| Arrêté du Gouvernement de la Communauté française portant diverses mesures et matière d'enfance | Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende verschillende maatregelen inzake kinderwelzijn |
|---|---|
| MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE | MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP |
| 18 JUIN 1999. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française | 18 JUNI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap |
| portant diverses mesures et matière d'enfance | houdende verschillende maatregelen inzake kinderwelzijn |
| Le Gouvernement de la Communauté française, | De Regering van de Franse Gemeenschap, |
| Vu le décret du 30 mars 1983 portant création de l'Office de la | Gelet op het decreet van 30 maart 1983 houdende oprichting van de « |
| Naissance et de l'Enfance, notamment l'article 2bis tel qu'inséré par | Office de la Naissance et de l'Enfance », inzonderheid op artikel 2bis |
| le décret du 8 février 1999; | zoals ingevoegd bij het decreet van 8 februari 1999; |
| Vu l'arrêté de l'Exécutif du 29 mars 1993 portant réglementation | Gelet op het besluit van 29 maart 1993 van de Executieve houdende |
| générale des milieux d'accueil subventionnés par l'Office de la | algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen gesubsidieerd door |
| Naissance et de l'Enfance, notamment l'article 50; | de « Office de la Naissance et de l'Enfance », inzonderheid op artikel |
| Vu l'arrêté du Gouvernement du 23 septembre 1994 fixant les conditions | 50; Gelet op het besluit van 23 september 1994 van de Regering houdende |
| auxquelles doivent répondre les gardien(ne)s à domicile et les | vaststelling van de voorwaarden waaraan de onthaalvaders en de |
| directeur(rice)s de maisons d'enfants ainsi que les modalités de la | onthaalmoeders ten huize en de directeurs en de directrices van |
| kindertehuizen moeten voldoen alsook de nadere regels van het medisch | |
| surveillance médicale, notamment l'article 6; | toezicht, inzonderheid op artikel 6; |
| Vu l'avis du Bureau de l'Office de la Naissance et de l'Enfance donné | Gelet op het advies van het Bureau van de « Office de la Naissance et |
| le 28 décembre 1998, et ratifié par le Conseil d'administration de | de l'Enfance », gegeven op 28 december 1998, en goedgekeurd door de |
| l'ONE en sa séance du 17 mai 1999; | Raad van Bestuur van de « ONE » tijdens zijn vergadering van 17 mei |
| Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 12 février 1999; | 1999; |
| Vu l'accord du Ministre du Budget, donné le 9 mars 1999; | Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 9 maart 1999; |
| Vu la délibération du Gouvernement, le 15 mars 1999, sur la demande | Gelet op de beraadslaging van 15 maart 1999 van de Regering over het |
| d'avis dans le délai d'un mois; | verzoek om advies dat de Raad van State binnen een maand moet |
| Vu l'avis du Conseil d'Etat, donné le 3 mai 1999, en application de | uitbrengen; Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 3 mei 1999, in |
| l'article 84, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil | toepassing van artikel 84, lid 1, 1° van de gecoördineerde wetten op |
| d'Etat; | de Raad van State; |
| Considérant la nécessité de permettre à l'Office de la Naissance et de | Overwegende dat het noodzakelijk is de « Office de la Naissance et de |
| l'Enfance d'octroyer des dérogations à la limite d'âge maximum des | l'Enfance » toe te laten afwijkingen van de grens van de |
| gardiennes afin, notamment, de permettre aux enfants concernés par ce | maximumleeftijd van de onthaalmoeders toe te staan om, onder andere, |
| type d'accueil de bénéficier d'une continuité des pratiques de garde, | aan de kinderen betrokken bij dit soort onthaal de kans te geven |
| continuité participant du bien-être psychologique et affectif de | onveranderde opvangpraktijken te genieten, onveranderlijkheid die |
| bijdraagt tot het psychologisch welzijn en tot het gevoelensevenwicht | |
| l'enfant; | van het kind; |
| Sur proposition de la Ministre-Présidente ayant l'enfance dans ses | Op de voordracht van de Minister-Voorzitster, tot wier bevoegdheid het |
| attributions, | kinderwelzijn behoort, |
| Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Dans l'article 50 de l'arrêté du 29 mars 1993 portant |
Artikel 1.In artikel 50 van het besluit van 29 maart 1993 van de |
| réglementation générale des milieux d'accueil subventionnés par | Executieve houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen |
| l'Office de la Naissance et de l'Enfance, le 1° est remplacé par la | gesubsidieerd door de « Office de la Naissance et de l'Enfance », |
| disposition suivante : | wordt 1° vervangen door de volgende bepaling : |
| « 1° être âgé(e) de 21 ans au moins et de 65 ans au plus. A titre | « 1° ten minste 21 jaar oud zijn en ten hoogste 65 jaar. Bij |
| exceptionnel, une dérogation à cette limite d'âge maximum peut être | uitzondering kan er een afwijking van die grens van maximale leeftijd |
| octroyée par l'Office de la Naissance et de l'Enfance aux conditions qu'il détermine; ». Art. 2.Dans l'article 6, § 1er, de l'arrêté du 23 septembre 1994 fixant les conditions auxquelles doivent répondre les gardien(ne)s à domicile et les directeur(rice)s de maisons d'enfants ainsi que les modalités de la surveillance médicale, le 1° est remplacé par la disposition suivante : « 1° être âgé(e) de 21 ans au moins et de 65 ans au plus et justifier d'une formation et/ou d'une expérience utile qui seront appréciées au cas par cas par l'O.N.E. A titre exceptionnel, l'O.N.E. peut octroyer une dérogation à la limite d'âge maximum aux conditions qu'il détermine; ». Art. 3.La Ministre-Présidente qui a l'enfance dans ses attributions est chargée de l'exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 18 juin 1999. Par le Gouvernement de la Communauté française : La Ministre-Présidente chargée de l'Enfance, |
toegekend worden door de « Office de la Naissance et de l'Enfance » volgens de voorwaarden die deze dienst bepaalt; » Art. 2.In artikel 6, § 1 van het besluit van 23 september 1994 van de Regering houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan de onthaalvaders en de onthaalmoeders ten huize en de directeurs en de directrices van kindertehuizen moeten voldoen alsook de andere regels van het medisch toezicht, wordt 1° vervangen door de volgende bepaling : « 1° ten minste 21 jaar oud zijn en ten hoogste 65 jaar en bewijs leveren dat men een opleiding heeft gekregen en/of dat men een nuttige ervaring heeft opgedaan, die geval per geval door de « ONE » zullen beoordeeld worden. Bij uitzondering kan de « ONE » een afwijking van die grens van maximale leeftijd toestaan volgens de voorwaarden die deze dienst bepaalt; » Art. 3.De Minister-Voorzitster, tot wier bevoegdheid het kinderwelzijn behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 8 juni 1999. Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, belast met het Kinderwelzijn, |
| Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |