← Retour vers "Arrêté du Gouvernement flamand garantissant des salaires minimaux légaux adéquats pour le personnel de l'enseignement en Communauté flamande"
| Arrêté du Gouvernement flamand garantissant des salaires minimaux légaux adéquats pour le personnel de l'enseignement en Communauté flamande | Besluit van de Vlaamse Regering tot het waarborgen van toereikende wettelijke minimumlonen voor het personeel van het onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap |
|---|---|
| 5 JUILLET 2024. - Arrêté du Gouvernement flamand garantissant des | 5 JULI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot het waarborgen van |
| salaires minimaux légaux adéquats pour le personnel de l'enseignement | toereikende wettelijke minimumlonen voor het personeel van het |
| en Communauté flamande | onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap |
| Fondement juridique | Rechtsgronden |
| Le présent arrêté est fondé sur : | Dit besluit is gebaseerd op: |
| - le Code de l'Enseignement supérieur du 11 octobre 2013, sanctionné | - de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het |
| par le décret du 20 décembre 2013, article V.33, alinéa 1er, article | decreet van 20 december 2013, artikel V.33, eerste lid, artikel V.60, |
| V.60, alinéa 1er, article V.155 et article V.177 ; | eerste lid, artikel V.155 en artikel V.177; |
| - la codification de certaines dispositions relatives à l'enseignement | - de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober |
| du 28 octobre 2016, sanctionnée par le décret du 23 décembre 2016, | 2016, bekrachtigd bij het decreet van 23 december 2016, artikel V.47, |
| articles V.47, § 2 et V.48. | § 2 en V.48. |
| Formalités | Vormvereisten |
| Les formalités suivantes ont été remplies : | De volgende vormvereisten zijn vervuld: |
| - L'Inspection des Finances a rendu un avis le 8 avril 2024. | - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 8 april 2024. |
| - La réunion commune du Comité sectoriel X, de la sous-section | - De gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X, van |
| Communauté flamande de la section 2 du Comité des services publics | onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor |
| provinciaux et locaux et du comité coordinateur de négociation visé à | de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van het |
| overkoepelend onderhandelingscomité, vermeld in artikel 4 van het | |
| l'article 4 du décret du 5 avril 1995 portant création de comités de | decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in |
| négociation dans l'enseignement libre subventionné a conclu le | het vrij gesubsidieerd onderwijs, heeft protocol nr. 140 gesloten op |
| protocole n° 140 le 13 mai 2024. | 13 mei 2024. |
| - Le Comité flamand de négociation de l'éducation de base, visé à | - Het Vlaams Onderhandelingscomité voor de basiseducatie, vermeld in |
| l'article 4 du décret du 23 janvier 2009 portant création de comités | artikel 4 van het decreet van 23 januari 2009 houdende oprichting van |
| de négociation pour l'éducation de base et pour le Centre flamand | onderhandelingscomités voor de basiseducatie en voor het Vlaams |
| d'Aide à l'Education des Adultes (« Vlaams Ondersteuningscentrum voor | Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs, heeft protocol |
| het Volwassenenonderwijs »), a conclu le protocole n° 225 le 13 mai | nr. 225 gesloten op 13 mei 2024. |
| 2024. - Le Comité flamand de négociation pour l'enseignement supérieur et | - Het Vlaams Onderhandelingscomité voor het hoger onderwijs en het |
| l'hôpital universitaire de Gand, visé au Code de l'Enseignement | Universitair Ziekenhuis Gent, vermeld in de Codex Hoger Onderwijs van |
| supérieur du 11 octobre 2013, a conclu le protocole n° 138 le 13 mai | 11 oktober 2013, heeft protocol nr. 138 gesloten op 13 mei 2024. |
| 2024. - Le Conseil d'Etat a rendu l'avis 76.599/1 le 26 juin 2024, en | - De Raad van State heeft advies 76.599/1 gegeven op 26 juni 2024, met |
| application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le | toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de |
| Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973. | Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. |
| Motivation | Motivering |
| Le présent arrêté est fondé sur le motif suivant : | Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: |
