← Retour vers "Arrêté du Gouvernement flamand portant exécution du décret du 18 novembre 2011 relatif à la preuve de la connaissance de la langue, requise par les lois sur l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966 "
| Arrêté du Gouvernement flamand portant exécution du décret du 18 novembre 2011 relatif à la preuve de la connaissance de la langue, requise par les lois sur l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966 | Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 18 november 2011 tot regeling van het bewijs van taalkennis, vereist door de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966 |
|---|---|
| AUTORITE FLAMANDE | VLAAMSE OVERHEID |
| 3 MAI 2013. - Arrêté du Gouvernement flamand portant exécution du | 3 MEI 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van |
| décret du 18 novembre 2011 relatif à la preuve de la connaissance de | het decreet van 18 november 2011 tot regeling van het bewijs van |
| la langue, requise par les lois sur l'emploi des langues en matière | taalkennis, vereist door de wetten op het gebruik van de talen in |
| administrative, coordonnées le 18 juillet 1966 | bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966 |
| Le Gouvernement flamand, | De Vlaamse Regering, |
| Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
| notamment l'article 20; | instellingen, inzonderheid op artikel 20; |
| Vu les lois sur l'emploi des langues en matière administrative, | Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, |
| coordonnées le 18 juillet 1966, notamment les articles 15, § 1er, | gecoördineerd op 18 juli 1966, inzonderheid op de artikelen 15, § 1, |
| alinéa trois, et 53; | derde lid, en 53; |
| Vu le décret du 18 novembre 2011 relatif à la preuve de la | Gelet op het decreet van 18 november 2011 tot regeling van het bewijs |
| connaissance de la langue, requise par les lois sur l'emploi des | van taalkennis, vereist door de wetten op het gebruik van de talen in |
| langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966, | bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel |
| notamment l'article 7; | 7; |
| Vu l'avis écrit des organisations syndicales représentatives des 18 | Gelet op het schriftelijk advies van de representatieve |
| décembre 2012, 28 janvier 2013 et 28 janvier 2013, rendu conformément | vakorganisaties van 18 december 2012, 28 januari 2013 en 28 januari |
| à l'article 54 des lois sur l'emploi des langues en matière | 2013, gegeven in overeenstemming met artikel 54 van de wetten op het |
| administrative, coordonnées le 18 juillet 1966; | gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; |
| Vu l'accord du Ministre flamand chargé du budget, donné le 22 novembre 2012; | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 22 november 2012; |
| Vu l'accord commun du « Vlaamse Onderwijsraad » (Conseil flamand de | Gelet op het gezamenlijk advies van de Vlaamse Onderwijsraad en de |
| l'Enseignement), et du « Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken » | Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken, gegeven op 22 januari 2013 |
| (Conseil consultatif flamand des Affaires administratives), rendu le | |
| 22 janvier 2013 conformément à l'article 17 du décret du 18 juillet | overeenkomstig artikel 17 van het decreet van 18 juli 2003 tot |
| 2003 réglant les conseils consultatifs stratégiques; | regeling van strategische adviesraden; |
| Vu l'avis n° 53.032/3 du Conseil d'Etat, donné le 16 avril 2013, en | Gelet op het advies nr. 53.032/3 van de Raad van State, gegeven op 16 |
| application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois | april 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste, lid, 1°, van |
| coordonnées sur le Conseil d'Etat; | |
| Sur la proposition du Ministre flamand de la Gouvernance publique, de | de gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| l'Administration intérieure, de l'Intégration civique, du Tourisme et | Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands |
| de la Périphérie flamande de Bruxelles; | Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand; |
| Après délibération, | Na beraadslaging, |
| Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Le présent arrêté s'applique : |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op : |
| 1° aux services locaux en région de langue néerlandaise, sauf ceux | 1° de plaatselijke diensten in het Nederlandse taalgebied, behalve die |
| visés à l'article 129, § 2, premier tiret, de la Constitution; | genoemd in artikel 129, § 2, eerste streepje, van de Grondwet; |
| 2° aux services régionaux dont l'environnement professionnel ne | 2° de gewestelijke diensten waarvan de werkkring niet verder reikt dan |
| dépasse pas la région de langue néerlandaise. | het Nederlandse taalgebied. |
Art. 2.Les conditions que doivent remplir les preuves de la |
Art. 2.De voorwaarden waaraan de bewijzen van kennis van het |
| connaissance du néerlandais, requises par les lois sur l'emploi des | Nederlands, vereist door de wetten op het gebruik van de talen in |
| langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966, | bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, moeten voldoen, worden |
| sont définies par niveau de recrutement, à l'aide des niveaux de | per niveau van aanwerving gedefinieerd aan de hand van de niveaus van |
| connaissance linguistique, fixés par le Cadre européen commun de | taalkennis, vastgelegd in het Gemeenschappelijk Europees |
| référence pour les Langues. Ces niveaux de connaissance linguistique | Referentiekader voor Talen. Die niveaus van taalkennis kunnen |
| peuvent être fixés séparément pour chacune des quatre aptitudes : | afzonderlijk bepaald worden voor elk van de vier vaardigheden lezen, |
| lire, écouter, parler et écrire. | luisteren, spreken en schrijven. |
Art. 3.§ 1er. Le niveau de recrutement A (diplôme de master ou |
Art. 3.§ 1. Voor het aanwervingsniveau A (masterdiploma of |
| assimilé) requiert la connaissance du néerlandais au niveau C1 du | gelijkgesteld) is de kennis van het Nederlands op niveau C1 van het |
| Cadre européen commun de référence pour les Langues. | Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen vereist. |
| § 2. Le niveau de recrutement B (diplôme de bachelor ou assimilé) | § 2. Voor het aanwervingsniveau B (bachelordiploma of gelijkgesteld) |
| requiert la connaissance du néerlandais au niveau C1 du Cadre européen | is de kennis van het Nederlands op niveau C1 van het Gemeenschappelijk |
| commun de référence pour les Langues pour ce qui est des aptitudes | Europees Referentiekader voor Talen vereist voor de vaardigheden lezen |
| lire et écouter et la connaissance au niveau B2 au moins du Cadre | en luisteren en de kennis op minstens niveau B2 van het |
| européen commun de référence pour les Langues pour ce qui est des | Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen voor de |
| aptitudes parler et écrire. | vaardigheden spreken en schrijven. |
| § 3. Le niveau de recrutement C (diplôme d'enseignement secondaire ou | § 3. Voor het aanwervingsniveau C (secundair onderwijs of |
| assimilé) requiert la connaissance du néerlandais au niveau B2 au | gelijkgesteld) is de kennis van het Nederlands op minstens niveau B2 |
| moins du Cadre européen commun de référence pour les Langues. | van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen vereist. |
| Par dérogation à l'alinéa premier, les fonctions techniques et | In afwijking van het eerste lid is voor de technische en de |
| soignantes au niveau de recrutement C requièrent la connaissance du | verzorgende functies in het aanwervingsniveau C de kennis van het |
| néerlandais au niveau B1 au moins du Cadre européen commun de | Nederlands op minstens niveau B1 van het Gemeenschappelijk Europees |
| référence pour les Langues. | Referentiekader voor Talen vereist. |
| § 4. Les niveaux de recrutement D et E (pas d'exigence relative au | § 4. Voor de aanwervingsniveaus D en E (geen diplomavereiste) is de |
| diplôme) requièrent la connaissance du néerlandais au niveau A2 au | kennis van het Nederlands op minstens niveau A2 van het |
| moins du Cadre européen commun de référence pour les Langues. | Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen vereist. |
| Par dérogation à l'alinéa premier, les fonctions administratives et | In afwijking van het eerste lid is voor de administratieve en |
| soignantes au niveau de recrutement D requièrent la connaissance du | verzorgende functies in het aanwervingsniveau D de kennis van het |
| néerlandais au niveau B1 au moins du Cadre européen commun de | Nederlands op minstens niveau B1 van het Gemeenschappelijk Europees |
| référence pour les Langues. | Referentiekader voor Talen vereist. |
Art. 4.La preuve de la connaissance du néerlandais est requise lors |
Art. 4.Het bewijs van kennis van het Nederlands wordt vereist bij |
| d'une nomination ou promotion, tant sous les liens d'un statut ou d'un | benoeming of bevordering, zowel in statutair als in contractueel |
| contrat, si la connaissance n'est pas prouvée au moyen des diplômes et | verband, als de kennis niet bewezen wordt aan de hand van de vereiste |
| titres requis visés à l'article 15, § 1er, alinéa trois, des lois sur | diploma's en studiegetuigschriften, vermeld in artikel 15, § 1, derde |
| l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966. | lid, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966. |
| La réussite pour la sélection en cas de promotion est considérée comme | Het slagen voor de selectie bij bevordering wordt beschouwd als |
| preuve convaincante de la maîtrise du néerlandais au nouveau niveau. | afdoende bewijs van de beheersing van het Nederlands op het nieuwe niveau. |
Art. 5.Les preuves de la connaissance du néerlandais délivrées par |
Art. 5.Bewijzen van kennis van het Nederlands, uitgereikt door |
| des établissements où le néerlandais est la langue d'enseignement, | instellingen waarin het Nederlands de onderwijstaal is, die wettelijk |
| étant légalement ou décrétalement agréées au niveau requis du Cadre | of decretaal erkend zijn in het vereiste niveau van het |
| européen commun de référence pour les Langues, sont valables comme | Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen, zijn geldig als |
| preuve de la connaissance de la langue. | bewijs van taalkennis. |
Art. 6.Les preuves de la connaissance du néerlandais au niveau requis |
Art. 6.Bewijzen van kennis van het Nederlands in het vereiste niveau |
| du Cadre européen commun de référence pour les Langues délivrées par | van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen, |
| le « Certificaat Nederlands als Vreemde Taal » de la « Nederlandse | afgeleverd door het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal van de |
| Taalunie » sont valables comme preuve de la connaissance de la langue. | Nederlandse Taalunie, zijn geldig als bewijs van taalkennis. |
Art. 7.Les preuves de la connaissance du néerlandais délivrées par |
Art. 7.De bewijzen van kennis van het Nederlands, die de Huizen van |
| les « Huizen van het Nederlands » de Bruxelles, Anvers et Gand aux | het Nederlands van Brussel, Antwerpen en Gent uitreiken op de niveaus |
| niveaux A2 et B1 du Cadre européen commun de référence pour les | A2 en B1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen |
| Langues à l'aide de la fixation du niveau, sont valables comme preuve | aan de hand van de niveaubepaling, zijn geldig als bewijs van |
| de la connaissance de la langue. | taalkennis. |
Art. 8.Les candidats pour des emplois aux niveaux E et D, pour |
Art. 8.Kandidaten voor betrekkingen op de niveaus E en D, waarvoor |
| lesquels un diplôme n'est pas requis, sont censés remplir l'exigence | geen diploma vereist is, worden geacht te voldoen aan de vereiste van |
| de connaissance du néerlandais, lorsqu'ils peuvent livrer la preuve | kennis van het Nederlands als ze het bewijs kunnen leveren dat ze acht |
| d'avoir suivi, pendant huit années, comme élève régulier, | jaar als regelmatige leerling onderwijs hebben gevolgd in het |
| l'enseignement primaire ou secondaire en langue néerlandaise. Cette | Nederlandstalige lager en secundair onderwijs. Dat bewijs wordt |
| preuve est livrée au moyen de certificats délivrés par les autorités | geleverd aan de hand van attesten die de schoolbesturen in kwestie |
| scolaires en question. | hebben uitgereikt. |
Art. 9.Les preuves de la connaissance du néerlandais délivrées par le |
Art. 9.De bewijzen van kennis van het Nederlands die het |
| bureau de sélection de l'autorité fédérale Selor sur la base de | selectiebureau van de federale overheid Selor uitreikt op basis van |
| l'article 7 de l'arrêté royal du 8 mars 2001 fixant les conditions de | artikel 7 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling |
| délivrance des certificats de connaissances linguistiques prévus à | van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de |
| l'article 53 des lois sur l'emploi des langues en matière | taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik |
| administrative coordonnées le 18 juillet 1966, sont assimilées, par | van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966, worden per |
| niveau de recrutement, aux exigences de connaissance du néerlandais | aanwervingsniveau gelijkgesteld met de vereisten van de bewijzen van |
| sur la base du Cadre européen commun de référence pour les Langues | kennis van het Nederlands op basis van het Gemeenschappelijk Europees |
| telles que visées à l'article 2. | Referentiekader voor Talen in artikel 2. |
Art. 10.Les candidats membres du personnel n'étant pas en mesure de |
Art. 10.Kandidaat-personeelsleden die hun kennis van het Nederlands |
| prouver leur connaissance du néerlandais au niveau requis du Cadre | in het vereiste niveau van het Gemeenschappelijk Europees |
| européen commun de référence pour les Langues d'une des manières | Referentiekader voor Talen niet kunnen bewijzen op een van de manieren |
| citées aux articles 4, 5, 6, 7, 8 et 9, peuvent livrer la preuve de | opgenoemd in artikel 4, 5, 6, 7, 8 en 9, kunnen de vereiste kennis |
| connaissance requise au moyen d'un test organisé par une instance | bewijzen in een test, afgenomen door een instantie die de Vlaamse |
| désignée par le Ministre flamand chargé des affaires intérieures. | minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, aanduidt. |
Art. 11.A l'expiration d'un délai de deux années après l'entrée en |
Art. 11.Na afloop van een termijn van twee jaar na de |
| vigueur du présent décret, le Gouvernement flamand évaluera le | inwerkingtreding van dit besluit zal de Vlaamse Regering de in dit |
| règlement élaboré dans le présent arrêté et le corrigera si nécessaire. | besluit uitgewerkte regeling evalueren en, indien nodig, aanpassen. |
Art. 12.Les textes réglementaires suivants entrent en vigueur le |
Art. 12.De volgende regelgevende teksten treden in werking op de |
| premier jour du mois suivant l'expiration d'un délai de dix jours, qui | eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn |
| prend cours le jour après la publication du présent arrêté au Moniteur | van tien dagen, die ingaat de dag na de bekendmaking van dit besluit |
| belge : | in het Belgisch Staatsblad : |
| 1° le décret du 18 novembre 2011 relatif à la preuve de la | 1° het decreet van 18 november 2011 tot regeling van het bewijs van |
| connaissance de la langue, requise par les lois sur l'emploi des | taalkennis, vereist door de wetten op het gebruik van de talen in |
| langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966; | bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; |
| 2° le présent arrêté. | 2° dit besluit. |
Art. 13.Le Ministre flamand ayant les affaires intérieures dans ses |
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse |
| attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. | aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Bruxelles, le 3 mai 2013. | Brussel, 3 mei 2013. |
| Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| Le Ministre flamand de la Gouvernance publique, de l'Administration | De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, |
| intérieure, de l'Intégration civique, du Tourisme et de la Périphérie | |
| flamande de Bruxelles, | Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, |
| G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |