← Retour vers "Arrêté du Gouvernement fixant les dispositions visant l'accessibilité d'infrastructures subsidiées aux personnes handicapées "
| Arrêté du Gouvernement fixant les dispositions visant l'accessibilité d'infrastructures subsidiées aux personnes handicapées | Besluit van de Regering tot vastlegging van de bepalingen inzake toegankelijkheid van gesubsidieerde infrastructuren voor de gehandicapten |
|---|---|
| MINISTERE DE LA COMMUNAUTE GERMANOPHONE | MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP |
| 12 JUILLET 2007. - Arrêté du Gouvernement fixant les dispositions | 12 JULI 2007. - Besluit van de Regering tot vastlegging van de |
| visant l'accessibilité d'infrastructures subsidiées aux personnes | bepalingen inzake toegankelijkheid van gesubsidieerde infrastructuren |
| handicapées | voor de gehandicapten |
| Le Gouvernement de la Communauté germanophone, | De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, |
| Vu le décret du 18 mars 2002 relatif à l'infrastructure, notamment les | Gelet op het decreet van 18 maart 2002 betreffende de infrastructuur, |
| articles 5 et 7, 5°; | inzonderheid op de artikelen 5 en 7, 5°; |
| Vu le décret du 19 juin 1990 portant création d'un Office de la | Gelet op het decreet van 19 juni 1990 houdende oprichting van een |
| Communauté germanophone pour les Personnes handicapées, modifié par | Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de Personen met een |
| les décrets des 29 juin 1998, 23 octobre 2000, 7 janvier 2002, 18 mars | Handicap, gewijzigd bij de decreten van 29 juni 1998, 23 oktober 2000, |
| 2002, 3 février 2003, 16 décembre 2003, 17 mai 2004 et 20 février | 7 januari 2002, 18 maart 2002, 3 februari 2003, 16 december 2003, 17 |
| 2006; | mei 2004 en 20 februari 2006; |
| Vu l'arrêté du Gouvernement du 4 février 2003 portant exécution du | Gelet op het besluit van de Regering van 4 februari 2003 houdende |
| décret du 18 mars 2002 relatif à l'infrastructure, modifié par | uitvoering van het decreet van 18 maart 2002 betreffende de |
| l'arrêté du 2 février 2006; | infrastructuur, gewijzigd bij het besluit van 2 februari 2006; |
| Vu l'accord du Ministre-Président, compétent en matière de Budget, | Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake |
| donné le 2 avril 2007; | Begroting, gegeven op 2 april 2007; |
| Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 16 mars 2007; | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 |
| Vu l'avis du conseil d'administration de l'Office de la Communauté | maart 2007; Gelet op het advies uitgebracht op 23 februari 2007 door de raad van |
| germanophone pour les Personnes handicapées, donné le 23 février 2007; | beheer van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de Personen met een Handicap; |
| Vu l'avis du Conseil d'Etat n° 43.137/1 émis le 7 juin 2007 en | Gelet op het advies nr. 43.137/1van de Raad van State, gegeven op 7 |
| application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois | juni 2007 met toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1°, van de |
| coordonnées sur le Conseil d'Etat; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Sur la proposition du Vice-Ministre-Président, Ministre de la | Op de voordracht van de Vice-Minister-President, Minister van Vorming |
| Formation et de l'Emploi, des Affaires sociales et du Tourisme; | en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme; |
| Après délibération, | Na beraadslaging, |
| Arrête : | Besluit : |
| Dispositions générales | Algemene bepalingen |
Article 1er.Objectifs |
Artikel 1.Doelstellingen |
| Le présent arrêté détermine les dispositions visant l'accessibilité | Voorliggend besluit legt de bepalingen inzake toegankelijkheid van |
| d'infrastructures subsidiées aux personnes handicapées, en application | gesubsidieerde infrastructuren voor de gehandicapten vast met |
| des articles 5 et 7, 5°, du décret du 18 mars 2002 relatif à | toepassing van de artikelen 5 en 7, 5°, van het decreet van 18 maart |
| l'infrastructure. | 2002 betreffende de infrastructuur. |
Art. 2.Définitions |
Art. 2.Definities |
| Pour l'application du présent arrêté, l'on entend par : | Voor de toepassing van voorliggend besluit dient te worden verstaan |
| 1° décret : le décret du 18 mars 2002 relatif à l'infrastructure; | onder : 1° decreet : het decreet van 18 maart 2002 betreffende de |
| infrastructuur; | |
| 2° OPH : l'Office de la Communauté germanophone pour les Personnes | 2° DPH : de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de Personen met |
| handicapées; | een Handicap; |
| 3° projet d'infrastructure : les projets d'infrastructure mentionnés à | 3° infrastructuurproject : de infrastructuurprojecten bedoeld in |
| l'article 2, 1°, 3°, 4°, 5°, 7°, 8° et 9°, du décret; | artikel 2, 1°, 3°, 4°, 5°, 7°, 8° en 9°, van het decreet; |
| 4° conditions d'accessibilité : les conditions d'accessibilité | 4° bepalingen inzake toegankelijkheid : de bepalingen inzake |
| d'infrastructures subsidiées aux personnes handicapées, telles que | toegankelijkheid van gesubsidieerde infrastructuren voor de |
| fixées dans l'annexe au présent arrêté. | gehandicapten, zoals vastgelegd in de bijlage bij dit besluit. |
Art. 3.Conditions de subsidiation |
Art. 3.Subsidiëringsvoorwaarden |
| § 1er. Pour être admis aux subventions, le projet d'infrastructure | § 1. Om gesubsidieerd te kunnen worden, moet het |
| répondra, en application de l'article 5 du décret, aux dispositions | infrastructuurproject, overeenkomstig artikel 5 van het decreet, aan |
| fixées dans l'annexe au présent arrêté, à moins qu'il ne s'agisse de | de in de bijlage bij dit besluit vastgelegde bepalingen voldoen, ten |
| zij het gaat om instaatstellings- of renovatiemaatregelen of om | |
| mesures de remise en état ou de rénovation ou de mesures spéciales | specifieke maatregelen met het oog op de energiebesparingen of het |
| visant les économies d'énergie ou la construction durable qui n'ont | duurzaam bouwen die duidelijk geen invloed hebben op de |
| manifestement aucune influence sur l'accessibilité de l'infrastructure | toegankelijkheid van de betrokken infrastructuur of van de binnen- of |
| concernée ou de ses voies de circulation intérieures et extérieures. | buitenverkeerswegen ervan voor de gehandicapten. |
| § 2. Lorsque le demandeur a introduit une demande de dérogation en | § 2. Als de aanvrager een aanvraag tot afwijking met toepassing van |
| application de l'article 4, il joint à sa demande de subsides les | artikel 4 heeft ingediend, voegt hij zijn subsidiëringsaanvraag de |
| recommandations formulées par la commission visée à l'article 5. | aanbevelingen van de in artikel 5 bedoelde commissie bij. |
| § 3. Le Ministre compétent en matière de Politique des Handicapés peut | § 3. De minister bevoegd inzake Gehandicaptenbeleid kan personen |
| aanwijzen om de naleving van de in de bijlage vastgelegde voorwaarden | |
| désigner des personnes chargées de contrôler le respect des conditions | inzake toegankelijkheid voor de gehandicapten te controleren, |
| d'accessibilité aux personnes handicapées fixées en annexe, sans | onverminderd de aan een gesubsidieerde infrastructuur met toepassing |
| préjudice des dérogations accordées en application de l'article 4 pour | van artikel 4 toegekende afwijkingen. |
| une infrastructure subsidiée. | |
| Dérogations | Afwijkingen |
Art. 4.Demande de dérogation |
Art. 4.Aanvraag tot afwijking |
| § 1er. Si les dispositions visant l'accessibilité de projets | § 1. Zijn de bepalingen inzake toegankelijkheid voor de gehandicapten |
| d'infrastructure aux personnes handicapées ne sont techniquement pas | |
| réalisables ou si elles sont considérées comme non appropriées, alors, | technisch niet realiseerbaar bij infrastructuurprojecten of worden ze |
| le demandeur peut introduire une demande dérogation auprès de la | als onaangepast beschouwd, dan kan de aanvrager bij de in artikel 5 |
| commission visée à l'article 5. | bedoelde commissie een aanvraag tot afwijking indienen. |
| § 2. Le Gouvernement statue sur la demande de dérogation en se basant | § 2. De Regering beslist over de aanvraag tot afwijking op basis van |
| sur les recommandations de la commission. | de aanbevelingen van de commissie. |
| Wordt de aanvraag tot afwijking geweigerd, deelt de Regering dit aan | |
| Si la demande de dérogation est rejetée, le Gouvernement en informe le | de aanvrager mede en verzoekt hem erom zijn subsidiëringsaanvraag |
| demandeur et l'invite à modifier en conséquence, voire à représenter | dienovereenkomstig te wijzigen en, desgevallend, opnieuw in te dienen. |
| sa demande de subsides. Il se réserve la décision quant à la | De Regering behoudt zich het recht over de subsidiëring van het |
| subsidiation du projet modifié. | gewijzigd project te beslissen. |
| Si la demande de dérogation est acceptée, le Gouvernement en informe | Wordt de aanvraag tot afwijking aangenomen, deelt de Regering dit aan |
| le demandeur dans le cadre de la promesse de subsidiation relative au | de aanvrager mede in het kader van de belofte tot subsidiëring van het |
| projet d'infrastructure. | infrastructuurproject. |
Art. 5.Commission |
Art. 5.Commissie |
| § 1er. Le Gouvernement institue une commission auprès du « service | § 1. De Regering richt bij de « infrastructuurdienst » van het |
| infrastructure » du Ministère, chargée de traiter les demandes de | Ministerie een commissie op die ermee belast is de aanvragen tot |
| dérogation et de formuler au Gouvernement des recommandations à propos | afwijking te behandelen en aan de Regering aanbevelingen m.b.t. de |
| des dérogations demandées. | aangevraagde afwijkingen te formuleren. |
| La commission est composée des membres suivants : | De commissie is samengesteld uit volgende leden : |
| 1° un représentant du service infrastructure du Ministère; | 1° een vertegenwoordiger van de infrastructuurdienst van het Ministerie; |
| 2° un représentant de l'OPH; | 2° een vertegenwoordiger van de DPH; |
| 3° un expert en accessibilité de projets d'infrastructure aux | 3° een deskundige inzake toegankelijkheid van infrastructuurprojecten |
| personnes handicapées. | voor de gehandicapten. |
| Un représentant de la division du Ministère compétente pour les | Een vertegenwoordiger van de afdeling van het Ministerie bevoegd |
| projets d'infrastructure assiste aux réunions de la commission. | inzake infrastructuurprojecten woont de zittingen van de commissie bij. |
| § 2. Les membres sont nommés par le Gouvernement. Le représentant de | § 2. De leden worden door de Regering benoemd. De vertegenwoordiger |
| l'OPH et l'expert sont nommés sur la proposition du conseil | van de DPH en de deskundige worden op de voordracht van de raad van |
| d'administration de l'OPH. Le Gouvernement désigne le président de la | beheer van de DPH benoemd. De Regering wijst de voorzitter van de |
| commission. | commissie aan. |
| § 3. La commission se dote d'un règlement intérieur, qui doit être | § 3. De commissie neemt een huishoudelijk reglement aan dat door de |
| approuvé par le Gouvernement et fixe entre autres le délai dans lequel | Regering moet worden goedgekeurd en o.a. de termijn voor de |
| les demandes de dérogation doivent être traitées, les règles | behandeling van de aanvragen tot afwijking, de regelen inzake |
| décisionnelles et la forme du rapport. | besluitvorming en de verslagvorm vastlegt. |
| Dispositions finales | Slotbepalingen |
Art. 6.Exécution |
Art. 6.Uitvoering |
| Le Vice-Ministre-Président, Ministre de la Formation et de l'Emploi, | De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, |
| des Affaires sociales et du Tourisme est chargé de l'exécution du | Sociale Aangelegenheden en Toerisme is belast met de uitvoering van |
| présent arrêté. | dit besluit. |
| Eupen, le 12 juillet 2007. | Eupen, 12 juli 2007. |
| Le Ministre-Président, | De Minister-President, |
| Ministre des Pouvoirs locaux, | Minister van Lokale Besturen, |
| K.-H. LAMBERTZ | K.-H. LAMBERTZ |
| Le Vice-Ministre-Président, | De Vice-Minister-President, |
| Ministre de la Formation et de l'Emploi, des Affaires sociales et du | Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en |
| Tourisme, | Toerisme, |
| B. GENTGES | B. GENTGES |
| Le Ministre de l'Enseignement et de la Recherche scientifique, | De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, |
| O. PAASCH | O. PAASCH |
| La Ministre de la Culture et des Médias, de la Protection des | De Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport, |
| Monuments, de la Jeunesse et des Sports, Mme I. WEYKMANS Annexe à l'arrêté du Gouvernement fixant les dispositions visant l'accessibilité d'infrastructures subsidiées aux personnes handicapées Table des matières 1.1. Parkings 1.1.1. Situation, dimensions, signalisation et revêtement des emplacements réservés aux personnes handicapées 1.1.2. Exigences relatives aux emplacements réservés aux personnes handicapées en bord de voirie 1.2. Voies d'accès aux bâtiments, rampes incluses 1.2.1. Exigences relatives aux voies d'accès | Mevr. I. WEYKMANS Bijlage bij het besluit van de Regering tot vastlegging van de bepalingen inzake toegankelijkheid van gesubsidieerde infrastructuren voor de gehandicapten Inhoudstafel Parkeerruimten 1.1.1. Ligging, afmetingen, signalisatie en oppervlaktebedekking van gehandicaptenparkeerplaatsen 1.1.2. Eisen m.b.t. de gehandicaptenparkeerplaatsen langsheen de rijbaan 1.2. Gebouwtoegangen, met inbegrip van de toegangshellingen 1.2.1. Eisen m.b.t. de toegangswegen |
| 1.2.2. Exigences relatives aux rampes | 1.2.2. Eisen m.b.t. toegangshellingen |
| 1.3. Exigences relatives aux portes extérieures et intérieures | 1.3. Eisen m.b.t. de buiten- en binnendeuren |
| 1.4. Franchissement de dénivelés à l'intérieur d'un bâtiment | 1.4. Overbruggen van hoogteverschillen binnen een gebouw |
| 1.4.1. Exigences relatives aux cages d'escaliers | 1.4.1. Eisen m.b.t. de trappenhuizen |
| 1.4.2. Exigences relatives aux voies de communication (entrées, | 1.4.2. Eisen m.b.t. de ingangen, bordessen, sassen (verkeersruimten) |
| paliers, sas) à l'intérieur d'un bâtiment | binnen een gebouw |
| 1.4.3. Exigences relatives aux ascenseurs | 1.4.3. Eisen m.b.t. de liften |
| 1.5. Exigences relatives aux locaux d'accueil et salles de guichets | 1.5. Eisen m.b.t. de opvang- en loketruimtes |
| 1.6. Exigences relatives aux systèmes d'information et d'alerte à | 1.6. Eisen m.b.t. de informatie- en waarschuwingssystemen binnen of |
| l'intérieur et à l'extérieur d'un bâtiment | buiten een gebouw |
| 1.6.1. Exigences relatives aux informations visuelles | 1.6.1. Eisen m.t.b. tot de visuele informatie |
| 1.6.2. Exigences relatives aux informations auditives | 1.6.2. Eisen m.b.t. de auditieve informatie |
| 1.7. Exigences relatives aux boîtes à lettres | 1.7. Eisen m.b.t. de brievenbussen |
| 1.8. Exigences relatives aux téléphones et distributeurs automatiques publics | 1.8. Eisen m.b.t. de openbare telefooncellen en distributieautomaten |
| 1.9. Toilettes | 1.9. Toiletten |
| 1.9.1. Exigences relatives aux cuvettes | 1.9.1. Eisen m.b.t. de toiletpot |
| 1.9.2. Exigences relatives aux lave-mains | 1.9.2. Eisen m.b.t. de handenwasbak |
| 1.9.3. Exigences relatives aux portes | 1.9.3. Eisen m.b.t. de deuren |
| 1.10. Salles de douche | 1.10. Doucheruimten |
| 1.10.1. Exigences relatives aux salles de douche | 1.10.1. Eisen m.b.t. de doucheruimten |
| 1.10.2. Exigences relatives aux cabines de douche | 1.10.2. Eisen m.b.t. de douchecellen |
| 1.11. Salles de bain | 1.11. Badkamers |
| 1.11.1. Exigences relatives aux salles de bain | |
| 1.11.2. Exigences relatives aux baignoires | 1.11.2. Eisen m.b.t. de badkuipen |
| 1.12. Exigences relatives aux cabines de déshabillage | 1.12. Eisen m.b.t. de kleedcabines |
| 1.13. Exigences relatives aux chambres à coucher | 1.13. Eisen m.b.t. de slaapkamers |
| 1.14. Exigences relatives aux sièges fixes | 1.14. Eisen m.b.t. de vaste stoelen |
| Annexe. - Dispositions visant l'accessibilité des projets | Bijlage. - Bepalingen inzake toegankelijkheid van |
| d'infrastructure aux personnes handicapées | infrastructuurprojecten voor de gehandicapten |
| Cette annexe présente les dispositions visant l'accessibilité aux | In deze bijlage worden de bepalingen inzake toegankelijkheid van |
| personnes à mobilité réduite des projets d'infrastructure tels que | infrastructuurprojecten, zoals openbare plaatsen, gebouwen en delen |
| surfaces, bâtiments et parties de bâtiments publics. | van gebouwen voor mensen met beperkte mobiliteit voorgesteld. |
| Dispositions relatives à l'accessibilité | Bepalingen inzake toegankelijkheid |
| 1.1. Parkings | 1.1. Parkeerruimten |
| Par parking, 4 % au moins des emplacements (arrondi arithmétique) doivent être réservés aux personnes handicapées, avec toutefois un minimum d'un emplacement par parking. En cas de demande clairement supérieure en raison des utilisateurs potentiels et de la localisation du parking (p.ex. devant des hôpitaux, des maisons de retraite, des cabinets médicaux, ou des établissements pour personnes handicapées), le nombre d'emplacements pour personnes handicapées est augmenté pour répondre à la demande. 1.1.1. Situation, dimensions, signalisation et revêtement des emplacements réservés aux personnes handicapées | Per parkeerruimte moet ten minste 4 % van de bestaande parkeerplaatsen (mathematische afronding) voor personen met een handicap worden voorbehouden en ten minste één gehandicaptenparkeerplaats per parkeerruimte zijn. Bij duidelijk hogere parkeerdruk op grond van de potentiële gebruikers en van de lokalisatie van de parkeerruimte (b.v. vóór ziekenhuizen, rustoorden voor bejaarden, spreekkamers of inrichtingen voor gehandicapten) dient het aantal gehandicaptenparkeerplaatsen naargelang de behoefte te worden verhoogd. 1.1.1. Ligging, afmetingen, signalisatie en oppervlaktebedekking van gehandicaptenparkeerplaatsen |
| - Les emplacements pour personnes handicapées sont aménagés à | - Gehandicaptenparkeerplaatsen dienen in de onmiddellijke nabijheid |
| proximité de la destination (p.ex. bâtiments, espaces verts, centres | van de bestemming (gebouwen, groene ruimten, sportinrichting) te |
| sportifs). | worden aangelegd. |
| La situation des emplacements dans les parkings souterrains ou les | De ligging van de ondergrondse parkeerplaatsen of parkeergarages |
| garages doit être définie conformément à l'arrêté royal du 19 décembre | moeten worden gedefinieerd op grond van het koninklijk besluit van 19 |
| 1997 modifiant l'arrêté royal du 7 juillet 1994 fixant les normes de | december 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 |
| base en matière de prévention contre l'incendie et l'explosion, | tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en |
| auxquelles les bâtiments nouveaux doivent satisfaire. | ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. |
| - Les revêtements d'emplacements réservés aux personnes handicapées | - De oppervlaktebedekking van de gehandicaptenparkeerplaatsen moeten |
| sont horizontaux, durs, antidérapants, conçus sans marche ni ressaut, | vlak, hard, slipvrij en zonder treden noch opstappen worden uitgevoerd |
| et ne peuvent présenter ni obstacle ni trou. | en vrij van hindernissen of gaten zijn. |
| - Les emplacements réservés aux personnes handicapées ont une pente maximale de 2 %. | - Gehandicaptenparkeerplaatsen hebben een helling van hoogstens 2 %. |
| - Les emplacements réservés aux personnes handicapées ont une largeur | - Gehandicaptenparkeerplaatsen hebben een minimale breedte van 350 cm |
| minimale de 350 cm et une longueur minimale de 600 cm. | en een minimale lengte van 600 cm te hebben. |
| - Pour les bus transportant des personnes handicapées, il faut prévoir | - Gehandicaptenbussen moeten over een parkeerplaats van ten minste 750 |
| une longueur minimale de 750 cm et une largeur de 350 cm. | cm lang en 350 cm breed beschikken; |
| - Les emplacements réservés aux personnes handicapées sont signalés | - Gehandicaptenparkeerplaatsen moeten d.m.v. het verkeersbord E9a op |
| par le signal routier E9a à hauteur de vue moyenne, entre 130 et 140 | middelbare ooghoogte (tussen 130 cm en 140 cm) en door |
| cm, et par les marquages au sol suivants : | grondmarkeringen worden aangeduid. De grondmarkeringenzien er als volgt uit : |
| ? une place de parking avec fond bleu délimitée par un trait blanc | ? volledig blauw geverfde parkeerplaats met witte afbakening; |
| ? le symbole d'une chaise roulante dessiné à l'intérieur. | ? binnen het parkeervak een pictogram dat een persoon in een rolstoel |
| - De l'emplacement de stationnement à la destination, il faut assurer | weergeeft. - Vanaf de parkeerplaats tot de bestemming moet de weg vrij van treden |
| un passage sans marche et libre de tout obstacle, conformément aux | en hindernissen zijn overeenkomstig de richtlijnen betreffende de |
| exigences relatives aux voies d'accès (voir point 1.2.1.). | toegangswegen tot de gebouwen (zie punt 1.2.1.). |
| 1.1.2. Exigences relatives aux emplacements réservés aux personnes | 1.1.2. Eisen m.b.t. de gehandicaptenparkeerplaatsen langsheen de |
| handicapées en bord de voirie | rijbaan |
| - Lors de l'aménagement d'emplacements réservés aux personnes | - Gehandicaptenparkeerplaatsen gelegen onmiddellijk naast de rijbaan, |
| handicapées en bord de voirie, la préférence est donnée aux | moeten bij voorkeur loodrecht op de rijbaan worden aangelegd. Indien |
| emplacements de stationnement perpendiculaires à la bordure. Si ce | het technisch niet mogelijk is, moeten langsheen de rijbaan gelegen |
| n'est physiquement pas possible, il faut respecter une largeur | parkeerplaatsen die parallel tot de rijbaan worden aangelegd, ten |
| minimale de 350 cm et une longueur minimale de 750 cm pour les | minste 350 cm breed en 750 cm lang zijn. |
| emplacements réservés aux personnes handicapées aménagés parallèlement | 1.2. Gebouwtoegangen, met inbegrip van de toegangshellingen |
| à la chaussée en bord de voirie. | Alle gebouwen moeten over toegangswegen of toegangshellingen |
| 1.2. Voies d'accès aux bâtiments, rampes incluses | beschikken die aan volgende voorwaarden voldoen : |
| Tous les bâtiments doivent être pourvus de voies d'accès ou de rampes | 1.2.1. Eisen m.b.t. de toegangswegen |
| répondant aux conditions suivantes. 1.2.1. Exigences relatives aux voies d'accès | - De toegangswegen worden in het natuurlijke landschap ingepast, |
| - Les voies d'accès sont implantées en terrain naturel, ne présentent | leveren geen gevaar voor val op de zijkant op en hebben een maximale |
| pas de risque de chute latérale et ont une pente maximale de 5 %. | helling van 5 %. |
| - La surface des voies d'accès est horizontale, dure, antidérapante, | - De oppervlakte van de toegangswegen is horizontaal, hard, slipvrij, |
| conçue sans marche ni ressaut et ne présente ni obstacle ni trou ou | wordt zonder treden noch opstappen uitgevoerd en mag geen hindernis |
| fente de plus d'un centimètre de large. | noch gaten of breuken van meer dan 1 cm breed vertonen. |
| - Il faut prévoir une largeur libre minimale continue de 150 cm. | - Een hindernisvrije doorgangsbreedte van minstens 150 cm moet worden voorzien. |
| - La hauteur libre minimale est de 220 cm. | - De vrije hoogte bedraagt minstens 220 cm. |
| - Tous les objets tels que dévidoirs, boîtes aux lettres ou plaques | - Alle uitspringende onderwerpen van het type brandhaspel, brievenbus |
| qui, dans les voies de circulation, dépassent des murs ou supports | of plaat die (in de vrije verkeersruimte) uitsteken van de muur of |
| auxquels ils sont fixés sont signalés de manière contrastée et sont | draagstructuur waarop zij bevestigd zijn, moeten contrasterend worden |
| soit revêtus à partir du sol soit munis d'un socle de 5 cm de haut | gemarkeerd en hetzij tot op de grond worden bekleed hetzij van een 5 |
| cm hoge sokkel worden voorzien waarvan de diepte en de breedte met de | |
| minimum dont la profondeur et la largeur correspond aux dimensions de | afmetingen van de hindernis overeenstemmen. De helling van de |
| l'obstacle. Les voies d'accès ont une pente maximale de 2 %. | toegangswegen bedraagt hoogstens 2 %. |
| Aucune marche n'est admise dans les voies d'accès aux bâtiments. | Treden zijn in de toegangswegen tot gebouwen niet toegestaan. |
| 1.2.2. Exigences relatives aux rampes | 1.2.2. Eisen m.b.t. de toegangshellingen |
| Par « rampes », l'on entend des installations permettant de franchir | Onder « toegangshellingen » worden de uitrustingen verstaan die het |
| des dénivelés. | overbruggen van hoogteverschillen mogelijk maken. |
| - La surface des rampes est horizontale, dure, antidérapante, conçue | - Het oppervlak van de toegangshellingen wordt horizontaal, hard, |
| sans marche ni ressaut, et ne présente ni obstacle ni trou. | slipvrij en zonder treden noch opstappen uitgevoerd en mag geen |
| hindernissen noch gaten vertonen. | |
| - Il faut prévoir une largeur minimale de 120 cm sans obstacle. | - Er moet worden voorzien in een hindernisvrije breedte van minstens 120 cm. |
| - La surface de la rampe ne peut montrer de dévers. | - Het oppervlak van de toegangshellingen mag geen dwarshelling |
| - La rampe a une pente maximale de 5 % (50 mm par mètre). - Sur toute leur longueur, les rampes sont équipées de chasse-roues | vertonen. - De toegangshellingen hebben een maximaal hellingspercentage van 5% (50 mm = per meter). |
| hauts de 5 cm (rebord ou bordure). Les chasse-roues se prolongent de | - De toegangshellingen moeten over de hele lengte ervan met 5 cm hoge |
| afrijbeveiligingen (opstaande randen) worden uitgerust. Aan elke | |
| 40 cm à chaque extrémité de la rampe. | uiteinde van de helling zullen de afrijbeveiligingen 40 cm doorlopen. |
| - Une aire de rotation d'au moins 150 X 150 cm est prévue à chaque | - Aan beide uiteinden van de toegangshelling moet worden voorzien in |
| extrémité de la rampe. | een vrije draairuimte van 150 cm diameter. |
| - Si des rampes d'une longueur supérieure à 100 cm sont nécessaires, | - Zijn toegangshellingen langer dan 10 m noodzakelijk, dan zal een |
| il faut aménager un palier de repos mesurant au moins 150 X 150 cm. | rustbordes van minstens 150 cm x 150 cm, moeten worden aangelegd. |
| - Une main courante double doit être prévue de chaque côté de la rampe | - De toegangshellingen en rustbordessen zijn aan weerszijden met een |
| et du palier de repos, à 70 et 90 cm de haut : | doorlopende dubbele leuning uitgerust : |
| ? Les mains courantes offrent une préhension sûre et ergonomique | ? De leuningen bieden een veilige grip en zijn ergonomisch gevormd, |
| (ronde ou ovale), ont un diamètre compris entre 30 et 45 mm et sont | (t.w. afgerond of ovaal), hebben een diameter van 30 tot 45 mm en zijn |
| distantes du mur de 35 mm. | op een lichte afstand van de wand (35 mm) bevestigd; |
| ? Les mains courantes sont dans le plan vertical du « chasse-roue » et | ? De leuningen moeten loodrecht op de afrijbeveiliging worden |
| sont continues. | aangebracht en doorlopend zijn. |
| ? Les mains courantes doubles sont reliées entre elles, recourbées et | ? De dubbele leuningen worden met elkaar verbonden, afgerond en lopen |
| se prolongent horizontalement de 40 cm à chaque extrémité de la rampe. | aan elke uiteinde van de helling 40 cm door. |
| - S'il y a en plus un escalier pour piétons à l'extrémité supérieure | - Is er aan het bovenste uiteinde van de helling een trap voor |
| voetgangers, dan mondt deze trap uit op een horizontaal vlak van | |
| de la rampe, l'escalier débouche sur une aire d'au moins 150 X 150 cm | minstens 150 x 150 cm aanliggend aan de vrije draairuimte van ten |
| contiguë à l'aire de rotation se situant à l'extrémité supérieure de | |
| la rampe et mesurant au moins 150 X 150 cm, de sorte que l'on obtient | minste 150 x 150 cm, zodat de vrije draairuimte in totaal minstens 150 |
| au total une aire de rotation libre d'au moins 150 X 300 cm. | x 300 cm bedraagt. |
| L'escalier pour piétons répond aux exigences contenues au point 1.4.1. | |
| En lieu et place de rampes, il est permis d'installer des élévateurs | De trap voor voetgangers is conform de eisen van punt 1.4.1. |
| verticaux (plates-formes élévatrices verticales) ayant une plate-forme | In plaats van hellingen mogen verticale plateauliften (hefplatformen) |
| d'au moins 90 cm de large et 140 cm de long. | met een platform van minstens 90 cm breed en 140 cm lang worden |
| 1.3. Exigences relatives aux portes extérieures et intérieures | aangelegd. 1.3. Eisen m.b.t. de buiten- en binnendeuren |
| - La largeur de passage libre de toutes les portes extérieures et | - De vrije doorgangsbreedte van alle buiten- en binnendeuren bedraagt |
| intérieures est d'au minimum 90 cm. | minstens 90 cm. |
| - Devant et derrière les portes, il faut prévoir une aire de rotation | - Vóór en achter de deuren (en desgevallend buiten het bereik van de |
| libre d'au moins 150 x 150 cm (le cas échéant en dehors du débattement de la porte). | opengaande beweging van de deur) moet een vrije draairuimte van minstens 150 x 150 cm worden voorzien. |
| - Les abords des portes sont horizontaux, conçus sans marche ni | - De ruimte binnen het bereik van de deuren moet horizontaal, zonder |
| ressaut, et aménagés de façon très contrastée. | trappen noch opstappen, en contrasterend ingericht worden. |
| - De part et d'autre du mur, dans le prolongement des portes fermées, | - Aan weerszijden van de muur, in het verlengde van de gesloten deur, |
| il faut prévoir du côté de la poignée une distance libre de tout | moet langs de kant van de handgreep vanaf deurslot een obstakelvrije |
| obstacle d'au moins 50 cm à partir de la serrure. | ruimte van minstens 50 cm zijn. |
| - En cas de portes ou de parois en verre, les surfaces vitrées sont | - Bij glasdeuren en -wanden worden de glazen gedeelten op middelbare |
| signalées à hauteur de vision moyenne, c.-à-d. entre 130 et 140 cm, | ooghoogte, t.w. tussen 130 en 140 cm hoog, en 25 cm boven de grond |
| ainsi qu'à 25 cm du sol par des marques d'au moins 8 cm de large, continues, claires, bien visibles et contrastant avec leur environnement. Il faut privilégier l'utilisation de matériaux antireflet. - En ce qui concerne les portes extérieures, il faut prévoir une marquise pour l'aire de rotation libre devant la porte. - Il faut garantir un éclairage adapté au lieu, suffisamment clair, uniforme et non éblouissant. 1.4. Franchissement de dénivelés à l'intérieur d'un bâtiment Les escaliers en tant que seule circulation verticale sont interdits. Ils doivent être complétés par des rampes ou des ascenseurs. Des plates-formes monte-escaliers avec siège intégré ne peuvent servir qu'à franchir un étage, et à condition que l'escalier ait une largeur | aangeduid door minstens 8 cm brede, doorlopende, duidelijke, goed zichtbare en met de omgeving contrasterende markeringen. - Bij buitendeuren moet de vrije draairuimte gedekt worden. - De verlichting moet aan het oord aangepast, voldoende helder, gelijkmatig en verblindingvrij zijn. 1.4. Overbruggen van hoogteverschillen binnen een gebouw Trappen als enige verticale verkeersmogelijkheid worden niet toegelaten. Ze moeten met toegangshellingen of liften worden aangevuld. Trapplateauliften met geintegreerd opklapbaar zitje kunnen uitsluitend ertoe dienen een verdieping te overbruggen, op voorwaarde |
| minimale de 180 cm. Les fauteuils monte-escaliers ne sont pas | dat de trappen minstens 180 cm breed zijn. Stoeltrapliften worden niet |
| autorisés. | toegelaten. |
| Dans les voies de communication à l'intérieur des bâtiments, il ne | In de verbindingswegen binnen de gebouwen mogen er niet minder dan |
| peut y avoir moins de trois marches. A partir de trois marches, il y a | drie trappen zijn. Vanaf 3 trappen bestaat er een trappenhuis dat aan |
| une cage d'escalier répondant aux exigences y relatives. | de eisen terzake beantwoordt. |
| 1.4.1. Exigences relatives aux cages d'escaliers | 1.4.1. Eisen m.b.t. de trappenhuizen |
| - Le passage libre pour accéder à un escalier est d'au moins 150 cm. | - De hindernisvrije doorgangsbreedte voor de toegang tot de trappen bedraagt minstens 150 cm. |
| - Les escaliers ont une largeur libre minimale de 120 cm. | - De trappen hebben een vrije breedte van minstens 120 cm. |
| - Les escaliers tournants ont un diamètre intérieur d'au moins 200 cm. | - De wenteltrappen hebben een binnendiameter van minstens 200 cm. |
| - Aucun escalier descendant ne peut être aménagé en face de portes | - Tegenover liftdeuren mogen geen trappen naar beneden worden |
| d'ascenseurs. Si un tel escalier est inévitable, la distance entre | |
| celui-ci et la porte d'ascenseur doit être d'au moins 300 cm. | aangelegd. Indien het onvermijdbaar is, dan moeten ze minstens 300 cm |
| ver van de liftdeur worden aangelegd. | |
| - La pente des escaliers est égale à un rapport d'au moins 15/33 cm et | - De helling van de trappen stemt overeen met een verhouding van |
| d'au plus 18/27 cm (hauteur/giron), la somme de deux contremarches et | minstens 15/33 cm en hoogstens 18/27 cm (optrede/aantrede). Daarbij |
| d'un giron étant toujours égale à 63 cm. | moet de som van twee optreden en één aantrede altijd 63 cm bedragen. |
| - Les marches ne peuvent dépasser des contremarches. | - Treden mogen geen trapneus hebben. |
| - Il faut prévoir un revêtement de marche antidérapant. | - Er moet in een slipvrije bekleding worden voorzien. |
| - Toutes les marches sont mises en évidence par des éléments de | - Op alle treden moeten doorlopende contrastmarkeringen worden |
| marquage continus, par exemple des rayures, qui commencent | |
| immédiatement à la face avant des marches, ont une largeur allant de | aangebracht; de markeringen, b.v. strookjes moeten direct aan de |
| 40 à 50 mm, et sont également visibles sur la contremarche (au moins | voorkant van de treden beginnen, tussen 40 en 50 mm breed zijn en ook |
| 20 mm). | op de voorkant (stootbord) zichtbaar zijn (min. 20 mm.) |
| - A une distance de 50 cm avant et après la dernière marche, il faut | - Op een afstand van 50 cm vóór de eerste en na de laatste trede moet |
| prévoir une zone de repérage tactile de 60 cm composée d'aides à | een podo-tactiele waarschuwingszone van 60 cm worden voorzien d.m.v. |
| l'orientation (repérage au sol) sous forme de dalles à protubérances | hulpmiddelen ter oriëntatie (grondmarkeringen) in de vorm van |
| (hauteur des protubérances 50 mm) placées perpendiculairement à | noppentegels (noppenhoogte van 50 mm, aangelegd loodrecht op de trap |
| l'escalier sur toute la largeur de celui-ci. | en over de volledige breedte ervan). |
| - Des mains courantes doubles sont installées des deux côtés de | |
| l'escalier, à 70 et 90 cm de haut. Les mains courantes offrent une | - De trap is aan weerszijden met dubbele leuningen op 70 cm en 90 cm |
| préhension sûre et ergonomique (ronde ou ovale), ont un diamètre | hoogte uitgerust. De leuningen bieden een veilige grip, zijn |
| ergonomisch gevormd (t.w. afgerond of ovaal), hebben een diameter van | |
| compris entre 30 et 45 mm et sont distantes du mur de 45 mm. | 30 tot 45 mm en zijn op een lichte afstand van de wand (45 mm) |
| Les mains courantes doubles sont reliées entre elles et recourbées, se | bevestigd. De dubbele leuningen worden met elkaar verbonden, afgerond en lopen |
| prolongent horizontalement de 40 cm par rapport aux marches et ne | horizontaal aan de trappen 40 cm door; ze mogen niet onderbroken zijn. |
| peuvent pas être discontinues. | |
| Des mesures architecturales de sécurité adéquates pallient tout risque | Geschikte bouwkundige veiligheidsmaatregelen worden getroffen om |
| de chute latérale. | valgevaar van de zijkant tegen te gaan. |
| - Pour les escaliers entre deux étages, il faut prévoir de chaque côté | - De trappen tussen verdiepingen moeten aan weerszijden met een |
| une main courante à 90 cm de haut, dépassant les marches de 40 cm. | leuning op 90 cm hoogte worden uitgerust; deze leuning loopt aan beide uiteinden van de trappen 40 cm door. |
| - Il faut garantir un éclairage adapté au lieu, suffisamment clair, | - De verlichting moet aan het oord aangepast, voldoende helder, |
| uniforme et non éblouissant. | gelijkmatige en verblindingvrije te zijn. |
| - Des dérogations sont possibles pour les escaliers de secours | - Afwijkingen zijn mogelijk voor buitennoodtrappen. |
| aménagés à l'extérieur. 1.4.2. Exigences relatives aux voies de communication (entrées, | 1.4.2. Eisen m.b.t. de ingangen, bordessen, sassen (verkeersruimten) |
| paliers, sas) à l'intérieur d'un bâtiment | binnen een gebouw |
| Les voies de communication à l'intérieur d'un bâtiment ont une largeur | De verbindingsgangen binnen een gebouw hebben een doorlopende, |
| libre minimale de 120 cm. | hindernisvrije breedte van minstens 120 cm. |
| Les exigences en matière de voies d'accès aux bâtiments (point 1.2.1) | Naar analogie zijn de eisen met betrekking tot de toegangswegen tot de |
| s'appliquent par analogie. | gebouwen van toepassing (zie punt 1.2.1.) |
| 1.4.3. Exigences relatives aux ascenseurs | 1.4.3. Eisen m.b.t. de liften |
| Les ascenseurs doivent être accessibles depuis les surfaces publiques | |
| de dégagement et avoir, à tous les étages disposant de pièces de | De liften moeten vanuit de openbare verkeersoppervlakten bereikbaar |
| séjour, des haltes accessibles sans devoir franchir de marche. | zijn en op alle verdiepingen met wachtzalen over stopplaatsen zonder |
| - La cabine mesure au moins 110 cm de large et 140 cm de profondeur. | treden beschikken. - De liftkooi is minstens 110 cm breed en 140 cm diep. |
| Si, en raison de la disposition des portes, une manoeuvre de rotation | Zijn de deuren zodanig geplaatst dat een draaibeweging noodzakelijk |
| est nécessaire à l'intérieur de la cabine, la cabine doit mesurer au | |
| moins 150 cm de large et 150 cm de profondeur. | wordt, dan moet de kooi minstens 150 cm breed en 150 cm diep zijn. |
| - Ouvertes, les portes mesurent au moins 90 cm de large et 210 cm de haut. | - In open toestand zijn de deuren minstens 90 cm breed en 210 cm hoog. |
| - Il faut prévoir des portes coulissantes télescopiques automatiques | - Er moet worden voorzien in automatische telescoop-schuifdeuren of in |
| ou coulissantes à ouverture centrale. Les portes à vantaux sont | schuifdeuren met centrale opening. Vleugeldeuren worden niet |
| interdites. | toegelaten. |
| - L'aire de rotation libre devant l'ascenseur mesurera au moins 150 X | - De vrije draairuimte vóór de lift bedraagt ten minste 150 x 150 cm. |
| 150 cm. - Aux étages, les boutons de commande sont situés à une hauteur allant | - Op de verdiepingen bevinden zich de toetsen en bedieningselementen |
| de 90 à 130 cm et à une distance minimale de 40 cm par rapport au coin | op 90 tot 130 cm hoogte en op een minimale afstand van 40 cm van de |
| de la pièce. | inwendige hoek van de ruimte. |
| - Il faut prévoir un signal acoustique et optique d'arrivée à un | - Een geluids- en lichtsignaal waarschuwt wanneer de lift op de |
| étage. | gewenste etage aankomt. |
| Equipement de la cabine : | Uitrusting van de (lift)kooi : |
| - Le revêtement de sol est plan, dur et antidérapant. | - De vloerbekleding is vlak, hard en slipvrij. |
| - Il faut garantir un éclairage adapté au lieu, suffisamment clair, | - De verlichting moet aan het oord aangepast, voldoende helder, |
| uniforme et non éblouissant. | gelijkmatige en verblindingvrije zijn. |
| - L'intérieur de la cabine est aménagé de manière très contrastée. | |
| - Il faut garantir un éclairage de sécurité. | - De binneninrichting is contrastrijk. |
| - Les mains courantes placées le long des murs sont centrées à une | - Een noodverlichting is verplicht. |
| hauteur de 85 cm. Elles offrent une préhension sûre et ergonomique | - De leuningen langs alle wanden bevinden zich centraal op 85 cm |
| hoogte. De leuningen bieden een veilige grip, zijn ergonomisch gevormd | |
| (ronde ou ovale), ont un diamètre compris entre 30 et 45 mm et sont | (t.w afgerond of ovaal), hebben een diameter van 30 tot 45 mm en zijn |
| distantes du mur de 35 mm. | op een lichte afstand van de wand (35 mm) bevestigd. |
| - Il faut prévoir, à 40 cm du sol de la cabine, un miroir couvrant | - Tegenover de liftdeur, op een hoogte van 40 cm boven de vloer, zal |
| toute la largeur et la hauteur du côté face à la porte. | een spiegel over de hele breedte en hoogte worden geplaatst. |
| - Un bouton d'arrêt est prévu à 130 cm du sol de la cabine. | - Op 130 cm boven de vloer moet een stopvoorziening worden |
| aangebracht. | |
| - Un bouton d'alarme est placé à 90 cm du sol de la cabine. | - Een noodoproepsysteem bevindt zich op 90 cm boven de grond. |
| - En ce qui concerne les ascenseurs faisant plus de deux haltes, il | - Liften met meer dan 2 stopplaatsen hebben een verdiepingsaanduiding |
| faut prévoir des informations optiques et acoustiques (synthèse | |
| vocale) indiquant ces haltes. | (licht- en geluidssignaal . |
| - Les éléments de commande sont doubles, installés tant verticalement | - De bedieningselementen zijn dubbel aangebracht en worden zowel |
| qu'horizontalement. | verticaal als horizontaal opgesteld : |
| o installation horizontale : | o horizontale uitvoering |
| ? à au moins 40 cm du coin de la cabine, perpendiculairement à la main | ? op minstens 40 cm van de binnenhoek van de kooi, loodrecht op de |
| courante | leuning |
| ? les touches et le tableau de bord sont installés à une hauteur | |
| comprise entre 85 et 110 cm par rapport au sol de la cabine | ? toetsen en toetsenbord tussen 85 cm en 110 cm boven de vloer |
| o installation verticale | o verticale uitvoering : |
| ? les touches et le tableau de bord sont installés à une hauteur | |
| comprise entre 110 et 170 cm par rapport au sol de la cabine | ? toetsen en toetsenbord tussen 100 cm en 110 cm boven de vloer |
| - Les touches ont au moins 30 mm de large et dépassent de 2 mm. | - De toetsen zijn minstens 30 mm breed en springen minstens 2 mm uit. |
| - Les symboles et les inscriptions sur les touches sont en relief (1 à | - De symbolen en aanduidingen op de toetsen worden in reliëf |
| 2 mm). | uitgevoerd (1 tot 2 mm). |
| - Les inscriptions ont une grandeur d'au moins 15 mm et sont | - De aanduidingen moeten minstens 15 mm groot zijn en ook in |
| complétées par des caractères Braille. | brailleschrift worden vermeld. |
| - Les touches sensorielles ne sont pas admises. | - Sensortoetsen zijn niet toegelaten. |
| Les ascenseurs privilégiés sont ceux à services opposés. | Liftkooien met twee tegenovergestelde deuren verdienen de voorkeur. |
| 1.5. Exigences relatives aux locaux d'accueil et salles de guichets | 1.5. Eisen m.b.t. de opvang- en loketruimtes |
| Les guichets sont des lieux où se déroulent des opérations avec des | Loketten zijn plaatsen waar verrichtingen met klanten of doelgroepen |
| clients ou des groupes-cibles, p.ex. comptoirs dans des magasins ou | worden uitgevoerd, zoals b.v. toonbanken in winkels of besturen, bank- |
| administrations, guichets de poste ou de banque, guichets de | en postloketten, loketten voor de ticketverkoop (bij het openbaar |
| billetterie pour transports en communs, cinémas, théâtres, | verkeer, bioscopen, theaters, tentoonstellingen, musea's, enz.). |
| expositions, musées... | - Vóór het loket en de toonbank moet een vrije draairuimte van |
| - Il faut prévoir une aire de rotation libre d'au moins 150 X 150 cm | minstens 150 x 150 cm zijn. |
| devant le guichet et le comptoir. | |
| - Il doit être possible de « glisser » une chaise roulante sous les | - Toonbanken en loketten moeten « onderrijdbaar » zijn : ze zijn |
| comptoirs et guichets; ceux-ci doivent avoir une largeur minimale de | |
| 90 cm, une hauteur inférieure minimale de 75 cm, une hauteur | minstens 90 cm breed, de onderkant is minstens 75 cm hoog; de |
| supérieure de 80 cm et une profondeur totale d'au moins 60 cm. | bovenkant 80 cm hoog en de totale diepte bedraagt minstens 60 cm. |
| - Les salles de guichets situées derrière des vitres doivent de plus | - Loketten met een gesloten glasfront moeten bovendien van een |
| être équipées d'une paroi vitrée en saillie. Soit la paroi vitrée peut être ouverte, soit un interphone avec haut-parleurs ou écouteurs permet une communication directe. Les surfaces vitrées sont signalées à hauteur de vision moyenne, c.-à-d. entre 130 et 140 cm, par des marques d'au moins 8 cm de large, continues, claires, bien visibles et contrastant avec leur environnement. Il faut privilégier l'utilisation de matériaux antireflet. 1.6. Exigences relatives aux systèmes d'information et d'alerte à l'intérieur et à l'extérieur d'un bâtiment En ce qui concerne les bâtiments disposant d'un système d'information interne par haut-parleurs, il doit être possible de donner une forme visuelle aux messages. De plus, leur signal acoustique d'alerte doit être complété par des signaux lumineux. Les deux sources d'information complémentaires doivent être présentes en nombre suffisant et à des endroits adéquats. | uitspringende glazen wand worden voorzien. De glazen wand kan hetzij geopend worden of is met een interfoon + luidsprekers of hoofdtelefoon uitgerust met het oog op een directe communicatie. De glazen vlakken moeten op gemiddelde ooghoogte, t.w. tussen 130 en 140 cm boven de grond, door minstens 8 cm brede, doorlopende, duidelijke, goed zichtbare en van de omgeving contrasterende markeringen worden aangeduid. Het wordt aanbevolen anti-reflectie materialen te gebruiken. 1.6. Eisen m.b.t. de informatie- en waarschuwingssystemen binnen of buiten een gebouw In gebouwen die over een intern informatiesysteem met luidsprekers beschikken, moeten de uitgestraalde boodschappen ook visueel kunnen worden gemaakt. Bovendien moet hun geluidswaarschuwingssysteem aan een lichtsignaal gekoppeld worden. Beide aanvullende informatiebronnen moeten in voldoende aantal en op geschikte plaatsen aanwezig zijn. |
| - L'information est transmise en respectant le principe de la | - De informatie wordt geleverd met inachtneming van het principe van |
| perception dite bisensorielle, c.-à-d. la perceptibilité de | de twee zintuigen, d.w.z. dat de informatie door ten minste 2 |
| l'information par au moins deux sens (vue, ouïe, toucher). | zintuigen (zien, horen, voelen) kan worden waargenomen. |
| 1.6.1. nExigences relatives aux informations visuelles | 1.6.1. Eisen m.t.b. tot de visuele informatie |
| La transmission visuelle d'informations n'intervient pas seulement par | Visuele informatie wordt niet slechts d.m.v. schrift, maar ook via |
| l'écriture, mais aussi par la forme, les contrastes, la clarté, les | vormen, contrasten, helderheid, kleuren en kleurencombinaties |
| couleurs ainsi que les combinaisons de couleurs. L'espace public | overgebracht. De openbare ruimte is ook rijk aan al dan niet |
| foisonne d'informations optiques, significatives ou non, qui ne | betekenisvolle optische informaties die niet alle tegelijk waargenomen |
| peuvent pas toutes être perçues et analysées en même temps. En raison | en verwerkt kunnen worden. Op grond van deze informatievloed is het |
| de ce flux d'informations, la présentation doit être adaptée à la signification du contenu, cela veut dire que l'organisation visuelle de l'information doit être classée suivant le but ou la priorité (avertir/décider/diriger). Pour la consultation du tableau, voir image De plus, une structure simple, régulière et uniforme favorise l'identification, afin d'atteindre un effet de reconnaissance. Outre une coloration contrastée par rapport au fond et une luminance adaptée, il faut aussi respecter un angle de vision et adapter la taille de l'écriture et des symboles. Les exigences ci-dessus relatives à l'information écrite doivent être respectées, mais en plus, certaines informations (cartes des boissons, menus ou panneaux indicateurs) doivent être proposées en caractères Braille. Il est important de présenter le plus d'informations possible sous forme d'image; ainsi, il faut préférer un symbole à l'écriteau « Toilette/WC ». Pour la consultation du tableau, voir image 1.6.2. Exigences relatives aux informations auditives Les malentendants ont souvent une audition moindre ou faussée. Les | noodzakelijk de voorstelling ervan aan de betekenis van de inhoud aan te passen, d.w.z. dat de visuele informatieorganisatie naargelang het informatiedoel of de prioriteit (waarschuwen/beslissen/leiden) wordt gerangschikt. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bovendien vergroot een eenvoudige, regelmatige en eenvormige structuur de identificatie, teneinde een herkenningseffect te bereiken. Naast een contrastrijke kleurgebruik ten opzichte van het achtergrond en een geschikte lichtsterkte dient ook een gezichtshoek in acht te worden genomen en de schrift- en symboolgrootte dienovereenkomstig aan te passen. Naast de inachtneming van bovengenoemde eisen m.b.t de schriftelijke informatie moeten bepaalde inlichtingen (b.v. dranken, menu's of aanwijzingsborden) ook in braille-schrift worden gegeven. Het is belangrijk zoveel mogelijke inlichtingen in beelden te geven; zo zal eerder een symbool dan het bordje « Toilet/wc » worden gebruikt. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 1.6.2. Eisen m.b.t. de auditieve informatie Slechthorenden hebben vaak een verminderd of gestoord gehoor. |
| appareils de correction auditive peuvent compenser en partie, de sorte que la parole et les sons puissent être entendus, mais il est souvent difficile de distinguer et de comprendre certaines voix dans une foule. C'est pourquoi les signaux audio doivent être transmis directement dans l'appareil. Pour ce faire, il y a lieu de préférer, dans les locaux publics, des installations d'écoute à induction. Les personnes sourdes ne sont toutefois pas en mesure de compenser l'audition manquante par des aides techniques et communiquent habituellement soit par la lecture labiale (= lecture sur les lèvres) soit par le langage des signes. C'est pourquoi il est important de garder le contact visuel avec l'interlocuteur, de parler lentement, sans dialecte et de bien articuler. La communication entre entendants et sourds est aussi possible sous forme écrite, le GSM, avec sa fonction SMS, constituant une aide précieuse. Les trois degrés de priorité décrits ci-dessus en lien avec les restrictions visuelles valent aussi pour les personnes présentant des restrictions auditives, la nécessité n'étant toutefois pas motivée par l'abondance mais bien par le manque d'information. 1.7. Exigences relatives aux boîtes à lettres - L'ouverture de la boîte pour l'introduction et celle pour la levée du courrier sont centrées, situées à une hauteur comprise entre 85 et 140 cm. - Les boîtes à lettres doivent être accessibles sans devoir franchir de seuil ou d'obstacle. De plus, il faut prévoir une aire de rotation | Hoorapparaten kunnen dit gedeeltelijk compenseren, zodat spraak en geluiden gehoord kunnen worden; het blijft echter vaak moeilijk bepaalde stemmen in een groepsgesprek te onderscheiden en te verstaan. Om die reden moeten de audiosignalen direct door het hoorapparaat worden opgevangen. Daarvoor wordt in openbare ruimtes de voorkeur gegeven aan inductieve geluidsinstallaties. Doven zijn echter niet in staat om hun gebrekkige hoorvermogen met technische hulpmiddelen te compenseren en communiceren gewoonlijk d.m.v. spraakafzien (liplezen) of gebarentaal. Hierbij is het belangrijk oogcontact met het gesprekspartner te houden, langzaam te spreken en geen dialect te gebruiken alsmede duidelijk te articuleren. De communicatie tussen doven en horenden kan ook schriftelijk gebeuren; GSM met de functie « SMS-berichten » is daarbij een belangrijk hulpmiddel. De hierboven beschreven drie prioriteitsniveaus inzake gezichtsbeperkingen gelden ook voor mensen met gehoorbeperkingen; hier is de noodzakelijkheid niet aan een teveel, maar wel aan een tekort aan informatie te wijten. 1.7. Eisen m.b.t. de brievenbussen - De gleuf van de brievenbussen en het deurtje voor de lichting bevinden zich centraal en op een hoogte tussen 85 en 140 cm. - De brievenbussen dienen zonder drempels noch obstakels bereikbaar te |
| libre d'au moins 150 X 150 cm devant ou derrière la boîte, suivant que | zijn. Bovendien zal een vrije draairuimte van minstens 150 x 150 cm |
| l'ouverture de levée du courrier se trouve devant ou derrière. | vóór en desgevallend achter de brievenbussen zijn, indien het deurtje voor de lichting zich achter bevindt. |
| 1.8. Exigences relatives aux téléphones et distributeurs automatiques publics | 1.8. Eisen m.b.t. de openbare telefooncellen en distributieautomaten |
| - Les portes ont une largeur minimale de 90 cm. | - De deuren zijn minstens 90 cm breed. |
| - Il faut prévoir, devant les appareils et distributeurs automatiques, | - Vóór en achter de toestellen en automaten moet een vrije draairuimte |
| une aire de rotation libre d'au moins 150 X 150 cm. | van minstens 150 x 150 cm worden voorzien. |
| - Il doit être possible de « glisser » une chaise roulante sous les | - De toestellen en automaten zijn minstens 90 cm breed, de onderkant |
| appareils et distributeurs automatiques; ceux-ci doivent avoir une | |
| largeur minimale de 90 cm, une hauteur inférieure minimale de 75 cm, | bevindt zich op minstens 75 cm van de grond en de bovenkant op 80 cm |
| une hauteur supérieure de 80 cm et une profondeur totale d'au moins 60 | van de grond; de totale diepte bedraagt minstens 60 cm. |
| cm. - Il y a de chaque côté des appareils et distributeurs automatiques | - Aan beide zijden van de toestellen en automaten moet een horizontaal |
| une tablette horizontale d'au moins 25 cm de large et devant les | en minstens 25 cm brede aflegrek zijn; vóór de toestellen en automaten |
| appareils et distributeurs automatiques une tablette horizontale d'une | |
| profondeur allant de 15 à 20 cm; il est possible de glisser une chaise | bevindt zich een horizontale, tussen 15 en 20 cm diepe aflegrek die |
| roulante sous ces tablettes. | onderrijdbaar is. |
| - Lors de l'utilisation d'écrans ou moniteurs, les informations sont | - Bij gebruik van beeldschermen of monitors moet de informatie op de |
| autant que possible transmises par pictogrammes et images et moins | display zoveel mogelijk door pictogrammen en beelden en zo weinig |
| sous forme écrite. | |
| - En ce qui concerne les appareils automatiques à pièces (p.ex. les | mogelijk door schrift worden geleverd. |
| horodateurs ou distributeurs automatiques de titres de transport), les | - Bij muntautomaten (b.v. parkeer- of kaartautomaten) bevinden zich de |
| éléments de commande sont situés à une hauteur allant de 65 à 125 cm. | bedieningselementen tussen 65 en 125 cm hoog. |
| - En ce qui concerne les distributeurs automatiques bancaires, les | - Bij geld- en bankautomaten zijn de bedieningselementen goed |
| éléments de commande sont accessibles et situés à une hauteur allant | |
| de 80 à 130 cm, le clavier digital étant disposé horizontalement. | bereikbaar en bevinden zich op een hoogte tussen 80 en 130 cm; het |
| digitale toetsenbord moet horizontaal worden opgesteld. | |
| - Il faut garantir un éclairage adapté au lieu, suffisamment clair, | - De verlichting moet aan het oord aangepast, voldoende helder, |
| uniforme et non éblouissant. | gelijkmatig en verblindingvrij zijn. |
| - Les systèmes avec synthèse vocale seront équipés non seulement de | - Spraaksystemen moeten met luidsprekers maar ook met hoofdtelefoons |
| haut-parleurs mais aussi d'écouteurs. | worden uitgerust. |
| 1.9. Toilettes | 1.9. Toiletten |
| Lorsqu'il y a des toilettes séparées par sexe, une toilette pour | Waar afzonderlijke mannen- en vrouwentoiletten beschikbaar zijn, dient |
| personnes handicapées doit être aménagée pour chaque sexe. Si les | telkens één voor gehandicapten aangepaste toilet te zijn. Zijn er geen |
| toilettes sont regroupées, elles doivent être accessibles aux | afzonderlijke mannen- en vrouwentoiletten, dan dienen ze voor |
| personnes handicapées. | gehandicapten aangepast te zijn. |
| Les toilettes accessibles aux personnes handicapées sont équipées d'un | De voor gehandicapten aangepaste toiletten zijn met een handenwasbak |
| lave-mains. | uitgerust. |
| Dans les toilettes, les aires de rotation libres peuvent se chevaucher. | In toiletten mogen de vrije draairuimten elkaar overlappen. |
| 1.9.1. Exigences relatives aux cuvettes | 1.9.1. Eisen m.b.t. de toiletpot |
| - Les cuvettes de WC ont une profondeur de 70 cm. Les WC avec | - De toiletpot is 70 cm diep. Toiletpotten met spoelbak kunnen als |
| réservoir de chasse peuvent servir de dossier et sont à recommander, | rugleuning dienen en worden aanbevolen. Aanbevolen worden ook |
| tout comme les cuvettes suspendues. | hangtoiletten. |
| - La hauteur d'assise de la cuvette est de 48 cm à partir du sol. | - De bovenkant van de toiletzitting bevindt zich 48 cm boven de grond. |
| - Des deux côtés de la cuvette, il faut prévoir des barres d'appui | |
| placées à 85 cm du sol (bord supérieur). Les barres ont une longueur | - Aan weerszijden van de toiletpot moeten minstens 85 cm lange |
| minimale de 85 cm. La distance entre les deux barres de maintien (axe) | wandbeugels 85 cm boven de grond (bovenkant) worden aangebracht. De |
| est de 70 cm, soit 35 cm de chaque côté de l'axe de la cuvette. Du | beugels staan 70 cm van elkaar (asafstand), t.w. 35 cm op elke zijde |
| côté de l'approche, la barre d'appui est rabattable. Il est recommandé | van de as van de toiletpot. Bij de zijde van de toiletpot waar de |
| d'installer des barres d'appui avec distributeur de papier-toilette | transferruimte zich bevindt, zullen opklapbare beugels worden |
| intégré. - Les robinets de chasse d'eau seront choisis avec de larges | aangebracht. Handgrepen met toiletrolhouder worden aanbevolen. |
| boutons-poussoirs. | - De drukspoelers zullen met grote knoppen worden gekozen. |
| - La cuvette est accessible en chaise roulante tant par l'avant que | - De toiletpot moet zowel aan de voorkant als langs één zijkant door |
| par un côté au moins. La largeur minimale d'approche latérale est de | rolstoelgebruikers bereikbaar zijn. De toegangsruimte langs de |
| 95 cm à partir de la cuvette. L'aire de rotation libre devant la | toiletpot is minstens 95 cm breed. De vrije draairuimte vóór de wc-pot |
| cuvette est d'au moins 150 X 150 cm. ? Dans des bâtiments comptant plusieurs toilettes accessibles aux personnes handicapées, il faut installer des cuvettes accessibles par des côtés différents. ? Si une seule toilette accessible aux personnes handicapées est prévue, il est conseillé que la cuvette soit accessible par les deux côtés. 1.9.2. Exigences relatives aux lave-mains - La face avant de la vasque du lave-mains est concave. - Le lave-mains présente un dégagement sur toute sa profondeur pour l'accès en chaise roulante. | is minstens 150 x 150 cm. - In gebouwen met meerdere voor gehandicapten aangepaste toiletruimten moet in toiletpotten worden voorzien die vanuit verschillende zijden bereikbaar zijn. - Wordt slechts één voor gehandicapten aangepaste toilet gepland, dan wordt aanbevolen dat de toiletpot langs beide zijden toegankelijk is. 1.9.2. Eisen m.b.t. de handenwasbakken - De voorkant van de handenwasbak is concaaf. - De handenwasbak is onderrijdbaar over de hele diepte ervan. |
| - La hauteur du bord supérieur du lave-main est à 80 cm du sol. Le dégagement sous le lave-mains est d'au moins 67 cm par rapport au sol sur une profondeur de 30 cm. - Les laves-mains sont équipés d'un siphon décalé voire encastré. - L'aire de rotation libre devant le lave-mains est d'au moins 150 x 150 cm. - Il faut installer un mitigeur facile à utiliser, avec levier allongé ergonomique. - Hauteur de suspension pour les miroirs muraux : le bord inférieur | - De bovenrand van de handenwasbak bevindt zich op 80 cm boven de grond. De knieruimte onder de wasbak is minstens 67 cm hoog en 30 cm diep. - Handenwasbakken moeten van een ingebouwde of verzonken sifon worden voorzien. - Vóór de wastafel is een vrije draairuimte van minstens 150 x 150 cm. - De wastafelkraan is een gebruiksvriendelijke mengkraan met een lange, ergonomische hendel. |
| est à 90 cm du sol | - Ophanghoogte van de wandspiegels : de onderkant bevindt zich op 90 |
| Hauteur de suspension pour les miroirs inclinables : le bord inférieur | cm boven de grond. |
| est à 130 cm du sol (avec possibilité de réglage pour la hauteur et | - Ophanghoogte van kantelspiegels : de onderkant bevindt zich op 130 |
| cm boven de grond (met mogelijkheid om de hoogte en kanteling te | |
| l'inclinaison). | regelen). |
| - A prévoir également : poubelles à langes (bord supérieur à 65 cm), | - Overige vereiste voorzieningen : luiermanden (bovenkant op 65 cm), |
| distributeurs de papier essuie-mains (hauteur d'utilisation : 90 cm) | handdoekdispenser (gebruikshoogte 90 cm) en zeepdispenser |
| et distributeurs de savon (hauteur d'utilisation : 90 cm). | (gebruikshoogte 90 cm). |
| 1.9.3. Exigences relatives aux portes | 1.9.3. Eisen m.b.t. de deuren |
| - Les portes des toilettes doivent être pourvues d'un système de | - De deuren van de toiletten moeten met een sluitsysteem worden |
| fermeture s'ouvrant de l'extérieur. | uitgerust dat van buitenaf opent. |
| - Devant et derrière les portes, il faut prévoir une aire de rotation | - Vóór en achter de deuren (en desgevallend ook buiten de opengaande |
| libre d'au moins 150 X 150 cm (le cas échéant en dehors du débattement | beweging van de deur) moet een vrije draairuimte van minstens 150 x |
| de la porte). | 150 cm worden voorzien. |
| - Portes à vantaux : | - Vleugeldeuren : |
| ? La largeur minimale de passage est de 90 cm. | - De vrije doorgangsbreedte bedraagt minstens 90 cm. |
| ? Sens d'ouverture : vers l'extérieur. | - De deur draait naar buiten open. |
| ? Sur la face intérieure, il y a une barre de maintien horizontale sur | - Aan de binnenkant van de deur moet over de hele breedte een |
| toute la largeur du panneau, à 85 cm du sol. | horizontale handgreep op 85 cm boven de grond worden aangebracht. |
| - Portes coulissantes : | - Schuifdeuren : |
| ? Lorsque les portes sont ouvertes, la largeur minimale de passage est de 90 cm. | - In open toestand bedraagt de minimale doorgangsbreedte minstens 90 cm. |
| ? Des deux côtés, il y a une barre de maintien verticale d'une | - Aan weerszijden wordt een verticale wandbeugel van minstens 80 cm |
| longueur minimale de 80 cm et dont le bord inférieur est située à 60 | lang aangebracht waarvan de onderkant op 60 cm boven de grond is. |
| cm du sol. ? Lorsque les portes sont fermées, la distance entre l'axe, la barre | - In gesloten toestand bedraagt de afstand tussen de as, de wandbeugel |
| de maintien et le cadre est de 10 cm. | en de kader 10 cm. |
| ? Le verrou se trouve à 50 cm du sol. | - de deurslot bevindt zich op 50 cm boven de grond. |
| 1.10. Salles de douche | 1.10. Doucheruimten |
| 1.10.1. Exigences relatives aux salles de douche | 1.10.1. Eisen m.b.t. de doucheruimten |
| Les salles de douche sont équipées d'une cuvette de WC, d'un lavabo et | De doucheruimten moeten van een toiletpot, een wastafel en een douche |
| d'une douche. | worden voorzien. |
| Dans le cas de salles de douche collectives, les sanitaires et les | In gemeenschappelijke doucheruimten moeten de toiletten en wastafels |
| lave-mains doivent se trouver à proximité des douches. | zich in de nabijheid van de douches bevinden. |
| - En ce qui concerne les exigences relatives aux portes dans les | - Qua eisen m.b.t. de deuren in de doucheruimten, zie punt 1.9.3. |
| salles de douche : voir point 1.9.3. | - Aan minstens één zijde van de toiletpot moet een manoeuvreerruimte |
| - Un espace de manoeuvre de 95 cm minimum doit être prévu au moins | van minstens 95 cm en vóór de toiletpot, de wastafel en de douche een |
| d'un côté de la cuvette de WC ainsi qu'une aire de rotation libre d'au | |
| moins 150 x 150 cm devant la cuvette de WC, le lavabo et la douche. | draairuimte van minstens 150 x 150 cm worden voorzien. Manoeuvreer- en |
| L'espace de manoeuvre et l'aire de rotation libre peuvent se | draairuimten mogen elkaar overlappen. Naar analogie zijn bovendien de |
| chevaucher. Les exigences relatives aux cuvettes de WC et aux | eisen m.b.t. de toiletpotten en de handenwasbakken (zie punten 1.9.1. |
| lave-mains (points 1.9.1 et 1.9.2.) sont de plus applicables par analogie. | en 1.9.2.) van toepassing. |
| 1.10.2. Exigences relatives aux cabines de douche | 1.10.2. Eisen m.b.t. de douchecellen |
| - Les dimensions minimales sont : 120 x 120 cm. Les dimensions | - Ze hebben een oppervlakte van minstens 120 x 120 cm. Een oppervlakte |
| recommandées sont 150 x 150 cm. | van 150 x 150 cm wordt aanbevolen. |
| - Le revêtement est plan, sans marche et antidérapant. | - De douche is gelijkvloers, drempelvrij en anti-slip. |
| - Il faut prévoir le montage de barres de relèvement et d'appui tout | |
| le long des murs de la cabine à 85 cm de haut, avec la possibilité de | - Langs de wanden van de cel moeten hand- en steungrepen op 85 cm |
| boven de grond worden aangebracht, met de mogelijkheid om er een | |
| suspendre un siège de douche relevable (hauteur d'assise = 50 cm). | opklapbaar douchezitje op te hangen (zithoogte = 50 cm). |
| - Les supports de pomme de douche sont réglables en hauteur, entre 90 | - De douchekophouders zijn in hoogte tussen 90 en 195 cm (boven de |
| et 195 cm du sol, et également utilisables comme barre de maintien. | grond) verstelbaar en dienen tegelijk als handgreep. |
| - A 85 cm du sol, il faut installer un mitigeur thermostatique (avec | - Op 85 cm boven de grond moet een gemakkelijk te bedienen |
| limiteur de température et sécurité anti-brûlure) monocommande, facile | éénhendelthermostaatkraan (met temperatuurbegrenzer en bescherming |
| à utiliser, avec long levier recourbé ergonomique. | tegen verbranden) met een lange en ergonomisch gebogen hendel worden |
| - Pour délimiter l'espace de douche, il faut prévoir des rideaux de | aangebracht. - Om de doucheruimte af te bakenen, moeten douchegordijnen (de afstand |
| douche (la distance entre le rideau et le plafond est d'au moins 40 | tussen gordijn en plafond bedraagt minstens 40 cm) en douchewanden |
| cm) et des cloisons de douche. Lors de l'utilisation de cloisons, il | worden voorzien. |
| faut veiller à ce qu'elles soient mobiles, afin d'assurer un accès | Douchewanden moeten optilbaar zijn, ten einde een zo groot mogelijke |
| aussi large que possible à l'espace de douche. | toegang tot de douche te waarborgen. |
| 1.11. Salles de bain | 1.11. Badkamers |
| Les salles de bains sont équipées d'une cuvette de WC, d'un lavabo et | De badkamers moeten met een toiletpot, een wastafel, een douche en |
| d'une douche et éventuellement d'une baignoire. | eventueel een badkuip worden uitgerust. |
| 1.11.1. Exigences relatives aux salles de bain | - Aan minstens één zijde van de toiletpot moet een manoeuvreerruimte |
| - Un espace de manoevre de 95 cm minimum doit être prévu au moins d'un | van minstens 95 cm en vóór de toiletpot, de wastafel en de douche |
| côté de la cuvette de WC ainsi qu'une aire de rotation libre d'au | |
| moins 150 x 150 cm devant la cuvette de WC, le lavabo et la douche | en/of badkuip een draairuimte van minstens 150 x 150 cm worden |
| et/ou la baignoire. L'espace de manoeuvre et l'aire de rotation libre | voorzien. Manoeuvreer- en draairuimten mogen elkaar overlappen. Naar |
| peuvent se chevaucher. Les exigences relatives aux cuvettes de WC et | analogie zijn hierbij de eisen m.b.t. de toiletpotten en de |
| aux lave-mains (point 1.9.2.) ainsi qu'aux douches (pont 1.10) sont de | handenwasbakken (zie punt 1.9.2.) en m.b.t. de douches (zie punt |
| plus applicables par analogie. | 1.10.) van toepassing. |
| - Exigences relatives aux portes de salle de bain : voir point 1.9.4. | - Qua eisen m.b.t. de deuren in de doucheruimten, zie punt 1.9.4. |
| 1.11.2. Exigences relatives aux baignoires | 1.11.2. Eisen m.b.t. de badkuipen |
| - Les baignoires ont une forme rectangulaire, classique et simple | - De badkuipen moeten rechthoekig, klassiek en éénvoudig zijn om het |
| permettant l'utilisation de sièges élévateurs de bain. Elles ont une | gebruik van een badlift mogelijk te maken. Ze zijn minstens 75 cm |
| largeur minimale de 75 cm et une longueur minimale de 170 cm. Le bord | breed en 170 cm lang. De bovenkant van de badkuip bevindt zich |
| supérieur est situé au plus à 50 cm du sol. | hoogstens 50 cm boven de grond. |
| - Si l'on utilise des sièges élévateurs de bain, il faut veiller à ce | - Worden badliften gebruikt, dan is het bad onderrijdbaar over de hele |
| que l'on puisse glisser la chaise roulante sous toute la profondeur de | |
| la baignoire à une hauteur de 15 cm et sur une largeur de 110 cm. Le | diepte, op een hoogte van 15 cm en een breedte van 110 cm. De |
| bord supérieur de la baignoire est adapté à cette exigence. | bovenkant van de badkuip zal aan deze vereiste beantwoorden. |
| - Il y a des barres de maintien sur 3 des côtés, la barre latérale | - Aan drie zijden om de badkuip heen bevinden zich wandbeugels, |
| d'appui étant située à une hauteur de 85 cm et la barre arrière de | waarbij de beugels aan de zijkant op 85 cm boven de grond en de |
| maintien à 10 cm au-dessus du bord supérieur de la baignoire. De plus, | achterste beugel op 10 cm boven de bovenkant van de badkuip |
| il est recommandé d'installer des poignées mobiles du côté de l'accès. | aangebracht worden. Bovendien worden mobiele wandbeugels voor een |
| - Il faut installer un mitigeur thermostatique (avec limiteur de | veilig instappen aangebracht. - Bovendien wordt een gemakkelijk te bedienen |
| température et sécurité anti-brûlure) monocommande, facile à utiliser, | éénhendelthermostaatkraan (met temperatuurbegrenzer en bescherming |
| tegen verbranden) met een lange en ergonomisch gevormde hendel | |
| avec long levier ergonomique. | geïnstalleerd. |
| 1.12. Exigences relatives aux cabines de déshabillage | 1.12. Eisen m.b.t. de kleedcabines |
| - Les cabines sont équipées de bancs rabattables (hauteur d'assise : | - De kleedcabines moeten met opklapbare zitbanken (zithoogte 50 cm |
| 50 cm du sol, profondeur minimale de 40 cm). | boven de grond en minimale zitdiepte 40 cm) worden uitegrust. |
| - En ce qui concerne les exigences relatives aux portes des cabines, | - Qua eisen m.b.t. de deuren van de kleedcabines, zie punt 1.9.3. |
| voir point 1.9.3. | |
| - Le local doit être aménagé de manière telle qu'un aidant ait assez | - De ruimte moet zo ingericht worden dat er voldoende ruimte is voor |
| de place. | een begeleider. |
| - Il faut prévoir une aire de rotation libre d'au moins 150 x 150 cm | - Vóór de zitbanken is er een vrije draairuimte van minstens 150 x 150 |
| devant les sièges. | cm. |
| - Les sièges sont installés sur toute la largeur de la cabine. | - De zitbanken lopen over de hele breedte van de cabine. |
| - Des deux côtés du banc, il faut prévoir des barres d'appui coudées, | - Aan weerszijden van de zitbanken worden 60 cm lange gebogen |
| d'une longueur de 60 cm, placées à 85 cm de haut. | handgrepen op 85 cm boven de grond aangebracht. |
| - A proximité du banc, il faut prévoir plusieurs patères à une hauteur de 140 cm au moins. | - Naast de zitbank worden meerdere kleerhakens op minstens 140 cm hoogte aangebracht. |
| 1.13. Exigences relatives aux chambres à coucher | 1.13. Eisen m.b.t. de slaapkamers |
| - La porte de la chambre a une largeur minimale de passage de 90 cm. | - De slaapkamerdeur heeft een vrije doorgangsbreedte van minstens 90 |
| Derrière la porte, il faut prévoir une aire de rotation libre d'au | cm. Achter de slaapkamerdeur is een vrije draairuimte van minstens 150 |
| moins 150 x 150 cm. Pour les autres exigences, voir point 1.3. | x 150 cm. Voor verdere eisen, zie punt 1.3. |
| - Un espace de manoeuvre de 150 cm minimum doit être prévu à côté du | - In de slaapkamer zijn vrije manoeuvreerruimtes van minstens 150 cm |
| lit et devant l'armoire. De plus, il faut prévoir une largeur minimale | naast het bed en vóór de kast. Langs alle meubels moet bovendien een |
| de passage de 90 cm le long de toutes les installations. | doorrijdbreedte van minstens 90 cm zijn. |
| - L'armoire a des portes coulissantes faciles à utiliser; la tringle | - De kast heeft lichtlopende schuifdeuren en een kleerstang op |
| est à une hauteur minimale de 140 cm. | minstens 140 cm hoogte. |
| - Le lit d'une personne mesure au moins 90 x 200 cm. Pour les lits | - Het éénpersoonsbed is minstens 90 x 200 cm. Wat tweepersoonsbedden |
| doubles, il est conseillé d'assembler deux lits d'une personne. | betreft, is het aanbevolen twee éénpersoonsbedden samen te voegen. |
| - Les lits ont une hauteur de 50 cm. | - De bedden zijn 50 cm hoog. |
| - Le long du lit, il faut prévoir au moins une tablette d'une profondeur minimale de 30 cm. | - Langs het bed wordt minstens een aflegrek van 30 cm diepte aangebracht. |
| - En outre, les douches, salles de bains, toilettes et lave-mains sont | - Bovendien bevinden zich de douches, badkamers, toiletten en |
| à proximité immédiate de la chambre. | handenwasbakken in de onmiddellijke nabijheid van de slaapkamer. |
| - Dans les chambres, l'appui de fenêtre est situé au plus à 70 cm du sol. | - De vensterbank van de slaapkamervensters bevindt zich hoogstens op 70 cm boven de grond. |
| 1.14. Exigences relatives aux sièges fixes | 1.14. Eisen m.b.t. de vaste stoelen |
| - Devant et à côté des sièges fixes, il faut prévoir des dégagements | - Vóór en naast de vaste stoelen zijn horizontale en vlakke vrije |
| horizontaux et plats respectant les exigences générales en matières | oppervlakten met inachtneming van de algemene eisen inzake |
| d'espaces de manoeuvre et d'aires de rotation (au moins 150 X 150 cm). | manoeuvreer-en draairuimten (minstens 150 x 150 cm). |
| - Il faut mettre des sièges à disposition, à des hauteurs différentes | - Zitgelegenheden met verschillende hoogten en diepten (b.v. zithoogte |
| et avec des profondeurs différentes (p.ex. hauteur d'assise de 50 cm | 50 cm en zitdiepte 42 cm/zithoogte 50 cm en zitdiepte 30 cm) moeten |
| et profondeur de 42 cm/ hauteur d'assise de 50 cm et profondeur de 30 | ter beschikking worden gesteld. |
| cm). Vu pour être annexé à l'arrêté du 12 juillet 2007. | Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 12 juli 2007. |
| Le Ministre-Président, | De Minister-President, |
| Ministre des Pouvoirs locaux, | Minister van Lokale Besturen, |
| K.-H. LAMBERTZ | K.-H. LAMBERTZ |
| Le Vice-Ministre-Président, | De Vice-Minister-President, |
| Ministre de la Formation et de l'Emploi, des Affaires sociales et du | Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en |
| Tourisme, | Toerisme, |
| B. GENTGES | B. GENTGES |
| Le Ministre de l'Enseignement et de la Recherche scientifique, | De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, |
| O. PAASCH | O. PAASCH |
| La Ministre de la Culture et des Médias, de la Protection des | De Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport, |
| Monuments, de la Jeunesse et des Sports, | |
| Mme I. WEYKMANS | Mevr. I. WEYKMANS |