Article 1er.Le règlement d'ordre intérieur du Conseil des personnes

Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van de Bejaardenraad,

Art. 2.Le présent arrêté produit ses effets le 25 octobre 2002.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking op 25 oktober 2002.

Art. 3.Le Ministre compétent pour les Affaires sociales et la Famille

Art. 3.De Minister bevoegd inzake Sociale Aangelegenheden en Gezin is

Article 1er.§ 1er. Lors de l'assemblée constitutive, les membres du

Artikel 1.§ 1. Bij de oprichtingsvergadering kiezen de

Art. 2.L'adresse administrative du Conseil est la suivante :

Art. 2.Het administratief adres van de Raad luidt :

Art. 3.§ 1. De schriftelijke uitnodiging tot de vergaderingen wordt

Art. 3.§ 1er. Les convocations se font par écrit, au moins 10 jours

Art. 4.Le Conseil est convoqué par le président ainsi que lorsque plus d'un tiers des membres ayant voix délibérative en font la demande; l'assemblée plénière doit se tenir dans le mois qui suit la demande. Demande du ministre compétent

Art. 5.§ 1er. Les avis sollicités par le ministre compétent doivent être émis dans les deux mois qui suivent la demande et lui être remis par écrit. C'est le rôle attribué au[à la] représentant[e] du Gouvernement. Si toutefois, par manque d'informations, le Conseil se trouve dans l'impossibilité de remettre l'avis demandé dans le délai susmentionné, il sollicite une prolongation du délai auprès du ministre compétent par le biais d'une demande écrite dûment motivée. § 2. Les travaux de relations publiques du Conseil sont effectués en accord avec les membres du bureau et/ou le président. § 3. Le [la] représentant[e] du Gouvernement doit être considéré[e] comme un relais consultatif entre le Conseil et le Gouvernement. Les réunions (assemblée plénière et séance du bureau)

Art. 6.Le président du Conseil conduit les séances. En cas d'empêchement du président, c'est le [la] vice-président[e]qui assure la conduite des réunions. Si aucun des deux ne peut participer à la séance, celle-ci est conduite par le doyen des membres présents.

Art. 7.Les décisions prises en assemblée plénière le sont à la majorité simple des membres ayant voix délibérative. En cas de parité des voix, celle du président est prépondérante.

Art. 8.Tous les membres du Conseil, à savoir les membres effectifs, les membres suppléants et les membres ayant voix consultative, reçoivent le rapport circonstancié de la séance. Le président approuve ces rapports en y apposant son visa. Groupes de travail

Art. 9.§ 1er. Le fonctionnement des groupes de travail est décrit à l'article 5, § 1er, de l'arrêté du 24 décembre 2001. § 2. Le président et le[la] vice-président[e] du bureau sont d'office membres des groupes de travail. En concertation permanente avec les présidents élus, ils veillent à ce que les groupes de travail concrétisent les orientations définies. Dispositions financières

Art. 10.§ 1er. Seuls les membres du Conseil et les personnes convoquées ont droit à un jeton de présence et à une indemnité de déplacement. Une liste des présences est signée à chaque séance. Les demandes en remboursement des frais sont soumises deux fois par an au président au moyen d'une déclaration de créance. Les virements sont effectués par le Ministère de la Communauté germanophone, Division Famille, Santé et Affaires sociales, Gospert 1-5, 4700 Eupen. § 2. Les autres dépenses encourues par les différents membres ou les groupes de travail seront au préalable discutées avec le président. § 3. Les deux membres suppléants issus de la population sont autorisés à prendre part à chaque assemblée plénière ainsi qu'à chaque séance des groupes de travail. Ils n'ont droit ni au jeton de présence ni à l'indemnité de déplacement. §. 4 Tous les autres membres suppléants sont également autorisés à participer à chaque séance des groupes de travail. Ils n'ont droit ni au jeton de présence ni à l'indemnité de déplacement. Devoir de réserve

Art. 11.Les membres effectifs du Conseil, membres suppléants et membres ayant voix consultative sont tenus à la réserve quant à la teneur des séances de travail. Modification du règlement d'ordre intérieur

Art. 12.Des modifications ne peuvent être apportées au règlement

Art. 4.De Raad wordt bijeengeroepen door de voorzitter, alsmede indien meer dan één derde van de stemgerechtigde leden erom verzoeken; de plenaire vergadering moet binnen de maand volgend op het verzoek plaatsvinden. Aanvraag van de bevoegde minister

Art. 5.§ 1. De door de bevoegde minister ingewonnen adviezen moeten binnen de twee maanden volgend op de aanvraag uitgebracht en hem schriftelijk uitgereikt worden. Deze rol wordt de vertegenwoordiger van de Regering toegewezen. Indien de Raad, bij gebrek aan inlichtingen, niet in staat is het gevraagde advies binnen de bovenvermelde termijn uit te brengen, dient hij een schriftelijke, met redenen omklede aanvraag om verlenging van deze termijn bij de bevoegde minister in. § 2. Het public-relationswerk van de Raad gebeurt met de toestemming van de leden van het bureau resp. van de voorzitter. § 3. De vertegenwoordiger van de Regering moet als adviserend relais tussen de Raad en de Regering optreden. De zittingen (plenaire vergadering en bureauzitting)

Art. 6.De voorzitter van de Raad is belast met het leiden van de zittingen. Bij verhindering van de voorzitter, neemt de vice-voorzitter het leiden van de zittingen waar. Kan geen van beide aan de zitting deelnemen, dan neemt het oudste aanwezige lid de leiding van de zitting waar.

Art. 7.De beslissingen van de plenaire vergadering worden genomen met de eenvoudige meerderheid der stemmen uitgebracht door de stemgerechtigde leden. Bij staking der stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

Art. 8.Alle leden van de Raad, t.w. de werkende leden, de plaatsvervangende leden en de leden met raadgevende stem, krijgen het omstandig rapport van de zitting. De voorzitter keurt deze rapporten goed door er zijn visum op aan te brengen. Werkgroepen

Art. 9.§ 1. De werkwijze van de werkgroepen is in artikel 5, § 1, van het besluit van 24 december 2001 vastgelegd. § 2. De voorzitter en de vice-voorzitter van het bureau zijn ambtshalve lid van de werkgroepen. Door een permanent overleg met de gekozen voorzitters zorgen ze ervoor dat de werkgroepen de gedefinieerde oriëntatiedoelstellingen verwezenlijken. Geldelijke bepalingen

Art. 10.§ 1. Slechts de leden van de Raad en de uitgenodigde personen hebben recht op een presentiegeld en op een reiskostenvergoeding. Een aanwezigheidslijst wordt bij elke zitting ondertekend. De aanvragen tot terugbetaling van de kosten worden twee keer per jaar aan de voorzitter voorgelegd in de vorm van een schuldvorderingsverklaring. De overschrijvingen worden door het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, Afdeling Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Gospert 1-5, uitgevoerd. § 2. De andere uitgaven aangegaan de verschillende leden of de werkgroepen moeten ten eerste met de voorzitter gediscussieerd worden. § 3. De twee plaatsvervangende leden uit de bevolking mogen elke plenaire vergadering en elke zitting van de werkgroepen bijwonen. Zij hebben geen recht op presentiegeld noch op reiskostenvergoeding. § 4. Alle andere plaatsvervangende leden zijn ertoe gelaten elke zitting van de werkgroepen bij te wonen. Zij hebben geen recht op presentiegeld resp. reiskostenvergoeding. Discretieplicht

Art. 11.De werkelijke leden, de plaatsvervangende leden en de leden met raadgevende stem van de Raad zijn tot geheimhouding verplicht, wat de inhoud van de werkzittingen betreft. Wijziging van het huishoudelijk reglement

Art. 12.Om het huishoudelijk reglement te wijzigen is een meerderheid