← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 112/2022 du 22 septembre 2022 Numéro du rôle : 7569 En cause
: les questions préjudicielles relatives à l'article 30 de la loi du 18 mai 1960 organique des Instituts
de la Radiodiffusion-Télévision belge, posées par le T La
Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. Gie(...)"
Extrait de l'arrêt n° 112/2022 du 22 septembre 2022 Numéro du rôle : 7569 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 30 de la loi du 18 mai 1960 organique des Instituts de la Radiodiffusion-Télévision belge, posées par le T La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. Gie(...) | Uittreksel uit arrest nr. 112/2022 van 22 september 2022 Rolnummer 7569 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 30 van de wet van 18 mei 1960 houdende organisatie van de Instituten der Belgische Radio en Televisie, gesteld door d Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 112/2022 du 22 septembre 2022 | Uittreksel uit arrest nr. 112/2022 van 22 september 2022 |
Numéro du rôle : 7569 | Rolnummer 7569 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 30 de la | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 30 van de wet van |
loi du 18 mai 1960 organique des Instituts de la | 18 mei 1960 houdende organisatie van de Instituten der Belgische Radio |
Radiodiffusion-Télévision belge, posées par le Tribunal de première | en Televisie, gesteld door de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg |
instance francophone de Bruxelles. | te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de |
Giet, J. Moerman, M. Pâques, D. Pieters et S. de Bethune, assistée du | rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, D. Pieters en S. de Bethune, |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président P. Nihoul, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par jugement du 31 mars 2021, dont l'expédition est parvenue au greffe | Bij vonnis van 31 maart 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het |
de la Cour le 29 avril 2021, le Tribunal de première instance | Hof is ingekomen op 29 april 2021, heeft de Franstalige Rechtbank van |
francophone de Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes | eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
: - « (a) L'article 30 de la loi organique des instituts de | - « Schenden (a) artikel 30 van de wet van 18 mei 1960 houdende |
radiodiffusion-télédiffusion belges du 18 mai 1960, en ce qu'il | organisatie van de Instituten der Belgische Radio en Televisie, in |
assimile la RTBF à l'Etat en ce qui concerne l'application des lois et | zoverre het de RTBF gelijkstelt met de Staat voor de toepassing van de |
règlements relatifs aux impôts directs de l'Etat et aux taxes ou | wetten en verordeningen betreffende de directe belastingen van de |
impôts des provinces et des communales, (b) le principe général de | Staat en de taksen of belastingen van de provincies en de gemeenten, |
droit ou la règle légale suivant lesquels les biens du domaine public | (b) het algemeen rechtsbeginsel of de wettelijke regel volgens welke |
de l'Etat et ceux de son domaine privé qui sont affectés à un service | de goederen van het openbaar domein van de Staat en die van het |
privaat domein ervan die voor een openbare dienst of een dienst van | |
public ou d'intérêt général ne sont, de leur nature, pas susceptibles | algemeen belang worden aangewend, uit hun aard, niet aan de belasting |
d'être soumis à l'impôt et suivant lesquels ces biens ne sont soumis à | kunnen worden onderworpen en volgens welke die goederen slechts aan de |
l'impôt que si une disposition légale le prévoit expressément et la | belasting worden onderworpen indien een wetsbepaling uitdrukkelijk |
disposition de l'article 172, alinéa 2, de la Constitution, aux termes | daarin voorziet, en de bepaling van artikel 172, tweede lid, van de |
de laquelle nulle exemption ou modération d'impôt ne peut être établie | Grondwet, luidens welke geen vrijstelling of vermindering van |
que par une loi, ne leur est pas applicable, ou (c) la combinaison | belasting kan worden ingevoerd dan door een wet, niet op hen van |
dudit article 30 et dudit principe général de droit ou de ladite règle | toepassing is, of (c) de combinatie van het genoemde artikel 30 en van |
het genoemde algemeen rechtsbeginsel of van de genoemde wettelijke | |
légale, interprétés en ce sens que la RTBF est exonérée de toutes | regel, in die zin geïnterpreteerd dat de RTBF van alle |
impositions communales pour les biens du domaine public et ceux de son | gemeentebelastingen is vrijgesteld voor de goederen van het openbaar |
domaine privé qui sont affectés à un service public ou d'intérêt | domein en die van het privaat domein ervan die voor een openbare |
dienst of een dienst van algemeen belang worden aangewend, artikel | |
général, violent-ils l'article 170, § 4, de la Constitution et le | 170, § 4, van de Grondwet en het beginsel van de fiscale autonomie van |
principe de l'autonomie fiscale des communes ? »; | de gemeenten ? »; |
- « (a) L'article 30 de la loi organique des instituts de | - « Schenden (a) artikel 30 van de wet van 18 mei 1960 houdende |
radiodiffusion-télédiffusion belges du 18 mai 1960, en ce qu'il | organisatie van de Instituten der Belgische Radio en Televisie, in |
assimile la RTBF à l'Etat en ce qui concerne l'application des lois et | zoverre het de RTBF gelijkstelt met de Staat voor de toepassing van de |
règlements relatifs aux impôts directs de l'Etat et aux taxes ou | wetten en verordeningen betreffende de directe belastingen van de |
impôts des provinces et des communales, (b) le principe général de | Staat en de taksen of belastingen van de provincies en de gemeenten, |
droit ou la règle légale suivant lesquels les biens du domaine public | (b) het algemeen rechtsbeginsel of de wettelijke regel volgens welke |
