Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale organisant la protection des membres du personnel contre le harcelement sexuel sur les lieux de travail au ministère, ainsi que dans certains organismes d'intérêt public | Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ter bescherming van de personeelsleden tegen seksuele intimidatie op het werk bij het ministerie, evenals in sommige instellingen van openbaar nut |
---|---|
MINISTERE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE 25 FEVRIER 1999. - Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale organisant la protection des membres du personnel contre le harcelement sexuel sur les lieux de travail au ministère, ainsi que dans certains organismes d'intérêt public Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale; | MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 25 FEBRUARI 1999. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ter bescherming van de personeelsleden tegen seksuele intimidatie op het werk bij het ministerie, evenals in sommige instellingen van openbaar nut De Brusselse Hoofdstedelijke Regering; |
Vu la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions | Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de |
bruxelloises, notamment l'article 40; | Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 40; |
Vu la loi du 16 mars 1954 relative au contrôle de certains organismes | Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige |
d'intérêt public, notamment l'article 11; | instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11; |
Vu l'avis du comité de gestion de l'Office régional bruxellois de | Gelet op het advies van het beheerscomité van de Brusselse |
l'emploi; | gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling; |
Vu l'avis du conseil d'administration de la Société du logement de la | Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Brusselse |
Région bruxelloise; | gewestelijke huisvestingsmaatschappij; |
Vu l'avis du conseil d'administration du port de Bruxelles; | Gelet op het advies van de raad van bestuur van de haven van Brussel; |
Vu l'avis de l'inspecteur de Finances, donné le 27 février 1998; | Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 27 |
Vu le protocole n° 98/2 du 20 février 1998 du Comité de négociation du | februari 1998; Gelet op het protocol nr. 98/2 van 20 februari 1998 van het |
secteur XV; | Onderhandelingscomité, sector XV; |
Vu l'avis du Conseil d'Etat, | Gelet op het advies van de Raad van State, |
Arrête : | Besluit : |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application et définition | HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definitie |
Article 1er.Pour l'application du présent arrêté, il y a lieu |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan |
d'entendre par "le fonctionnaire dirigeant", le Secrétaire général du | onder "de leidend ambtenaar", de Secretaris-generaal van het |
Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale ou le(s) fonctionnaire(s) | Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of de leidend |
dirigeant(s) des organismes d'intérêt public visés à l'article 2, 2° à | ambtenaar(aren) van de instellingen van openbaar nut genoemd in |
9°. | artikel 2, 2° tot 9°. |
Art. 2.Le présent arrêté est applicable aux membres du personnel : |
Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van : |
1° du Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale | 1° het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; |
2° de l'Agence régionale pour la propreté; | 2° het gewestelijk Agentschap voor netheid; |
3° du Centre informatique pour la Région bruxelloise; | 3° het Centrum voor informatica voor het Brusselse gewest; |
4° du Fonds régional bruxellois de refinancement des trésoreries | 4° het Brussels gewestelijk herfinancieringsfonds van de gemeentelijke |
communales; | thesaurieën; |
5° de l'Institut bruxellois pour la gestion de l'environnement; | 5° het Brussels Instituut voor milieubeheer; |
6° du Service d'incendie et d'aide médicale urgente de la Région de | 6° de Dienst voor brandweer en dringende medische hulp van het |
Bruxelles-Capitale; | Brussels hoofdstedelijk gewest; |
7° de l'Office régional bruxellois de l'emploi; | 7° de Brusselse gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling; |
8° de la Société du logement de la Région bruxelloise; | 8° de Brusselse gewestelijke huisvestingsmaatschappij; |
9° de la Société régionale du port de Bruxelles; | 9° de Gewestelijke Vennootschap van de haven van Brussel; |
10° de la Société de développement régional de Bruxelles. | 10° de Gewestelijke ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel; |
Art. 3.Par harcèlement sexuel, il faut entendre toute forme de |
Art. 3.Onder seksuele intimidatie wordt verstaan elke vorm van |
comportement verbal, non verbal ou corporel, à connotation sexuelle, | verbaal, niet-verbaal of lichamelijk gedrag van seksuele aard waarvan |
dont celui qui s'en rend coupable sait ou devrait savoir qu'il affecte la dignité des femmes et des hommes sur les lieux de travail. Ce comportement revêt un caractère inacceptable lorsque : 1° celui-ci est intempestif, abusif et blessant pour la personne qui en fait l'objet; 2° il est utilisé explicitement ou implicitement dans le cadre de la relation professionnelle et pourra avoir une quelconque influence sur l'évolution de la carrière professionnelle de la victime que ce soit en matière de formation professionnelle, de maintien de l'emploi, de promotion, de salaire, d'évaluation ou de toute autre décision relative à l'emploi; et/ou 3° il crée un climat d'intimidation, d'hostilité ou d'humiliation à l'égard de la personne qui en fait l'objet et que ce comportement | degene die zich er schuldig aan maakt, weet of zou moeten weten, dat het afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen en mannen op het werk. Dit gedrag wordt onaanvaardbaar wanneer : 1° het ongewenst, onredelijk en beledigend is voor de betrokkene; 2° het expliciet of impliciet wordt aangewend in het kader van een arbeidsverhouding en enige invloed kan hebben op het verdere verloop van de loopbaan van het slachtoffer, ongeacht of het gaat om beroepsopleiding, behoud van een baan, bevordering, salaris, evaluatie of enige andere beslissing in verband met het werk; en/of 3° het voor de betrokkene een intimiderende, vijandige of vernederende werksfeer schept, en dat een dergelijk gedrag in bepaalde |
peut, dans certaines circonstances, être contraire au principe de | omstandigheden in strijd kan zijn met het beginsel van gelijke |
l'égalité de traitement au sens des articles 3, 4 et 5 de la Directive | behandeling in de zin van de artikelen 3, 4 en 5 de van richtlijn |
76/207/CEE. | 76/207/EEG. |
CHAPITRE II. - Déclaration de principe et institution d'une cellule de confiance | HOOFDSTUK II Beginselverklaring en oprichting van een vertrouwensteam |
Art. 4.Le harcèlement sexuel sur les lieux de travail est interdit |
Art. 4.Seksuele intimidatie op het werk is verboden, zowel ten |
dans les rapports tant vis-à-vis des supérieurs, collègues ou | aanzien van meerderen, collega's en ondergeschikten als ten aanzien |
subordonnés qu'à l'égard des utilisateurs du service. | van gebruikers van de dienst. |
Art. 5.§ 1er. Dans un délai de trois mois suivant l'entrée en vigueur |
Art. 5.§ 1. Binnen een termijn van drie maanden na de |
du présent arrêté, le fonctionnaire dirigeant crée une cellule de | inwerkingtreding van dit besluit richt de leidend ambtenaar een |
confiance. | vertrouwensteam op. |
§ 2. La cellule de confiance se compose, par rôle linguistique, d'au | § 2. Het vertrouwensteam is samengesteld uit minstens één ambtenaar |
moins un agent de niveau 1 ou de niveau 2+ comptant une ancienneté de | per taalrol van niveau 1 of niveau 2+ en met ten minste vijf jaar |
niveau de cinq ans au moins. En fonction de l'effectif du personnel et | niveauanciënniteit. Naargelang van het personeelsbestand en de ligging |
de l'implantation des services du ministère ou de l'organisme | van de diensten van het ministerie of de betrokken instelling zal het |
concerné, la cellule de confiance sera complétée par un ou plusieurs | vertrouwensteam aangevuld worden met één of meer ambtenaren. |
agents. § 3. Les membres de la cellule de confiance, nommés ci-après personnes | § 3. De leden van het vertrouwensteam, hierna vertrouwenspersonen |
de confiance, sont désignés par le fonctionnaire dirigeant avec leur | genoemd, worden door de leidend ambtenaar met hun instemming |
accord pour une période de trois ans renouvelable. | aangesteld voor een vernieuwbare termijn van drie jaar. |
La désignation et le renouvellement interviennent après avis motivé du | De aanstelling en vernieuwing geschieden na een met redenen omkleed |
comité de concertation de base compétent. | advies van het bevoegde basisoverlegcomité. |
Lorsque la personne de confiance ne convient pas, le fonctionnaire | Indien de vertrouwenspersoon niet voldoet, kan de leidend ambtenaar, |
dirigeant peut, après avis motivé du comité de concertation de base | na een met redenen omkleed advies van het bevoegd basisoverlegcomité, |
compétent, mettre fin au mandat en cours. Dans ce cas, une nouvelle | een einde maken aan het lopende mandaat. In dat geval wordt een nieuwe |
personne de confiance est désignée conformément au § 2; elle terminera | vertrouwenspersoon aangesteld overeenkomstig § 2, die het lopende |
le mandat en cours. | mandaat zal voleindigen. |
Art. 6.§ 1er. Les personnes de confiance ont pour mission de |
Art. 6.§ 1. De vertrouwenspersonen hebben als taak raad te geven, |
dispenser des conseils, d'accorder leur aide aux membres du personnel | hulp te bieden aan personeelsleden die het slachtoffer geworden zijn |
faisant l'objet de harcèlement sexuel et de contribuer à la résolution | van seksuele intimidatie en bij te dragen tot een formele of informele |
du problème de façon formelle ou informelle. | oplossing van het probleem. |
Elles reçoivent une formation appropriée sur les meilleurs moyens de | Zij zullen een aangepaste opleiding genieten betreffende de beste |
résoudre les problèmes. | methoden om de problemen op te lossen. |
Les moyens et le temps nécessaires pour l'exercice de la fonction de | De nodige middelen en tijd voor de uitoefening van de functie van |
personne de confiance sont libérés par le fonctionnaire dirigeant. | vertrouwenspersoon worden door de leidend ambtenaar vrijgemaakt. |
Les personnes de confiance sont tenues par un devoir de discrétion. | De vertrouwenspersonen zijn tot discretieplicht gehouden. |
§ 2. Lorsque les faits de harcèlement sexuel qui ont été communiqués à | § 2. Wanneer de feiten van seksuele intimidatie, die werden meegedeeld |
un membre de la cellule de confiance nécessitent une enquête, celle-ci | aan een lid van het vertrouwensteam, een onderzoek noodzakelijk maken, |
est effectuée par l'agent de niveau 1 ou de niveau 2+, visés à | dan wordt dit gevoerd door de ambtenaar van niveau 1 of niveau 2+, |
l'article 5, § 2. | bedoeld in artikel 5, § 2. |
Art. 7.Le mandat de personne de confiance ne peut entraîner aucun |
Art. 7.Het mandaat van vertrouwenspersoon mag geen aanleiding geven |
tot enig nadeel of speciale voordelen voor degene die het uitoefent. | |
préjudice ni avantages spéciaux pour celui qui l'exerce. L'exercice de | Het uitoefenen van de functie van vertrouwenspersoon heeft geen |
la fonction de personne de confiance n'influence pas l'évaluation de | invloed op de evaluatie van de betrokkene. |
l'intéressé. Pour l'exercice de sa fonction, la personne de confiance relève | De vertrouwenspersoon ressorteert, voor de uitoefening van zijn |
directement du fonctionnaire dirigeant. | functie, rechtstreeks onder de leidend ambtenaar. |
Art. 8.La déclaration de principe relative au harcèlement sexuel sur |
Art. 8.De beginselverklaring omtrent seksuele intimidatie op het |
les lieux de travail visée à l'article 4 est communiquée aux membres | werk, bedoeld in artikel 4 wordt door de personeelsdienst aan de |
du personnel par le service du personnel. Elle mentionne l'identité | personeelsleden meegedeeld. Ze vermeldt de identiteit van de |
des personnes de confiance. | vertrouwenspersonen. |
CHAPITRE III. - Moyens d'action | HOOFDSTUK III. - Actiemiddelen |
Art. 9.Toute personne qui est victime de harcèlement sexuel sur les |
Art. 9.Eenieder die slachtoffer is van seksuele intimidatie op het |
lieux de travail peut porter ces faits à la connaissance du supérieur | werk kan deze feiten ter kennis brengen van de hiërarchische meerdere |
hiérarchique de l'auteur présumé. | van de vermeende dader. |
Art. 10.Toute personne qui est victime de harcèlement sexuel sur les |
Art. 10.Eenieder die het slachtoffer wordt van seksuele intimidatie |
lieux de travail peut aussi bénéficier de l'aide dispensée par la | |
cellule de confiance visée à l'article 5 afin de tenter de régler le | op het werk kan een beroep doen op het in artikel 5 vermeld |
problème de manière informelle. | vertrouwensteam om te trachten het probleem informeel te regelen. |
Art. 11.§ 1er. Toute personne qui est victime de harcèlement sexuel |
Art. 11.§ 1. Eenieder die het slachtoffer wordt van seksuele |
sur les lieux de travail peut également décider de déposer plainte | intimidatie op het werk staat het eveneens vrij klacht in te dienen |
auprès de l'agent de niveau 1 ou 2+ visé à l'article 5, § 2. Cette | bij de ambtenaar van niveau 1 of 2+ bedoeld in artikel 5, § 2. Deze |
personne ne peut être la même que celle qui l'aurait éventuellement | persoon mag niet dezelfde zijn als degene die eventueel reeds bij |
déjà aidée conformément à l'article 10. | toepassing van artikel 10 hulp zou hebben geboden. |
Cette plainte qui engage une enquête officielle ne peut être déposée | Deze klacht die een officiële enquête tot gevolg heeft, kan slechts |
qu'à l'initiative de la victime. | door het slachtoffer worden ingediend. |
§ 2. L'enquête : | § 2. De enquête : |
1° sera menée dans la plus stricte confidentialité; | 1° heeft in een sfeer van uiterste vertrouwelijkheid plaats; |
2° se limitera aux faits dénoncés par le plaignant et ne pourra être étendue à d'autre faits relevant de la vie privée de celui qui est accusé. § 3. Durant toute l'enquête, le plaignant et l'accusé ont le droit de se faire assister et/ou de se faire représenter par la personne de leur choix. La personne accusée est informée de tous les détails concernant la nature de la plainte et peut y répondre. Les deux parties sont informées du résultat de l'enquête. | 2° blijft beperkt tot de feiten die door de klager worden aangeklaagd en mag niet worden uitgebreid tot andere feiten die tot het privé-leven van de beschuldigde behoren. § 3. Tijdens de enquête hebben de klager en de beschuldigde het recht zich te laten bijstaan en/of zich te laten vertegenwoordigen door een persoon naar eigen keuze. De beschuldigde wordt ingelicht over alle details omtrent de aard van de aanklacht en krijgt de gelegenheid hierop te antwoorden. Beide partijen worden in kennis gesteld van het resultaat van de enquête. |
§ 4. Le plaignant seul peut demander que le rapport de l'enquête soit | § 4. Uitsluitend de klager mag erom verzoeken dat het enquêterapport |
soumis au supérieur hiérarchique de l'accusé. | ter kennis wordt gebracht van de hiërarchische meerdere van de |
beschuldigde. | |
Art. 12.§ 1er. Dans le cas où la plainte est fondée, une sanction |
Art. 12.§ 1. Indien de klacht gegrond is, bestaat de mogelijkheid dat |
pourra être prise à l'égard de la personne accusée. | de beschuldigde een sanctie oploopt. |
Si cette dernière est un agent, une procédure disciplinaire pourra | Indien laatstgenoemde een ambtenaar is, kan er een tuchtprocedure |
être entamée au terme de laquelle une peine disciplinaire pourra être | worden ingeleid die kan uitlopen op een tuchtstraf overeenkomstig de |
prononcée conformément aux dispositions statutaires qui lui sont | van toepassing zijnde statutaire bepalingen. |
applicables. Si la personne accusée est un membre du personnel contractuel, elle | Indien de beschuldigde een personeelslid met arbeidsovereenkomst is, |
pourra encourir une sanction conformément aux dispositions du contrat | stelt het zich bloot aan een sanctie overeenkomstig de bepalingen van |
de travail ou de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de | de arbeidsovereenkomst of van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
travail. | arbeidsovereenkomsten. |
§ 2. Une victime dont la plainte est fondée ne pourra subir aucune | § 2. Het slachtoffer waarvan de klacht gegrond wordt bevonden, mag |
conséquence dommageable, notamment être contrainte à une mutation. | geen enkel nadeel hierdoor ondervinden, meer bepaald niet tot |
overplaatsing gedwongen worden. | |
Art. 13.Le Ministre chargé de la Fonction publique est chargé de |
Art. 13.De Minister belast met Ambtenarenzaken is belast met de |
l'exécution du présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
Bruxelles, le 25 février 1999. | Brussel, 25 februari 1999. |
Le Ministre-Président, | De Minister-Voorzitter, |
Ch. PICQUE | Ch. PICQUE |
Le Ministre de la Fonction publique, du Commerce extérieur, de la | De Minister van Ambtenarenzaken, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk |
Recherche scientifique, de la Lutte contre l'Incendie et de l'Aide | Onderzoek, Brandweer en Dringende Medische Hulp, |
médicale urgente, | |
R. GRIJP | R. GRIJP |