| - La Directive 2022/2041 du 19 octobre 2022 relative à des salaires minimaux adéquats dans l'Union européenne oblige les Etats membres à prendre des mesures aboutissant à des salaires minimaux adéquats qui assurent aux membres du personnel un niveau de vie satisfaisant. La directive doit être transposée au plus tard le 15 novembre 2024. Initiateur Le présent arrêté est proposé par le ministre flamand de l'Enseignement, des Sports, du Bien-Etre des Animaux et du Vlaamse Rand. Après délibération, LE GOUVERNEMENT FLAMAND ARRETE : | - Richtlijn 2022/2041 van 19 oktober 2022 betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie legt de lidstaten op maatregelen te nemen die moeten zorgen voor toereikende minimumlonen zodat personeelsleden een behoorlijke levensstandaard kunnen genieten. De richtlijn moet uiterlijk op 15 november 2024 omgezet zijn. Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand. Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: |
| CHAPITRE 1er. - Disposition générale | HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling |
Article 1er.Le présent arrêté prévoit la transposition partielle de |
Artikel 1.Dit besluit voorziet in een gedeeltelijke omzetting van de |
| la directive (UE) 2022/2041 du Parlement européen et du Conseil du 19 | richtlijn (EU) 2022/2041 van het Europees Parlement en de Raad van 19 |
| octobre 2022 relative à des salaires minimaux adéquats dans l'Union | oktober 2022 betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie. |
| européenne. | |
| CHAPITRE 2. - Modification de l'arrêté du Gouvernement flamand du 20 | HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van |
| octobre 2000 fixant les niveaux, les grades et les échelles de | 20 oktober 2000 tot vaststelling van de niveaus, de graden en de |
| traitement y attachées du personnel administratif et technique des | daaraan verbonden salarisschalen van het administratief en technisch |
| universités de la Communauté flamande | personeel van de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap |
Art. 2.Le chapitre 1er de l'arrêté du Gouvernement flamand du 20 |
Art. 2.Aan hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 |
| octobre 2000 fixant les niveaux, les grades et les échelles de | oktober 2000 tot vaststelling van de niveaus, de graden en de daaraan |
| traitement y attachées du personnel administratif et technique des | verbonden salarisschalen van het administratief en technisch personeel |
| universités de la Communauté flamande, modifié par les arrêtés du | van de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, gewijzigd bij het |
| Gouvernement flamand des 14 mars 2003, 19 janvier 2007 et 22 avril | besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2003, 19 januari 2007 en |
| 2022, est complété par un article 3/1, rédigé comme suit : | 22 april 2022, wordt een artikel 3/1 toegevoegd, dat luidt als volgt: |
| « Art. 3/1.A partir du 1er novembre 2024, le caractère adéquat du |
" Art. 3/1.Met ingang van 1 november 2024 wordt iedere vier jaar de |
| salaire de départ de l'échelle de salaire la plus basse toujours | toereikendheid beoordeeld van het aanvangssalaris van de laagste nog |
| d'application du niveau D, visé à l'article 2, est évalué tous les | geldende salarisschaal in niveau D, vermeld in artikel 2. De Vlaamse |
| quatre ans. Le ministre flamand qui a l'enseignement dans ses | |
| attributions décide qui effectue l'évaluation. Lors de cette | minister, bevoegd voor het onderwijs, beslist wie de beoordeling |
| évaluation, il est tenu compte des éléments suivants : | uitvoert. Bij die beoordeling wordt rekening gehouden met: |
| 1° le pouvoir d'achat des membres du personnel recevant les salaires | 1° de koopkracht van de personeelsleden die de aanvangssalarissen van |
| de départ de l'échelle de salaire la plus basse toujours d'application | de laagste nog geldende salarisschaal in niveau D, vermeld in artikel |
| du niveau D, visés à l'article 2, en tenant compte du coût de la vie ; | 2, ontvangen, rekening houdend met de kosten voor levensonderhoud; |
| 2° le niveau général des traitements et des salaires et leur répartition ; | 2° het algemene niveau van de wedden en lonen en de verdeling ervan; |
| 3° le taux de croissance des traitements et des salaires ; | 3° het groeipercentage van de wedden en lonen; |
| 4° les niveaux et développements de productivité nationaux à long | 4° nationale productiviteitsniveaus en -ontwikkelingen op lange |
| terme ; | termijn; |
| 5° la valeur de référence indicative de 50 % du traitement brut moyen et du salaire brut moyen. L'évaluation visée à l'alinéa 1er est soumise par le ministre flamand qui a l'enseignement dans ses attributions, pour avis, à une commission composée d'une délégation des organisations syndicales représentatives et des dispensateurs d'enseignement. La commission rend son avis au ministre flamand qui a l'enseignement dans ses attributions, au plus tard deux mois après la demande. Une délégation telle que visée à l'alinéa 2 est composée de 10 membres au maximum. Un membre du personnel du domaine politique de l'Enseignement et de la Formation agit en tant que secrétaire de la commission. ». | 5° de indicatieve referentiewaarde van 50% van de gemiddelde brutowedde en het gemiddelde brutoloon. De beoordeling, vermeld in het eerste lid, wordt door de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, voor advies voorgelegd aan een commissie die samengesteld is uit een afvaardiging van de representatieve vakorganisaties en van de onderwijsverstrekkers. De commissie bezorgt uiterlijk twee maanden na de aanvraag haar advies aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs. Een afvaardiging als vermeld in het tweede lid, bestaat uit maximaal tien leden. Een personeelslid van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming treedt op als secretaris van de commissie." |
| CHAPITRE 3. - Modification de l'arrêté du Gouvernement flamand du 4 | HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 |
| mai 2001 fixant les échelles de traitement du personnel académique | mei 2001 tot vaststelling van de salarisschalen van het assisterend academisch |
| assistant des universités de la Communauté flamande | personeel van de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap. |
Art. 3.Dans l'arrêté du Gouvernement flamand du 4 mai 2001 fixant les |
Art. 3.In het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2001 tot |
| échelles de traitement du personnel académique assistant des | vaststelling van de salarisschalen van het assisterend academisch |
| universités de la Communauté flamande, modifié par l'arrêté du | personeel van de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, gewijzigd |
| Gouvernement flamand du 14 mars 2003, il est inséré un article 2/1, | bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2003, wordt een |
| rédigé comme suit : | artikel 2/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: |
| « Art. 2/1.A partir du 1er novembre 2024, le caractère adéquat du |
" Art. 2/1.Met ingang van 1 november 2024 wordt iedere vier jaar de |
| salaire de départ d'assistant, visé à l'article 1er, § 2, est évalué | toereikendheid beoordeeld van het aanvangssalaris van assistent, |
| tous les quatre ans. Le ministre flamand qui a l'enseignement dans ses | vermeld in artikel 1, § 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het |
| attributions décide qui effectue l'évaluation. Lors de cette | onderwijs, beslist wie de beoordeling uitvoert. Bij die beoordeling |
| évaluation, il est tenu compte des éléments suivants : | wordt rekening gehouden met: |
| 1° le pouvoir d'achat des membres du personnel recevant le salaire de | 1° de koopkracht van de personeelsleden die het aanvangssalaris, |
| départ, visé à l'article 1er, § 2, en tenant compte du coût de la vie | vermeld in artikel 1, § 2, ontvangen, rekening houdend met de kosten |
| ; | voor levensonderhoud; |
| 2° le niveau général des traitements et des salaires et leur répartition ; | 2° het algemene niveau van de wedden en lonen en de verdeling ervan; |
| 3° le taux de croissance des traitements et des salaires ; | 3° het groeipercentage van de wedden en lonen; |
| 4° les niveaux et développements de productivité nationaux à long | 4° nationale productiviteitsniveaus en -ontwikkelingen op lange |
| terme ; | termijn; |
| 5° la valeur de référence indicative de 50 % du traitement brut moyen et du salaire brut moyen. L'évaluation visée à l'alinéa 1er est soumise par le ministre flamand qui a l'enseignement dans ses attributions, pour avis, à une commission composée d'une délégation des organisations syndicales représentatives et des dispensateurs d'enseignement. La commission rend son avis au ministre flamand qui a l'enseignement dans ses attributions, au plus tard deux mois après la demande. Une délégation telle que visée à l'alinéa 2 est composée de 10 membres au maximum. Un membre du personnel du domaine politique de l'Enseignement et de la Formation agit en tant que secrétaire de la commission. ». CHAPITRE 4. - Modification de l'arrêté du Gouvernement flamand du 21 | 5° de indicatieve referentiewaarde van 50% van de gemiddelde brutowedde en het gemiddelde brutoloon. De beoordeling, vermeld in het eerste lid, wordt door de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, voor advies voorgelegd aan een commissie die samengesteld is uit een afvaardiging van de representatieve vakorganisaties en van de onderwijsverstrekkers. De commissie bezorgt uiterlijk twee maanden na de aanvraag haar advies aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs. Een afvaardiging als vermeld in het tweede lid, bestaat uit maximaal tien leden. Een personeelslid van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming treedt op als secretaris van de commissie.". HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van |
| février 2003 fixant la structure de la carrière et les échelles de | 21 februari 2003 houdende vaststelling van de loopbaanstructuur en van |
| traitement du personnel administratif et technique des instituts | de salarisschalen van het administratief en technisch personeel van de |
| supérieurs en Communauté flamande | hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap |
Art. 4.Dans l'arrêté du Gouvernement flamand du 21 février 2003 |
Art. 4.In het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2003 |
| fixant la structure de la carrière et les échelles de traitement du | houdende vaststelling van de loopbaanstructuur en van de |
| personnel administratif et technique des instituts supérieurs en | salarisschalen van het administratief en technisch personeel van de |
| Communauté flamande, modifié en dernier lieu par l'arrêté du | hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, het laatst gewijzigd bij het |
| Gouvernement flamand du 2 décembre 2022, il est inséré un article 6/1, | besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2022, wordt een artikel |
| rédigé comme suit : | 6/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: |
| « Art. 6/1.A partir du 1er novembre 2024, le caractère adéquat du |
" Art. 6/1.Met ingang van 1 november 2024 wordt iedere vier jaar de |
| salaire minimal de l'échelle de salaire la plus basse toujours | toereikendheid beoordeeld van het minimumsalaris van de laagste nog |
| d'application du niveau D, visé à l'annexe, est évalué tous les quatre | geldende salarisschaal in niveau D, vermeld in de bijlage. De Vlaamse |
| ans. Le ministre flamand qui a l'enseignement dans ses attributions | |
| décide qui effectue l'évaluation. Lors de cette évaluation, il est | minister, bevoegd voor het onderwijs, beslist wie de beoordeling |
| tenu compte des éléments suivants : | uitvoert. Bij die beoordeling wordt rekening gehouden met: |
| 1° le pouvoir d'achat des membres du personnel recevant les salaires | 1° de koopkracht van de personeelsleden die de minimumsalarissen van |
| minimaux de l'échelle de salaire la plus basse toujours d'application | de laagste nog geldende salarisschaal in niveau D, vermeld in de |
| du niveau D, visés à l'annexe, en tenant compte du coût de la vie ; 2° le niveau général des traitements et des salaires et leur répartition ; 3° le taux de croissance des traitements et des salaires ; 4° les niveaux et développements de productivité nationaux à long terme ; 5° la valeur de référence indicative de 50 % du traitement brut moyen et du salaire brut moyen. L'évaluation visée à l'alinéa 1er est soumise par le ministre flamand qui a l'enseignement dans ses attributions, pour avis, à une commission composée d'une délégation des organisations syndicales représentatives et des dispensateurs d'enseignement. La commission rend son avis au ministre flamand qui a l'enseignement dans ses attributions, au plus tard deux mois après la demande. Une délégation telle que visée à l'alinéa 2 est composée de 10 membres au maximum. Un membre du personnel du domaine politique de l'Enseignement et de la Formation agit en tant que secrétaire de la commission. ». CHAPITRE 5. - Modifications de l'arrêté du Gouvernement flamand du 5 octobre 2018 fixant les échelles de traitement des membres du personnel enseignant des instituts supérieurs en Communauté flamande | bijlage, ontvangen, rekening houdend met de kosten voor levensonderhoud; 2° het algemene niveau van de wedden en lonen en de verdeling ervan; 3° het groeipercentage van de wedden en lonen; 4° nationale productiviteitsniveaus en -ontwikkelingen op lange termijn; 5° de indicatieve referentiewaarde van 50% van de gemiddelde brutowedde en het gemiddelde brutoloon. De beoordeling, vermeld in het eerste lid, wordt door de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, voor advies voorgelegd aan een commissie die samengesteld is uit een afvaardiging van de representatieve vakorganisaties en van de onderwijsverstrekkers. De commissie bezorgt uiterlijk twee maanden na de aanvraag haar advies aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs. Een afvaardiging als vermeld in het tweede lid, bestaat uit maximaal tien leden. Een personeelslid van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming treedt op als secretaris van de commissie.". |
Art. 5.Dans l'article 2, § 2, de l'arrêté du Gouvernement flamand du |
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van |
| 5 octobre 2018 fixant les échelles de traitement des membres du | 5 oktober 2018 tot vaststelling van de salarisschalen van de leden van het |
| personnel enseignant des instituts supérieurs en Communauté flamande, | onderwijzend personeel van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. |
Art. 5.In artikel 2, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van |
|
| 5 oktober 2018 tot vaststelling van de salarisschalen van de leden van | |
| à la sixième ligne de la première colonne du tableau, le mot « | het onderwijzend personeel van de hogescholen in de Vlaamse |
| assistant » est remplacé par le membre de phrase « assistant, | Gemeenschap wordt in de zesde rij van de eerste kolom van de tabel het |
| assistant de pratique ». | woord "assistent" vervangen door de zinsnede "assistent, |
| praktijkassistent". | |
Art. 6.Dans le chapitre 2 du même arrêté, modifié en dernier lieu par |
Art. 6.In hoofdstuk 2 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij |
| l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 décembre 2022, il est inséré un | het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2022, wordt een |
| article 3/1, rédigé comme suit : | artikel 3/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: |
| « Art. 3/1.A partir du 1er novembre 2024, le caractère adéquat du |
" Art. 3/1.Met ingang van 1 november 2024 wordt iedere vier jaar de |
| salaire minimal le plus bas est évalué tous les quatre ans. Le | toereikendheid beoordeeld van het laagste minimumsalaris. De Vlaamse |
| ministre flamand qui a l'enseignement dans ses attributions décide qui | minister, bevoegd voor het onderwijs, beslist wie de beoordeling |
| effectue l'évaluation. Lors de cette évaluation, il est tenu compte | uitvoert. Bij deze beoordeling wordt rekening gehouden met: |
| des éléments suivants : | |
| 1° le pouvoir d'achat des membres du personnel recevant le salaire | 1° de koopkracht van de personeelsleden die het in de tabel in artikel |
| minimal le plus bas, repris au tableau de l'article 2, § 2, en tenant | 2, § 2, opgenomen laagste minimumsalaris ontvangen, rekening houdend |
| compte du coût de la vie ; | met de kosten voor levensonderhoud; |
| 2° le niveau général des traitements et des salaires et leur répartition ; | 2° het algemene niveau van de wedden en lonen en de verdeling ervan; |
| 3° le taux de croissance des traitements et des salaires ; | 3° het groeipercentage van de wedden en lonen; |
| 4° les niveaux et développements de productivité nationaux à long | 4° nationale productiviteitsniveaus en - ontwikkelingen op lange |
| terme ; | termijn; |
| 5° la valeur de référence indicative de 50 % du traitement brut moyen et du salaire brut moyen. L'évaluation visée à l'alinéa 1er est soumise par le ministre flamand qui a l'enseignement dans ses attributions, pour avis, à une commission composée d'une délégation des organisations syndicales représentatives et des dispensateurs d'enseignement. La commission rend son avis au ministre flamand qui a l'enseignement dans ses attributions, au plus tard deux mois après la demande. Une délégation telle que visée à l'alinéa 2 est composée de 10 membres au maximum. Un membre du personnel du domaine politique de l'Enseignement et de la Formation agit en tant que secrétaire de la commission. ». | 5° de indicatieve referentiewaarde van 50% van de gemiddelde brutowedde en -loon. De beoordeling, vermeld in het eerste lid, wordt door de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, voor advies voorgelegd aan een commissie die samengesteld is uit een afvaardiging van de representatieve vakorganisaties en van de onderwijsverstrekkers. De commissie bezorgt uiterlijk twee maanden na de aanvraag haar advies aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs. Een afvaardiging als vermeld in het tweede lid, bestaat uit maximaal tien leden. Een personeelslid van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming treedt op als secretaris van de commissie.". |
| CHAPITRE 6. - Modification de l'arrêté du Gouvernement flamand du 5 | HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 |
| octobre 2018 portant les échelles de traitement de certains membres du | oktober 2018 |
| personnel de l'enseignement | houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden van het onderwijs |
Art. 7.Le chapitre 2 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 5 octobre |
Art. 7.Aan hoofdstuk 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 |
| 2018 portant les échelles de traitement de certains membres du | oktober 2018 houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden |
| personnel de l'enseignement, modifié par l'arrêté du Gouvernement | van het onderwijs, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering |
| flamand du 22 avril 2022, est complété par un article 2/1, rédigé | van 22 april 2022, wordt een artikel 2/1 toegevoegd, dat luidt als |
| comme suit : | volgt: |
| « Art. 2/1.A partir du 1er novembre 2024, le caractère adéquat des |
" Art. 2/1.Met ingang van 1 november 2024 wordt iedere vier jaar de |
| toereikendheid beoordeeld van de minimumsalarissen van de | |
| salaires minimaux des échelles de salaire 121 et 229, visés à l'annexe | salarisschalen 121 en 229, vermeld in de bijlage bij dit besluit. De |
| au présent arrêté, est évalué tous les quatre ans. Le ministre flamand | |
| qui a l'enseignement dans ses attributions décide qui effectue | Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, beslist wie de |
| l'évaluation. Lors de cette évaluation, il est tenu compte des éléments suivants : | beoordeling uitvoert. Bij die beoordeling wordt rekening gehouden met: |
| 1° le pouvoir d'achat des membres du personnel recevant les salaires | 1° de koopkracht van de personeelsleden die de minimumsalarissen van |
| minimaux des échelles de salaire 121 et 229, visés à l'annexe au | de salarisschalen 121 en 229, vermeld in de bijlage bij dit besluit, |
| présent arrêté, en tenant compte du coût de la vie ; | ontvangen, rekening houdend met de kosten voor levensonderhoud; |
| 2° le niveau général des traitements et des salaires et leur répartition ; | 2° het algemene niveau van de wedden en lonen en de verdeling ervan; |
| 3° le taux de croissance des traitements et des salaires ; | 3° het groeipercentage van de wedden en lonen; |
| 4° les niveaux et développements de productivité nationaux à long | 4° nationale productiviteitsniveaus en -ontwikkelingen op lange |
| terme ; | termijn; |
| 5° la valeur de référence indicative de 50 % du traitement brut moyen et du salaire brut moyen. L'évaluation visée à l'alinéa 1er est soumise par le ministre flamand qui a l'enseignement dans ses attributions, pour avis, à une commission composée d'une délégation des organisations syndicales représentatives et des dispensateurs d'enseignement. La commission rend son avis au ministre flamand qui a l'enseignement dans ses attributions, au plus tard deux mois après la demande. Une délégation telle que visée à l'alinéa 2 est composée de 10 membres au maximum. Un membre du personnel du domaine politique de l'Enseignement et de la Formation agit en tant que secrétaire de la commission. ». | 5° de indicatieve referentiewaarde van 50% van de gemiddelde brutowedde en het gemiddelde brutoloon. De beoordeling, vermeld in het eerste lid, wordt door de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, voor advies voorgelegd aan een commissie die samengesteld is uit een afvaardiging van de representatieve vakorganisaties en van de onderwijsverstrekkers. De commissie bezorgt uiterlijk twee maanden na de aanvraag haar advies aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs. Een afvaardiging als vermeld in het tweede lid, bestaat uit maximaal tien leden. Een personeelslid van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming treedt op als secretaris van de commissie.". |
| CHAPITRE 7. - Dispositions finales | HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen |
Art. 8.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er novembre 2024, à |
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 november 2024, met |
| l'exception de l'article 5 qui produit ses effets le 1er avril 2024. | uitzondering van artikel 5, dat uitwerking heeft met ingang van 1 april 2024. |
Art. 9.Le ministre flamand qui a l'enseignement et la formation dans |
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is |
| ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Bruxelles, le 5 juillet 2024. | Brussel, 5 juli 2024. |
| Le ministre-président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| J. JAMBON | J. JAMBON |
| Le ministre flamand de l'Enseignement, des Sports, du Bien-Etre des | De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse |
| animaux et du Vlaamse Rand, | Rand, |
| B. WEYTS | B. WEYTS |