de l'Etat et ceux de son domaine privé qui sont affectés à un service | de goederen van het openbaar domein van de Staat en die van het |
privaat domein ervan die voor een openbare dienst of een dienst van | |
public ou d'intérêt général ne sont, de leur nature, pas susceptibles | algemeen belang worden aangewend, uit hun aard, niet aan de belasting |
d'être soumis à l'impôt et suivant lesquels ces biens ne sont soumis à | kunnen worden onderworpen en volgens welke die goederen slechts aan de |
l'impôt que si une disposition légale le prévoit expressément et la | belasting worden onderworpen indien een wetsbepaling uitdrukkelijk |
disposition de l'article 172, alinéa 2, de la Constitution, aux termes | daarin voorziet, en de bepaling van artikel 172, tweede lid, van de |
de laquelle nulle exemption ou modération d'impôt ne peut être établie | Grondwet, luidens welke geen vrijstelling of vermindering van |
que par une loi, ne leur est pas applicable, ou (c) la combinaison | belasting kan worden ingevoerd dan door een wet, niet op hen van |
dudit article 30 et dudit principe général de droit ou de ladite règle | toepassing is, of (c) de combinatie van het genoemde artikel 30 en van |
het genoemde algemeen rechtsbeginsel of van de genoemde wettelijke | |
légale, interprétés en ce sens que la RTBF est exonérée de toutes | regel, in die zin geïnterpreteerd dat de RTBF van alle |
impositions communales pour les biens du domaine public et ceux de son | gemeentebelastingen is vrijgesteld voor de goederen van het openbaar |
domaine privé qui sont affectés à un service public ou d'intérêt | domein en die van het privaat domein ervan die voor een openbare |
dienst of een dienst van algemeen belang worden aangewend, de | |
général, violent-ils les articles 10, 11 et 172 de la Constitution en | artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre zij een verschil |
ce qu'ils créent une différence de traitement entre, d'une part, la | in behandeling doen ontstaan tussen, enerzijds, de RTBF en, |
RTBF et, d'autre part, les autres opérateurs économiques exerçant des | anderzijds, de andere economische operatoren die analoge activiteiten |
activités analogues mais aussi la généralité des redevables des impôts | uitoefenen, maar ook allen die gemeentebelastingen verschuldigd zijn ? |
communaux ? ». | ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la disposition en cause | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling |
B.1.1. L'article 30 de la loi du 18 mai 1960 organique des Instituts | B.1.1. Artikel 30 van de wet van 18 mei 1960 houdende organisatie van |
de la Radiodiffusion-Télévision belge (ci-après : la loi du 18 mai | de Instituten der Belgische Radio en Televisie (hierna : de wet van 18 |
1960) dispose : | mei 1960) bepaalt : |
« Les instituts sont assimilés à l'Etat, en ce qui concerne | « De instituten worden met de Staat gelijkgesteld voor de toepassing |
l'application des lois et règlements relatifs aux impôts directs de | van de wetten en verordeningen betreffende de directe belastingen van |
l'Etat et aux taxes ou impôts des provinces et des communes. Ils sont | de Staat en de taksen of belastingen van de provincies en de |
exonérés des taxes sur les installations radiophoniques émettrices et | gemeenten. Zij zijn vrijgesteld van de taksen op de radio-elektrische |
réceptrices ». | zend- en ontvangstinrichtingen ». |
Les « instituts » auxquels la loi du 18 mai 1960 fait référence | De « instituten » waaraan de wet van 18 mei 1960 refereert, verwijzen |
désignent les établissements publics « Radiodiffusion-Télévision | naar de openbare instellingen « Belgische Radio en Televisie, |
belge, Emissions françaises », « Belgische Radio en Televisie | Nederlandse uitzendingen », « Radiodiffusion-Télevision belge, |
Nederlandse uitzendingen » et « Radiodiffusion-Télévision belge - | Emissions françaises » en « Belgische Radio en Televisie - Instituut |
Institut des services communs » (articles 1er, § 1er, alinéa 1er, et | van de gemeenschappelijke diensten » (artikelen 1, § 1, eerste lid, en |
2, § 1er, alinéa 1er). | 2, § 1, eerste lid). |
B.1.2. Le premier projet à l'origine de la loi du 18 mai 1960 | B.1.2. Het eerste ontwerp dat ten grondslag lag aan de wet van 18 mei |
exonérait les instituts précités de « tout impôt ou taxe au profit des | 1960, stelde de voormelde instituten vrij van « alle belastingen of |
provinces et des communes ». Dans son avis, le Conseil d'Etat a | taksen ten behoeve van provincies en gemeenten ». In zijn advies |
observé : | merkte de Raad van State op : |
« L'article 26 exonère les instituts de tous impôts ou taxes au profit | « Artikel 26 stelt de instituten vrij van alle belastingen of taksen |
des provinces et communes. Cette disposition crée pour ces instituts | ten behoeve van provincies en gemeenten. Hiermede wordt ten gunste van |
un régime plus favorable que celui dont l'Etat lui-même jouit en ce | deze instituten een regeling ingesteld die gunstiger is dan de |
regeling die de Staat zelf ter zake van provincie- of | |
qui concerne les impôts provinciaux et communaux. D'accord avec le | gemeentebelastingen en taksen geniet. Een andere tekst wordt hierna, |
Gouvernement, un autre texte est proposé ci-après » (CE, avis n° | met instemming van de Regering, voorgesteld » (RvSt, advies nr. 6619/2 |
6619/2 du 10 avril 1959, p. 45). | van 10 april 1959, p. 12). |
Le second projet à l'origine de la loi du 18 mai 1960 a tenu compte de | Het tweede ontwerp dat aan de wet van 18 mei 1960 ten grondslag lag, |
la remarque du Conseil d'Etat et a assimilé les instituts précités à | hield rekening met de opmerking van de Raad van State en stelde de |
l'Etat en ce qui concerne l'application des règlements relatifs aux | voormelde instituten gelijk met de Staat voor de toepassing van de |
taxes ou impôts des provinces et des communes (Doc. parl., Sénat, | verordeningen betreffende de taksen of belastingen van de provincies |
1958-1959, n° 317, p. 17). | en de gemeenten (Parl. St., Senaat, 1958-1959, nr. 317, p.17). |
B.1.3. Il ressort du libellé de l'article 30 de la loi du 18 mai 1960 | B.1.3. Uit de bewoordingen van artikel 30 van de wet van 18 mei 1960 |
et des travaux préparatoires précités que la disposition en cause | en uit de voormelde parlementaire voorbereiding blijkt dat met de in |
poursuit un objectif d'exonération fiscale. En effet, en alignant le | het geding zijnde bepaling een belastingvrijstelling wordt |
nagestreefd. Door de fiscale regeling van de instituten in | |
régime fiscal des instituts sur celui de l'Etat, l'article 30 de la | overeenstemming te brengen met die van de Staat, strekt artikel 30 van |
loi du 18 mai 1960 tend à exonérer ceux-ci des impositions auxquelles | de wet van 18 mei 1960 immers ertoe die laatsten vrij te stellen van |
l'Etat n'est pas soumis. | de belastingen waaraan de Staat niet is onderworpen. |
B.2.1. L'article 1er du décret de la Communauté française du 12 | B.2.1. Artikel 1 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 12 |
décembre 1977 « portant statut de la Radio-Télévision belge de la | december 1977 « houdende statuut van de ' Radio-Télévision belge de la |
Communauté culturelle française (R.T.B.F.) » (ci-après : le décret du | Communauté culturelle française ' (R.T.B.F.) » (hierna : het decreet |
12 décembre 1977) », dispose : | van 12 december 1977) bepaalt : |
« Il est institué sous la dénomination ' Radio-Télévision belge de la | « Onder de benaming ' Radio-Télévision belge de la Communauté |
Communauté culturelle française ' (R.T.B.F.) un établissement public | culturelle française ' (R.T.B.F.) wordt een openbare instelling met |
doté de la personnalité juridique et dénommé ci-après ' Institut '. | rechtspersoonlijkheid opgericht, hierna genoemd ' Instituut '. |
[...] ». | [...] ». |
L'article 30 du décret du 12 décembre 1977 dispose : | Artikel 30 van het decreet van 12 december 1977 bepaalt : |
« L'institut reprend les droits et obligations de l'institut | « Het Instituut neemt de rechten en plichten over van het |
d'émission ' Radiodiffusion-Télévision belge, émissions françaises ' | uitzendingsinstituut ' Radiodiffusion Télévision belge, émissions |
visés dans la loi du 28 mai 1960 organique des instituts de la | françaises ', bepaald in de wet van 18 mei 1960 houdende organisatie |
Radiodiffusion-Télévision belge et les lois postérieures ». | van de Instituten der Belgische Radio en Televisie en in later uitgevaardigde wetten ». |
L'article 31 du décret du 12 décembre 1977 dispose : | Artikel 31 van het decreet van 12 december 1977 bepaalt : |
« En tant qu'ils concernent l'Institut d'émission ' | « Voor zover zij betrekking hebben op het uitzendingsinstituut ' |
Radiodiffusion-Télévision belge, émissions françaises ', sont abrogés | Radiodiffusion Télévision belge, émissions françaises ' worden de |
les articles 1er; 9, § 2; 10; 11; 12, §§ 1er, 2, 3, 4 et 5; 13; 20; | artikelen 1, 9, § 2; 10; 11; 12, §§ 1, 2, 3, 4 en 5; 13; 20; 21; 23; |
21; 23; 24; 25, § 1er; 26; 27; 28; §§ 1er, 2, premier alinéa et 5; 29; | 24; 25, § 1; 26; 27; 28, §§ 1 en 2, eerste alinea en 5; 29; 31; 32; |
31; 32; 33; 34 de la loi du 18 juin 1960 organique des Instituts de la | 33; 34 van de wet van 18 mei 1960 houdende organisatie van de |
Radiodiffusion-Télévision. | Instituten van de Belgische Radio en Televisie opgeheven. |
[...] ». | [...] ». |
Par le décret du 12 décembre 1977, le législateur décrétal n'a donc | Bij het decreet van 12 december 1977 heeft de decreetgever dus niet |
pas abrogé l'article 30 de la loi du 18 mai 1960, contrairement à | artikel 30 van de wet van 18 mei 1960, in tegenstelling tot andere |
d'autres de ses dispositions. | bepalingen van die wet, opgeheven. |
B.2.2. Le décret du 12 décembre 1977 a été abrogé et remplacé par le | B.2.2. Het decreet van 12 december 1977 werd opgeheven en vervangen |
décret de la Communauté française du 14 juillet 1997 « portant statut | bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 14 juli 1997 « houdende |
de la Radio-Télévision belge de la Communauté française (RTBF) » | het statuut van de ' Radio-Télévision belge de la Communauté française |
(ci-après : le décret du 14 juillet 1997), actuellement en vigueur. Ce | (RTBF) ' » (hierna : het decreet van 14 juli 1997), dat momenteel van |
décret n'a pas non plus abrogé l'article 30 de la loi du 18 mai 1960. | kracht is. Dat decreet heeft evenmin artikel 30 van de wet van 18 mei |
1960 opgeheven. | |
B.2.3. Il ressort de ce qui précède que la Radio-Télévision belge de | B.2.3. Uit het voorgaande blijkt dat de « Radio-Télévision belge de la |
la Communauté française (ci-après : la RTBF) peut se prévaloir de | Communauté française » (hierna : de RTBF) zich kan beroepen op artikel |
l'article 30 de la loi du 18 mai 1960, en ce qu'elle a repris les | 30 van de wet van 18 mei 1960, in zoverre zij de rechten en de |
droits et les obligations de l'institut d'émission « | verplichtingen van het uitzendingsinstituut « |
Radiodiffusion-Télévision belge, émissions françaises ». | Radiodiffusion-Télévision belge, émissions françaises » heeft |
overgenomen. | |
Quant à la recevabilité des questions préjudicielles | Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de prejudiciële vragen |
B.3.1. La RTBF soutient que les questions préjudicielles sont | B.3.1. De RTBF voert aan dat de prejudiciële vragen niet ontvankelijk |
irrecevables en ce qu'elles portent sur la jurisprudence de la Cour de | zijn in zoverre zij betrekking hebben op de rechtspraak van het Hof |
cassation. | van Cassatie. |
B.3.2. En vertu de l'article 142 de la Constitution et des articles 1er | B.3.2. Krachtens artikel 142 van de Grondwet en de artikelen 1 en 26 |
et 26 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof |
constitutionnelle, la Cour statue sur les recours en annulation de | doet het Hof uitspraak over beroepen tot vernietiging van wetten, |
lois, décrets et ordonnances et sur les questions préjudicielles y | decreten en ordonnanties en over prejudiciële vragen dienaangaande, |
relatives, posées par des juridictions. | gesteld door rechtscolleges. |
B.3.3. L'article 30 de la loi du 18 mai 1960 assimile la RTBF à l'Etat | B.3.3. Artikel 30 van de wet van 18 mei 1960 stelt de RTBF gelijk met |
en ce qui concerne, notamment, « l'application des règlements relatifs | de Staat voor onder meer « de toepassing van de verordeningen |
aux taxes ou impôts des communes ». Par un arrêt du 23 février 2018, | betreffende de taksen of belastingen van de gemeenten ». Bij een |
arrest van 23 februari 2018 verwierp het Hof van Cassatie een | |
la Cour de cassation a rejeté un pourvoi dirigé contre un arrêt de la | cassatieberoep dat was gericht tegen een arrest van het Hof van Beroep |
Cour d'appel de Bruxelles qui annulait plusieurs cotisations à une | te Brussel waarbij verschillende aanslagen in een gemeentebelasting |
taxe communale en raison de l'assimilation de la RTBF à l'Etat prévue | waren vernietigd wegens de gelijkstelling van de RTBF met de Staat, |
par l'article 30 de la loi du 18 mai 1960 (Cass., 23 février 2018, | zoals vastgelegd bij artikel 30 van de wet van 18 mei 1960 (Cass., 23 |
F.16.0102.F). | februari 2018, F.16.0102.F). |
Dans cet arrêt, la Cour de cassation a jugé que « les biens du domaine | In dat arrest oordeelde het Hof van Cassatie dat « de |
public de l'Etat et ceux de son domaine privé qui sont affectés à un | openbare-domeingoederen van de Staat en zijn private-domeingoederen |
service public ou d'intérêt général ne sont, de leur nature, pas | die bestemd zijn voor een openbare dienst of een dienst van openbaar |
susceptibles d'être soumis à l'impôt. Il s'ensuit que, d'une part, ces | nut [...], uit hun aard, niet aan belasting onderworpen [zijn]. |
biens ne sont soumis à l'impôt que si une disposition légale le | Hieruit volgt dat, enerzijds, die goederen slechts aan belasting zijn |
prévoit expressément, d'autre part, la disposition de l'article 172, | onderworpen als een wettelijke bepaling daarin uitdrukkelijk voorziet |
alinéa 2, de la Constitution, aux termes de laquelle nulle exemption | en dat, anderzijds, artikel 172, tweede lid, Grondwet, dat bepaalt dat |
ou modération ne peut être établie que par une loi, ne leur est pas | geen vrijstelling of vermindering van belasting kan worden ingevoerd |
applicable ». | dan door een wet, daarop niet van toepassing is ». |
Par un arrêt du 9 mai 2019, la Cour de cassation a jugé, de manière | Bij een arrest van 9 mei 2019 oordeelde het Hof van Cassatie, op |
similaire, que « l'impôt est un prélèvement pratiqué par voie | vergelijkbare wijze, dat « belastingen heffingen [zijn], op eigen |
d'autorité par l'Etat, les régions, les communautés, les provinces, | gezag, door de Staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, |
les agglomérations et fédérations de communes ou les communes sur les | de agglomeraties en federaties van gemeenten of gemeenten, op de |
ressources des personnes qui vivent sur leur territoire ou y possèdent | geldmiddelen van personen die op hun grondgebied wonen of er belangen |
des intérêts, pour être affectés aux services d'utilité publique. | bezitten, om voor diensten van openbaar nut te worden aangewend. |
Partant, dans l'exercice de son activité de gestion ou | Hieruit volgt dat de Staat, in de uitoefening van zijn activiteit van |
d'administration des services publics fédéraux, l'Etat n'est pas | beheer of bestuur van de federale overheidsdiensten, niet aan |
susceptible d'être soumis à l'impôt » (Cass., 9 mai 2019, F.18.0010.F). | belasting kan worden onderworpen » (Cass., 9 mei 2019, F.18.0010.F). |
B.3.4. C'est à cette jurisprudence que la juridiction a quo fait | B.3.4. Het is die rechtspraak waaraan het verwijzende rechtscollege |
référence dans la question préjudicielle, lorsqu'elle interprète | refereert in de prejudiciële vraag, wanneer het artikel 30 van de wet |
l'article 30 de la loi du 18 mai 1960 en ce sens qu'il exonère la RTBF | van 18 mei 1960 in die zin interpreteert dat het de RTBF vrijstelt van |
de toute imposition communale sur les biens du domaine public et ceux de son domaine privé qui sont affectés à un service public ou d'intérêt général. B.4. La Cour examine les questions qui lui sont posées, non pour se prononcer sur la jurisprudence de la Cour de cassation, ce qui ne relève pas de sa compétence, mais en se plaçant dans l'hypothèse, postulée par les questions préjudicielles, selon laquelle la disposition en cause doit recevoir l'interprétation qui y est formulée. B.5. L'exception d'irrecevabilité est rejetée. Quant au fond En ce qui concerne la demande de question préjudicielle à la Cour de | iedere gemeentebelasting op de goederen van het openbaar domein en die van het privaat domein ervan die voor een openbare dienst of een dienst van algemeen belang worden aangewend. B.4. Het Hof onderzoekt de gestelde vragen, niet om zich uit te spreken over de rechtspraak van het Hof van Cassatie, wat niet onder zijn bevoegdheid valt, maar door zich te plaatsen in de in de prejudiciële vragen aangenomen veronderstelling volgens welke aan de in het geding zijnde bepaling de in de vragen geformuleerde interpretatie moet worden gegeven. B.5. De exceptie van niet-ontvankelijkheid wordt verworpen. Ten gronde Wat betreft het verzoek om een prejudiciële vraag te stellen aan het |
justice de l'Union européenne | Hof van Justitie van de Europese Unie |
