← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 168/2023 du 30 novembre 2023 Numéro du rôle : 7945 En cause
: la question préjudicielle relative à l'article 458, lu en combinaison avec l'article 568, du Code judiciaire,
posée par le Tribunal de première instance de Fl La Cour constitutionnelle, composée
des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges Y. Khe(...)"
Extrait de l'arrêt n° 168/2023 du 30 novembre 2023 Numéro du rôle : 7945 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 458, lu en combinaison avec l'article 568, du Code judiciaire, posée par le Tribunal de première instance de Fl La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges Y. Khe(...) | Uittreksel uit arrest nr. 168/2023 van 30 november 2023 Rolnummer 7945 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 458, in samenhang gelezen met artikel 568, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Oo Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 168/2023 du 30 novembre 2023 | Uittreksel uit arrest nr. 168/2023 van 30 november 2023 |
Numéro du rôle : 7945 | Rolnummer 7945 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 458, lu en | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 458, in samenhang |
combinaison avec l'article 568, du Code judiciaire, posée par le | gelezen met artikel 568, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de |
Tribunal de première instance de Flandre orientale, division de Gand. | Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges Y. | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de |
Kherbache, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt et M. Plovie, | rechters Y. Kherbache, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt en M. |
assistée du greffier N. Dupont, présidée par le président L. Lavrysen, | Plovie, bijgestaan door de griffier N. Dupont, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 2 mars 2023, dont l'expédition est parvenue au greffe | Bij vonnis van 2 maart 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het |
de la Cour le 7 mars 2023, le Tribunal de première instance de Flandre | Hof is ingekomen op 7 maart 2023, heeft de Rechtbank van eerste aanleg |
orientale, division de Gand, a posé la question préjudicielle suivante | Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld |
: | : |
« L'article 458 du Code judiciaire, lu en combinaison avec l'article | « Schendt artikel 458 van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang met |
568 du même Code, viole-t-il le droit d'accès au juge, garanti par | artikel 568 van hetzelfde wetboek, het recht op toegang tot de |
l'article 13 de la Constitution, en ce qu'il doit être interprété en | rechter, vervat in artikel 13 van de Grondwet, in zoverre het aldus |
ce sens que l'avocat ne dispose pas d'une voie de recours devant un | dient te worden geïnterpreteerd dat er ten gunste van de advocaat geen |
juge indépendant et impartial contre la décision du bâtonnier selon | mogelijkheid van verhaal voor een onafhankelijke en onpartijdige |
laquelle la plainte que ce dernier a reçue conformément à l'article | rechter bestaat tegen de beslissing van de stafhouder, dat de door hem |
458, précité, présente un caractère véniel, mais par laquelle le | overeenkomstig vermeld artikel 458 ontvangen klacht van onvoldoende |
bâtonnier a toutefois décidé d'infliger par écrit une ` réprimande | gewicht is doch daarbij wel beslist de advocaat een geschreven ` |
paternelle ' à l'avocat ? ». | vaderlijke vermaning ' te geven ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. La question préjudicielle porte sur les voies de recours dont | B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de |
une avocate qui est visée par une plainte dispose contre une décision | beroepsmogelijkheden van een advocaat tegen wie een klacht is |
du bâtonnier de ne pas la faire comparaître devant le conseil de | ingediend tegen een beslissing van de stafhouder om haar niet te laten |
discipline, mais de lui adresser une « admonestation paternelle ». | verschijnen voor de tuchtraad maar om haar wel « vaderlijk » te vermanen. |
B.1.2. Les dispositions en cause sont l'article 458 du Code | B.1.2. De in het geding zijnde bepalingen zijn artikel 458 van het |
judiciaire, inséré par l'article 10 de la loi du 21 juin 2006 « | Gerechtelijk Wetboek, zoals ingevoegd bij artikel 10 van de wet van 21 |
