Arrêté n° 2015/1258 du Collège de la Commission communautaire française modifiant l'arrêté du 20 octobre 1994 du Collège de la Commission communautaire française portant le statut des fonctionnaires des organismes d'intérêts publics de la Commission communautaire française | Besluit nr. 2015/1258 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van 20 oktober 1994 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende het statuut van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie |
---|---|
COMMISSION COMMUNAUTAIRE FRANÇAISE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE | FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
6 JUILLET 2017. - Arrêté n° 2015/1258 du Collège de la Commission | 6 JULI 2017. - Besluit nr. 2015/1258 van het College van de Franse |
communautaire française modifiant l'arrêté du 20 octobre 1994 du | Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van 20 oktober |
Collège de la Commission communautaire française portant le statut des | 1994 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende het |
fonctionnaires des organismes d'intérêts publics de la Commission | statuut van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de |
communautaire française | Franse Gemeenschapscommissie |
Vu l'article 87, § 3 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes | Gelet op artikel 87, § 3, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 |
institutionnelles, tel que modifié par la loi spéciale du 8 août 1988 | tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd door de bijzondere |
; | wet van 8 augustus 1988; |
Vu le décret de la Commission communautaire française du 17 mars 1994 | Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 maart |
portant création de l'Institut bruxellois francophone pour la | 1994 tot instelling van het Franstalig Brussels Instituut voor |
formation professionnelle, l'article 22 ; | beroepsopleiding, artikel 22; |
Vu l'arrêté du 20 octobre 1994 du Collège de la Commission | Gelet op het besluit van 20 oktober 1994 van het College van de Franse |
communautaire française portant le statut des fonctionnaires des | Gemeenschapscommissie houdende het statuut van de ambtenaren van de |
organismes d'intérêts publics de la Commission communautaire française | instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie, |
tel que modifié par les arrêtés du 4 juillet 1996, du 23 avril 1998, | zoals gewijzigd door de besluiten van 4 juli 1996, 23 april 1998, 25 |
du 25 octobre 2001, du 13 mars 2003, du 3 juin 2004, du 10 juin 2004; | oktober 2001, 13 maart 2003, 3 juni 2004, 10 juni 2004; |
Vu l'avis du Comité de gestion de l'Institut bruxellois francophone | Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Franstalig Brussels |
pour la formation professionnelle, donné le 23 mai 2014 ; | Instituut voor beroepsopleiding, uitgebracht op vrijdag 23 mei 2014; |
Vu l'avis de l'inspecteur des finances donné le 9 septembre 2015 ; | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 |
Vu l'accord du membre du Collège chargé de la Fonction publique donné | september 2015; Gelet op het akkoord van het Lid van het College belast met Openbaar |
le 17 septembre 2015 ; | Ambt, gegeven op 17 september 2015; |
Vu l'accord du membre du Collège chargé du Budget donné le 17 septembre 2015 ; | Gelet op het akkoord van het Lid van het College belast met Begroting, gegeven op 17 september 2015; |
Vu le protocole 2015/34 du Comité de secteur XV de la Commission | Gelet op het protocol 2015/34 van het Sectorcomité XV van de Franse |
communautaire française, signé le 9 octobre 2015 ; | Gemeenschapscommissie, ondertekend op 9 oktober 2015; |
Vu l'avis 58.839/4 du Conseil d'Etat, donné le 15 février 2016, en | Gelet op het advies 58.839/4 van de Raad van State, gegeven op 15 |
application de l'article 84, § 1er, 1° des lois coordonnées sur le | februari 2016, in toepassing van artikel 84, § 1, 1° van de |
Conseil d'Etat ; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Vu l'accord du Ministre fédéral de la Fonction publique, donné le 16 décembre 2016 ; | Gelet op het akkoord van de Federale Minister van Openbaar Ambt, gegeven op 16 december 2016; |
Vu l'arrêté ministériel du 23 décembre 2016 portant exécution de | Gelet op het ministerieel besluit van 23 december 2016 houdende |
l'article 1er de l'arrêté royal du 20 septembre 2012 portant exécution | uitvoering van het koninklijk besluit van 20 september ter uitvoering |
de l'article 3, alinéa 1er, de la loi du 19 juillet 2012 relative à la | van artikel 3, eerste lid, van de wet van 19 juli 2012 betreffende de |
semaine de quatre jours et au travail à mi-temps à partir de 50 ou 55 | vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de |
ans dans le secteur public ; | openbare sector; |
Vu l'analyse d'impact de la réglementation réalisée conformément aux | Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd |
articles 6 et 7 de la loi du 15 décembre 2013 portant des dispositions | overeenkomstig artikels 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 |
diverses en matière de simplification administrative ; | houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; |
Considérant la loi du 19 juillet 2012 relative à la semaine de quatre | Overwegende de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en |
jours et au travail à mi-temps à partir de 50 ou 55 ans dans le | het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector; |