B.6. La commune de Schaerbeek soutient que l'exonération fiscale | B.6. De gemeente Schaarbeek voert aan dat de fiscale vrijstelling |
prévue par la disposition en cause serait contraire aux articles 107 | waarin de in het geding zijnde bepaling voorziet, in strijd zou zijn |
et 108 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne (ci-après | met de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van |
: le TFUE), en ce qu'elle constitue une aide nouvelle ou existante, | de Europese Unie (hierna : het VWEU), in zoverre zij een nieuwe of |
interdite par ces dispositions. Partant, elle demande qu'une question | bestaande steunmaatregel is die door die bepalingen wordt verboden. |
préjudicielle soit posée à la Cour de justice de l'Union européenne. | Zij verzoekt dan ook om een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. |
B.7.1. L'article 267 du TFUE habilite la Cour de justice à statuer, à | B.7.1. Artikel 267 van het VWEU verleent het Hof van Justitie de |
titre préjudiciel, aussi bien sur l'interprétation des traités et des | bevoegdheid om bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak te doen |
actes des institutions de l'Union européenne que sur la validité de | over zowel de uitlegging van de verdragen en van de handelingen van de |
ces actes. En vertu du troisième alinéa de cette disposition, une | instellingen van de Europese Unie als de geldigheid van die |
juridiction nationale est tenue de saisir la Cour de justice lorsque | handelingen. Volgens de derde alinea ervan is een nationale |
rechterlijke instantie gehouden zich tot het Hof van Justitie te | |
ses décisions - comme celles de la Cour constitutionnelle - ne sont | wenden, indien haar beslissingen - zoals die van het Grondwettelijk |
pas susceptibles d'un recours juridictionnel de droit interne. En cas | Hof - volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep. |
de doute sur l'interprétation ou sur la validité d'une disposition du | Wanneer er twijfel is over de interpretatie of de geldigheid van een |
droit de l'Union européenne importante pour la solution d'un litige | bepaling van het recht van de Europese Unie die van belang is voor de |
pendant devant une telle juridiction nationale, celle-ci doit, même | oplossing van een voor een dergelijk nationaal rechtscollege hangend |
d'office, poser une question préjudicielle à la Cour de justice. | geschil, dient dat rechtscollege, zelfs ambtshalve, het Hof van |
Justitie prejudicieel te ondervragen. | |
B.7.2. Les articles 107 et 108 du TFUE disposent que, sauf dérogations | B.7.2. De artikelen 107 en 108 van het VWEU bepalen dat, behoudens de |
prévues par le Traité, les aides accordées par les Etats qui faussent | afwijkingen waarin het Verdrag voorziet, de door de Staten toegekende |
ou menacent de fausser la concurrence en favorisant certaines entreprises ou certaines productions sont incompatibles avec le marché intérieur. Ces dispositions prévoient une procédure suivant laquelle la Commission européenne est chargée, en même temps que les Etats membres, de l'examen permanent des régimes d'aide existants dans les Etats. Si elle constate, après avoir mis les intéressés en demeure de présenter leurs observations, qu'une aide n'est pas compatible avec le marché intérieur, elle « décide que l'Etat intéressé doit la supprimer ou la modifier dans le délai qu'elle détermine ». Cette décision n'a pas d'effet rétroactif. En vertu des mêmes dispositions, les aides nouvelles doivent être notifiées à la Commission avant leur exécution, et la Commission juge de leur compatibilité avec les dispositions de droit européen. En cas de défaut de notification par l'Etat concerné, il appartient aussi, en dernière instance, à la Commission, sous le contrôle des juridictions européennes, de décider de la compatibilité de cette aide avec le marché intérieur. | steunmaatregelen die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar zijn met de interne markt. Die bepalingen voorzien in een procedure volgens welke de Europese Commissie tezamen met de lidstaten belast is met een voortdurend onderzoek van de bestaande steunregelingen in de Staten. Indien zij vaststelt, na de belanghebbenden te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken, dat een steunmaatregel niet verenigbaar is met de interne markt, « bepaalt zij dat de betrokken staat die steunmaatregel moet opheffen of wijzigen binnen de door haar vast te stellen termijn ». Die beslissing werkt niet terug. Krachtens dezelfde bepalingen moet van de nieuwe steunmaatregelen aan de Commissie kennis worden gegeven vóór de uitvoering ervan, en de Commissie oordeelt over hun verenigbaarheid met de bepalingen van Europees recht. Indien de betrokken Staat daarvan geen kennis geeft, komt het, in laatste instantie, ook aan de Commissie toe om, onder toezicht van de Europese rechtscolleges, te beslissen over de verenigbaarheid van die steunmaatregel met de interne markt. |
B.7.3. Il résulte de cette procédure qu'une mesure qualifiée d'aide | B.7.3. Uit die procedure vloeit voort dat een maatregel die in de zin |
d'Etat au sens des articles 107 et 108 du TFUE ne saurait être considérée, a priori, sans décision de la Commission européenne, comme contraire au marché intérieur. Lorsque la Commission décide que tel est le cas concernant une aide existante, l'aide est supprimée ou modifiée dans un délai déterminé par elle. Lorsqu'il s'agit d'une aide nouvelle, le seul défaut de notification préalable à la Commission ne la rend pas incompatible avec le marché intérieur. Lorsqu'une aide nouvelle mise à exécution sans notification est jugée contraire au marché intérieur par la Commission, celle-ci en exige en principe la récupération. B.7.4. Partant, la Cour de justice « n'est pas compétente pour statuer sur la compatibilité d'une mesure nationale avec le droit de l'Union. Elle ne saurait davantage se prononcer sur la compatibilité d'une aide d'Etat ou d'un régime d'aides avec le marché intérieur, l'appréciation | van de artikelen 107 en 108 van het VWEU als staatssteun wordt gekwalificeerd, zonder beslissing van de Europese Commissie niet a priori als strijdig met de interne markt kan worden beschouwd. Wanneer de Commissie beslist dat zulks het geval is met betrekking tot een bestaande steunmaatregel, wordt die maatregel opgeheven of gewijzigd binnen een door de Commissie bepaalde termijn. Een nieuwe steunmaatregel, waarvan niet vooraf kennis is gegeven aan de Commissie, is daarom nog niet onverenigbaar met de interne markt. Wanneer een nieuwe steunmaatregel, die zonder kennisgeving ten uitvoer wordt gelegd, door de Commissie in strijd wordt geacht met de interne markt, eist de Commissie in beginsel de terugvordering van die staatssteun. B.7.4. Het Hof van Justitie is bijgevolg « niet bevoegd [...] om uitspraak te doen over de verenigbaarheid van een nationale maatregel met het Unierecht. Het kan zich evenmin uitspreken over de verenigbaarheid met de interne markt van een staatssteunmaatregel of een steunregeling, aangezien de beoordeling van deze verenigbaarheid |
de cette compatibilité relevant de la compétence exclusive de la | onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Commissie valt, die |
Commission européenne, agissant sous le contrôle du juge de l'Union | daarbij onder toezicht van de Unierechter staat (arrest Fallimento |
(arrêt Fallimento Traghetti del Mediterraneo, C-140/09, EU: C: 2010: | Traghetti del Mediterraneo, C-140/09, EU: C: 2010: 335, punt 22 en |
335, point 22 et jurisprudence citée) » (CJUE, 16 juillet 2015, | aldaar aangehaalde rechtspraak) » (HvJ, 16 juli 2015, C-39/14, BVVG |
C-39/14, BVVG Bodenverwertungs- und -verwaltungs GmbH, point 19). | Bodenverwertungs- und -verwaltungs GmbH, punt 19). |
B.8. Par conséquent, il n'est pas nécessaire de poser une question | B.8. Bijgevolg is het niet noodzakelijk om een prejudiciële vraag te |
préjudicielle à la Cour de justice de l'Union européenne. | stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. |
En ce qui concerne la première question préjudicielle | Wat de eerste prejudiciële vraag betreft |
B.9. La première question préjudicielle porte sur la compatibilité de | B.9. De eerste prejudiciële vraag heeft betrekking op de |
la disposition en cause avec l'article 170, § 4, de la Constitution, | bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met artikel 170, |
en ce qu'elle limite l'autonomie fiscale des communes. | § 4, van de Grondwet, in zoverre zij de fiscale autonomie van de |
B.10. L'article 170, § 4, de la Constitution dispose actuellement : | gemeenten beperkt. B.10. Artikel 170, § 4, van de Grondwet bepaalt : |
« Aucune charge, aucune imposition ne peut être établie par | « Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van |
l'agglomération, par la fédération de communes et par la commune que | gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad. |
par une décision de leur conseil. La loi détermine, relativement aux impositions visées à l'alinéa 1er, | De wet bepaalt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde |
les exceptions dont la nécessité est démontrée ». | belastingen, de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt ». |
Au moment de l'adoption de la loi du 18 mai 1960, l'article 110, | Op het ogenblik van de aanneming van de wet van 18 mei 1960, bepaalde |
alinéas 3 et 4, de la Constitution disposait : | artikel 110, derde en vierde lid, van de Grondwet : |
« Aucune charge, aucune imposition communale ne peut être établie que | « Geen gemeentelijke last of belasting kan worden ingevoerd dan met |
du consentement du conseil communal. | toestemming van de gemeenteraad. |
La loi détermine les exceptions dont l'expérience démontrera la | De wet bepaalt, ten aanzien van de provinciale en de gemeentelijke |
nécessité, relativement aux impositions provinciales et communales ». | belastingen, de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid uit de ondervinding zal blijken ». |
B.11.1. Conformément à cette disposition, la commune dispose d'une | B.11.1. Krachtens die bepaling beschikt de gemeente over een autonome |
compétence fiscale autonome, sauf lorsque la loi a déterminé ou | fiscale bevoegdheid, behoudens wanneer de wet uitzonderingen heeft |
détermine ultérieurement les exceptions dont la nécessité est | bepaald of nadien bepaalt waarvan de noodzakelijkheid wordt |
démontrée. | aangetoond. |
La loi prise sur cette base constitutionnelle doit être interprétée | De op die grondwettelijke grondslag aangenomen wet moet restrictief |
restrictivement dès lors qu'elle limite l'autonomie fiscale des | worden geïnterpreteerd, aangezien zij de fiscale autonomie van de |
communes. | gemeenten beperkt. |
B.11.2. Contrairement à ce que soutient la commune de Schaerbeek, la | B.11.2. In tegenstelling tot hetgeen de gemeente Schaarbeek beweert, |
circonstance que le législateur décrétal de la Communauté française | heeft de omstandigheid dat de decreetgever van de Franse Gemeenschap, |
n'a pas, par ses décrets du 12 décembre 1977 et du 14 juillet 1997, | bij zijn decreten van 12 december 1977 en van 14 juli 1997, artikel 30 |
abrogé l'article 30 de la loi du 18 mai 1960, n'entraîne pas une | van de wet van 18 mei 1960 niet heeft opgeheven, niet tot gevolg dat |
appropriation, par ce législateur décrétal, du contenu de cette | die decreetgever zich de inhoud van die bepaling heeft toegeëigend. Er |
disposition. Partant, il faut considérer que l'exonération qu'elle | dient bijgevolg ervan te worden uitgegaan dat de vrijstelling die zij |
contient est bien imputable à la loi du 18 mai 1960. | bevat, wel degelijk toe te schrijven is aan de wet van 18 mei 1960. |