modifiant certaines dispositions du Code judiciaire concernant le | juni 2006 « tot wijziging van een aantal bepalingen van het |
barreau et la procédure disciplinaire applicable aux membres de | Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de balie en de tuchtprocedure |
celui-ci », et l'article 568 du Code judiciaire. | voor haar leden », en artikel 568 van het Gerechtelijk Wetboek. |
L'article 458 du Code judiciaire dispose : « § 1er. Le bâtonnier reçoit et examine les plaintes qui concernent les avocats de son Ordre. Pour être recevables, les plaintes sont introduites par écrit, doivent être signées et datées et doivent contenir l'identité complète du plaignant. Le bâtonnier peut également procéder à une enquête d'office ou sur les dénonciations écrites du procureur général. Le bâtonnier mène l'enquête ou désigne un enquêteur, dont il définit la mission et les compétences. Le plaignant et l'avocat qui fait l'objet de l'enquête sont informés par écrit de l'ouverture de l'enquête. Le plaignant a le droit d'être entendu pendant l'enquête et peut, le cas échéant, fournir des informations et pièces probantes complémentaires. Les déclarations du plaignant, de l'avocat et des témoins sont consignées dans un procès-verbal. Les personnes entendues reçoivent, à leur demande, une copie du procès-verbal de leurs déclarations. L'avocat qui fait l'objet d'une enquête disciplinaire peut, au cours de celle-ci, se faire assister de l'avocat de son choix, mais ne peut pas se faire représenter. § 2. Le bâtonnier qui estime, après enquête, qu'il y a lieu de faire comparaître l'avocat devant le conseil de discipline, transmet le dossier ainsi que sa décision motivée au président du conseil de | Artikel 458 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : « § 1. De stafhouder ontvangt en onderzoekt de klachten tegen de advocaten van zijn Orde. Om ontvankelijk te zijn, moeten klachten schriftelijk worden ingediend, moeten ze ondertekend en gedateerd zijn, en moeten ze de volledige identiteit van de klager bevatten. De stafhouder kan eveneens ambtshalve of op schriftelijke aangifte door de procureur-generaal een onderzoek instellen. De stafhouder leidt het onderzoek of stelt een onderzoeker aan, wiens taken en bevoegdheden hij omschrijft. De klager en de advocaat die het voorwerp uitmaakt van het onderzoek, worden van de instelling van het onderzoek schriftelijk op de hoogte gebracht. De klager heeft het recht om tijdens het onderzoek gehoord te worden en kan, in voorkomend geval, bijkomende informatie en bewijsstukken verschaffen. De verklaringen van de klager, van de advocaat en van de getuigen worden opgetekend in een proces-verbaal. De gehoorde personen ontvangen op hun verzoek een afschrift van het proces-verbaal van hun verklaringen. De advocaat die het voorwerp uitmaakt van een tuchtonderzoek, kan zich tijdens het onderzoek laten bijstaan door de advocaat van zijn keuze, maar kan zich niet laten vertegenwoordigen. § 2. De stafhouder die na het onderzoek oordeelt dat er redenen bestaan om de advocaat te laten verschijnen voor de tuchtraad, zendt het dossier samen met zijn met redenen omklede beslissing over aan de voorzitter van de tuchtraad, zodat deze de tuchtraad kan samenroepen |
discipline aux fins de convocation selon les termes de l'article 459. | overeenkomstig de bepalingen van artikel 459. Hij brengt de advocaat |
Il en informe l'avocat et le plaignant. | en de klager hiervan op de hoogte. |
Si le bâtonnier estime que la plainte est non recevable, est non | Is de stafhouder van mening dat de klacht onontvankelijk, ongegrond of |
fondée ou présente un caractère véniel, il en informe le plaignant et | van onvoldoende gewicht is, dan brengt hij de klager en de advocaat |
l'avocat par écrit. Le plaignant peut contester la décision dans un | hiervan schriftelijk op de hoogte. De klager kan de beslissing binnen |
délai de trois mois, par lettre recommandée à la poste adressée au | drie maanden betwisten bij een ter post aangetekende brief gericht aan |
président du conseil de discipline. | de voorzitter van de tuchtraad. |
L'avocat ou le plaignant peut également s'adresser à ce dernier dans | De advocaat of de klager kan zich eveneens tot laatstgenoemde richten |
le même délai et dans la même forme si le bâtonnier n'a pas pris de | binnen dezelfde termijn en op dezelfde wijze indien de stafhouder |
décision de non-lieu ou de poursuite dans un délai de six mois à dater | binnen een termijn van zes maanden na het indienen van de klacht geen |
beslissing tot buitenvervolgingstelling of tot vervolging heeft | |
du dépôt de la plainte. | genomen. |
§ 3. Le président du conseil de discipline qui est saisi du dossier | § 3. De voorzitter van de tuchtraad bij wie de zaak door de advocaat |
par l'avocat ou le plaignant peut agir comme suit dans un délai de | of de klager aanhangig wordt gemaakt, kan het volgende doen binnen een |
trois mois à compter de sa saisine : | termijn van drie maanden te rekenen van die aanhangigmaking : |
1. s'il constate que l'enquête du bâtonnier n'est pas encore ouverte, est encore en cours ou n'est pas complète, il peut ou bien inviter le bâtonnier à terminer cette enquête dans un délai qu'il détermine, ou bien instruire lui-même la plainte ou désigner un enquêteur, dont il définit la mission et les compétences. Dans ce dernier cas, le bâtonnier se dessaisit de l'affaire et transmet son dossier immédiatement au président du conseil de discipline; 2. il peut refuser par une décision motivée et écrite, le cas échéant après une enquête, de donner suite à une plainte non recevable, non fondée ou présentant un caractère véniel; 3. le cas échéant après enquête, il peut décider que l'avocat doit | 1. indien hij vaststelt dat het onderzoek van de stafhouder nog niet ingesteld is, nog loopt of niet volledig is, kan hij hetzij de stafhouder ertoe uitnodigen dit onderzoek te beëindigen binnen een door hem te bepalen termijn, hetzij de klacht zelf onderzoeken of een onderzoeker aanstellen wiens taken en bevoegdheden hij omschrijft. De stafhouder geeft in laatstgenoemd geval de zaak uit handen en zendt het dossier ervan dadelijk over aan de voorzitter van de tuchtraad; 2. hij kan bij een met redenen omklede en een schriftelijke beslissing, desgevallend na een onderzoek, weigeren gevolg te geven aan onontvankelijke klachten, ongegronde klachten of klachten van onvoldoende gewicht; 3. hij kan, in voorkomend geval na een onderzoek, beslissen dat de advocaat dient te verschijnen voor de tuchtraad, in welk geval artikel |
comparaître devant le conseil de discipline, auquel cas l'article 459 est appliqué. | 459 toegepast wordt. |
Le bâtonnier, l'avocat et le plaignant reçoivent dans tous les cas une | De stafhouder, de advocaat en de klager ontvangen in elk geval een |
copie de cette décision, qui n'est susceptible d'aucun recours ». | afschrift van deze beslissing, waartegen geen rechtsmiddel openstaat ». |
L'article 568 du même Code dispose : | Artikel 568 van hetzelfde Wetboek bepaalt : |
« Le tribunal de première instance connaît de toutes demandes hormis | « De rechtbank van eerste aanleg neemt kennis van alle vorderingen, |
celles qui sont directement dévolues à la cour d'appel et la Cour de | behalve die welke rechtstreeks voor het hof van beroep en het Hof van |
cassation. | Cassatie komen. |
Si le défendeur conteste la compétence du tribunal de première | Indien de verweerder de bevoegdheid van de rechtbank van eerste aanleg |
instance, le demandeur peut, avant la clôture des débats, requérir le | betwist, kan de eiser, vóór de sluiting van de debatten, de verwijzing |
renvoi de la cause devant le tribunal d'arrondissement qui statuera | vorderen van de zaak naar de arrondissementsrechtbank, die uitspraak |
comme il est dit aux articles 641 et 642. | doet zoals bepaald is in de artikelen 641 en 642. |
Lorsque le défendeur décline la juridiction du tribunal de première | Wanneer de verweerder de rechtsmacht van de rechtbank van eerste |
instance en vertu de l'attribution du litige à des arbitres, le | aanleg afwijst, ingevolge de toewijzing van het geschil aan |
tribunal se dessaisit s'il y a lieu ». | scheidsrechters, geeft de rechtbank de zaak uit handen, zo daartoe grond bestaat ». |
B.2.1. En vertu de l'article 458 du Code judiciaire, il relève de la | B.2.1. Krachtens artikel 458 van het Gerechtelijk Wetboek behoort het |
compétence du bâtonnier de recevoir les plaintes qui concernent les | tot de bevoegdheid van de stafhouder om klachten tegen advocaten van |
avocats de son Ordre, d'examiner ou de faire examiner ces plaintes et | zijn Orde te ontvangen, om die klachten te onderzoeken of te laten |
de statuer sur les suites qu'il convient de réserver à la plainte. Le | onderzoeken, en om uitspraak te doen over het gevolg dat aan de klacht |
bâtonnier peut notamment décider que l'avocat doit comparaître devant | moet worden gegeven. De stafhouder kan meer bepaald beslissen dat de |
le conseil de discipline ou que la plainte est non recevable, non | advocaat moet verschijnen voor de tuchtraad, dan wel dat de klacht |
fondée ou présente un caractère véniel et que l'avocat concerné | onontvankelijk, ongegrond of van onvoldoende gewicht is en dat de |
bénéficie dès lors d'un non-lieu. | betrokken advocaat bijgevolg buiten vervolging wordt gesteld. |
Le bâtonnier ne peut pas lui-même imposer une sanction disciplinaire à | De stafhouder kan niet zelf een tuchtsanctie opleggen aan de betrokken |
l'avocat concerné. Cette compétence appartient en première instance au | advocaat. Die bevoegdheid komt in eerste aanleg aan de tuchtraad toe. |
conseil de discipline. Le conseil de discipline est chargé de « | De tuchtraad heeft tot taak « de inbreuken op de eer van de Orde en op |
sanctionner les atteintes à l'honneur de l'Ordre et aux principes de | de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid, die aan |
dignité, de probité et de délicatesse qui font la base de la | het beroep ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening |
profession et doivent garantir un exercice adéquat de celle-ci, ainsi | moeten waarborgen, alsook de inbreuken op de reglementen te |
que les infractions aux règlements, sans préjudice de la compétence | bestraffen, onverminderd de bevoegdheid van de rechtbanken, indien |
des tribunaux, s'il y a lieu » (article 456, alinéa 1er, du Code | daartoe grond bestaat » (artikel 456, eerste lid, van het Gerechtelijk |
judiciaire). Il peut, « par décision motivée, suivant le cas, avertir, | Wetboek). Hij kan « bij een met redenen omklede beslissing, naar |
réprimander, suspendre pendant un temps qui ne peut excéder une année, | gelang van het geval, waarschuwen, berispen, schorsen voor een termijn |
rayer du tableau, de la liste des avocats qui exercent leur profession | van ten hoogste één jaar, schrappen van het tableau, van de lijst van |
sous le titre professionnel d'un autre Etat membre de l'Union | advocaten die hun beroep uitoefenen onder de beroepstitel van een |
européenne ou de la liste des stagiaires » (article 460, alinéa 1er, | andere lidstaat van de Europese Unie of van de lijst van stagiairs » |
du Code judiciaire). | (artikel 460, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek). |
Bien que l'article 458 du Code judiciaire ne le prévoie pas | Hoewel artikel 458 van het Gerechtelijk Wetboek daar niet |
explicitement, selon les travaux préparatoires, le bâtonnier peut | uitdrukkelijk in voorziet, kan de stafhouder volgens de parlementaire |
indiquer dans sa décision de non-lieu une mention qualifiée d'« | voorbereiding in zijn beslissing tot buitenvervolgingstelling een |
admonestation paternelle », selon la formulation obsolète. Les travaux | vermelding opnemen die met de verouderde term « vaderlijke vermaning » |
préparatoires mentionnent : | wordt aangeduid. De parlementaire voorbereiding vermeldt : |
« Il peut estimer, par ailleurs, que la plainte est non recevable, non | « Hij kan ook oordelen dat de klacht onontvankelijk, ongegrond of van |
fondée ou présente un caractère véniel pour justifier une procédure | |
disciplinaire (auquel cas il pourrait, par exemple, clore l'affaire | onvoldoende gewicht is om een tuchtprocedure te rechtvaardigen (hij |
par une ` admonestation paternelle du bâtonnier ', qui n'appelle pas | zou b.v. de zaak in dat geval kunnen afdoen met een ` vaderlijke |
de sanction disciplinaire) » (Doc. Parl., Chambre, 2004-2005, DOC | vermaning van de stafhouder ', welke geen tuchtstraf daar stelt) » |
51-1724/001, pp. 28 et 29). | (Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-1724/001, pp. 28 en 29). |
B.2.2. A supposer que le bâtonnier décide de ne pas renvoyer l'avocat | B.2.2. Indien de stafhouder beslist om de betrokken advocaat niet te |
concerné devant le conseil de discipline, le plaignant peut contester | verwijzen naar de tuchtraad, kan de klager krachtens artikel 458, § 2, |
la décision de non-lieu dans un délai de trois mois, par lettre | tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek de beslissing tot |
recommandée à la poste adressée au président du conseil de discipline, | buitenvervolgingstelling binnen drie maanden betwisten bij een ter |