secteur public ; Sur proposition du Membre du Collège chargé de la Formation | Op voorstel van het Lid van het College belast met Beroepsopleiding; |
professionnelle ; | Na beraadslaging, |
Après délibération, | |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Le présent arrêté règle, en application de l'article 138 |
Artikel 1.Dit besluit regelt, in toepassing van artikel 138 van de |
de la Constitution, une matière visée aux articles 127 et 128 de | Grondwet, een aangelegenheid als bedoeld in de artikelen 127 en 128 |
celle-ci. | van de Grondwet. |
Art. 2.L'article 141, § 2 du chapitre I de la partie XVI de l'arrêté |
Art. 2.Artikel 141, § 2 van het hoofdstuk I van het deel XVI van het |
du 20 octobre 1994 du Collège de la Commission communautaire française | besluit van 20 oktober 1994 van het College van de Franse |
portant le statut des fonctionnaires des organismes d'intérêts publics | Gemeenschapscommissie houdende het statuut van de ambtenaren van de |
de la Commission communautaire française inséré par l'arrêté 2004/39 | instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie, |
du 03/06/2004, est modifié de façon à ajouter un point 9 de la manière suivante : | ingevoegd bij het besluit 2004/39 van 03/06/2004, wordt gewijzigd om een punt 9 toe te voegen als volgt: |
« § 2. Sont applicables au personnel engagé sous contrat de travail et | " § 2. Voor het bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeel en |
ce pour autant que ce régime soit plus favorable que celui prévu par | voorzover deze regeling gunstiger is dan die bepaald bij de wet van 3 |
la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail et les lois | juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de bijzondere wetten |
particulières, les dispositions de la présente partie relative : | gelden de bepalingen van dit deel betreffende: |
1° au congé annuel de vacances et au congé pour jours fériés; | 1° het jaarlijks vakantieverlof en de feestdagen; |
2° au congé de circonstances; | 2° het omstandigheidsverlof; |
3° au congé pour raisons médicales ou humanitaires; | 3° het verlof om medische of humanitaire redenen; |
4° au congé pour participer au jury d'une cours d'assises; | 4° het verlof voor deelname aan een assisenjury; |
5° au congé parental; | 5° het ouderschapsverlof; |
6° au congé d'accueil en vue de l'adoption et de la tutelle | 6° het opvangverlof met het oog op adoptie of pleegvoogdij; |
officieuse; 7° à l'accueil, aux dispenses et congés de formation; | 7° de opvang, de dienstvrijstellingen voor opleiding en de opleidingsverloven; |
8° au congé pour raison politique ; | 8° het verlof om politieke redenen; |
9° à la semaine de quatre jours ». | 9° de vierdagenweek". |
Art. 3.Le chapitre IV de la partie XVI de l'arrêté du 20 octobre 1994 |
Art. 3.Hoofdstuk IV van het deel XVI van het besluit van 20 oktober |
du Collège de la Commission communautaire française portant le statut | 1994 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende het |
des fonctionnaires des organismes d'intérêts publics de la Commission | statuut van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de |
communautaire française, inséré par l'arrêté 2004/39 du 03/06/2004, | Franse Gemeenschapscommissie, ingevoegd bij het besluit 2004/39 van |
est remplacé par ce qui suit : | 03/06/2004, wordt vervangen als volgt: |
« Chapitre IV. - De la semaine de quatre jours et du travail à | "Hoofdstuk IV. - De vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of |
mi-temps à partir de 50 ou 55 ans | 55 jaar |
Section 1re. De la semaine de quatre jours | Afdeling 1. De vierdagenweek |
Art. 147.§ 1er. Les fonctionnaires occupés à temps plein ainsi que |
Art. 147.§ 1. De voltijds tewerkgestelde ambtenaren en de voltijds |
les membres du personnel administratifs contractuels occupés à temps | tewerkgestelde contractuele administratieve personeelsleden hebben het |
plein ont le droit d'effectuer quatre cinquièmes des prestations qui | recht vier vijfde van de prestaties uit te voeren die hen normaal |
leur sont normalement imposées. Les prestations sont réparties sur | gezien worden opgelegd. De prestaties worden gespreid over vier |
quatre jours ouvrables par semaine. | werkdagen per week. |
§ 2. Le fonctionnaire ainsi que le membre du personnel administratif | § 2. De ambtenaar, evenals het contractuele administratieve |
contractuel et âgé de moins de 55 ans peut faire usage de la semaine | personeelslid, van minder dan 55 jaar oud kan gebruikmaken van de |
de quatre jours, visée au § 1er, pendant une période de maximum 60 | vierdagenweek zoals bedoeld in § 1 gedurende een periode van maximaal |
mois. La durée maximale de 60 mois est diminuée des périodes déjà | 60 maanden. De maximale duur van 60 maanden wordt verminderd met de al |
prises de la semaine volontaire de quatre jours en vertu de la loi du | opgenomen periodes van de vrijwillige vierdagenweek krachtens de wet |
10 avril 1995 relative à la redistribution du travail dans le secteur | van 10 april 1995 betreffende arbeidsverdeling in de openbare sector, |
public à partir de la date d'entrée en vigueur de la loi du 19 juillet | vanaf de datum van inwerkingtreding van de wet van 19 juli 2012 wet |
2012 relative à la semaine de quatre jours et au travail à mi-temps à | van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken |
partir de 50 ou 55 ans dans le secteur public. | vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector. |
§ 3. Le fonctionnaire qui a atteint l'âge de 50 ans peut faire usage | § 3. De ambtenaar die de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt, kan |
de la semaine de quatre jours, visée au § 1er, jusqu'à la date de la | gebruikmaken van de vierdagenweek, bedoeld in § 1, tot de datum van de |
retraite anticipée ou non, lorsque le fonctionnaire satisfait, à la | al dan niet vervroegde opruststelling wanneer de ambtenaar op de |
date de début de ce congé, à l'une des conditions suivantes : | begindatum van dit verlof voldoet aan één van de volgende voorwaarden: |
1° il a une ancienneté de service d'au moins vingt-huit ans; | 1° hij heeft een dienstanciënniteit van ten minste achtentwintig jaar; |
2° antérieurement à la semaine de quatre jours, il a effectué un | 2° hij is voorafgaand aan de vierdagenweek actief in een zwaar beroep |
métier lourd pendant au moins cinq ans durant les dix années | gedurende minstens vijf jaar in de voorafgaande tien jaar of gedurende |
précédentes ou au moins pendant sept ans durant les quinze années | minstens zeven jaar in de daaraan voorafgaande vijftien jaar. |
précédentes. Pour l'application de l'alinéa 1er, 2°, on entend par métier lourd le | Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, wordt als zwaar beroep |
métier lourd tel que défini à l'article 4, § 3, alinéas 2 et 3 de la | beschouwd, het zwaar beroep zoals gedefinieerd in artikel 4, § 3, |
loi du 19 juillet 2012 relative à la semaine de quatre jours et au | tweede en derde lid van de wet van 19 juli 2012 betreffende de |
travail à mi-temps à partir de 50 ou 55 ans dans le secteur public. | vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de |
§ 4. Le fonctionnaire qui a atteint l'âge de 55 ans peut faire usage | openbare sector. § 4. De ambtenaar die de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt, kan |
de la semaine de quatre jours, visée au § 1er, jusqu'à la date de la | gebruikmaken van de vierdagenweek, bedoeld in § 1, tot de datum van de |
retraite anticipée ou non. | al dan niet vervroegde opruststelling: |
Art. 147/2.§ 1er. Le membre du personnel d'un grade classé au rang 13 ou à un rang supérieur ne peut se prévaloir du droit à la semaine de quatre jours. Il peut toutefois, moyennant l'autorisation préalable du fonctionnaire dirigeant, bénéficier du droit à la semaine de quatre jours dans les cas où le bon fonctionnement du service ne s'en trouve pas compromis. § 2. Le membre du personnel qui désire faire usage du droit à la semaine de quatre jours introduit sa demande auprès de son supérieur hiérarchique trois mois au moins avant le début de la période au cours de laquelle il exercera ses prestations sur base de la semaine de quatre jours. L'autorisation pour la semaine de quatre jours est accordée pour une |
Art. 147/2.§ 1. Het personeelslid dat houder is van een graad behorende tot rang 13 of tot een hogere rang mag geen aanspraak maken op het recht op de vierdagenweek. Het kan evenwel, mits de voorafgaande toestemming van de leidende ambtenaar, het recht genieten op de vierdagenweek in de gevallen waarbij de goede werking van de dienst niet in het gedrang komt. § 2. Het personeelslid dat wenst gebruik te maken van het recht op de vierdagenweek dient een aanvraag in bij zijn hiërarchische overste minstens drie maanden voor de aanvang van de periode waarin het zijn prestaties zal vervullen op basis van de vierdagenweek. De machtiging voor de vierdagenweek wordt toegekend voor een periode |
période de minimum trois mois et maximum vingt-quatre mois. Pour | van ten minste drie maanden en ten hoogste vierentwintig maanden. Voor |
chaque prolongation, une demande du membre du personnel est requise. | elke verlenging wordt een aanvraag van het personeelslid vereist. Zij |
Cette demande doit être introduite au moins un mois avant l'expiration | moet ten minste een maand voor het verstrijken van de lopende periode |
de la période en cours. | worden ingediend. |
§ 3. La demande de congé précise les souhaits du membre du personnel | § 3. De aanvraag van het verlof bevat de wensen van het personeelslid |
concernant le jour où il est en congé. | rond de dag waarop het in verlof is. |
Le supérieur hiérarchique détermine le calendrier de travail. Il peut | De hiërarchische overste bepaalt de werkkalender. Hij kan voorstellen |
proposer de reporter le début du congé de maximum quatre mois pour les besoins du service. En fonction des besoins du service ou à la demande du membre du personnel, le calendrier peut être adapté par le supérieur hiérarchique. Le membre du personnel est informé de cette adaptation deux mois à l'avance. Une adaptation temporaire du calendrier de travail est possible par accord mutuel. § 4. Pendant la période pendant laquelle le membre du personnel n'a pas de prestations à fournir dans le cadre de la semaine de quatre jours, il ne peut exercer aucune activité professionnelle. Par | om het begin van het verlof uit te stellen met maximum vier maanden omwille van de noden van de dienst. In functie van de noden van de dienst of op vraag van het personeelslid kan de werkkalender door de hiërarchische overste worden aangepast. Het personeelslid wordt twee maanden op voorhand op de hoogte gebracht van deze aanpassing. Een tijdelijke aanpassing van werkkalender is mogelijk bij onderling akkoord. § 4. Tijdens de periode dat het personeelslid in het kader van de vierdagenweek geen prestaties dient te verrichten mag het geen beroepsbedrijvigheid uitoefenen. Onder beroepsbedrijvigheid moet |
activité professionnelle, il faut entendre toute occupation dont le | worden verstaan elke bezigheid waarvan de opbrengst een beroepsinkomen |
produit est un revenu professionnel visé à l'article 23 du Code des | is dat bedoeld wordt in artikel 23 van het Wetboek van |
impôts sur les revenus 1992. | inkomstenbelastingen 1992. |
§ 5. La période de la semaine de quatre jours prend cours le premier | § 5. De periode van de vierdagenweek neemt een aanvang op de eerste |
jour d'un mois. | dag van een maand. |
Pendant la période de la semaine de quatre jours, le membre du | Tijdens de periode van vierdagenweek kan het personeelslid niet worden |
personnel ne peut pas être autorisé à exercer des prestations réduites | gemachtigd verminderde prestaties om welke reden dan ook uit te |
pour quelque motif que ce soit. Il ne peut pas non plus prétendre à un | oefenen. Het kan evenmin aanspraak maken op een regeling van |
régime d'interruption à temps partiel de la carrière professionnelle. | deeltijdse loopbaanonderbreking. |
Le congé pour la semaine de quatre jours est d'office suspendu lorsque | Het verlof voor vierdagenweek wordt ambtshalve opgeschort wanneer het |
le membre du personnel bénéficie d'un des congés suivants : | personeelslid één van de volgende verloven geniet: |
1° congé de maternité et congé pour dispense de travail en application | 1° moederschapsverlof en het verlof wegens vrijstelling van arbeid in |
des articles 42 et 43 de la loi sur le travail du 16 mars 1971 et de | toepassing van de artikelen 42 en 43 van de arbeidswet van 16 maart |
l'article 18 de la loi du 14 décembre 2000 fixant certains aspects de | 1971 en het artikel 18 van de wet van 14 december 2000 tot |
l'aménagement du temps de travail dans le secteur public; | vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector; |
2° congé parental; | 2° ouderschapsverlof; |
3° congé d'accueil en vue de l'adoption ou de la tutelle officieuse; | 3° verlof voor de opvang met het oog op adoptie en pleegvoogdij; |
4° congé pour interruption de la carrière professionnelle pour soins | 4° verlof voor loopbaanonderbreking teneinde palliatieve zorg te |
palliatifs ou pour soins pour un membre du ménage ou de la famille qui | verstrekken of voor het bijstaan van of voor het verstrekken van |
est gravement malade; | verzorging aan een lid van het gezin of aan een familielid; |
5° prestations réduites pour raisons médicales. | 5° verminderde prestaties wegens gezondheidsredenen. |
Lorsque le membre du personnel obtient une suspension en application | Wanneer het personeelslid een schorsing bekomt in toepassing van het |
de l'alinéa 3, ces périodes de suspension ne sont pas imputées sur la | derde lid, dan worden deze schorsingsperioden niet aangerekend op de |
période maximale de 60 mois visée à l'article 147, § 2, ni sur la | maximumperiode van 60 maanden bedoeld in artikel 147, § 2, noch op de |
période en cours de la semaine de quatre jours. | lopende periode van de vierdagenweek. |
Lorsque le membre du personnel, en application de l'alinéa 2, n'a pas | Wanneer het personeelslid, in toepassing van het tweede lid, niet |
bénéficié du congé pour la semaine de quatre jours pendant un mois | tijdens een volledige maand het verlof voor vierdagenweek heeft |
complet, la prime visée au paragraphe 6 est alors multipliée par une | genoten, dan wordt de premie bedoeld in paragraaf 6 van de wet |
fraction dont le numérateur est le nombre de jours de calendrier de la | vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller het aantal |
période de congé pour la semaine de quatre jours et le dénominateur | kalenderdagen van de periode van het verlof voor vierdagenweek en de |
est le nombre de jours de calendrier du mois. | noemer het aantal kalenderdagen van de maand is. |
§ 6. Le membre du personnel qui fait usage du droit à la semaine de | § 6. Het personeelslid dat gebruik maakt van het recht op de |
quatre jours reçoit 80 % du traitement, augmenté d'une prime de 70,14 | vierdagenweek ontvangt 80 % van de wedde, vermeerderd met een premie |
euros par mois. Ce montant est lié à l'indice-pivot 138,01. | van 70,14 euro per maand. Dit bedrag is gekoppeld aan de spilindex |
Lorsque les 80 % du traitement ne sont pas entièrement payés, la prime | 138,01. Wanneer 80% van de wedde niet volledig wordt betaald, dan wordt de |
visée à l'alinéa 1er est réduite de façon proportionnelle. | premie bedoeld in het eerste lid prorata verminderd. |
§ 7. Le membre du personnel peut mettre fin au régime de la semaine de | § 7. Het personeelslid kan een einde stellen aan het stelsel van de |
quatre jours moyennant un préavis de trois mois, à moins qu'à la | vierdagenweek mits een opzeggingstermijn van drie maanden, behalve |
demande de l'intéressé, le supérieur hiérarchique n'accepte un délai | indien op verzoek van de betrokkene, de hiërarchische overste instemt |
plus court. | met een kortere termijn. |
§ 8. Pour le fonctionnaire, la période d'absence est considérée comme | § 8. Voor de ambtenaar wordt de periode van afwezigheid als verlof |
congé et est assimilée à une période d'activité de service. | beschouwd en met dienstactiviteit gelijkgesteld. |
§ 9. Pour l'agent administratif contractuel, l'exécution du contrat | § 9. Voor het contractuele administratieve personeelslid wordt de |
est suspendue pendant l'absence. | uitvoering van het contract opgeschort gedurende de afwezigheid. |
Section 2. Du travail à mi-temps à partir de 50 ou 55 ans | Afdeling 2. Halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar |
Art. 147/3.§ 1. De ambtenaar heeft het recht om halftijds te werken |
|
Art. 147/3.§ 1er. Le fonctionnaire a le droit, à partir de 50 ans, de |
vanaf 50 jaar tot aan de datum van zijn al dan niet vervroegde |
travailler à mi-temps jusqu'à la date de sa mise à la retraite | |
anticipée ou non lorsque celui-ci, à la date de début de ce congé, | opruststelling wanneer dit op de begindatum van dit verlof cumulatief |
satisfait de manière cumulative aux conditions suivantes : | voldoet aan de volgende voorwaarden: |
1° antérieurement il a effectué un métier lourd pendant au moins cinq | 1° hij was voorafgaand actief in een zwaar beroep gedurende minstens |
ans durant les dix années précédentes ou pendant au moins sept ans | vijf jaar in de voorafgaande tien jaar of gedurende minstens zeven |
durant les quinze années précédentes; | jaar in de daaraan voorafgaande vijftien jaar; |
2° ce métier lourd figure sur la liste des métiers pour lesquels il | 2° dit zwaar beroep komt voor op de lijst van de beroepen waarvoor een |
existe une pénurie significative de main-d'oeuvre, établie en | significant tekort aan arbeidskrachten bestaat, opgemaakt in |
application de l'article 8bis, § 1er, de l'arrêté royal du 7 mai 1999 | toepassing van artikel 8bis, § 1, van het koninklijk besluit van 7 mei |
relatif à l'interruption de la carrière professionnelle du personnel | 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het |
des administrations. | personeel van de besturen. |
Pour l'application de l'alinéa 1er, on entend par métier lourd le | Voor de toepassing van het eerste lid wordt als zwaar beroep |
métier lourd tel que défini à l'article 4, § 3, alinéas 2 et 3 de la | beschouwd, het zwaar beroep zoals gedefinieerd in artikel 4, § 3, |
loi du 19 juillet 2012 relative à la semaine de quatre jours et au | tweede en derde lid van de wet van 19 juli 2012 betreffende de |
travail à mi-temps à partir de 50 ou 55 ans dans le secteur public. | vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector. |
§ 2. Le fonctionnaire a le droit, à partir de 55 ans, de travailler à | § 2. De ambtenaar heeft het recht om halftijds te werken vanaf 55 jaar |
mi-temps jusqu'à la date de sa mise à la retraite anticipée ou non. | tot aan de datum van zijn al dan niet vervroegde opruststelling. |
§ 3. Le fonctionnaire titulaire d'un grade classé au rang 13 ou à un | § 3. De ambtenaar die houder is van een graad behorende tot rang 13 of |
rang supérieur ne peut pas se prévaloir du droit au travail à mi-temps | tot een hogere rang mag geen aanspraak maken op het recht op het |
à partir de 50 ou 55 ans. | halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar. |
Il peut toutefois, moyennant l'autorisation préalable du fonctionnaire | Hij kan evenwel, mits de voorafgaande toestemming van de leidende |
dirigeant, bénéficier du travail à mi-temps à partir de 50 ou 55 ans | ambtenaar, het recht genieten op het halftijds werken vanaf 50 of 55 |
dans le cas où le bon fonctionnement du service ne s'en trouve pas | jaar in de gevallen waarbij de goede werking van de dienst niet in het |
compromis. | gedrang komt. |
§ 4. Le fonctionnaire qui désire faire usage du droit au travail à | § 4. De ambtenaar die wenst gebruik te maken van het recht op het |
mi-temps à partir de 50 ou 55 ans introduit sa demande auprès de son | halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar dient een aanvraag in bij zijn |
supérieur hiérarchique trois mois au moins avant le début de la | hiërarchische overste minstens drie maanden voor de aanvang van de |
période. | periode. |
La demande de congé précise les souhaits du fonctionnaire concernant | De aanvraag van het verlof bevat de wensen van de ambtenaar rond de |
les jours pendant lesquels il est en congé. Par « travail à mi-temps | dagen waarop hij in verlof is. Onder " halftijds werken " wordt een |
», il faut entendre un régime de travail dans lequel le fonctionnaire | arbeidsregeling verstaan waarbij de ambtenaar in de loop van een maand |
doit, au cours d'un mois, effectuer la moitié des prestations qui sont | de helft van de prestaties dient te verrichten die verbonden zijn aan |
liées à un emploi à temps plein. La répartition des prestations se | een voltijdse tewerkstelling. De verdeling van de prestaties geschiedt |
fait en jours entiers ou en demi-jours. | in volledige of halve dagen. |
Le supérieur hiérarchique détermine le calendrier de travail. Il peut | De hiërarchische overste bepaalt de werkkalender. Hij kan voorstellen |
proposer de reporter le début du congé de maximum quatre mois pour les | om het begin van het verlof uit te stellen met maximum vier maanden |
besoins du service. | omwille van de noden van de dienst. |
En fonction des besoins du service ou à la demande du fonctionnaire, | In functie van de noden van de dienst of op vraag van de ambtenaar kan |
le calendrier de travail peut être adapté par le supérieur | de werkkalender door de hiërarchische overste worden aangepast. De |
hiérarchique. Le fonctionnaire est informé de cette adaptation deux | ambtenaar wordt twee maanden op voorhand op de hoogte gebracht van |
mois à l'avance. | deze aanpassing. |
Une adaptation temporaire du calendrier de travail est possible par | Een tijdelijke aanpassing van werkkalender is mogelijk bij onderling |
accord mutuel. | akkoord. |
