5, du décret, le nombre |
Art. 7.Voor de toepassing van artikel 87, § 5, van het decreet is het |
moyen de jours d'enseignement par enfant égale 10. | gemiddeld aantal onderwijsdagen per kind gelijk aan 10. |
CHAPITRE III. - Enseignement secondaire | HOOFDSTUK III. - Secundair Onderwijs |
Art. 8.Par application de l'article 5, § 3, du décret du 4 juillet |
Art. 8.Met toepassing van artikel 5, § 3, van het decreet van 4 juli |
2008 relatif aux budgets de fonctionnement dans l'enseignement | 2008 betreffende de werkingsbudgetten in het secundair onderwijs en |
secondaire et modifiant le décret du 24 février 1997 relatif à | tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 wat |
l'enseignement fondamental en ce qui concerne les budgets de | |
fonctionnement, la caractéristique 2 telle que décrite à l'article 5, | de werkingsbudgetten betreft, wordt het leerlingenkenmerk 2 zoals |
§ 1er, 1°, b), du même décret est déterminée au moyen des données sur | beschreven in artikel 5 § 1,1°, b), van hetzelfde decreet vastgesteld |
les allocations scolaires accordées par la Division des Allocations | aan de hand van de gegevens over de toegekende schooltoelagen van de |
d'Etudes de l' « Agentschap voor het Hoger Onderwijs, | afdeling Studietoelagen van het agentschap AHOVOS, Agentschap voor |
Volwassenenonderwijs en Studietoelagen » (AHOVOS). | Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen. |
Pour les écoles qui suivent le régime de comptage de février, la | Voor de scholen die de regeling van de februaritelling volgen, wordt |
caractéristique de l'élève 2 pour l'année budgétaire N est définie sur | leerlingenkenmerk 2 voor het begrotingsjaar N vastgesteld op basis van |
la base des données disponibles au 15 novembre de l'année budgétaire | de beschikbare gegevens op 15 november van het begrotingsjaar N-1 met |
N-1 relatives aux élèves ayant bénéficié d'une allocation scolaire | betrekking tot de leerlingen die een schooltoelage kregen tijdens het |
pendant l'année scolaire sur laquelle se rapporte l'année budgétaire | schooljaar waarop het voorafgaande begrotingsjaar betrekking heeft en |
précédente et dans laquelle a lieu le comptage de février. | waarin de februaritelling gebeurt. |
Pour les écoles qui suivent le régime de comptage d'octobre, la | Voor de scholen die de regeling van de oktobertelling volgen, wordt |
caractéristique de l'élève 2 pour l'année budgétaire N est définie sur | leerlingenkenmerk 2 voor het begrotingsjaar N vastgesteld op basis van |
la base des données disponibles au 1 mai de l'année budgétaire N | de beschikbare gegevens op 1 mei van het begrotingsjaar N met |
relatives aux élèves ayant bénéficié d'une allocation scolaire pendant | betrekking tot de leerlingen die een schooltoelage kregen tijdens het |
l'année scolaire sur laquelle se rapporte l'année budgétaire et dans | schooljaar waarop het begrotingsjaar betrekking heeft en waarin de |
laquelle a lieu le comptage d'octobre. | oktobertelling gebeurt. |
Par dérogation aux deuxième et troisième alinéas, la caractéristique | |
de l'élève 2 dans l'enseignement secondaire professionnel à temps | In afwijking op het tweede en derde lid wordt voor het deeltijds |
partiel est définie pour l'année budgétaire 2009 sur la base des | beroeps secundair onderwijs voor het begrotingsjaar 2009 |
leerlingenkenmerk 2 vastgesteld op basis van de beschikbare gegevens | |
données disponibles au 1er mai 2009 relatives aux élèves qui reçoivent | op 1 mei 2009 m.b.t. de leerlingen die een schooltoelage krijgen voor |
une allocation scolaire pour l'année scolaire 2008-2009. | het schooljaar 2008-2009. |
Art. 9.Par application de l'article 5, § 3, du décret du 4 juillet |
Art. 9.Met toepassing van artikel 5, § 3 van het decreet van 4 juli |
2008 relatif aux budgets de fonctionnement dans l'enseignement | 2008 betreffende de werkingsbudgetten in het secundair onderwijs en |
secondaire et modifiant le décret du 25 février 1997 relatif à | tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 wat |
l'enseignement fondamental en ce qui concerne les budgets de | de werkingsbudgetten betreft, worden de leerlingenkenmerken, zoals |
fonctionnement, les caractéristiques telles que décrites à l'article | |
5, § 1er, 1° a) et c) du présent décret sont définies sur la base des | beschreven in artikel 5, § 1, 1°, a), en c), van dit decreet |
données recueillies au moyen d'une déclaration sur l'honneur des | vastgesteld op basis van de gegevens verzameld via een verklaring op |
parents/du tuteur de l'élève; | eer van de ouders/voogd van de leerling; |
Pour la collecte des données par le biais de la déclaration sur | Bij de verzameling van de gegevens via de verklaring op eer wordt |
l'honneur, il est fait usage des questions telles que reprises à | gebruik gemaakt van de vragen zoals opgenomen in de bij dit besluit |
l'annexe 1re jointe au présent arrêté; | gevoegde bijlage 1; |
Les données recueillies pour la caractéristique de l'élève 3 sont | De gegevens verzameld voor leerlingenkenmerk 3 worden verwerkt volgens |
traitées suivant la procédure reprise à l'annexe 2 jointe au présent | de wijze opgenomen in de bij dit besluit gevoegde bijlage 2; |
arrêté; A tous les élèves qui étaient inscrits au 1er février 2008 | Voor alle leerlingen die op 1 februari 2008 ingeschreven waren, zijn |
s'appliquent les données sur les caractéristiques de l'élève 1 et 3 | de gegevens over de leerlingenkenmerken 1 en 3 die in functie van deze |
recueillies en fonction de ce comptage. Pour les élèves qui n'étaient | telling verzameld werden van toepassing. Voor de leerlingen die nog |
pas encore inscrits, les données sur ces caractéristiques sont | |
recueillies au moment de leur première inscription dans une école | niet ingeschreven waren, worden de gegevens over die kenmerken |
financée ou subventionnée par la Communauté flamande. | verzameld bij hun eerste inschrijving in een school gefinancierd of |
Toute modification dans les données sur la caractéristique de l'élève | gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. |
1 et 3 ne peut être acceptée que moyennant une nouvelle déclaration | Wijzigingen in de gegevens van leerlingenkenmerk 1 en 3 kunnen |
uitsluitend worden aanvaard mits er een nieuwe verklaring op eer van | |
sur l'honneur des parents/du tuteur de l'élève. | de ouders/voogd van de leerling is. |
Les déclarations sur l'honneur, qui sont utilisées pour rassembler les | De verklaringen op eer, die gebruikt worden om de gegevens voor de |
données sur les caractéristiques de l'élève 1 et 3, sont conservées | leerlingenkenmerken 1 en 3 te verzamelen worden ten minste vijftien |
par l'école pendant au moins quinze ans. | jaar bewaard door de school. |
Art. 10.Par application de l'article 5, § 3, du décret du 4 juillet |
Art. 10.Met toepassing van artikel 5, § 3, van het decreet van 4 juli |
2008 relatif aux budgets de fonctionnement dans l'enseignement | 2008 betreffende de werkingsbudgetten in het secundair onderwijs en |
secondaire et modifiant le décret du 25 février 1997 relatif à | tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 wat |
l'enseignement fondamental en ce qui concerne les budgets de | de werkingsbudgetten betreft, wordt het leerlingenkenmerk zoals |
fonctionnement, la caractéristiques telle que décrite à l'article 5, § | beschreven in artikel 5, § 1, 1°, d), van hetzelfde decreet |
1er, 1° d) du présent décret est définie sur la base du domicile de | vastgesteld op basis van de officiële woonplaats van de leerling, |