en vertu de l'article 458, § 2, alinéa 2, du Code judiciaire. Cette | post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van de tuchtraad. |
disposition ne prévoit aucune voie de recours similaire pour l'avocat | Die bepaling voorziet niet in een soortgelijke beroepsmogelijkheid |
concerné contre la décision de non-lieu, même si la décision contient | voor de betrokken advocaat tegen de beslissing tot |
buitenvervolgingstelling, zelfs niet indien die beslissing een | |
ce qu'on appelle une « admonestation paternelle ». | zogenaamde « vaderlijke vermaning » bevat. |
B.3.1. En vertu de l'article 568 du Code judiciaire, le tribunal de | B.3.1. Krachtens artikel 568 van het Gerechtelijk Wetboek beschikt de |
première instance dispose d'une plénitude conditionnelle de | rechtbank van eerste aanleg over een voorwaardelijke volheid van |
compétence. Il peut connaître de toutes les demandes qui ne sont pas | bevoegdheid. Zij kan kennisnemen van alle vorderingen die niet |
directement dévolues à la cour d'appel ou à la Cour de cassation et | rechtstreeks voor het hof van beroep of het Hof van Cassatie komen en |
qui ne relèvent pas non plus de la compétence exclusive d'un autre | die ook niet tot de uitsluitende bevoegdheid van een andere rechtbank |
tribunal. En ce que la demande relève de la compétence générale ou | behoren. In zoverre de vordering tot de algemene of bijzondere |
spéciale d'un autre tribunal, le défendeur peut contester in limine | bevoegdheid van een andere rechtbank behoort, kan de verweerder in |
litis la compétence du tribunal de première instance. | limine litis de bevoegdheid van de rechtbank van eerste aanleg |
B.3.2. La juridiction a quo interprète l'article 458 du Code | betwisten. B.3.2. Het verwijzende rechtscollege interpreteert artikel 458 van het |
judiciaire, lu en combinaison avec l'article 568 du même Code, en ce | Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen met artikel 568 van |
sens que l'avocat qui fait l'objet de la plainte ne peut pas attaquer | hetzelfde Wetboek, in die zin dat de advocaat die het voorwerp |
devant un juge indépendant et impartial la décision de non-lieu du | uitmaakt van de klacht, de beslissing van de stafhouder tot |
bâtonnier contenant une « admonestation paternelle ». | buitenvervolgingstelling met een zogenaamde « vaderlijke vermaning » |
La Cour répond à la question préjudicielle dans cette interprétation, | niet kan aanvechten bij een onafhankelijke en onpartijdige rechter. |
qui n'est pas manifestement erronée. | Het Hof beantwoordt de prejudiciële vraag in die interpretatie, die |
B.3.3. La juridiction a quo souhaite savoir si, dans cette | niet kennelijk verkeerd is. |
interprétation, l'article 458 du Code judiciaire, lu en combinaison | B.3.3. Het verwijzende rechtscollege wenst te vernemen of artikel 458 |
avec l'article 568 du même Code, est compatible avec le droit d'accès | van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen met artikel 568 van |
hetzelfde Wetboek, in die interpretatie bestaanbaar is met het recht | |
au juge, garanti par l'article 13 de la Constitution. | op toegang tot de rechter zoals vervat in artikel 13 van de Grondwet. |
B.4.1. La partie intervenante objecte que la question préjudicielle | B.4.1. De tussenkomende partij werpt op dat de prejudiciële vraag geen |
n'appelle pas de réponse, puisque la partie demanderesse devant la | antwoord behoeft, daar de eisende partij voor het verwijzende |
juridiction a quo ne dispose pas d'un droit subjectif pour contester | rechtscollege niet over een subjectief recht beschikt om de zogenaamde |
devant le juge civil une « admonestation paternelle » qui figure dans | « vaderlijke vermaning » die opgenomen is in de beslissing tot |
la décision de non-lieu. Elle fait valoir qu'il n'est pas interdit au | buitenvervolgingstelling, te betwisten bij de burgerlijke rechter. Zij |
doet gelden dat het niet verboden is voor de stafhouder om een | |
bâtonnier d'inclure une admonestation dans la décision de non-lieu et | vermaning op te nemen in de beslissing tot buitenvervolgingstelling, |
que la partie demanderesse devant la juridiction a quo ne justifie | en dat de eisende partij voor het verwijzende rechtscollege geen enkel |
d'aucun intérêt à un recours contre la décision de non-lieu incluant | belang heeft bij een beroep tegen de beslissing tot |
l'admonestation, étant donné que cette décision ne produit pas | buitenvervolgingstelling waarin de vermaning is opgenomen, aangezien |
d'effets juridiques. | die beslissing geen rechtsgevolgen creëert. |
B.4.2. Etant donné que l'exception soulevée est étroitement liée à la | B.4.2. Aangezien de opgeworpen exceptie nauw samenhangt met de |
portée qu'il convient de donner à l'article 13 de la Constitution, | draagwijdte die aan artikel 13 van de Grondwet dient te worden |
l'examen de l'exception coïncide avec celui du fond de l'affaire. | gegeven, valt het onderzoek van de exceptie samen met dat van de grond |
B.5.1. L'article 13 de la Constitution dispose : | van de zaak. B.5.1. Artikel 13 van de Grondwet bepaalt : |
« Nul ne peut être distrait, contre son gré, du juge que la loi lui | « Niemand kan tegen zijn wil worden afgetrokken van de rechter die de |
assigne ». | wet hem toekent ». |
B.5.2. L'article 13 de la Constitution implique un droit d'accès au | B.5.2. Artikel 13 van de Grondwet houdt een recht in op toegang tot de |
juge compétent. Ce droit est également garanti par l'article 6, | bevoegde rechter. Dat recht wordt eveneens gewaarborgd bij artikel 6, |
paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme et par | lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en bij een |
un principe général de droit. | algemeen rechtsbeginsel. |
L'article 6, paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de | Artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
l'homme garantit le droit d'accès au juge pour déterminer les droits | waarborgt het recht op toegang tot de rechter bij het vaststellen van |
et obligations de caractère civil ou pour établir le bien-fondé des | burgerlijke rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de |
poursuites pénales. L'article 13 de la Constitution et le principe | gegrondheid van een ingestelde strafvervolging. Artikel 13 van de |
général de droit garantissent plus généralement le droit d'accès au | Grondwet en het algemene rechtsbeginsel waarborgen het recht op |
juge pour tout litige qui concerne un droit ou une obligation, | toegang tot de rechter meer algemeen voor elk geschil dat betrekking |
indépendamment du fait qu'il soit de caractère civil au sens de | heeft op een recht of een verplichting, ongeacht of het burgerlijk van |
l'article 6, paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de | aard is in de zin van artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor |
l'homme. | de rechten van de mens. |
B.5.3. Le droit d'accès au juge constitue un aspect essentiel du droit | B.5.3. Het recht op toegang tot de rechter vormt een wezenlijk aspect |
van het recht op een eerlijk proces en is fundamenteel in een | |
à un procès équitable et est fondamental dans un Etat de droit. De | rechtsstaat. Het recht om zich tot een rechter te wenden, heeft |
plus, le droit de s'adresser à un juge concerne tout autant le droit | bovendien zowel betrekking op het recht om in rechte op te treden als |
d'agir en justice que celui de se défendre. | op het recht om zich te verdedigen. |
Le droit d'accès à un juge n'est toutefois pas absolu. Les limitations | Het recht op toegang tot een rechter is evenwel niet absoluut. De |
apportées à ce droit ne peuvent porter atteinte à la substance de ce | beperkingen van dat recht mogen geen afbreuk doen aan de inhoud van |
droit. Elles doivent, en outre, être raisonnablement proportionnées au | dat recht. Zij moeten bovendien redelijk evenredig zijn met het |
but légitime qu'elles poursuivent (CEDH, 7 juillet 2009, Stagno c. | gewettigde doel dat zij nastreven (EHRM, 7 juli 2009, Stagno t. |
Belgique, ECLI:CE:ECHR:2009:0707JUD000106207, § 25; grande chambre, 17 | België, ECLI:CE:ECHR:2009:0707JUD000106207, § 25; grote kamer, 17 |
janvier 2012, Stanev c. Bulgarie, ECLI:CE:ECHR:2012:0117JUD003676006, | januari 2012, Stanev t. Bulgarije, ECLI:CE:ECHR:2012:0117JUD003676006, |
§§ 229-230). La réglementation du droit d'accès à un juge ne peut | §§ 229 en 230). De reglementering inzake het recht op toegang tot een |
cesser de servir les buts de la sécurité juridique et de la bonne | rechter moet steeds de rechtszekerheid en de goede rechtsbedeling |
administration de la justice et constituer une sorte de barrière qui | nastreven en mag geen soort van belemmering vormen die de |
empêche le justiciable de voir la substance de son litige tranchée par | rechtzoekende belet dat de inhoud van zijn geschil wordt beslecht door |
la juridiction compétente (CEDH, 7 juillet 2009, Stagno c. Belgique, | het bevoegde rechtscollege (EHRM, 7 juli 2009, Stagno t. België, |
ECLI:CE:ECHR:2009:0707JUD000106207, § 25; 29 mars 2011, RTBF c. | ECLI:CE:ECHR:2009:0707JUD000106207, § 25; 29 maart 2011, RTBF t. |
Belgique, ECLI:CE:ECHR:2011:0329JUD005008406, § 69). La compatibilité | België, ECLI:CE:ECHR:2011:0329JUD005008406, § 69). De verenigbaarheid |
de ces limitations avec le droit d'accès à un juge s'apprécie en | van die beperkingen met het recht op toegang tot een rechter wordt |
tenant compte des particularités de la procédure en cause et de | beoordeeld rekening houdend met de bijzonderheden van de in het geding |
l'ensemble du procès (CEDH, 29 mars 2011, RTBF c. Belgique, | zijnde procedure en van het hele proces (EHRM, 29 maart 2011, RTBF t. |
ECLI:CE:ECHR:2011:0329JUD005008406, § 70). | België, ECLI:CE:ECHR:2011:0329JUD005008406, § 70). |
B.6. Le droit d'accès au juge est applicable à un litige entre | B.6. Het recht op toegang tot de rechter is van toepassing op een |
l'avocat concerné et le bâtonnier, portant sur une « admonestation | geschil tussen de betrokken advocaat en de stafhouder over een |
paternelle » qui est incluse dans une décision de non-lieu. Une telle | zogenaamde « vaderlijke vermaning » die opgenomen is in een beslissing |
mention affecte en effet les droits de l'avocat concerné, en | tot buitenvervolgingstelling. Een dergelijke vermelding raakt immers |
particulier son droit à une bonne réputation, et peut en outre avoir | aan de rechten van de betrokken advocaat, inzonderheid aan zijn recht |
une incidence sur une procédure disciplinaire ultérieure introduite | op een goede naam, en kan bovendien een weerslag hebben op een latere |
contre le même avocat, dans laquelle cette « admonestation paternelle | tuchtprocedure tegen dezelfde advocaat, waarin de zogenaamde « |
» peut être jointe en tant que pièce. | vaderlijke vermaning » als stuk kan worden bijgevoegd. |
Les dispositions en cause, interprétées en ce sens qu'elles ne permettent pas à l'avocat concerné de contester l'« admonestation paternelle » devant un juge, limitent donc le droit d'accès au juge. B.7. Cette limitation affecte directement la substance même de ce droit. Dans l'interprétation donnée aux dispositions en cause par la juridiction a quo, l'avocat concerné ne peut en aucune manière attaquer devant un juge l'« admonestation paternelle » qui est contenue dans une décision de non-lieu, bien qu'elle puisse entraîner des effets préjudiciables pour l'avocat concerné, mentionnés en B.6. La circonstance que l'avocat concerné peut introduire un recours gracieux devant le bâtonnier n'altère pas ce constat, étant donné qu'il ne peut aucunement être assimilé à un recours introduit devant un juge indépendant et impartial. De la même façon, contrairement à ce que soutient la partie intervenante, l'objectif du législateur qu'un maximum de litiges déontologiques soient résolus sans convocation | De in het geding zijnde bepalingen, in die zin geïnterpreteerd dat zij de betrokken advocaat niet de mogelijkheid geven om de zogenaamde « vaderlijke vermaning » te betwisten bij een rechter, beperken aldus het recht op toegang tot de rechter. B.7. Die beperking raakt rechtstreeks aan de inhoud van dat recht zelf. De betrokken advocaat kan in de interpretatie die het verwijzende rechtscollege aan de in het geding zijnde bepalingen geeft, de zogenaamde « vaderlijke vermaning » die opgenomen is in een beslissing tot buitenvervolgingstelling, op geen enkele manier bij een rechter aanvechten, hoewel zij de in B.6 vermelde nadelige gevolgen kan hebben voor de betrokken advocaat. Het feit dat de betrokken advocaat een willig beroep kan instellen bij de stafhouder, doet aan het voorgaande geen afbreuk, aangezien dit geenszins kan worden gelijkgesteld met een beroep bij een onafhankelijke en onpartijdige rechter. In tegenstelling tot wat de tussenkomende partij aanvoert, verantwoordt de doelstelling van de wetgever om zoveel mogelijk deontologische geschillen te beslechten zonder oproeping voor de tuchtraad, ook niet dat aan dezelfde |
devant le conseil de discipline ne peut justifier le fait de confier à | instantie, te dezen de stafhouder, de taak wordt toevertrouwd om een |
la même instance, en l'espèce le bâtonnier, la mission de réexaminer | beslissing te heronderzoeken die de rechten van de betrokken advocaat aantast. |
une décision qui affecte les droits de l'avocat concerné. | B.8. In de interpretatie die het verwijzende rechtscollege eraan |
B.8. Dans l'interprétation que donne la juridiction a quo, l'article | geeft, is artikel 458 van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang |
458 du Code judiciaire, lu en combinaison avec l'article 568 du même | gelezen met artikel 568 van het Gerechtelijk Wetboek, bijgevolg niet |
Code, n'est dès lors pas compatible avec l'article 13 de la | bestaanbaar met artikel 13 van de Grondwet. |
Constitution. | |
B.9. La disposition en cause est toutefois susceptible d'une autre | B.9. De in het geding zijnde bepaling is evenwel voor een andere |
interprétation. L'article 458 du Code judiciaire n'exclut pas | interpretatie vatbaar. Artikel 458 van het Gerechtelijk Wetboek sluit |
explicitement que l'avocat concerné conteste devant un juge la | niet uitdrukkelijk uit dat de betrokken advocaat de beslissing van de |
décision de non-lieu du bâtonnier contenant une « admonestation | stafhouder tot buitenvervolgingstelling met een zogenaamde « |
paternelle ». Par conséquent, cette disposition, lue en combinaison | vaderlijke vermaning » betwist bij een rechter. Bijgevolg kan die |
avec l'article 568 du Code judiciaire, peut être interprétée en ce | bepaling, in samenhang gelezen met artikel 568 van het Gerechtelijk |
sens que l'avocat concerné dispose de la possibilité de contester la | Wetboek, zo worden geïnterpreteerd dat de betrokken advocaat over de |
décision de non-lieu du bâtonnier contenant une « admonestation | mogelijkheid beschikt om de beslissing van de stafhouder tot |
paternelle » devant le tribunal de première instance, lequel dispose | buitenvervolgingstelling met een zogenaamde « vaderlijke vermaning » |
te betwisten bij de rechtbank van eerste aanleg, die op grond van | |
de la compétence résiduelle en vertu de l'article 568 du Code | artikel 568 van het Gerechtelijk Wetboek de residuaire bevoegdheid |
judiciaire. | heeft. |
In die interpretatie is artikel 458 van het Gerechtelijk Wetboek, in | |
Dans cette interprétation, l'article 458, lu en combinaison avec | samenhang gelezen met artikel 568 van het Gerechtelijk Wetboek, |
l'article 568, du Code judiciaire, est compatible avec l'article 13 de | bestaanbaar met artikel 13 van de Grondwet. |
la Constitution. | |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
- Dans l'interprétation selon laquelle l'avocat qui fait l'objet de la | - In de interpretatie dat de advocaat die het voorwerp uitmaakt van de |
plainte ne peut pas attaquer devant un juge indépendant et impartial | klacht, de beslissing tot buitenvervolgingstelling die een zogenaamde |
la décision de non-lieu qui contient ce qu'on appelle une « | « vaderlijke vermaning » van de stafhouder bevat, niet kan aanvechten |
admonestation paternelle » du bâtonnier, l'article 458 du Code | bij een onafhankelijke en onpartijdige rechter, schendt artikel 458 |
judiciaire, lu en combinaison avec l'article 568 du même Code, viole | van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen met artikel 568 van |
l'article 13 de la Constitution. | hetzelfde Wetboek, artikel 13 van de Grondwet. |
- Dans l'interprétation selon laquelle l'avocat qui fait l'objet de la | - In de interpretatie dat de advocaat die het voorwerp uitmaakt van de |
plainte peut attaquer devant un juge indépendant et impartial la | klacht, de beslissing tot buitenvervolgingstelling die een zogenaamde |
décision de non-lieu qui contient ce qu'on appelle une « admonestation | « vaderlijke vermaning » van de stafhouder bevat, kan aanvechten bij |
paternelle » du bâtonnier, l'article 458 du Code judiciaire, lu en | een onafhankelijke en onpartijdige rechter, schendt artikel 458 van |
combinaison avec l'article 568 du même Code, ne viole pas l'article 13 | het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen met artikel 568 van |
de la Constitution. | hetzelfde Wetboek, artikel 13 van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 30 novembre 2023. | op 30 november 2023. |
Le greffier, | De griffier, |
N. Dupont | N. Dupont |
Le président, | De voorzitter, |
L. Lavrysen | L. Lavrysen |