B.11.3. Comme il est dit en B.1.3, l'article 30 de la loi du 18 mai | B.11.3. Zoals in B.1.3 is vermeld, strekt artikel 30 van de wet van 18 |
1960 tend à exonérer les « instituts » qu'il vise des impositions | mei 1960 ertoe de « instituten » die het beoogt vrij te stellen van de |
belastingen waaraan de Staat niet is onderworpen, onder meer inzake | |
auxquelles l'Etat n'est pas soumis, notamment en matière de taxes et | gemeentelijke taksen en belastingen. De wetgever heeft aldus gebruik |
d'impôts communaux. Le législateur a ainsi fait usage du pouvoir que | gemaakt van de bevoegdheid die hem werd verleend in het vroegere |
lui donnait l'article 110, alinéas 3 et 4, ancien, de la Constitution, | artikel 110, leden 3 en 4, van de Grondwet, om te vermijden dat de |
pour éviter que les missions accordées aux « instituts » précités ne | opdrachten die hij aan de voormelde « instituten » had toegekend op de |
soient compromises par des impôts dus à d'autres pouvoirs taxateurs. | helling zouden worden gezet door belastingen die aan andere |
belastingheffende overheden verschuldigd zijn. | |
B.12. Comme il est dit en B.2.3, l'assimilation prévue par l'article | B.12. Zoals in B.2.3 is vermeld, is de gelijkstelling bedoeld in |
30 de la loi du 18 mai 1960 est désormais applicable à la RTBF. Il | artikel 30 van de wet van 18 mei 1960 voortaan van toepassing op de |
appartient à la Cour de vérifier si la condition de « nécessité », | RTBF. Het staat aan het Hof na te gaan of nog steeds voldaan is aan de |
précitée, demeure démontrée. | voormelde voorwaarde van « noodzakelijkheid ». |
B.13.1. L'assimilation prévue par l'article 30 de la loi du 18 mai | B.13.1. De gelijkstelling waarin artikel 30 van de wet van 18 mei 1960 |
1960 peut être considérée comme nécessaire, dès lors que la RTBF assure un service public, que ses biens sont affectés à un service rendu à la population et que son statut distinct justifie qu'elle soit soumise à des règles particulières : s'il est exact en effet que certaines de ses activités sont semblables à celle d'autres opérateurs, il reste qu'elle est tenue, conformément au décret du 14 juillet 1997 et au contrat de gestion conclu en vertu de celui-ci, à un certain nombre d'obligations de service public qui ne pèsent pas sur ces autres opérateurs, ni sur les autres redevables des impôts communaux. | voorziet, kan worden beschouwd als noodzakelijk, aangezien de RTBF een openbare dienst waarneemt, haar goederen bestemd zijn voor dienstverlening aan de bevolking en haar verschillend statuut verantwoordt dat ze aan bijzondere regels wordt onderworpen : ofschoon het juist is dat sommige van haar activiteiten soortgelijk zijn met die van andere operatoren, blijft het feit dat zij, overeenkomstig het decreet van 14 juli 1997 en het beheerscontract dat krachtens dat decreet is afgesloten, gehouden is tot een aantal openbare dienstverplichtingen die niet op die andere operatoren, noch op de andere personen die gemeentebelastingen verschuldigd zijn, wegen. |
B.13.2. Par ailleurs, la RTBF est notamment financée par une | B.13.2. De RTBF wordt overigens onder meer gefinancierd door een |
subvention affectée annuellement par la Communauté française, allouée | toelage die jaarlijks door de Franse Gemeenschap wordt toegekend, als |
en contrepartie de l'exécution de sa mission de service public | tegenprestatie voor de uitvoering van haar opdracht van openbare |
conformément au contrat de gestion, ainsi que par les recettes de ses | dienst overeenkomstig het beheerscontract, en door de ontvangsten uit |
activités commerciales, étant entendu que les bénéfices nets de ces | haar commerciële activiteiten, met dien verstande dat de nettowinsten |
activités doivent être affectés intégralement au financement du coût | van die activiteiten integraal moeten worden besteed aan de |
net de sa mission de service public. | financiering van de nettokosten van haar opdracht van openbare dienst. |
B.13.3. Enfin, contrairement à ce qui était prévu par la loi du 18 | B.13.3. Ten slotte is de RTBF, in tegenstelling tot hetgeen was |
juin 1930 « sur la fondation de l'Institut national belge de | bepaald bij de wet van 18 juni 1930 « op de stichting van het Belgisch |
radiodiffusion (INR) », la RTBF n'est pas exonérée de manière | Nationaal Instituut voor Radio-omroep (NIR) », niet onvoorwaardelijk |
inconditionnelle des impositions communales. L'article 30, précité, se | vrijgesteld van gemeentelijke belastingen. Het voormelde artikel 30 |
limite à assimiler le régime fiscal de la RTBF à celui de l'Etat, tel | beperkt zich tot een gelijkstelling van de fiscale regeling van de |
qu'il est interprété par la Cour de cassation. | RTBF met die van de Staat, zoals die door het Hof van Cassatie wordt |
geïnterpreteerd. | |
B.14. Partant, le législateur a raisonnablement pu considérer comme | B.14. Bijgevolg vermocht de wetgever redelijkerwijs het beginsel van |
nécessaire le principe de l'assimilation du régime fiscal de la RTBF à | gelijkstelling van de fiscale regeling van de RTBF met die van de |
celui de l'Etat afin d'éviter que les missions de service public | Staat als noodzakelijk te beschouwen om te vermijden dat de aan de |
confiées à la RTBF soient compromises par des impôts dus à d'autres | RTBF toevertrouwde opdrachten van openbare dienst in het gedrang |
zouden komen door belastingen die verschuldigd zijn aan andere | |
pouvoirs taxateurs. | belastingheffende overheden. |
B.15. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.15. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden |
En ce qui concerne la seconde question préjudicielle | beantwoord. Wat de tweede prejudiciële vraag betreft |
B.16. La seconde question préjudicielle porte sur la compatibilité de | B.16. De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op de |
bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen | |
la disposition en cause avec les articles 10, 11 et 172 de la | 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre zij een verschil in |
Constitution, en ce qu'elle crée une différence de traitement entre la | behandeling doet ontstaan tussen de RTBF en, enerzijds, de economische |
RTBF et, d'une part, les opérateurs économiques exerçant des activités | operatoren die analoge activiteiten uitoefenen en, anderzijds, allen |
analogues et, d'autre part, la généralité des redevables des impôts | die gemeentebelastingen verschuldigd zijn. |
communaux. B.17.1. Les articles 10 et 11 de la Constitution garantissent le | B.17.1. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet waarborgen het beginsel |
principe d'égalité et de non-discrimination. L'article 172 de la | van gelijkheid en niet-discriminatie. Artikel 172 van de Grondwet is |
Constitution est une application particulière de ce principe en matière fiscale. | een bijzondere toepassing van dat beginsel in fiscale aangelegenheden. |
Le principe d'égalité en matière fiscale n'interdit pas au législateur | Het gelijkheidsbeginsel in fiscale zaken verbiedt de wetgever niet om |
de traiter de manière différente certaines contribuables, pour autant | sommige belastingplichtigen verschillend te behandelen, op voorwaarde |
que la différence de traitement ainsi créée puisse se justifier | dat het aldus ingevoerde verschil in behandeling redelijk kan worden |
raisonnablement. | verantwoord. |
B.17.2. Contrairement à ce que soutiennent la RTBF et la VRT, les | B.17.2. In tegenstelling tot hetgeen de RTBF en de VRT aanvoeren, zijn |
catégories de personnes visées dans la seconde question préjudicielle | de categorieën van personen die in de tweede prejudiciële vraag worden |
sont suffisamment comparables. La RTBF exerce des activités de | beoogd, voldoende vergelijkbaar. De RTBF oefent activiteiten van radio |
radio-télévision sur le même marché que d'autres opérateurs, et ce | en televisie uit op dezelfde markt als andere operatoren, en dit |
dans un contexte concurrentiel. Par ailleurs, elle est propriétaire | binnen een concurrentiële context. Zij is overigens eigenaar van |
d'immeubles de bureaux sur le territoire de la commune de Schaerbeek, | kantoorgebouwen op het grondgebied van de gemeente Schaarbeek, net |
comme peuvent l'être des personnes morales de droit privé. | zoals privaatrechtelijke rechtspersonen dat kunnen zijn. |
B.18.1. La différence de traitement mentionnée en B.16 repose sur un | B.18.1. Het in B.16 vermelde verschil in behandeling berust op een |
critère objectif, à savoir le fait que la première catégorie de | objectief criterium, namelijk het feit dat de eerstvermelde categorie |
personnes mentionnée assure le service public de radio et de | van personen instaat voor de openbare dienst inzake radio en televisie |
télévision de la Communauté française de Belgique, alors que les | van de Franse Gemeenschap van België, terwijl de andere categorieën |
autres catégories de personnes ne sont pas chargées d'une telle | van personen niet met een dergelijke opdracht zijn belast. |
mission. B.18.2. Par rapport à l'objectif de l'article 30 de la loi du 18 mai | B.18.2. Ten opzichte van de doelstelling van artikel 30 van de wet van |
1960, à savoir éviter que les missions accordées à la RTBF soient | 18 mei 1960, namelijk vermijden dat de aan de RTBF toegekende |
opdrachten in het gedrang worden gebracht door belastingen die | |
compromises par des impôts dus à d'autres pouvoirs taxateurs, il est | verschuldigd zijn aan andere belastingheffende overheden, is het |
pertinent d'assimiler le régime fiscal de celle-ci en matière d'impôts | pertinent de fiscale regeling van die laatste inzake |
communaux à celui de l'Etat, eu égard aux exonérations dont il | gemeentebelastingen gelijk te stellen met die van de Staat, gelet op |
bénéficie en matière fiscale. | de vrijstellingen die hij geniet in fiscale aangelegenheden. |
B.18.3. Enfin, compte tenu du fait que les autres opérateurs de | B.18.3. Rekening houdend met het feit dat de andere operatoren voor |
radio-télévision et, plus généralement, les personnes morales de droit | radio en televisie en, meer algemeen, de privaatrechtelijke |
privé propriétaires de bureaux sur le territoire de la commune de | rechtspersonen die eigenaar zijn van kantoorruimten op het grondgebied |
Schaerbeek, n'ont pas l'obligation d'assurer le service public de | van de gemeente Schaarbeek, niet ertoe zijn gehouden de openbare |
radio-télévision en Communauté française, l'assimilation du régime | dienst van radio en televisie in de Franse Gemeenschap te verzekeren, |
fiscal de la RTBF à celui de l'Etat en matière d'impositions | heeft de gelijkstelling van de fiscale regeling van de RTBF met die |
communales n'a pas d'effets disproportionnés pour ces autres personnes | van de Staat inzake gemeentebelastingen ten slotte geen onevenredige |
morales, étant donné que cette mission entraîne un grand nombre | gevolgen voor die andere rechtspersonen, aangezien uit die taak een |
d'obligations qui ne leur incombent pas. | groot aantal verplichtingen voortvloeien die niet op hen rusten. |
B.19. La seconde question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.19. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 30 de la loi du 18 mai 1960 organique des Instituts de la | Artikel 30 van de wet van 18 mei 1960 houdende organisatie van de |
Radiodiffusion-Télévision belge ne viole pas les articles 10, 11, 170, | Instituten der Belgische Radio en Televisie schendt de artikelen 10, |
§ 4, et 172 de la Constitution. | 11, 170, § 4, en 172 van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 22 septembre 2022. | op 22 september 2022. |
Le greffier, Le président, | De griffier, De voorzitter, |
P.-Y. Dutilleux P. Nihoul | P.-Y. Dutilleux P. Nihoul |