l'élève, tel qu'enregistré dans le registre national. Pour l'année | zoals geregistreerd in het rijksregister. Voor het begrotingsjaar N |
budgétaire N, ce domicile est déterminé à la date de comptage fixée | wordt deze woonplaats vastgesteld op de decretaal vastgestelde en, |
par décret et, suivant le cas, applicable dans l'année N-1. | naargelang het geval, toepasbare teldatum in het jaar N-1. |
Pour l'année budgétaire 2009, le 75e percentile des scores des | Voor het begrotingsjaar 2009 wordt, het 75e percentiel van de |
quartiers est fixé sur la base des données des élèves disponibles au 1er | buurtscores, vastgesteld op basis van de beschikbare gegevens over de |
février 2008 pour ce qui est de leur domicile. | woonplaats van de leerlingen op 1 februari 2008. |
La fixation du 75e percentile se fait sur la base des données | De bepaling van het 75ste percentiel gebeurt op basis van de |
disponibles telles que connues au 25 mars 2008. Pour les années | beschikbare gegevens zoals gekend op 25 maart 2008. Voor de volgende |
budgétaires suivantes, le 75e percentile est fixé sur la base des | begrotingsjaren wordt het 75e percentiel bepaald op basis van de |
données disponibles telles que connues au 15 novembre de l'année | beschikbare gegevens zoals gekend op 15 november van het jaar |
précédant l'année budgétaire. | voorafgaand aan het begrotingsjaar. |
Art. 11.Par application de l'article 5, § 3, du décret du 4 juillet |
Art. 11.Met toepassing van artikel 5, § 3, van het decreet van 4 juli |
2008 relatif aux budgets de fonctionnement dans l'enseignement | 2008 betreffende de werkingsbudgetten in het secundair onderwijs en |
secondaire et modifiant le décret du 25 février 1997 relatif à | tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 wat |
l'enseignement fondamental en ce qui concerne les budgets de | |
fonctionnement, le pourcentage de retard scolaire relatif à la | |
caractéristique de l'élève 4 telle que décrite à l'article 5, § 1er, | de werkingsbudgetten betreft, wordt voor leerlingenkenmerk 4 zoals |
beschreven in artikel 5, § 1, d) van hetzelfde decreet het percentage | |
d), du même décret, est calculé pour l'année budgétaire 2009 sur la | schoolse vertraging berekend voor het begrotingsjaar 2009 op basis van |
base des données des élèves de 15 ans des six dernières années | gegevens van de 15-jarigen van de zes afgelopen schooljaren 2007-2008, |
scolaires 2007-2008, 2006-2007, 2005-2006, 2004-2005, 2003-2004 et | 2006-2007, 2005-2006, 2004-2005, 2003-2004 en 2002-2003. Voor het |
2002-2003. Pour l'année budgétaire 2010, le calcul se fait sur la base | begrotingsjaar 2010 gebeurt de berekening op basis van gegevens van de |
des données des élèves de 15 ans des huit dernières années scolaires | 15-jarigen van de acht afgelopen schooljaren 2008-2009, 2007-2008, |
2008-2009, 2007-2008, 2006-2007, 2005-2006, 2004-2005, 2003-2004, | 2006-2007, 2005-2006, 2004-2005, 2003-2004, 2002-2003 en 2001-2002. |
2002-2003 et 2001-2002. Pour l'année budgétaire 2011, le calcul se | Voor de begrotingsjaar 2011 gebeurt de berekening op basis van de |
fait sur la base des données concernées des neuf dernières années | betrokken gegevens van de afgelopen negen schooljaren. Vanaf het |
scolaires. A partir de l'année budgétaire 2012, le calcul se fait sur | begrotingsjaar 2012 gebeurt de berekening op basis van de afgelopen |
la base des dix dernières années scolaires. | tien schooljaren. |
Le calcul du retard scolaire des élèves de quinze ans par quartier est | De berekening van de schoolse vertraging van de vijftienjarige |
basé, pour ce qui est des élèves ayant 15 ans accomplis pendant | leerlingen per buurt is voor de leerlingen die 15 jaar werden tijdens |
l'année 2007 ou plus tôt, sur le domicile officiel tel qu'enregistré | het jaar 2007 of vroeger gebaseerd op de officiële woonplaats zoals |
au 1er octobre 2007 dans le registre national. Pour les élèves ayant | geregistreerd op 1 oktober 2007 in het rijksregister. Voor de |
15 ans accomplis pendant l'année 2008 ou plus tard, le calcul du | leerlingen die 15 jaar werden tijdens het jaar 2008 of later is de |
berekening van de schoolse vertraging gebaseerd op de officiële | |
retard scolaire est basé sur le domicile officiel tel qu'enregistré au | woonplaats zoals geregistreerd in het rijksregister op 1 oktober |
1er octobre de l'année de leur 15e anniversaire. | tijdens het jaar waarin ze 15 jaar worden. |
CHAPITRE IV. - Dispositions finales | HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen |
Art. 12.L'arrêté du Gouvernement flamand du 7 juillet 1998 relatif au |
Art. 12.Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 1998, |
pourcentage de conversion et à la pondération pour fixer le budget de | betreffende het omrekeningspercentage en het puntengewicht voor de |
fonctionnement de l'enseignement fondamental est abrogé. | vaststelling van het werkingsbudget basisonderwijs wordt opgeheven. |
Art. 13.L'arrêté du Gouvernement flamand du 23 juin 2006 relatif au |
Art. 13.Het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006 |
budget de fonctionnement pour les écoles ne faisant pas partie d'un | betreffende het werkingsbudget voor scholen die geen deel uitmaken van |
centre d'enseignement fondamental est abrogé. | een scholengemeenschap basisonderwijs wordt opgeheven. |
Art. 14.L'article 1er, 1°, 2°, 3° et 5°, de l'arrêté du Gouvernement |
Art. 14.Artikel 1 1°, 2°, 3° en 5°, van het besluit van de Vlaamse |
flamand du 13 avril 1999 fixant le nombre de points pour | Regering van 13 april 1999 tot vaststelling van het puntengewicht voor |
l'enseignement secondaire et les internats, visé à l'article 3, § 2, | het secundair onderwijs en de internaten, bedoeld in artikel 3, § 2, |
du décret du 31 juillet 1990 relatif à l'enseignement - II, est | van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs II, wordt |
abrogé. | opgeheven. |
Art. 15.Le présent arrêté produit ses effets à partir du 1er novembre |
Art. 15.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 2008. |
2008. Art. 16.Le Ministre flamand, qui a l'enseignement dans ses |
Art. 16.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast |
attributions, est chargé de l'exécution du présent arrêté. | met de uitvoering van dit besluit. |
Bruxelles, le 6 février 2009. | Brussel, 6 februari 2009. |
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
Le Ministre flamand de l'Emploi, de l'Enseignement et de la Formation, | De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
Annexe 1re à l'arrêté du Gouvernement flamand portant les budgets de | Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering houdende de |
fonctionnement dans l'enseignement fondamental et les budgets de fonctionnement dans | werkingsbudgetten in het basisonderwijs en de werkingsbudgetten in het |
l'enseignement secondaire | secundair onderwijs |
Questionnement concret sur la caractéristique de l'élève 1 au moyen | Concrete vraagstelling van leerlingenkenmerk 1 via verklaring op eer |
d'une déclaration sur l'honneur par les parents : | door ouders : |
Cochez le diplôme ou le certificat d'enseignement le plus élevé obtenu | Kruis het hoogst behaalde onderwijsdiploma of -getuigschrift van de |
par la mère de l'enfant. | moeder van het kind aan. |
O | O |
enseignement primaire non achevé. | Lager onderwijs niet afgewerkt. |
O enseignement primaire achevé. Tant l'enseignement primaire ordinaire que l'enseignement primaire spécial entrent en considération. O enseignement secondaire inférieur achevé. | O Lager onderwijs afgewerkt. Zowel gewoon als buitengewoon lager onderwijs komen hiervoor in aanmerking. O Lager secundair onderwijs afgewerkt. |
Il s'agit d'un diplôme, certificat ou attestation de réussite des 3 | Dit is een diploma, getuigschrift of attest van slagen van de eerste 3 |
premières années de l'enseignement ordinaire ou spécial (p.ex. A3, A4 | jaren van het gewoon of buitengewoon onderwijs (bijvoorbeeld A3, A4 of |
ou B3) ou d'un certificat de l'enseignement secondaire professionnel à | B3) of een getuigschrift van het deeltijds beroepssecundair onderwijs |
temps partiel ou de l'apprentissage (contrat d'apprentissage VIZO/Syntra). | of van de leertijd (leercontract VIZO/Syntra). |
O | O |
enseignement secondaire supérieur achevé. | hoger secundair onderwijs afgewerkt. |
Il s'agit d'un diplôme ou certificat de l'enseignement secondaire | Dit is een diploma of getuigschrift van het hoger secundair onderwijs |
supérieur ASO, TSO, KSO, BSO, A2, B2, HSTL, ou d'un diplôme du | ASO, TSO, KSO, BSO, A2, B2, HSTL, of een diploma van de vierde graad |
quatrième degré BSO. L'enseignement secondaire spécial n'entre pas en | BSO. Buitengewoon secundair onderwijs komt hiervoor niet in |
considération. | aanmerking. |
O | O |
enseignement supérieur achevé. | hoger onderwijs afgewerkt. |
Il s'agit d'un diplôme d'un institut supérieur ou d'une université, | Dit is een diploma van een hogeschool of van een universiteit, |
par exemple A1, B1, gradué, licencié, ingénieur, docteur, master, | bijvoorbeeld A1, B1, gegradueerde, licentiaat, ingenieur, doctor, |
bachelor. | master, bachelor. |
Questionnement sur la caractéristique de l'élève 3 au moyen d'une | Vraagstelling van leerlingenkenmerk 3 via verklaring op eer door |
déclaration sur l'honneur par les parents : | ouders : |
Cochez la langue que l'enfant parle le plus souvent avec les personnes | Kruis aan welke taal het kind meestal spreekt met de vermelde |
mentionnées. | personen. |
Une seule langue peut être cochée pour chaque question. | U mag bij elke vraag maar één taal aankruisen. |
Avec la mère, l'enfant parle le plus souvent | Het kind spreekt met de moeder meestal |
O le néerlandais | O Nederlands |
O le français | O Frans |
O une autre langue | O een andere taal |
O Je ne peux y répondre, parce que la mère n'a pas de contact avec | O Ik kan hierop niet antwoorden omdat de moeder geen contact heeft met |
l'enfant ou parce qu'elle est décédée | het kind of overleden is |
Avec le père, l'enfant parle le plus souvent | Het kind spreekt met de vader meestal |
O le néerlandais | O Nederlands |
O le français | O Frans |
O une autre langue | O een andere taal |
O Je ne peux y répondre, parce que le père n'a pas de contact avec | O Ik kan hierop niet antwoorden omdat de vader geen contact heeft met |
l'enfant ou parce qu'il est décédé | het kind of overleden is |
Avec les frères ou soeurs, l'enfant parle le plus souvent | Het kind spreekt met de broers of zussen meestal |
O le néerlandais | O Nederlands |
O le français | O Frans |
O une autre langue | O een andere taal |
O Je ne peux y répondre, parce que l'enfant n'a pas de contact avec | O Ik kan hierop niet antwoorden omdat het kind geen contact heeft met |
les frères ou soeurs ou parce qu'il n'a pas de frères ou soeurs | broers of zussen of geen broers of zussen heeft |
Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement flamand du 6 février | Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering |
2009 portant les budgets de fonctionnement dans l'enseignement | van 6 februari 2009 houdende de werkingsbudgetten in het |
fondamental et les budgets de fonctionnement dans l'enseignement secondaire. | basisonderwijs en de werkingsbudgetten in het secundair onderwijs. |
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
Le Ministre flamand de l'Emploi, de l'Enseignement et de la Formation, | De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
Annexe 2 à l'arrêté du Gouvernement flamand portant les budgets de | Bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering houdende de |
fonctionnement dans l'enseignement fondamental et les budgets de | werkingsbudgetten in het basisonderwijs en de werkingsbudgetten in het |
fonctionnement dans l'enseignement secondaire | secundair onderwijs |
Mode de codage de la caractéristique de l'élève 3 sur la base des | Codeerwijze van leerlingenkenmerk 3 op basis van de gegevens zoals |
données recueillies au moyen du questionnement défini à l'annexe 1re : | verzameld via de vraagstelling zoals bepaald in bijlage 1 : |
1 | 1 |
Définissez la langue que l'élève parle avec la mère : néerlandais ou | Bepaal de taal die een leerling spreekt met moeder : Nederlands of |
non néerlandais | Niet Nederlands |
Méthode : | Werkwijze : |
Néerlandais : si la case 'néerlandais' est cochée, même si plusieurs langues sont indiquées. Non néerlandais : si la case 'néerlandais' n'a pas été cochée, mais si le français et/ou une autre langue sont indiqués. Si la mention 'pas d'application' ainsi qu'une langue sont indiquées, la langue reste correcte. Si toutes les cases ont été cochées ou si aucune case n'a été cochée, la réponse est considérée comme étant non disponible. | Nederlands : indien Nederlands aangeduid is, ook al zijn er meerdere talen aangeduid. Niet Nederlands : indien Nederlands niet aangeduid werd, maar Frans en/of een andere taal aangeduid is. Indien 'niet van toepassing' samen met een taal aangeduid is, blijft de taal correct. Indien alle vakjes of geen enkel vakje aangekruist werd, beschouwt men het antwoord als niet beschikbaar. |
2 | 2 |
Définissez la langue que l'élève parle avec le père : idem méthode | Bepaal de taal die een leerling spreekt met vader : idem werkwijze |
définie au point 1 | zoals in 1 bepaald |
3 | 3 |
Définissez la langue que l'élève parle avec le frère et la soeur : | Bepaal de taal die een leerling spreekt met broer en zus : idem |
idem méthode définie au point 1 | werkwijze zoals in 1 bepaald. |
4 | 4 |
Définissez la langue familiale suivant le nombre de réponses | Bepaal de gezinstaal naargelang van het aantal beschikbare antwoorden |
disponibles Néerlandais/Non néerlandais pour l'élève. | Nederlands/ Niet Nederlands voor de leerling. |
Méthode : | Werkwijze : |
Si 3 réponses disponibles : la langue familiale est la langue la plus | Indien 3 antwoorden beschikbaar : gezinstaal is de taal die meest |
souvent indiquée (2 ou 3 fois). | voorkomt (2 of 3 keer). |
Si 2 réponses disponibles et si au moins 1 réponse reprend comme | Indien 2 antwoorden beschikbaar en bij minstens 1 antwoord is de taal |
langue le néerlandais, la langue familiale est le néerlandais. Dans | Nederlands van toepassing, dan is de gezinstaal Nederlands. In de |
les autres cas, la langue familiale est 'Non néerlandais' | overige gevallen is de gezinstaal niet Nederlands |
Si 1 réponse disponible : c'est la langue familiale | Indien 1 antwoord beschikbaar : dit is de gezinstaal |
Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement flamand du 6 février | Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering |
2009 portant les budgets de fonctionnement dans l'enseignement | van 6 februari 2009 houdende de werkingsbudgetten in het |
fondamental et les budgets de fonctionnement dans l'enseignement secondaire. | basisonderwijs en de werkingsbudgetten in het secundair onderwijs. |
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
Le Ministre flamand de l'Emploi, de l'Enseignement et de la Formation, | De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |