Arrêté du Gouvernement de la Communauté française fixant la répartition des compétences entre les ministres et réglant la signature des actes du Gouvernement | Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering |
---|---|
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE | MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP |
18 AVRIL 2016. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française | 18 APRIL 2016. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot |
fixant la répartition des compétences entre les ministres et réglant | vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers |
la signature des actes du Gouvernement | en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering |
Le Gouvernement de la Communauté française, | De Regering van de Franse Gemeenschap, |
Vu les articles 127 et 129 de la Constitution ; | Gelet op de artikelen 127 tot 129 van de Grondwet, |
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | |
Vu la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, | instellingen, inzonderheid gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 |
modifiée notamment par les lois spéciales du 8 août 1988, du 5 mai | |
1993, du 16 juillet 1993, du 13 juillet 2001, du 12 août 2003, du 19 | augustus 1988, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 13 juli 2001, 12 augustus |
juillet 2012 et du 6 janvier 2014 ; | 2003, 19 juli 2012 en 6 januari 2014; |
Vu le décret spécial du 3 avril 2014 relatif aux compétences de la | Gelet op het bijzonder decreet van 3 april 2014 betreffende de |
Communauté française dont l'exercice est transféré à la Région | bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening naar het |
wallonne et à la Commission communautaire française ; | Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie wordt overgedragen; |
Vu le décret spécial du 13 juillet 1999 visant à augmenter le nombre | Gelet op het bijzonder decreet van 13 juli 1999 houdende verhoging van |
maximum de membres du Gouvernement de la Communauté française ; | het maximumaantal leden van de Regering van de Franse Gemeenschap; |
Considérant qu'il convient de permettre au Gouvernement de fonctionner | Overwegende dat de Regering de mogelijkheid moet worden geboden om zo |
de la façon la plus efficace possible ; | doeltreffend mogelijk te kunnen werken; |
Vu l'urgence spécialement motivée par la nécessité qu'a le | Gelet op de bijzonder dringende noodzakelijkheid, voor de Regering van |
Gouvernement de la Communauté française, constitué en application de | de Franse Gemeenschap, samengesteld met toepassing van artikel 60 van |
l'article 60 de la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 | de voormelde bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
août 1980 précitée, d'assurer la continuité du service public ; | instellingen, te zorgen voor de continuïteit van de openbare dienst; |
Sur proposition du Ministre-Président, | Op de voordracht van de Minister-President; |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Au sens du présent arrêté, il faut entendre par : |
Artikel 1.In de zin van dit besluit, dient te worden verstaan onder : |
1° « Ministre » : un Ministre, Membre du Gouvernement de la Communauté | 1° "Minister" : een Minister, Lid van de Regering van de Franse |
française ; | Gemeenschap; |
2° "Wet" : de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | |
2° « Loi » : la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août | instellingen, inzonderheid gewijzigd bij de wetten van 8 augustus |
1980, modifiée notamment par les lois du 8 août 1988, du 5 mai 1993, | |
du 16 juillet 1993, du 13 juillet 2001, du 12 août 2003, du 19 juillet | 1988, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 13 juli 2001 en 12 augustus 2003, 19 |
2012 et du 6 janvier 2014 ; | juli 2012 en 6 januari 2014; |
3° « Décret » : le décret spécial du 3 avril 2014 relatif aux | 3° "Decreet" : het bijzonder decreet van 3 april 2014 betreffende de |
compétences de la Communauté française dont l'exercice est transféré à | bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening naar het |
la Région wallonne et à la Commission communautaire française. | Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie wordt overgedragen. |
Art. 2.Rudy Demotte, Ministre-Président, est compétent pour : |
Art. 2.Rudy Demotte, Minister-President, is bevoegd voor : |
1° la coordination de la politique du Gouvernement et celle de sa | 1° de coördinatie van het regeringsbeleid en van de mededelingen in |
communication ; | verband daarmee; |
2° les relations intra-belges, en ce compris la saisine du Comité de | 2° de intra-Belgische betrekkingen, met inbegrip van het aanhangig |
concertation Gouvernement fédéral, Gouvernements des Communautés et | maken van vraagstukken bij het Overlegcomité Federale Regering - |
des Régions, le fonctionnement des institutions et les relations avec | Regering van de Gemeenschappen en Gewesten, de werking van de |
le Parlement ; | instellingen, en de betrekkingen met het Parlement; |
3° les relations internationales, en ce compris les relations avec les | 3° de internationale betrekkingen, met inbegrip van de betrekkingen |
institutions européennes et la coopération au développement telle que | met de Europese instellingen, en de ontwikkelingssamenwerking zoals |
visée à l'article 6ter de la loi ; | bedoeld in artikel 6 ter van de wet; |
4° la demande d'ordonner des poursuites, la participation à | 4° het verzoek om vervolgingen te bevelen, de deelneming aan de |
l'élaboration des directives de politique criminelle et la | uitwerking van de bindende richtlijnen van het strafrechtelijk beleid |
participation aux réunions du collège des procureurs généraux, telles | en de deelneming aan de vergaderingen van het College van |
que visées à l'article 11bis de la loi ; | procureurs-generaal, zoals bedoeld in artikel 11bis van de wet; |
5° la coordination des dossiers relatifs aux fonds structurels | 5° de coördinatie van de dossiers betreffende de Europese |
européens, de leur mise en oeuvre et de leur évaluation, y compris les | structuurfondsen, de toepassing en de evaluatie ervan, met inbegrip |
relations avec les institutions européennes, nationales et régionales ; | van de betrekkingen met de Europese, nationale en gewestinstellingen; |
6° l'évaluation, la prospective et la statistique ; | 6° de evaluatie, de prospectie en de statistiek; |
7° la répartition des moyens reçus de la Loterie Nationale ; | 7° de verdeling van de middelen uit de Nationale Loterij; |
8° les hôpitaux universitaires, tels que visés à l'article 3, 6°, a), | 8° de universitaire ziekenhuizen, zoals bedoeld in artikel 3, 6°, a), |
du décret, et les conventions de revalidation conclues avec les | van het decreet, en de revalidatieovereenkomsten die met de |
hôpitaux universitaires, telles que visées à l'article 3, 6°, b), du décret ; | universitaire ziekenhuizen worden gesloten, zoals bedoeld in artikel 3, 6°, b), van het decreet; |
9° l'Académie royale de Médecine, telle que visée à l'article 3, 6°, | 9° de "Académie royale de Médecine", zoals bedoeld in artikel 3, 6°, |
c), du décret ; | c), van het decreet; |
10° l'agrément et le contingentement des professions des soins de santé ; | 10° de erkenning en de contingentering van de gezondheidszorgberoepen; |
11° la Société scientifique de médecine générale ; | 11° de "Société scientifique de médecine générale"; |
12° la coordination de la politique du Gouvernement relative à la | 12° de coördinatie van het regeringsbeleid betreffende de |
réalisation des droits de l'enfant. | verwezenlijking van de rechten van het kind. |
Art. 3.Alda Greoli, Vice-Présidente et Ministre de la Culture et de |
Art. 3.Alda Greoli, Vice-President en Minister van Cultuur en Jong |
l'Enfance, est compétente pour : | Kind, is bevoegd voor : |
1° les matières culturelles, telles que visées à l'article 4, 1°, 3°, | 1° de culturele aangelegenheden, zoals bedoeld in artikel 4, 1°, 3°, |
4°, 5°, 8°, 10°, 13°, de la loi, en ce compris le cinéma ; | 4°, 5°, 8°, 10°, 13°, van de wet, met inbegrip van de filmsector; |
2° le contrôle des films, en vue de l'accès des mineurs aux salles de | 2° de filmkeuring, met het oog op de toegang van minderjarigen tot |
spectacle cinématographique, tel que visé à l'article 5, V, de la loi ; | bioscoopzalen, zoals bedoeld in artikel 5, V, van de wet; |
3° la politique de santé qui relève des missions confiées à l'Office | 3° het gezondheidsbeleid, dat behoort tot de opdrachten die aan de |
de la naissance et de l'enfance, telle que visée à l'article 3, 6°, | "Office de la naissance et de l'enfance" worden toegewezen, zoals |
f), du décret ; | bedoeld in artikel 3, 6°, f), van het decreet; |
4° l'aide aux personnes qui relève des missions confiées à l'Office de | 4° de bijstand aan personen, die behoort tot de opdrachten die aan de |
la naissance et de l'enfance, telle que visée à l'article 3, 7°, a), | "Office de la naissance et de l'enfance" worden toegewezen, zoals |
du décret ; | bedoeld in artikel 3, 7°, a) van het decreet; |
5° les centres de vacances, pour ce qui concerne les matières définies | 5° de vakantiecentra, inzonderheid voor de aangelegenheden bepaald in |
aux articles 4, 7°, 12°, 14°, et 5 de la loi, sans préjudice de | de artikelen 4, 7°, 12°, 14°, en 5 van de wet, onverminderd artikel |
l'article 138 de la Constitution et des décrets pris en exécution de | 138 van de Grondwet en de ter uitvoering ervan aangenomen decreten; |
celui-ci ; 6° les activités et services de médecine préventive destinés aux | 6° de activiteiten en diensten inzake preventieve geneeskunde, bestemd |
nourrissons, aux enfants, aux élèves et aux étudiants, tels que visés | voor zuigelingen, kinderen, leerlingen en studenten, zoals bedoeld in |
à l'article 3, 6°, e), du décret ; | artikel 3, 6°, e), van het decreet; |
7° l'accueil de l'enfance ; | 7° de kinderopvang; |
8° L'Office de la naissance et de l'enfance. | 8° de "Office de la naissance et de l'enfance"; |
Art. 4.Jean-Claude Marcourt, Vice-Président et Ministre de |
Art. 4.Jean-Claude Marcourt, Vice-President en Minister van Hoger |
l'Enseignement supérieur, de la Recherche et des Médias, est compétent pour : | Onderwijs, Onderzoek en Media, is bevoegd voor : |
1° l'enseignement supérieur, en ce compris : | 1° het hoger onderwijs, met inbegrip van : |
a. l'enseignement universitaire ; | a. het universitair onderwijs, |
b. l'enseignement supérieur non universitaire, de type court et de | b. het niet-universitair hoger onderwijs, van het korte type en het |
type long ; | lange type; |
c. l'enseignement artistique de niveau supérieur, y compris les | c. het kunstonderwijs van het hogere niveau, met inbegrip van de |
conservatoires ; | conservatoria; |
d. les statuts du personnel de l'enseignement supérieur ; | d. de statuten van het personeel van het hoger onderwijs; |
2° les allocations et prêts d'études ; | 2° de studietoelagen en -leningen; |
3° les aspects de contenu et techniques des services de médias | 3° de inhoudelijke en technische aspecten van de audiovisuele en de |
audiovisuels et sonores, tels que visés à l'article 4, 6°, de la loi, | auditieve mediadiensten, zoals bedoeld in artikel 4, 6° van de wet, |
à l'exception de l'émission des communications du Gouvernement fédéral | met uitzondering van het uitzenden van mededelingen van de federale |
; | regering; |
4° le soutien à la presse écrite, tel que visé à l'article 4, 6° bis, | 4° de hulp aan de geschreven pers, zoals bedoeld in artikel 4, 6° bis, |
de la loi ; | van de wet; |
5° la recherche scientifique, en ce compris l'encouragement à la | 5° het wetenschappelijk onderzoek, met inbegrip van de aanmoediging |
formation des chercheurs tel que visé à l'article 4, 2°, de la loi ; | van de vorming van navorsers, zoals bedoeld in artikel 4, 2°, van de |
6° les crédits de recherches fondamentales provenant des S.P.P.S., de | wet; 6° de kredieten voor fundamenteel onderzoek, afkomstig uit de Diensten |
voor Programmatie van het Wetenschapsbeleid, uit Volksgezondheid en | |
la Santé publique, des Affaires économiques et ceux destinés au | Economische Zaken, en de kredieten bestemd voor het Nationaal Fonds |
voor Wetenschappelijk Onderzoek en het Instituut tot Aanmoediging van | |
F.N.R.S. et au F.R.I.A. ; | het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw; |
7° l'Académie royale des Sciences. | 7° de "Académie royale des Sciences". |
Art. 5.Rachid Madrane, Ministre de l'Aide à la jeunesse, des Maisons |
Art. 5.Rachid Madrane, Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, |
de justice, des Sports et de la Promotion de Bruxelles, chargé de la | Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, belast met het toezicht |
tutelle sur la Commission communautaire française de la Région de | op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk |
Bruxelles-Capitale, est compétent pour : | Gewest, is bevoegd voor : |
1° l'aide aux personnes telle que visée à l'article 3, 7°, b) à f), du | 1° de bijstand aan personen, zoals bedoeld in artikel 3, 7°, b) tot f) |
décret ; | van het decreet; |
2° l'organisation, le fonctionnement et les missions des maisons de | 2° de organisatie, de werking en de opdrachten van de justitiehuizen |
justice et du service compétent pour assurer la mise en oeuvre et le | en van de bevoegde dienst die de uitwerking en de opvolging van het |
suivi de la surveillance électronique, tels que visés à l'article 5, | elektronisch toezicht verzekert, zoals bedoeld in artikel 5, III, van |
III, de la loi ; | de wet; |
3° le financement des infrastructures touristiques sur le territoire | 3° de financiering van de toeristische infrastructuur op het |
de la Région bilingue de Bruxelles-Capitale ; | grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad; |
4° la promotion de Bruxelles au niveau national et international ; | 4° de promotie van Brussel op nationaal en internationaal niveau; |
5° la tutelle sur la Commission communautaire française de la Région | 5° het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse |
de Bruxelles-Capitale ; | Hoofdstedelijk Gewest. |
6° l'éducation physique, les sports et la vie en plein air, tels que | 6° de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven, zoals |
visés à l'article 4, 9°, de la loi ; | bedoeld in artikel 4, 9°, van de wet; |
7° le contrôle médico-sportif, tel que visé à l'article 3, 6°, g), du | 7° de sportmedische keuring, zoals bedoeld in artikel 3, 6°, g) van |
décret. | het decreet. |
Art. 6.Marie-Martine Schyns, Ministre de l'Education, est compétente |
Art. 6.Marie-Martine Schyns, Minister van Onderwijs, is bevoegd voor |
pour : | : |
1° l'enseignement, tel que défini à l'article 127, § 1er, alinéa 1er, | 1° het onderwijs, zoals bepaald in artikel 127, § 1, eerste lid, 2°, |
2°, de la Constitution, à l'exception de l'enseignement de promotion | van de Grondwet, met uitzondering van het onderwijs voor sociale |
sociale, en ce compris : | promotie, met inbegrip van : |
a. l'enseignement fondamental ; | a. het basisonderwijs; |
b. l'enseignement secondaire ; | b. het secundair onderwijs; |
c. la matière définie à l'article 4, 11°, de la loi à l'exception des | c. de aangelegenheid bepaald in artikel 4, 11°, van de wet, met |
missions confiées à l'Office de la naissance et de l'enfance ; | uitzondering van de opdrachten toevertrouwd aan de "Office de la naissance et de l'enfance"; |
d. la reconversion et le recyclage professionnels ; | d. de beroepsomscholing en - bijscholing; |
e. l'enseignement artistique à horaires réduits ; | e. het kunstonderwijs met beperkt leerplan; |
f. l'enseignement artistique de niveau secondaire ; | f. het kunstonderwijs van het secundair niveau; |
g. l'inspection de l'enseignement ; | g. de inspectie van het onderwijs; |
h. les activités parascolaires, les auxiliaires de l'enseignement et | h. de bijschoolse activiteiten, de hulpmiddelen voor het onderwijs en |
l'information ; | de informatie; |
i. la formation postscolaire et parascolaire, telle que visée à | i. de post- en parascolaire vorming, zoals bedoeld in artikel 4, 12°, |
l'article 4, 12°, du décret ; | van het decreet; |
j. les statuts des personnels de l'enseignement obligatoire, à | j. de statuten van het personeel van het leerplichtonderwijs, met |
l'exception de l'enseignement supérieur ; | uitzondering van het personeel van het hoger onderwijs; |
k. la formation intellectuelle, morale et sociale, telle que visée à | k. de intellectuele, morele en sociale vorming, zoals bedoeld in |
l'article 4, 14°, du décret ; | artikel 4, 14°, van het decreet; |
l. les centres psycho-médico-sociaux ; | l. de psycho-medisch-sociale centra; |
m. l'enseignement spécialisé ; | m. het gespecialiseerd onderwijs; |
n. les écoles européennes ; l'orientation scolaire | n. de Europese scholen; de schooloriëntatie; |
o. le pilotage interréseaux. | o. de netoverschrijdende sturing; |
2° les bâtiments scolaires. | 2° de schoolgebouwen. |
Art. 7.André Flahaut, Ministre du Budget, de la Fonction publique et |
Art. 7.André Flahaut, Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en |
de la Simplification administrative, est compétent pour : | Administratieve Vereenvoudiging, is bevoegd voor : |
1° le budget, les finances et la trésorerie ; | 1° de begroting, de financiën en de thesaurie; |
2° la fonction publique et l'administration ; | 2° de ambtenarenzaken en het bestuur; |
3° la simplification administrative ; | 3° de administratieve vereenvoudiging; |
4° l'e-gouvernement et l'informatique administrative ; | 4° het e-government en de administratieve informatica; |
5° l'implantation des services et organismes, ainsi que la gestion | 5° de vestiging van de diensten en instellingen, alsook het beheer van |
immobilière ; | onroerende zaken; |
6° l'authentification des actes à caractère immobilier tels que visés | 6° het authenticeren van de handelingen met een onroerend karakter, |
à l'article 6quinquies de la loi. | zoals bedoeld in artikel 6quinquies van de wet. |
Art. 8.Isabelle Simonis, Ministre de l'Enseignement de promotion |
Art. 8.Isabelle Simonis, Minister van Onderwijs voor sociale |
sociale, de la Jeunesse, des Droits des femmes et de l'Egalité des chances, est compétente pour : | promotie, Jeugd, Vrouwenrechten en Gelijke Kansen, is bevoegd voor : |
1° l'enseignement de promotion sociale ; | 1° het onderwijs voor sociale promotie; |
2° la politique de la jeunesse, telle que visée à l'article 4, 7°, de | 2° het jeugdbeleid, zoals bedoeld in artikel 4, 7° van de wet; |
la loi ; 3° les statuts des personnels de promotion sociale ; | 3° de statuten van het personeel van het onderwijs voor sociale promotie; |
4° les droits des femmes ; | 4° de rechten van de vrouw; |
5° l'égalité des chances et l'interculturalité ; | 5° de gelijke kansen en de interculturaliteit; |
6° l'enseignement à distance. | 6° het afstandsonderwijs. |
Art. 9.Les projets de décrets et les arrêtés délibérés en |
Art. 9.De ontwerpen van decreet en de in de Regering overlegde |
Gouvernement sont signés par le Ministre qui a dans ses attributions | besluiten worden ondertekend door de Minister bevoegd voor de |
la matière qui fait l'objet du projet de décret ou de l'arrêté. | aangelegenheid waarop het ontwerp van decreet of het besluit |
betrekking heeft. | |
Les arrêtés et décisions du Gouvernement, en matière de Fonction | De besluiten en beslissingen van de Regering, voor de ambtenarenzaken |
publique des organismes d'intérêt public, sont signés, conjointement, | van de instellingen van openbaar nut, worden gezamenlijk ondertekend |
par le Ministre chargé de la Fonction publique et le ou les | door de Minister belast met ambtenarenzaken en de Minister(s) die het |
Ministre(s) exerçant la tutelle sur les organismes d'intérêt public | toezicht uitoefent/uitoefenen op de betrokken instellingen van |
concernés. | openbaar nut. |
Les arrêtés et décisions du Gouvernement, en matière de statut des | De besluiten en beslissingen van de Regering, inzake het statuut van |
personnels de l'Enseignement, sont cosignés par les Ministres | het onderwijspersoneel, worden gezamenlijk ondertekend door de |
responsables. | verantwoordelijke Ministers. |
Art. 10.Dans le cas où une délégation a été accordée, conformément à l'arrêté portant règlement du fonctionnement du Gouvernement, les arrêtés sont signés par le Ministre auquel cette délégation a été accordée. En cas d'absence ou d'empêchement d'un Ministre, celui-ci peut désigner le Ministre habilité à signer en son nom et pour son compte. Art. 11.La signature des décrets et arrêtés peut reprendre, dans le titre du Ministre, la seule mention relative à la matière qui fait l'objet des décrets et arrêtés. Les décrets et arrêtés du Gouvernement sont contresignés par le Ministre-Président. |
Art. 10.Ingeval een delegatie werd verleend overeenkomstig het besluit houdende regeling van de werking van de Regering, worden de besluiten ondertekend door de Minister aan wie deze delegatie werd verleend. Bij afwezigheid of verhindering van een minister, kan deze de Minister aanwijzen die ertoe wordt gemachtigd in zijn naam en voor zijn rekening te ondertekenen. Art. 11.De ondertekening van de decreten en besluiten kan, in de titel van de Minister, alleen de vermelding bevatten van de aangelegenheid waarop de decreten en besluiten betrekking hebben. De decreten en besluiten van de Regering worden door de Minister-President medeondertekend. |
Art. 12.L'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 22 |
Art. 12.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 |
juillet 2014 fixant la répartition des compétences entre les Ministres | juli 2014 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder |
du Gouvernement de la Communauté française est abrogé. | de Ministers en tot regeling van de ondertekening van de akten van de |
Art. 13.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa signature. |
Regering wordt opgeheven. Art. 13.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt |
Art. 14.Les Ministres sont chargés, chacun pour ce qui les concerne, |
ondertekend. Art. 14.De Ministers worden, ieder wat hem of haar betreft, belast |
de l'exécution du présent arrêté. | met de uitvoering van dit besluit. |
Bruxelles, le 18 avril 2016. | Brussel, 18 april 2016. |
Le Ministre-Président, | De Minister-President, |
R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
La Vice-Présidente et Ministre de la Culture et de l'Enfance, | De Vice-President en Minister van Cultuur en Kind, |
Mme A. GREOLI | Mevr. A. GREOLI |
Le Vice-Président et Ministre de l'Enseignement supérieur, des Médias | De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, Media en |
et de la Recherche scientifique, | Wetenschappelijk Onderzoek, |
J.-Cl. MARCOURT | J.-Cl. MARCOURT |
Le Ministre de l'Aide à la jeunesse, des Maisons de justice, des | De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en |
Sports et de la Promotion de Bruxelles, chargé de la tutelle sur la | Promotie van Brussel, belast met het toezicht op de Franse |
Commission communautaire française de la Région de Bruxelles-Capitale, | Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, |
R. MADRANE | R. MADRANE |
La Ministre de l'Education, | De Minister van Onderwijs, |
Mme M.-M. SCHYNS | Mevr. M.-M. SCHYNS |
Le Ministre du Budget, de la Fonction publique et de la Simplification | De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve |
administrative, | Vereenvoudiging, |
A. FLAHAUT | A. FLAHAUT |
La Ministre de l'Enseignement de promotion sociale, de la Jeunesse, | De Minister van Onderwijs voor sociale promotie, Jeugd, Vrouwenrechten |
des Droits des femmes et de l'Egalité des chances, | en Gelijke Kansen, |
Mme I. SIMONIS | Mevr. I. SIMONIS |