Arrêté du Gouvernement de la Communauté française portant application pour l'année scolaire 1999-2000, des articles 21bis et 21ter du décret du 2 juillet 1990 fixant le mode de calcul et l'utilisation du nombre global de périodes-professeur pour l'enseignement secondaire de plein exercice de type I et de type II | Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende toepassing voor het schooljaar 1999-2000 van de artikelen 21bis en 21ter van het decreet van 2 juli 1990 betreffende de berekening en de aanwending van het totaal aantal lestijden-leerkracht voor het secundair onderwijs met volledig leerplan van type I en type II |
---|---|
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE | MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP |
17 MAI 1999. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française | 17 MEI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap |
portant application pour l'année scolaire 1999-2000, des articles | houdende toepassing voor het schooljaar 1999-2000 van de artikelen |
21bis et 21ter du décret du 2 juillet 1990 fixant le mode de calcul et | 21bis en 21ter van het decreet van 2 juli 1990 betreffende de |
l'utilisation du nombre global de périodes-professeur pour | berekening en de aanwending van het totaal aantal lestijden-leerkracht |
l'enseignement secondaire de plein exercice de type I et de type II | voor het secundair onderwijs met volledig leerplan van type I en type II |
Le Gouvernement de la Communauté française, | De Regering van de Franse Gemeenschap, |
Vu le décret du 2 juillet 1990 fixant le mode de calul et | Gelet op het decreet van 2 juli 1990 betreffende de berekening en de |
d'utilisation du nombre global de périodes-professeur pour | aanwending van het totaal aantal lestijden-leerkracht voor het |
l'enseignement secondaire de plein exercice de type I et de type II, | secundair onderwijs met volledig leerplan van type I en type II, |
notamment les articles 21bis et 21ter; | inzonderheid op de artikelen 21bis en 21ter; |
Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 22 mars 1999; Considérant que les articles 21bis et 21ter dudit décret prévoient qu'un arrêté de l'Exécutif fixe annuellement le nombre de périodes accordé indépendamment du nombre global de périodes-professeur à l'ensemble des établissements d'enseignement secondaire, opère la répartition de ces périodes et détermine le nombre identique de périodes dévolu à chaque établissement; Sur la proposition de la Ministre-Présidente chargée de l'Education; Après délibération du Gouvernement de la Communauté française du 17 mai 1999, Arrête : Article 1er.Pour l'année scolaire 1999-2000, en application des dispositions des articles 21bis et 21ter du décret du 2 juillet 1990 fixant le mode de calcul et d'utilisation du nombre global de périodes-professeur pour l'enseignement secondaire de plein exercice de type I et de type II, le nombre de périodes attribué à concurrence |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 maart 1999; Overwegende dat de artikelen 21bis en 21ter van bedoeld decreet voorzien dat een besluit van de Executieve jaarlijks het aantal lestijden bepaalt dat, onafgezien van het globaal aantal lestijden-leerkracht, toegekend wordt aan al de inrichtingen voor secundair onderwijs, de verdeling van die lestijden uitvoert en het identiek aantal lestijden bepaalt dat een elke inrichting toegewezen wordt; Op de voordracht van de Minister-Voorzitster, belast met het Onderwijs; Na de beraadslaging van 17 mei 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap, Besluit : Artikel 1.Voor het schooljaar 1999-2000 wordt het aantal lestijden |
de F 223 166 023, indépendamment du nombre global de périodes-professeur, à l'ensemble des établissements secondaires organisés ou subventionnés par la Communauté française, est fixé à 4 140 périodes. Art. 2.Le nombre de 4 140 périodes visé à l'article 1er est réparti |
toegekend ten belope van F 223 166 023, ongeacht het globaal aantal lestijden-leerkracht aan al de secundaire inrichten samen, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, op 4 140 lestijden vastgesteld, in toepassing van de bepalingen van de artikelen 21bis en 21ter van het decreet van 2 juli 1990 betreffende de berekening en de aanwending van het totaal aantal lestijden-leerkracht voor het secundair onderwijs met volledig leerplan van type I en type II. Art. 2.Het aantal 4 140 lestijden bedoeld bij artikel 1 wordt voor |
comme suit pour l'année scolaire 1999-2000 : | het schooljaar 1999-2000 als volgt verdeeld : |
- ensemble des établissements organisés par la Communauté française : | - geheel van de inrichtingen georganiseeerd door de Franse Gemeenschap |
1 021 périodes; | : 1 021 lestijden; |
- ensemble des établissements organisés par les provinces, communes, | - geheel van de inrichtingen georganiseerd door de provincies, de |
associations de communes ou toute autre personne de droit public : 762 périodes; | gemeenten, de verenigingen van gemeenten of gelijk welk andere publiekrechtelijke persoon : 762 lestijden; |
- ensemble des établissements d'enseignement libre confessionnel | - geheel van de inrichtingen van het vrij confessioneel katholiek |
catholique : 2 319 périodes; | onderwijs : 2 319 lestijden; |
- ensemble des établissements d'enseignement libre confessionnel non | - geheel van de inrichtingen van het vrij confessioneel niet katholiek |
catholique : 12 périodes; | onderwijs : 12 lestijden; |
- ensemble des établissements d'enseignement libre non confessionnel : | - geheel van de inrichtingen van het vrij niet confessioneel onderwijs |
26 périodes. | : 26 lestijden. |
Art. 3.Les périodes visées à l'article 2 sont attribuées à raison de |
Art. 3.De bij artikel 2 bedoelde lestijden zijn toegekend naar rata |
6 périodes au moins par établissement. La répartition du solde | van ten minste 6 lestijden per inrichting. De verdeling van het |
éventuel relève de la compétence de chacun des Pouvoirs organisateurs | eventueel saldo hangt af van de bevoegdheid van elke inrichtende macht |
et groupes de Pouvoirs organisateurs, en concertation avec les | en van elke groep van inrichtende machten, in overleg met de |
organisations syndicales là où cette concertation est légalement prévue. | vakverenigingen daar waar dit overleg wettelijk voorzien is. |
Bruxelles, le 17 mai 1999. | Brussel, 17 mei 1999. |
Par le Gouvernement de la Communauté française : | Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : |
La Ministre-Présidente du Gouvernement de la Communauté française, | De Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemeenschap, |
chargée de l'Education, | belast met het Onderwijs, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |