Arrêté du Gouvernement de la Communauté française fixant la répartition des compétences entre les Ministres du Gouvernement de la Communauté française | Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap |
---|---|
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE | MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP |
10 JUIN 2003. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française | 10 JUNI 2003. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot |
fixant la répartition des compétences entre les Ministres du | vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers |
Gouvernement de la Communauté française (1) | van de Regering van de Franse Gemeenschap |
Le Gouvernement de la Communauté française, | De Regering van de Franse Gemeenschap, |
Vu les articles 127 et 129 de la Constitution; | Gelet op de artikelen 127 en 129 van de Grondwet; |
Vu la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
modifiée par la loi du 8 août 1988 et la loi spéciale du 16 juillet | instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de |
1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, spécialement | bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale |
l'article 1er; | staatsstructuur, inzonderheid op artikel 1; |
Vu le décret spécial du 13 juillet 1999 visant à augmenter le nombre | Gelet op het bijzonder decreet van 13 juli 1999 houdende verhoging van |
maximum de membres du Gouvernement de la Communauté française en | het maximumaantal Regeringsleden ter uitvoering van de artikelen 123, |
exécution des articles 123, § 2, de la Constitution et 63, § 4, de la | § 2, van de Grondwet en 63, § 4, van de bijzondere wet tot hervorming |
loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, telle que | der instellingen van 8 augustus 1980, zoals gewijzigd bij de wet van 8 |
modifiée par la loi du 8 août 1988 et la loi spéciale du 16 juillet | augustus 1988 en de bijzondere wet van 16 juli 1993; |
1993; Vu l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 22 juillet | Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 |
1999 fixant la répartition des compétences entre les Ministres du | juli 1999 tot verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers van de |
Franse Gemeenschapsregering, zoals gewijzigd; | |
Gouvernement de la Communauté française, tel que modifié; | Op de voordracht van de Minister-President; |
Sur proposition du Ministre-Président; | Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap |
Vu la délibération du Gouvernement de la Communauté française du 10 juin 2003, | van 10 juni 2003, |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Au sens du présent arrêté, il faut entendre par : |
Artikel 1.In de zin van dit besluit, dient te worden verstaan onder : |
1. « Ministre » : un Ministre, Membre du Gouvernement de la Communauté | 1. « Minister » : een Minister, Lid van de Regering van de Franse |
française; | Gemeenschap; |
2. « Loi spéciale » : la loi spéciale de réformes institutionnelles du | 2. « Bijzondere wet » : de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot |
8 août 1980, modifiée par la loi du 8 août 1988 et la loi spéciale du | hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 |
16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, | en de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de |
spécialement l'article 1er. | federale staatsstructuur, inzonderheid op artikel 1. |
Art. 2.M. Hervé Hasquin, Ministre-Président, chargé des Relations |
Art. 2.De heer Hervé Hasquin, Minister-President, belast met de |
internationales, est compétent pour : | Internationale Betrekkingen, is bevoegd voor : |
1 ° la coordination de la politique gouvernementale; | 1° de coördinatie van het beleid van de Regering; |
2° les relations intra-belges; | 2° de intra-Belgische betrekkingen; |
3° la saisine, au nom du Gouvernement, du Comité de concertation | 3° het aanhangig maken van conflicten, in naam van de Regering, bij |
Gouvernement fédéral-Gouvernement des Communautés et des Régions; | het Overlegcomité Federale Regering- Regering van de Gemeenschappen en Gewesten; |
4° les relations avec le Parlement; | 4° de betrekkingen met het Parlement; |
5° les relations européennes et internationales; | 5° de Europese en internationale betrekkingen; |
6° la politique dans le domaine de l'égalité des chances; | 6° het beleid inzake gelijke kansen; |
7° la gestion des bâtiments administratifs. | 7° het beheer van de administratieve gebouwen. |
Art. 3.M. Rudy Demotte, Ministre de la Culture, du Budget, de la |
Art. 3.De heer Rudy Demotte, Minister van Cultuur, Begroting, |
Fonction publique, de la Jeunesse et des Sports est compétent pour : | Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, is bevoegd voor : |
1° le budget et les finances de la Communauté française; | 1° de begroting en de financiën van de Franse Gemeenschap; |
2° le patrimoine culturel, les musées et les autres institutions | 2° het cultureel patrimonium, de musea en de andere culturele |
scientifiques culturelles; | wetenschappelijke instellingen; |
3° les monuments, les sites et les fouilles, en compétences | 3° de monumenten, landschappen en opgravingen, in gecoördineerd |
coordonnées avec le Ministre de l'Economie de la Région wallonne; | overleg met de Minister van Economie van het Waalse Gewest; |
4° les sports et l'animation culturelle; | 4° sport en culturele animatie; |
5° la coordination avec la Région wallonne, en matière de patrimoine, | 5° coördinatie met het Waalse Gewest op het gebied van patrimonium, |
tourisme et sports; | toerisme en sport; |
6° la politique de la jeunesse; | 6° het jeugdbeleid; |
7° l'éducation permanente et l'animation culturelle; | 7° de permanente opvoeding en de culturele animatie; |
8° la fonction publique; | 8° ambtenarenzaken; |
9° la fonction publique des organismes d'intérêt public; | 9° ambtenarenzaken voor de instellingen van openbaar nut; |
10° l'informatique administrative; | 10° administratieve informatica; |
11° les centres d'expression et de créativité; | 11° de centra voor expressie en creativiteit; |
12° les statuts des personnels de l'enseignement. | 12° de statuten van het onderwijspersoneel. |
Art. 4.M. Jean-Marc Nollet, Ministre de l'Enfance, chargé de |
Art. 4.De heer Jean-Marc Nollet, Minister van Kinderwelzijn, belast |
l'Enseignement fondamental, de l'accueil et des missions confiées à | met het basisonderwijs, de opvang en de opdrachten toegewezen aan de |
l'O.N.E., est compétent pour : | O.N.E., is bevoegd voor : |
1° l'enseignement, tel que défini à l'article 127, § 1er, alinéa 1er, | 1° het onderwijs, zoals bepaald in artikel 127, § 1, lid 1, 2°, van de |
2°, de la Constitution, dans les matières suivantes | Grondwet, voor de volgende aangelegenheden : |
a) l'enseignement fondamental; | a) het basisonderwijs; |
b) le programme d'urgence pour les bâtiments scolaires de | b) het urgentieprogramma voor de schoolgebouwen van het basisonderwijs |
l'enseignement fondamental et de l'enseignement secondaire organise ou | en het secundair onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt |
subventionné par la Communauté française; | georganiseerd of gesubsidieerd; |
c) le Fonds de garantie des bâtiments scolaires de l'enseignement | c) het waarborgfonds voor schoolgebouwen van het officieel en vrij |
subventionné officiel et libre; | gesubsidieerd onderwijs; |
d) le programme de travaux de première nécessité en faveur des | d) het programma voor dringende werken voor de schoolgebouwen van het |
bâtiments scolaires de l'enseignement fondamental et de l'enseignement | basisonderwijs en van het secundair onderwijs die door de Franse |
secondaire organisés ou subventionnés par la Communauté française; | Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd; |
2° la matière définie à l'article 4, 11°, de la loi spéciale; | 2° de aangelegenheid bepaald in artikel 4, 11°, van de bijzondere wet; |
3° les centres de vacances, notamment pour ce qui conceme les matières | 3° de vakantiecentra, inzonderheid voor de aangelegenheden bepaald in |
définies aux articles 4 et 5 de la loi spéciale et ce, sans préjudice | de artikelen 4 en 5 van de bijzondere wet, onverminderd artikel 138 |
de l'article 138 de la Constitution et des décrets pris en exécution de celui-ci; | van de Grondwet en de decreten genomen ter uitvoering van dat artikel; |
4° l'Office de la Naissance et de l'Enfance (O.N.E.); | 4° de « Office de la Naissance et de l'Enfance » (O.N.E.); |
5° l'accueil de l'Enfance. | 5° de opvang van het kleine kind. |
Art. 5.Monsieur Pierre Hazette, Ministre de l'Enseignement secondaire |
Art. 5.De heer Pierre Hazette, Minister van Secundair Onderwijs en |
et de l'Enseignement spécial, est compétent pour : | Buitengewoon Onderwijs, is bevoegd voor : |
1° l'enseignement secondaire; | 1° het secundair onderwijs; |
2° l'enseignement artistique de niveau secondaire; | 2° het kunstonderwijs van het secundair niveau; |
3° l'inspection de l'enseignement; | 3° de inspectie van het onderwijs; |
4° les activités parascolaires, les auxiliaires de l'enseignement et | 4° de bijschoolse activiteiten, de hulpmiddelen voor het onderwijs en |
l'information; | informatie; |
5° la formation postscolaire et parascolaire; | 5° naschoolse en bijschoolse opleiding; |
6° la formation intellectuelle, morale et sociale; | 6° intellectuele, morele en sociale vorming; |
7° les centres psycho-médico-sociaux; | 7° de psycho-medisch-sociale centra; |
8° la tutelle sur les sociétés publiques d'administration des | 8° het toezicht op de openbare maatschappijen voor het bestuur van de |
bâtiments scolaires; | schoolgebouwen; |
9° les bâtiments scolaires à l'exception du Fonds des bâtiments | 9° de schoolgebouwen, met uitzondering van het Fonds voor |
scolaires de l'enseignement officiel subventionné, du Fonds de | schoolgebouwen van het gesubsidieerd officieel onderwijs, het |
garantie des bâtiments scolaires de l'enseignement subventionné | Waarborgfonds voor schoolgebouwen van het officieel en vrij |
officiel et libre, et du programme d'urgence pour les bâtiments | gesubsidieerd onderwijs, en het urgentieprogramma voor de |
scolaires de l'enseignement fondamental et de l'enseignement | schoolgebouwen van het basisonderwijs en het secundair onderwijs die |
secondaire organisé ou subventionné par la Communauté française; | door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd; |
10° l'enseignement spécial; | 10° het buitengewoon onderwijs; |
11° les écoles européennes; | 11° de Europese scholen; |
12° le centre d'orientation scolaire; | 12° het centrum voor schooloriëntatie; |
13° le pilotage interréseaux. | 13° netoverschrijdende sturing. |
Art. 6.Mme Françoise Dupuis, Ministre de l'Enseignement supérieur, de |
Art. 6.Mevrouw Françoise Dupuis, Minister van Hoger Onderwijs, |
l'Enseignement de promotion sociale et de la Recherche scientifique, | Onderwijs voor sociale promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, is |
est compétente pour : | bevoegd voor : |
1 ° l'enseignement universitaire; | 1° het universitair onderwijs; |
2° la recherche scientifique; | 2° het wetenschappelijk onderzoek; |
3° les crédits de recherches fondamentales provenant des S.P.P.S., de la Santé publique, des Affaires économiques et ceux destinés au F.N.R.S. et à l'I.R.S.I.A.; 4° l'enseignement supérieur non universitaire, de type court et de type long; 5° l'enseignement artistique de niveau supérieur, y compris les conservatoires; 6° les allocations et prêts d'études; 7° l'encouragement à la formation des chercheurs; | 3° de kredieten voor wetenschappelijk onderzoek, afkomstig uit de Diensten voor Programmatie van het Wetenschapsbeleid, uit Volksgezondheid en Economische Zaken, en de kredieten bestemd voor het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek en het Instituut tot Aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw; 4° het niet-universitair hoger onderwijs, van het korte en lange type; 5° het kunstonderwijs van het hogere niveau, met inbegrip van de conservatoria; 6° de studietoelagen en -leningen; 7° de aanmoediging van de opleiding van onderzoekers; |
8° la tutelle sur la Commission communautaire française de la Région | 8° het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels |
de Bruxelles-Capitale; | Hoofdstedelijk Gewest; |
9° les recherches en éducation; | 9° onderzoek op het gebied van opvoeding; |
10° le Fonds des bâtiments scolaires de l'enseignement officiel | 10° het Fonds voor schoolgebouwen van het gesubsidieerd officieel |
subventionné; | onderwijs; |
11° l'Académie royale des Sciences; | 11° de « Académie royale des sciences »; |
12° la promotion sociale; | 12° de sociale promotie; |
13° la reconversion et le recyclage professionnels; | 13° de beroepsomscholing en -bijscholing; |
14° l'enseignement à distance, l'enseignement artistique à horaires | 14° het afstandsonderwijs, het kunstonderwijs met beperkt leerplan, |
réduits, l'enseignement de promotion sociale. | het onderwijs voor sociale promotie. |
Art. 7.M. Daniel Ducarme, Ministre des Arts et des Lettres et de |
Art. 7.De heer Daniel Ducarme, Minister van Kunsten en Letteren en |
l'Audiovisuel, est compétent pour : | van de Audiovisuele Sector, is bevoegd voor : |
1° la radiodiffusion et la télévision, à l'exception de l'émission des | 1° de radio-omroep en de televisie, met uitzondering van het uitzenden |
communications du Gouvernement fédéral; | van mededelingen van de Federale Regering; |
2° le soutien à la presse écrite; | 2° hulp aan de geschreven pers; |
3° la médiathèque et services similaires; | 3° de mediatheek en de soortgelijke diensten; |
4° l'aide au cinéma. | 4° steun aan de filmsector; |
5° les matières culturelles, telles que : | 5° de culturele aangelegenheden, zoals : |
a) les beaux arts; | a) de schone kunsten; |
b) la défense et l'illustration de la langue; | b) de bescherming en de luister van de taal; |
c) les bibliothèques; | c) de bibliotheken; |
d) la formation artistique. | d) de artistieke vorming. |
Art. 8.Mme Nicole Maréchal, Ministre de l'Aide à la Jeunesse et de la |
Art. 8.Mevr. Nicole Marechal, Minister van Hulpverlening aan de Jeugd |
Santé, est compétente pour les matières suivantes : | en Gezondheid, is bevoegd voor de volgende aangelegenheden : |
1° la politique de la santé visée à l'article 5, § 1er, 1, de la loi | 1° het gezondheidsbeleid bedoeld in artikel 5, § 1, I, van de |
spéciale, à l'exception des missions confiées à l'Office de la | bijzondere wet, met uitzondering van de opdrachten toegewezen aan de « |
Naissance et de l'Enfance et ce, sans préjudice de l'article 138 de la | Office de la Naissance et de l'Enfance », onverminderd artikel 138 van |
Constitution et des décrets pris en exécution de celui-ci; | de Grondwet en de ter uitvoering van dat artikel aangenomen decreten. |
2° l'aide aux personnes visée à l'article 5, § 1er, 11, de la loi | 2° de bijstand aan personen bedoeld in artikel 5, § 1, II, van de |
spéciale à l'exception des missions confiées à l'Office de la | bijzondere wet, met uitzondering van de opdrachten toegewezen aan de « |
Naissance et de l'Enfance et ce, sans préjudice de l'article 138 de la | Office de la Naissance et de l'Enfance », onverminderd artikel 138 van |
Constitution et des décrets pris en exécution de celui-ci. | de Grondwet en de ter uitvoering van dat artikel aangenomen decreten. |
Art. 9.Chaque Ministre du Gouvernement est compétent pour les |
Art. 9.Iedere Minister van de Regering is bevoegd voor het toegepast |
matières de recherche scientifique appliquée dans les limites de ses | wetenschappelijk onderzoek binnen de perken van zijn respectievelijke |
attributions. | bevoegdheden. |
Chaque Ministre a autorité sur le personnel de l'Administration | Iedere Minister oefent het gezag uit op het personeel van het bestuur |
relevant de ses attributions. | dat onder zijn bevoegdheden ressorteert. |
Art. 10.Les projets de décret et les arrêtés, délibérés en |
Art. 10.De ontwerpen van decreet en de in de Regering overlegde |
Gouvernement, sont signés par le Ministre qui a, dans ses | besluiten worden ondertekend door de Minister tot wiens bevoegdheid de |
attributions, la matière qui fait l'objet du projet de décret ou | aangelegenheid waarop het ontwerp van decreet of besluit betrekking |
heeft, behoort. | |
l'arrêté. Les arrêtés et décisions du Gouvernement, en matière de | De besluiten en beslissingen van de Regering, inzake ambtenarenzaken |
Fonction publique des organismes d'intérét public, sont signés, | van de instellingen van openbaar nut, worden gezamenlijk ondertekend |
conjointement, par le Ministre chargé de la Fonction publique et le ou | door de Minister belast met ambtenarenzaken en de Minister(s) die het |
les Ministre(s) exerçant la tutelle sur les organismes d'intérét | toezicht uitoefent/uitoefenen op de betrokken instellingen van |
public concernés. | openbaar nut. |
Les arrêtés et décisions du Gouvernement, en matière de statut des | De besluiten en beslissingen van de Regering, inzake statuut van het |
personnels de l'Enseignement, sont signés, conjointement, par le | onderwijspersoneel, worden gezamenlijk ondertekend door de Minister |
Ministre chargé de la Fonction publique et le ou les Ministre(s) | belast met ambtenarenzaken en de Minister(s) bevoegd voor het/de |
compétent(s) pour le(s) niveau(x) d'Enseignement concerné(s). | betrokken onderwijsniveau(s). |
Art. 11.Dans le cas ou une délégation a été accordée, conformément à |
Art. 11.Ingeval een delegatie werd verleend overeenkomstig het |
l'arrêté portant règlement du fonctionnement du Gouvernement, les | besluit houdende regeling van de werking van de Regering, worden de |
arrêtés sont signés par le Ministre auquel cette délégation a été | besluiten ondertekend door de Minister aan wie deze delegatie werd |
accordée. | verleend. |
Art. 12.La signature des décrets et arrêtés peut reprendre, dans le |
Art. 12.De ondertekening van de decreten en besluiten kan, in de |
titre du Ministre, la seule mention relative à la matière qui fait | titel van de Minister, alleen de vermelding bevatten van de |
l'objet des décrets et arrétés. | aangelegenheid waarop de decreten en besluiten betrekking hebben. |
Art. 13.L'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 22 |
Art. 13.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 |
juillet 1999 fixant la répartition des compétences entre les Ministres | juli 1999 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder |
du Gouvernement de la Communauté française, tel que modifié, est | de Ministers van de Franse Gemeenschapsregering wordt opgeheven. |
abrogé. Art. 14.Le présent arrêté produit ses effets le 6 juin 2003. |
Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 6 juni 2003. |
Art. 15.Les Ministres sont chargés, chacun pour ce qui concerne, de |
Art. 15.De Ministers worden, ieder wat hem betreft, belast met de |
l'exécution du présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
Promulguons le présent décret, ordonnons qu'il soit publié au Moniteur belge . | |
Bruxelles, le 10 juin 2003. | Brussel, 10 juni 2003. |
Le Ministre-Président, chargé des Relations internationales, | De Minister-President, belast met de Internationale Betrekkingen, |
H. HASQUIN. | H. HASQUIN |
Le Ministre de la Culture, du Budget, de la Fonction publique, de la | De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en |
Jeunesse et des Sports, | Sport, |
R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
Le Ministre de l'Enfance, chargé de l'Enseignement fondamental, de | De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de |
l'Accueil et des Missions confiées à l'O.N.E., | Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », |
J.-M. NOLLET. | J.-M. NOLLET |
Le Ministre de l'Enseignement secondaire et de l'Enseignement spécial, | De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, |
P. HAZETTE. | P. HAZETTE |
La Ministre de l'Enseignement supérieur, de l'Enseignement de | De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en |
Promotion sociale et de la Recherche scientifique, | Wetenschappelijk Onderzoek, |
Mme F. DUPUIS. | Mevr. F. DUPUIS |
Le Ministre des Arts et des Lettres et de l'Audiovisuel, | De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, |
D. DUCARME. | D. DUCARME |
La Ministre de l'Aide à la Jeunesse et de la Santé, | De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, |
Mme N. MARECHAL. | Mevr. N. MARECHAL |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Cet arrêté a été abrogé par l'arrêté du 15 juillet 2003 du | (1) Dit besluit van de Franse Gemeenschap van 15 juli 2003 tot |
Gouvernement de la Communauté française fixant le répartition des | vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Minister |
compétences entre les Ministres du Gouvernement de la Communauté | van de Franse Gemeenschapsregering opgeheven, gepubliceerd in het |
française, publié au Moniteur belge du 22 août 2003. | Belgisch Staatsblad van 22 augustus 2003. |