Arrêté du Gouvernement relatif à la chambre de recours du centre pour le développement sain des enfants et des jeunes | Besluit van de Regering betreffende de raad van beroep van het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren |
---|---|
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE GERMANOPHONE 22 JANVIER 2015. - Arrêté du Gouvernement relatif à la chambre de recours du centre pour le développement sain des enfants et des jeunes Le Gouvernement de la Communauté germanophone, | MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP 22 JANUARI 2015. - Besluit van de Regering betreffende de raad van beroep van het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, |
Vu le décret du 31 mars 2014 relatif au centre pour le développement | Gelet op het decreet van 31 maart 2014 betreffende het centrum voor de |
sain des enfants et des jeunes, articles 6.69, 6.70, § 2, 6.71 et | gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren, artikelen 6.69, 6.70, § |
6.76, alinéa 2; | 2, 6.71 en 6.76, tweede lid; |
Vu le protocole OSUW2/2014 du 23 octobre 2014 établi par le | Gelet op het protocol nr. OSUW2/2014 van 23 oktober 2014 van de |
sous-comité prévu par l'article 17, § 2ter, 3°, de l'arrêté royal du | onderafdeling van het onderhandelingscomité bepaald in artikel 17, § |
28 septembre 1984 portant exécution de la loi du 19 décembre 1974 | 2ter, 3°, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot |
organisant les relations entre les autorités publiques et les | uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de |
syndicats des agents relevant de ces autorités; | betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; |
Vu l'avis de l'inspecteur des Finances, donné le 27 octobre 2014; | Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 27 |
Vu l'accord du Ministre-Président, compétent en matière de Budget, | oktober 2014; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor |
donné le 29 octobre 2014; | Begroting, d.d. 29 oktober 2014; |
Vu l'avis du Conseil d'Etat n° 56.810/2, donné le 10 décembre 2014, en | Gelet op advies 56.810/2 van de Raad van State, gegeven op 10 december |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le | 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Sur la proposition du Ministre compétent en matière d'Enseignement; | Op de voordracht van de Minister van Onderwijs; |
Après délibération, | Na beraadslaging, |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Institution de la chambre de recours |
Artikel 1.Installatie van de raad van beroep |
Le Gouvernement institue la chambre de recours du centre pour le | De Regering installeert de raad van beroep van het centrum voor de |
développement sain des enfants et des jeunes, ci-après dénommée "chambre de recours". | gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren, hierna raad van beroep. |
Art. 2.Nombre des représentants |
Art. 2.Aantal vertegenwoordigers |
Le nombre de représentants au sein de la chambre de recours est fixé à | De raad van beroep telt drie vertegenwoordigers van de raad van |
trois pour le conseil d'administration et trois pour les organisations | bestuur en drie vertegenwoordigers van de vakorganisaties. |
syndicales. Art. 3.Durée du mandat |
Art. 3.Duur van de mandaten |
§ 1er - La durée du mandat du président, des présidents suppléants | § 1 - Het mandaat van de voorzitter, van de plaatsvervangende |
ainsi que des membres effectifs et suppléants est de 5 ans. Le mandat | voorzitters, van de werkende leden en van de plaatsvervangende leden |
peut être renouvelé. | duurt vijf jaar. Het mandaat kan worden verlengd. |
§ 2 - Le mandat du président, des présidents suppléants ainsi que des membres effectifs et suppléants prend fin anticipativement en cas de : 1. démission; 2. décès. Le mandat des membres effectifs et suppléants prend également fin lorsque le conseil d'administration ou les organisations syndicales ayant proposé le membre en question sollicitent le remplacement. Le membre suppléant achève le mandat et un nouveau membre suppléant est désigné. Art. 4.Répartition des mandats des organisations syndicales La répartition des mandats revenant aux organisations syndicales s'effectue par le biais d'une concertation entre ces organisations. A défaut d'accord, c'est le Gouvernement qui décide, chacune des organisations obtenant au moins un mandat. |
§ 2 - Het mandaat van de voorzitter, van de plaatsvervangende voorzitters, van de werkende leden en van de plaatsvervangende leden neemt voortijdig een einde in geval van: 1° ontslagneming; 2° overlijden. Het mandaat van een werkend of plaatsvervangend lid neemt ook een einde wanneer de raad van bestuur of de vakorganisaties die ditzelfde lid hebben voorgedragen, om vervanging vragen. Het plaatsvervangend lid voltooit het mandaat en er wordt een nieuw plaatsvervangend lid aangewezen. Art. 4.Verdeling van de mandaten van de vakorganisaties De verdeling van de mandaten die aan de vakorganisaties toekomen, wordt onder de vakorganisaties afgesproken. Bij gebrek aan overeenstemming beslist de Regering, waarbij aan elke organisatie ten minste één mandaat toegekend wordt. |
Art. 5.Secrétaire et secrétaire adjoint |
Art. 5.Secretaris en adjunct-secretaris |
Le Gouvernement désigne, parmi les membres du personnel du Ministère | De Regering wijst de secretaris en de adjunct-secretaris aan onder de |
de la Communauté germanophone, le secrétaire et le secrétaire adjoint. | personeelsleden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap. |
Art. 6.Indemnités |
Art. 6.Vergoedingen |
Le président ou le président suppléant et tous les membres présents | De voorzitter of plaatsvervangende voorzitter en alle aanwezige leden |
perçoivent, par séance, une indemnité pour frais de déplacement | |
octroyée conformément à l'article 2 de l'arrêté du Gouvernement du 12 | krijgen per zitting een reisvergoeding overeenkomstig artikel 2 van |
juillet 2001 portant harmonisation des jetons de présence et des | het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het |
indemnités de déplacement au sein d'organismes et de conseils | presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van |
d'administration de la Communauté germanophone. | beheer van de Duitstalige Gemeenschap. |
Le président ou le président suppléant reçoit, par séance, des jetons de présence d'un montant de 37 euros. | De voorzitter of plaatsvervangende voorzitter krijgt per zitting 37 euro presentiegeld. |
Art. 7.Règlement d'ordre intérieur |
Art. 7.Huishoudelijk reglement |
Dans les soixante jours suivant la première désignation de ses | Binnen 60 dagen na de eerste aanwijzing van zijn leden maakt de raad |
membres, la chambre établit un règlement d'ordre intérieur qu'elle | van beroep een huishoudelijk reglement op dat hij ter goedkeuring aan |
soumet à l'approbation du Gouvernement. | de Regering voorlegt. |
Art. 8.Entrée en vigueur |
Art. 8.Inwerkingtreding |
Le présent arrêté entre en vigueur le 1er février 2015. | Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2015. |
Art. 9.Exécution |
Art. 9.Uitvoering |
Le Ministre compétent en matière d'Enseignement est chargé de | De minister bevoegd voor Onderwijs is belast met de uitvoering van dit |
l'exécution du présent arrêté. | besluit. |
Eupen, le 22 janvier 2015. | Eupen, 22 januari 2015. |
Pour le Gouvernement de la Communauté germanophone, | Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, |
Le Ministre-Président | De Minister-President, |
O. PAASCH | O. PAASCH |
Le Ministre de l'Education et de la Recherche scientifique | De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, |
H. MOLLERS | H. MOLLERS |