Arrêté du Gouvernement flamand fixant la procédure disciplinaire pour les mandataires en exécution des articles 71 et 274 du Décret communal, de l'article 70 du Décret sur les C.P.A.S. et de l'article 69 du Décret provincial | Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de tuchtprocedure voor de mandatarissen ter uitvoering van artikelen 71 en 274 van het Gemeentedecreet, artikel 70 van het O.C.M.W.-decreet en artikel 69 van het Provinciedecreet |
---|---|
AUTORITE FLAMANDE | VLAAMSE OVERHEID |
5 JUIN 2009. - Arrêté du Gouvernement flamand fixant la procédure | 5 JUNI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling |
disciplinaire pour les mandataires en exécution des articles 71 et 274 | van de tuchtprocedure voor de mandatarissen ter uitvoering van |
du Décret communal, de l'article 70 du Décret sur les C.P.A.S. et de | artikelen 71 en 274 van het Gemeentedecreet, artikel 70 van het |
l'article 69 du Décret provincial | O.C.M.W.-decreet en artikel 69 van het Provinciedecreet |
Le Gouvernement flamand, | De Vlaamse Regering, |
Vu le décret du 19 décembre 2008 relatif à l'organisation des centres | Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie |
publics d'aide sociale, l'article 70; | van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 70; |
Vu le Décret communal du 15 juillet 2005, article 71, modifié par le | Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 71, gewijzigd |
décret du 23 janvier 2009, et article 274, § 5; | bij het decreet van 23 januari 2009, en artikel 274, § 5; |
Vu le Décret provincial du 9 décembre 2005, article 69, modifié par le | Gelet op het Provinciedecreet van 9 december 2005, artikel 69, |
décret du 30 avril 2009; | gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009; |
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 juin 2007 fixant la | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2007 houdende |
procédure disciplinaire pour les mandataires en exécution des articles | vaststelling van de tuchtprocedure voor de mandatarissen in uitvoering |
71 et 274 du décret communal, de l'article 21ter de la loi organique | van de artikelen 71 en 274 van het gemeentedecreet, artikel 21ter van |
du 8 juillet 1976 relative aux centres publics d'aide sociale et de | de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor |
l'article 69 du décret provincial; | maatschappelijk welzijn en artikel 69 van het provinciedecreet; |
Vu l'avis de l'Inspection des Finances, rendu le 20 février 2009; | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 20 februari 2009; |
Vu l'avis 46.584/3 du Conseil d'Etat, donné le 19 mai 2009, en | Gelet op advies 46.584/3 van de Raad van State, gegeven op 19 mei |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois sur le | 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Sur la proposition du Ministre flamand des Affaires intérieures, de la | Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, |
Politique des Villes, du Logement et de l'Intégration civique; | Stedenbeleid, Wonen en Inburgering; |
Après délibération, | Na beraadslaging, |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Pour l'application du présent arrêté, on entend par |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder |
mandataire : le bourgmestre, les échevins et le président du conseil | mandataris : de burgemeester, de schepen en de voorzitter van de |
communal, le président du conseil de district, le président et les | gemeenteraad, de voorzitter van de districtsraad, de voorzitter en de |
membres du collège de district, le président et le vice-président du | leden van het districtscollege, de voorzitter en de ondervoorzitter |
conseil de l'aide sociale et les députés et le président du conseil | van de raad voor maatschappelijk welzijn en de gedeputeerden en de |
provincial, à l'exception du président et du vice-président du conseil | voorzitter van de provincieraad, met uitzondering van de voorzitter en |
de l'aide sociale de Fourons. Art. 2.Si le Gouvernement flamand prend connaissance de faits commis par le mandataire intéressé qui peuvent être qualifiés d'inconduite notoire ou de négligence grave et qui peuvent conduire à l'imposition d'une mesure disciplinaire, il peut charger le gouverneur de la province où le mandataire intéressé a été nommé ou élu, de mener une enquête disciplinaire, de rédiger un rapport disciplinaire et de composer un dossier disciplinaire. Si les faits portent sur un député ou sur le président du conseil provincial, la mission, visée au premier alinéa, est confiée au gouverneur d'une autre province que celle dans laquelle le mandataire intéressé est nommé ou élu. Le gouverneur de province donne dans son rapport disciplinaire un avis sur les suites à donner aux faits et formule une proposition de peine au cas où il proposerait d'ouvrir une enquête disciplinaire. Art. 3.Dans le cadre de l'enquête disciplinaire, le gouverneur de province peut requérir la collaboration d'un commissaire d'arrondissement. |
de ondervoorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van Voeren. Art. 2.Als de Vlaamse Regering kennis krijgt van feiten, gepleegd door de betrokken mandataris, die gecatalogiseerd kunnen worden als kennelijk wangedrag of grove nalatigheid, en die aanleiding kunnen geven tot het opleggen van een tuchtmaatregel, kan ze de provinciegouverneur van de provincie waar de betrokken mandataris benoemd of verkozen is, de opdracht geven om een tuchtonderzoek te voeren, een tuchtverslag op te maken, en een tuchtdossier samen te stellen. Als de feiten betrekking hebben op een gedeputeerde of op de voorzitter van de provincieraad, wordt de opdracht, vermeld in het eerste lid, gegeven aan de provinciegouverneur van een andere provincie dan de provincie waar de betrokken mandataris benoemd of verkozen is. De provinciegouverneur geeft in zijn tuchtverslag advies over het gevolg dat volgens hem aan de feiten gegeven moet worden en formuleert een voorstel van straf als hij het opstarten van een tuchtprocedure voorstelt. Art. 3.De provinciegouverneur kan in het kader van het tuchtonderzoek de medewerking vorderen van een arrondissementscommissaris. |
Art. 4.§ 1er. Après réception du rapport disciplinaire accompagné du |
Art. 4.§ 1. Na de ontvangst van het tuchtverslag en het bijgevoegde |
dossier disciplinaire, le Gouvernement flamand convoque le mandataire | tuchtdossier roept de Vlaamse Regering binnen een termijn van drie |
intéressé à une audition dans un délai de trois mois. | maanden de betrokken mandataris op voor een hoorzitting. |
Si le Gouvernement flamand ne convoque pas le mandataire intéressé à | Als de Vlaamse Regering binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, |
l'audition dans le délai visé au premier alinéa, à compter de la date | te rekenen vanaf de datum van de verzending van het verslag van de |
d'envoi du rapport du gouverneur de province accompagné du dossier | provinciegouverneur waarbij het tuchtdossier gevoegd is, de betrokken |
disciplinaire, le Gouvernement flamand est censé renoncer à des | mandataris niet oproept voor de hoorzitting, wordt de Vlaamse Regering |
poursuites ultérieures el il ne peut plus imposer une peine | geacht af te zien van de verdere vervolging en kan ze geen tuchtstraf |
disciplinaire pour les faits imputés. | meer opleggen voor de ten laste gelegde feiten. |
§ 2. Le mandataire intéressé est convoqué à l'audition par lettre | § 2. De betrokken mandataris wordt opgeroepen voor de hoorzitting met |
recommandée, au moins vingt-et-un jours avant l'audition. | een aangetekende brief, ten minste eenentwintig dagen voor de |
hoorzitting. | |
La convocation mentionne : | De oproeping vermeldt : |
1° les faits imputés; | 1° de ten laste gelegde feiten; |
2° la prise en considération d'une peine disciplinaire; | 2° de overweging van een tuchtstraf; |
3° le lieu, la date et l'heure de l'audition; | 3° de plaats, de dag en het uur van de hoorzitting; |
4° la possibilité de consulter le dossier disciplinaire; | 4° de mogelijkheid tot inzage van het tuchtdossier; |
5° le droit de se faire assister et représenter par un défenseur de | 5° het recht op bijstand en vertegenwoordiging door een verdediger |
son choix; | naar keuze; |
6° le droit de demander l'audition de témoins; | 6° het recht om het horen van getuigen te vragen; |
7° le droit d'introduire une défense écrite jusqu'au jour avant | 7° het recht om een schriftelijk verweer in te dienen tot op de dag |
l'audition. | voor de hoorzitting. |
§ 3. Il est notifié au mandataire intéressé que, si des témoins | § 3. Aan de betrokken mandataris wordt gemeld dat, als er getuigen |
doivent être entendus, il est tenu d'en informer l'autorité | gehoord moeten worden, dit tien dagen voor de hoorzitting wordt |
disciplinaire dix jours avant l'audition en vue de leur convocation, | meegedeeld aan de tuchtoverheid met het oog op de oproeping van die |
getuigen, dat moet worden aangegeven welke getuigen gehoord moeten | |
de spécifier les témoins qui doivent être entendus, et d'indiquer en | worden, en dat ook moet worden aangegeven waarover de getuigen geacht |
outre l'objet des témoignages. | worden een verklaring af te leggen. |
Il est notifié à l'intéressé qu'il est prié de déposer, dans le même | Aan de betrokkene wordt meegedeeld dat hij verzocht wordt binnen |
délai de dix jours précédant l'audition, auprès de l'autorité | dezelfde termijn van tien dagen voor de hoorzitting bij de |
disciplinaire les documents qu'il souhaite joindre au dossier | tuchtoverheid de stukken neer te leggen die hij wil toevoegen aan het |
disciplinaire. | tuchtdossier. |
Si l'autorité disciplinaire convoque elle-même des témoins, les noms | Als de tuchtoverheid zelf getuigen oproept worden de namen en het |
et l'objet des témoignages sont communiqués au mandataire intéressé. | onderwerp van de getuigenverklaringen aan de betrokken mandataris |
Art. 5.Le Gouvernement flamand ou un ou plusieurs fonctionnaires de |
meegedeeld. Art. 5.De Vlaamse Regering hoort, of een of meerdere van door haar |
l'« Agentschap voor Binnenlands Bestuur » (Agence de l'Administration | aangewezen ambtenaren van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur |
intérieure) désignés par lui entendent le mandataire intéressé. | horen de betrokken mandataris. |
Peuvent également assister à l'audition, un ou plusieurs | De hoorzitting kan ook bijgewoond worden door een of meer ambtenaren |
fonctionnaires de l'« Agentschap voor Binnenlands Bestuur » désignés à | van het Agentschap voor Binnenlands bestuur, die daartoe aangewezen |
cet effet par le fonctionnaire dirigeant de l'agence. | zijn door de leidend ambtenaar van het agentschap. |
L'audition est tenue à huis clos. | De hoorzitting vindt plaats achter gesloten deuren. |
Art. 6.Un procès-verbal de l'audition est rédigé. Lorsque le procès-verbal est établi pendant l'audition, l'intéressé est demandé de le signer. Lorsque le procès-verbal est établi après l'audition, il est envoyé à l'intéressé par lettre recommandée ou remis contre récépissé. Le mandataire intéressé est prié de renvoyer le procès-verbal signé ou assorti de remarques au Gouvernement flamand au plus tard dix jours après sa réception. Art. 7.Le Gouvernement flamand transmet sa décision par lettre recommandée à l'intéressé ou la remet contre récépissé dans un délai de trois mois après la signature du procès-verbal de la dernière audition par la personne qui a présidé l'audition. |
Art. 6.Van de hoorzitting wordt een proces-verbaal opgemaakt. Als het proces-verbaal tijdens de hoorzitting wordt opgemaakt, wordt aan de betrokkene gevraagd het te ondertekenen. Als het proces-verbaal na de hoorzitting wordt opgemaakt, wordt het naar de betrokkene aangetekend gestuurd of wordt het overhandigd tegen ontvangstbewijs. De betrokken mandataris wordt gevraagd het proces-verbaal ondertekend of met bijgevoegde opmerkingen terug te bezorgen aan de Vlaamse Regering uiterlijk tien dagen na de ontvangst ervan. Art. 7.De Vlaamse Regering stuurt haar beslissing aangetekend naar de betrokkene of overhandigt ze tegen ontvangstbewijs, binnen een termijn van drie maanden na de ondertekening van het proces-verbaal van de laatste hoorzitting door de persoon die de hoorzitting heeft voorgezeten. |
Art. 8.L'arrêté du Gouvernement flamand du 15 juin 2007 fixant la |
Art. 8.Het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2007 houdende |
procédure disciplinaire pour les mandataires en exécution des articles | vaststelling van de tuchtprocedure voor de mandatarissen in uitvoering |
71 et 274 du Décret communal, de l'article 21ter de la loi organique | van de artikelen 71 en 274 van het Gemeentedecreet, artikel 21ter van |
de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk | |
relative aux centres publics d'aide sociale et de l'article 69 du | welzijn en artikel 69 van het Provinciedecreet wordt opgeheven. |
Décret provincial est abrogé. | |
Art. 9.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juillet 2009. |
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2009. |
Art. 10.Le Ministre flamand ayant les affaires intérieures dans ses |
Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse |
attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. | aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit. |
Bruxelles, le 5 juin 2009. | Brussel, 5 juni 2009. |
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
Le Ministre flamand des Affaires intérieures, de la Politique des | De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en |
Villes, du Logement et de l'Intégration civique, | Inburgering, |
M. KEULEN | M. KEULEN |