§ 5. Pendant la période durant laquelle le fonctionnaire n'a pas de | § 5. Tijdens de periode dat de ambtenaar in de halftijdse |
prestations à fournir dans le cadre du régime de travail à mi-temps, | arbeidsregeling geen prestaties dient te verrichten mag hij geen |
il ne peut exercer aucune activité professionnelle. Par activité | beroepsbedrijvigheid uitoefenen. Onder beroepsbedrijvigheid moet |
professionnelle, il faut entendre toute occupation dont le produit est | worden verstaan elke bezigheid waarvan de opbrengst een beroepsinkomen |
un revenu professionnel visé à l'article 23 du Code des impôts sur les | is dat bedoeld wordt in artikel 23 van het Wetboek van |
revenus 1992. | inkomstenbelastingen 1992. |
§ 6. La période de prestations à mi-temps prend cours le premier jour | § 6. De periode van de halftijdse prestaties neemt een aanvang op de |
d'un mois. | eerste dag van een maand. |
Pendant la période de travail à mi-temps, le fonctionnaire ne peut pas | Tijdens de periode van het halftijds werken kan de ambtenaar niet |
être autorisé à exercer des prestations réduites pour quelque raison | worden gemachtigd verminderde prestaties om welke redenen dan ook uit |
que ce soit. Il ne peut pas non plus prétendre à un régime | te oefenen. Hij kan evenmin aanspraak maken op een regeling voor |
d'interruption à temps partiel de la carrière professionnelle. | deeltijdse loopbaanonderbreking. |
§ 7. Le fonctionnaire qui fait usage du droit au travail à mi-temps à | § 7. De ambtenaar die gebruik maakt van het recht op halftijds werken |
partir de 50 ou 55 ans reçoit la moitié du traitement ainsi qu'une | vanaf 50 of 55 jaar ontvangt de helft van de wedde, alsook een |
prime mensuelle d'un montant de 295,99 euros. | maandelijkse premie van 295,95 euro. |
Lorsque la moitié du traitement n'est pas entièrement payée, la prime | Wanneer de helft van de wedde niet volledig wordt betaald, dan wordt |
visée à l'alinéa 1er est réduite de façon proportionnelle. | de premie bedoeld in het eerste lid prorata verminderd. |
§ 8. Le fonctionnaire peut renoncer à la prime mensuelle visée au § 7 | § 8. De ambtenaar kan afzien van de in § 7 bedoelde maandelijkse |
si sa perception exclut le paiement d'une pension. Il adresse à cet | premie als de inning ervan de uitbetaling van een pensioen uitsluit. |
effet une lettre recommandée à la poste au fonctionnaire dirigeant. | Hij richt daartoe een bij de post aangetekende brief aan de leidende |
§ 9. Le fonctionnaire peut mettre fin au régime de travail à mi-temps | ambtenaar. § 9. De ambtenaar kan een einde stellen aan de halftijdse |
à partir de 50 ou 55 ans moyennant un préavis de trois mois, à moins | arbeidsregeling vanaf 50 of 55 jaar mits een opzeggingstermijn van |
qu'à la demande de l'intéressé, le supérieur hiérarchique n'accepte un | drie maanden, behalve indien op verzoek van de betrokkene, de |
hiërarchische overste instemt met een kortere termijn. In dit geval, | |
délai plus court. En ce cas, l'intéressé ne peut plus introduire une | kan de betrokkene geen nieuwe aanvraag meer indienen voor het stelsel |
nouvelle demande de régime de travail à mi-temps à partir de 50 ou 55 | van halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar ". |
ans. ». Art. 4.L'article 148/8 de la section Ire du chapitre V de la partie |
Art. 4.Punt 2, 4e en 5e streepje, van het artikel 148/8 van afdeling |
XVI de l'arrêté du 20 octobre 1994 du Collège de la Commission | 1 van het hoofdstuk V van het deel XVI van het besluit van 20 oktober |
communautaire française portant le statut des fonctionnaires des | 1994 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende het |
organismes d'intérêts publics de la Commission communautaire | statuut van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de |
française, inséré par l'arrêté 2004/39 du 03/06/2004, est modifié en | Franse Gemeenschapscommissie, ingevoegd bij het besluit 2004/39 van |
son point 2, 4ème et 5ème tiret, de la manière suivante : | 03/06/2004, worden als volgt gewijzigd: |
« 2. lorsqu'il obtient au cours de l'année des congés : | "2. wanneer de ambtenaar tijdens het jaar verloven heeft verkregen: |
- [...] | - [...] |
- en application du travail à mi-temps à partir de 50 ou 55 ans; | - voor het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar; |
- en application de la semaine de quatre jours; | - voor de vierdagenweek; |
- [...] » | - [...]" |
Art. 5.L'article 150 de l'arrêté du Collège de la Commission |
Art. 5.Artikel 150 van het besluit van het College van de Franse |
communautaire française du 20 octobre 1994 portant le statut des | Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 houdende het statuut van de |
fonctionnaires des organismes d'intérêt public de la Commission communautaire française est remplacé par la disposition suivante : « Art. 150.§ 1. Pour l'application du présent article, sont assimilés : 1° au mariage, l'enregistrement d'une déclaration de cohabitation légale par deux personnes de sexe différent ou de même sexe qui cohabitent en tant que couple; 2° au conjoint de l'agent, la personne, de sexe différent ou de même sexe, avec qui l'agent vit en couple au même domicile; 3° à l'épouse de l'agent, la personne, de sexe différent ou de même sexe, avec qui l'agent vit en couple au même domicile; 4° au père et à la mère, la personne de sexe opposé ou de même sexe mariée au père ou à la mère ou vivant en couple avec lui/elle au même domicile. § 2. L'agent obtient, dans les limites fixées ci-après, un congé à l'occasion des événements suivants: |
ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie wordt vervangen door de volgende bepaling: " Art. 150.§ 1. "Voor de toepassing van dit artikel wordt gelijkgesteld met: 1° het huwelijk: het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning door twee personen van hetzelfde of een ander geslacht die samenleven als koppel; 2° de partner van het personeelslid: persoon van hetzelfde of een ander geslacht met wie het personeelslid op hetzelfde adres als koppel samenleeft; 3° de echtgenoot/echtgenote van het personeelslid: persoon van hetzelfde of een ander geslacht met wie het personeelslid op hetzelfde adres als koppel samenleeft; 4° de vader/moeder: de persoon van hetzelfde of een ander geslacht getrouwd met de vader of de moeder of die met hem/haar op hetzelfde adres als koppel samenleeft. § 2. Het personeelslid krijgt binnen de perken zoals hierna bepaald verlof toegekend naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen: |
1. Mariage de l'agent : 4 jours ouvrables | 1. Huwelijk van het personeelslid: 4 werkdagen |
2. Mariage d'un enfant de l'agent ou de l'enfant du conjoint : 2 jours ouvrables | 2. Huwelijk van een kind van het personeelslid of van een kind van de partner: 2 werkdagen |
3. Mariage d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une | 3. Huwelijk van een broer, van een zus, van een schoonbroer, van een |
belle-soeur, du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la | schoonzus, van de vader, van de moeder, van de schoonvader, van de |
mère, de la belle-mère, de la seconde femme du père, d'un petit-enfant | tweede echtgenoot van de moeder, van de schoonmoeder, van de tweede |
echtgenote van de vader, van het kleinkind van het personeelslid of | |
de l'agent ou de son conjoint : 1 jour ouvrable | van diens partner: 1 werkdag |
4. L'accouchement de l'épouse de l'agent : 14 jours ouvrables | 4. Bevalling van de echtgenote van het personeelslid: 14 werkdagen |
5. Décès du conjoint de l'agent : 4 jours ouvrables | 5. Overlijden van de partner van het personeelslid: 4 werkdagen |
6. Décès d'un parent ou allié (personne avec laquelle il vit en | 6. Overlijden van een bloed- of aanverwant (persoon met wie hij als |
couple) au premier degré de l'agent ou de son conjoint : 4 jours ouvrables | koppel samenleeft) in de eerste graad van het personeelslid of van diens partner: 4 werkdagen |
7. Décès d'un parent ou allié à quelque degré que ce soit de l'agent | 7. Overlijden van een bloed- of aanverwant in om het even welke graad |
ou de son conjoint, habitant sous le même toit : 2 jours ouvrables | van het personeelslid of van diens partner, met wie het personeelslid onder hetzelfde dak woont: 2 werkdagen |
8. Décès d'un parent ou allié jusqu'au troisième degré de l'agent ou | 8. Overlijden van een bloed- of aanverwant tot in de derde graad van |
de son conjoint, n'habitant pas sous le même toit : 1 jour ouvrable | het personeelslid of van diens partner, met wie het personeelslid niet onder hetzelfde dak woont: 1 werkdag |
9. Décès d'un parent d'accueil de l'agent pour autant que le placement | 9. Overlijden van een van een opvangouder van het personeelslid, voor |
ait été d'une durée ininterrompue de deux ans au moins : 4 jours | zover de plaatsing minstens twee onafgebroken jaren heeft geduurd: 4 |
ouvrables | werkdagen |
§ 3. A l'exception du congé prévu au point 4, lequel peut être pris | § 3. Met uitzondering van het verlof voorzien in punt 4, dat kan |
dans un délai de quatre mois après l'événement, ces congés de | worden opgenomen binnen een termijn van vier maanden na de |
gebeurtenis, moet dit omstandigheidsverlof worden opgenomen op het | |
circonstances doivent être pris au moment de l'événement ou, dans les | tijdstip van de gebeurtenis of, in de gevallen waarin het |
cas où l'agent se voit octroyer plus d'un jour de congé et pour les | personeelslid meer dan een dag verlof krijgt toegekend en voor de |
jours restants après le jour de congé pris au moment de l'événement, à | resterende dagen na de verlofdag opgenomen op het tijdstip van de |
gebeurtenis, op een datum heel dicht erbij, binnen een tijdsbestek van | |
une date très proche de celui-ci, dans un laps de temps de 10 jours | 10 werkdagen, bij gebreke waarvan het gemotiveerd moet worden met een |
ouvrables, à défaut de quoi ils doivent être motivés par un document | formeel bewijsstuk. Anders gaat het verloren. |
justificatif formel ou ils sont perdus. | Onder werkdagen wordt verstaan: de dagen gedurende welke het |
Par jours ouvrables, il faut entendre les jours où l'agent est tenu de | personeelslid moet werken krachtens de arbeidsregeling die op hem van |
travailler, en vertu du régime de travail qui lui est imposé. Dès | toepassing is. Wanneer de dag van de gebeurtenis valt op een feestdag, |
lors, lorsque le jour de l'événement tombe un jour férié, un jour | een gewone inactiviteitsdag voor de voltijdse personeelsleden |
habituel d'inactivité pour les agents à temps plein (samedi ou dimanche), un jour d'inactivité pour un agent travaillant à temps partiel ou toute autre journée de suspension (vacances annuelles, maladie, ...), l'agent ne peut prétendre au report du congé de circonstance, excepté lorsqu'il s'agit d'un événement qui permet à l'agent de s'absenter à son choix un autre jour. Quand un agent désire bénéficier d'un jour de congé de circonstance, la demande doit être appuyée par un document officiel. Si l'événement se produit au cours d'une période de travail à temps partiel, la durée du congé est réduite à due concurrence, étant entendu qu'un jour de congé correspond au nombre d'heures qui auraient dû être presté par l'agent le jour où il bénéficie du congé. Ces congés peuvent être pris par jour entier ou par demi-jour, pour autant que l'intérêt du service ne s'y oppose pas. Ces congés sont assimilés à une période d'activité de service. » | (zaterdag of zondag), een inactiviteitsdag voor een deeltijds personeelslid of om het even welke andere dag van opschorting (jaarlijkse vakantie, ziekte, ...) kan het personeelslid geen aanspraak maken op het uitstel van het omstandigheidsverlof, uitgezonderd wanneer het een gebeurtenis betreft die het personeelslid toelaat om een andere dag naar keuze afwezig te zijn. Wanneer een personeelslid een dag omstandigheidsverlof wil genieten, moet de aanvraag steunen op een officieel document. Als de gebeurtenis zich voordoet in de loop van een deeltijdse werkperiode, wordt het verlof prorata verminderd, met dien verstande dat een verlofdag overeenstemt met het aantal uren dat het personeelslid zou moeten presteren hebben op de dag waarop hij verlof geniet. Dit verlof kan worden opgenomen per volledige dag of per halve dag, voor zover het niet onverenigbaar is met het belang van de dienst. Dit verlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit." |
Art. 6.L'article 150/2 de l'arrêté du Collège de la Commission |
Art. 6.Artikel 150/2 van het besluit van het College van de Franse |
communautaire française du 20 octobre 1994 portant le statut des | Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 houdende het statuut van de |
fonctionnaires des organismes d'intérêt public de la Commission | ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de Franse |
communautaire française est remplacé par la disposition suivante : « Un agent statutaire peut obtenir un congé de maximum quarante-cinq jours ouvrables par année civile en raison de : 1. l'hospitalisation d'une personne habitant sous le même toit que l'agent, ou d'un parent ou allié au premier degré n'habitant pas sous le même toit que l'agent; 2. l'assistance à une personne alitée habitant sous le même toit que l'agent ou à un parent ou à un allié au premier degré n'habitant pas sous le même toit que l'agent, qui doit recevoir des soins particuliers en raison de son état de santé ; | Gemeenschapscommissie wordt vervangen door de volgende bepaling: "Met een maximum van vijfenveertig werkdagen per kalenderjaar, kan een statutair personeelslid verlof krijgen wegens: 1. ziekenhuisopname van een persoon die met het personeelslid onder hetzelfde dak woont of van een bloed- of aanverwant in de eerste graad die niet met het personeelslid onder hetzelfde dak woont; 2. bijstand aan een persoon die bedlegerig is en die met het personeelslid onder hetzelfde dak woont, of van een bloed- of aanverwant in de eerste graad die niet met het personeelslid onder hetzelfde dak woont, maar speciale zorgen nodig heeft omwille van zijn gezondheidstoestand; |
3. la garde d'un de ses enfants qui n'a pas atteint l'âge de 15 ans. | 3de kinderopvang voor een van zijn kinderen jonger dan 15 jaar; |
4. La garde d'un enfant handicapé sans limite d'âge. | 4. de opvang van een gehandicapt kind zonder leeftijdslimiet. |
Si le congé pour des motifs impérieux d'ordre familial est pris au cours d'une période de travail à temps partiel, sa durée est réduite à due concurrence, étant entendu qu'un jour de congé correspond au nombre d'heures qui auraient dû être presté par l'agent le jour où il bénéficie du congé. . La demande visant un congé prévu au 3° et 4° doit être introduite un mois avant le début de ce congé ; ce délai peut être réduit de commun accord. Ce congé peut être pris par jour entier ou par demi-jour pour autant que l'intérêt du service ne s'y oppose pas ». | Als het verlof om dwingende redenen van familiale aard wordt opgenomen in een deeltijdse werkperiode, wordt het verlof prorata ingekort, met dien verstande dat een verlofdag overeenstemt met het aantal uren dat het personeelslid zou moeten presteren hebben op de dag waarop hij verlof geniet. . De aanvraag voor een verlof als bepaald in 3° en 4° moet één maand voor het begin van dit verlof ingediend worden, deze termijn kan beperkt worden in onderling overleg. Dit verlof kan worden opgenomen per volledige dag of per halve dag, voor zover het niet onverenigbaar is met het belang van de dienst." |
Art. 7.Le présente arrêté entre en vigueur le premier jour du mois |
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand |
qui suit sa publication au Moniteur belge. | die volgt op de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad. |
Art. 8.Le Membre du Collège chargé de la Formation professionnelle |
Art. 8.Het Lid van het College bevoegd voor Beroepsopleiding wordt |
est chargé de l'exécution du présent arrêté. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
Fait à Bruxelles, le 6 juillet 2017. | Gedaan te Brussel, op 6 juli 2017 |
La Présidente du Collège, chargée du Budget, | De Voorzitter van het College, bevoegd voor Begroting, |
F. LAANAN | F. LAANAN |
La Membre du Collège, chargée de la Fonction publique, | Het Lid van het College bevoegd voor Openbaar Ambt, |
C. JODOGNE | C. JODOGNE |
Le Membre du Collège, chargé de la Formation professionnelle, | Het Lid van het College bevoegd voor Beroepsopleiding, |
D. GOSUIN | D. GOSUIN |