← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 72/2023 du 27 avril 2023 Numéro du rôle : 7823 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 19, § 1 er , dernier alinéa, de la
loi du 15 décembre 1980 « sur l'accès au territoire, le séjour, l' La Cour constitutionnelle, composée des présidents
P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. Gie(...)"
Extrait de l'arrêt n° 72/2023 du 27 avril 2023 Numéro du rôle : 7823 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 19, § 1 er , dernier alinéa, de la loi du 15 décembre 1980 « sur l'accès au territoire, le séjour, l' La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. Gie(...) | Uittreksel uit arrest nr. 72/2023 van 27 april 2023 Rolnummer 7823 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 19, § 1, laatste lid, van de wet van 15 december 1980 « betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestigin Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 72/2023 du 27 avril 2023 | Uittreksel uit arrest nr. 72/2023 van 27 april 2023 |
Numéro du rôle : 7823 | Rolnummer 7823 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 19, § 1er, | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 19, § 1, laatste lid, van |
dernier alinéa, de la loi du 15 décembre 1980 « sur l'accès au | de wet van 15 december 1980 « betreffende de toegang tot het |
territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers | grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van |
», posée par le Conseil d'Etat. | vreemdelingen », gesteld door de Raad van State. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de |
Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters, S. | rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. |
de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt et K. Jadin, assistée du greffier | Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin, |
F. Meersschaut, présidée par le président P. Nihoul, | bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt n° 254.102 du 24 juin 2022, dont l'expédition est parvenue | Bij arrest nr. 254.102 van 24 juni 2022, waarvan de expeditie ter |
au greffe de la Cour le 30 juin 2022, le Conseil d'Etat a posé la | griffie van het Hof is ingekomen op 30 juni 2022, heeft de Raad van |
question préjudicielle suivante : | State de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 19, § 1er, dernier alinéa, de la loi du 15 décembre 1980 | « Schendt artikel 19, § 1, laatste lid, van de wet van 15 december |
sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement | 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de |
des étrangers, interprété comme permettant de refuser à un étranger, | vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, aldus geïnterpreteerd |
dat aan een vreemdeling, zoals de verzoeker, die in België is geboren | |
tel le requérant, qui est né en Belgique et qui y a séjourné | en die er hoofdzakelijk en wettig heeft verbleven, kan worden |
principalement et légalement, de rentrer en Belgique pour des raisons | geweigerd om naar België terug te keren om redenen van openbare orde |
d'ordre public qui ne sont pas limitées à des cas de terrorisme ou de | die niet beperkt zijn tot zeer zware gevallen van terrorisme of |
criminalité très graves, et de mettre fin en conséquence à son | criminaliteit, en dat bijgevolg een einde kan worden gemaakt aan zijn |
autorisation de séjour, sans qu'il soit tenu compte des mêmes | machtiging tot verblijf, zonder dat rekening wordt gehouden met |
restrictions que celles prévues pour l'application des articles 21 et | dezelfde beperkingen als die waarin is voorzien voor de toepassing van |
22 de la loi du 15 décembre 1980, tels qu'interprétés par l'arrêt de | de artikelen 21 en 22 van de wet van 15 december 1980, zoals uitgelegd |
la Cour constitutionnelle n° 112/2019 du 18 juillet 2019, viole-t-il | in het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 112/2019 van 18 juli |
les articles 10 et 11 de la Constitution, conjugués avec l'article 7 | 2019, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met |
de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne et avec | artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en |
l'article 8 de la Convention de sauvegarde des droits de 1'homme ? ». | met artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. L'article 19, § 1er, de la loi du 15 décembre 1980 « sur | B.1.1. Artikel 19, § 1, van de wet van 15 december 1980 « betreffende |
l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des | de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de |
étrangers » (ci-après : la loi du 15 décembre 1980) dispose : « L'étranger, qui est porteur d'un titre de séjour ou d'établissement belge valable et quitte le pays, dispose d'un droit de retour dans le Royaume pendant un an. L'étranger bénéficiant du statut de résident de longue durée sur la base de l'article 15bis, ne perd par contre son droit de retour dans le Royaume que s'il s'absente des territoires des Etats membres de l'Union européenne pendant douze mois consécutifs ou lorsqu'il a quitté le Royaume depuis six ans au moins. Un étranger autorisé au séjour en application de l'article 61/27 et | verwijdering van vreemdelingen » (hierna : de wet van 15 december 1980) bepaalt : « Een vreemdeling die houder is van een geldige Belgische verblijfs- of vestigingsvergunning en het land verlaat, heeft gedurende een jaar recht op terugkeer in het Rijk. Een vreemdeling die de status van langdurig ingezetene geniet op grond van artikel 15bis verliest daarentegen zijn recht op terugkeer in het Rijk enkel wanneer hij gedurende twaalf opeenvolgende maanden het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie verlaat of wanneer hij het Rijk sinds ten minste zes jaar heeft verlaten. Een vreemdeling die gemachtigd werd tot verblijf in toepassing van |
ayant obtenu ensuite le statut de résident de longue durée, perd son | artikel 61/27 en nadien de status van langdurig ingezetene heeft |
droit de retour dans le Royaume uniquement s'il quitte le territoire | verkregen, verliest zijn recht op terugkeer in het Rijk alleen wanneer |
des Etats membres de l'Union européenne pendant vingt-quatre mois | hij gedurende vierentwintig opeenvolgende maanden het grondgebied van |
consécutifs. Cette même disposition s'applique aux membres de sa | de lidstaten van de Europese Unie verlaat. Hetzelfde geldt voor zijn |
famille visés à l'article 10, § 1er, alinéa 1er, 4° à 6°, qui ont | familieleden bedoeld in artikel 10, § 1, eerste lid, 4° tot 6° die de |
obtenu le statut de résident de longue durée. L'étranger visé à l'article 61/12 et qui a fait usage de son droit à la mobilité de longue durée dans un autre Etat membre, conserve son droit de retour tant que son permis belge pour chercheur est valable. Le Roi fixe, par arrêté royal délibéré en Conseil des Ministres, les conditions et les cas dans lesquels l'étranger bénéficiant du statut de résident de longue durée qui était absent des territoires des Etats membres de l'Union européenne pendant douze mois ou vingt-quatre mois consécutifs, ne perd pas son droit de retour dans le Royaume. L'étranger qui prévoit que son absence du Royaume se prolongera au-delà du terme de validité du titre de séjour peut en obtenir la prorogation ou le renouvellement anticipé. L'autorisation de rentrer dans le Royaume ne peut lui être refusée que pour raisons d'ordre public ou de sécurité nationale, ou s'il ne respecte pas les conditions mises à son séjour ». B.1.2. La question préjudicielle porte sur le dernier alinéa de cette disposition. La juridiction a quo interprète cette disposition comme permettant de mettre fin au séjour d'un étranger, né en Belgique et y ayant séjourné principalement et régulièrement depuis, pour des | status van langdurig ingezetene hebben verkregen. De vreemdeling bedoeld in artikel 61/12 en die gebruik heeft gemaakt van zijn recht op lange-termijnmobiliteit in een andere lidstaat behoudt zijn recht op terugkeer zolang zijn Belgische vergunning voor onderzoeker geldig is. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de voorwaarden en de gevallen waarin de vreemdeling die de status van langdurig ingezetene geniet en die gedurende twaalf of vierentwintig opeenvolgende maanden het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie verlaten heeft, zijn recht van terugkeer naar het Rijk niet verliest. Een vreemdeling die voorziet dat zijn afwezigheid uit het Rijk langer zal duren dan de geldigheidsduur van zijn verblijfstitel, kan een vervroegde verlenging of vernieuwing van deze verblijfstitel verkrijgen. De toelating om het Rijk terug binnen te komen mag hem slechts worden geweigerd om redenen van openbare orde of nationale veiligheid, of indien hij de voorwaarden die aan zijn verblijf zijn gesteld, niet naleeft ». B.1.2. De prejudiciële vraag heeft betrekking op het laatste lid van die bepaling. Het verwijzende rechtscollege interpreteert die bepaling in die zin dat zij toelaat een einde te stellen aan het verblijf van een vreemdeling, die geboren is in België en er sindsdien hoofdzakelijk en regelmatig heeft verbleven, om redenen van openbare |
raisons d'ordre public qui ne sont pas limitées aux cas de terrorisme | orde die niet zijn beperkt tot de gevallen van terrorisme of zeer |
ou de criminalité très grave en lui refusant l'entrée sur le | zware criminaliteit door hem de binnenkomst op het grondgebied te |
territoire. | weigeren. |
B.1.3. Cette disposition est située dans le chapitre 5, intitulé « | B.1.3. Die bepaling bevindt zich in hoofdstuk 5, met als opschrift « |
Absences et retours de l'étranger », du titre 1er, consacré aux | Afwezigheid en terugkeer van de vreemdeling », van titel 1, gewijd aan |
dispositions générales, de la loi du 15 décembre 1980. | de algemene bepalingen, van de wet van 15 december 1980. |
Le droit de retour pendant un an reconnu à l'étranger porteur d'un | Het recht op terugkeer gedurende een jaar dat wordt toegekend aan de |
vreemdeling die houder is van een geldige Belgische verblijfs- of | |
titre de séjour ou d'établissement belge valable qui a quitté le pays | vestigingsvergunning en die het land heeft verlaten en de mogelijkheid |
et la possibilité de lui refuser l'entrée dans le pays pour des | om hem de binnenkomst in het land te weigeren om redenen van openbare |
raisons d'ordre public ou de sécurité nationale figurent dans cette | orde of nationale veiligheid staan in die bepaling sinds de |
disposition depuis l'adoption de la loi du 15 décembre 1980 : | totstandkoming van de wet van 15 december 1980 : |
« Le projet de loi règle à l'article 19 ` le droit de retour ' de | « In artikel 19 regelt het wetsontwerp het recht op terugkeer van de |
l'étranger porteur d'un titre de séjour ou d'établissement belge | vreemdeling die houder is van een geldige Belgische verblijfs- of |
valable et entend voir régler dans un arrêté royal notamment le sort | vestigingsvergunning en wil het in een koninklijk besluit o.m. het lot |
de l'étranger porteur d'un titre de séjour ou d'établissement | zien regelen van de vreemdeling die houder is van een Nederlandse of |
néerlandais ou luxembourgeois. Le Gouvernement a de la sorte consacré | een Luxemburgse verblijfs- of vestigingsvergunning. Op deze wijze |
formellement dans un chapitre distinct (chap. 5 du titre I) de la loi | heeft de Regering in een afzonderlijk hoofdstuk (hoofdstuk 5 van titel |
le droit de retour de l'étranger qui s'absente de notre pays. Il a | I) van de wet het recht op terugkeer van de vreemdeling die het land |
verlaat, formeel bevestigd. Aldus heeft zij gevolg gegeven aan de wens | |
répondu ainsi au souhait émis par de nombreuses instances consultées » | die door talrijke geraadpleegde instanties werd geuit » (Parl. St., |
(Doc. parl., Chambre, 1974-1975, n° 653/1, p. 10). | Kamer, 1974-1975, nr. 653/1, p. 10). |
et | en |
« Comme il a déjà été dit, l'alinéa 1er de l'article 19 du présent | « Zoals reeds gezegd, huldigt lid 1 van artikel 19 van dit ontwerp het |
projet consacre le principe du droit de retour de l'étranger qui, | beginsel van het recht op terugkeer van de vreemdeling, houder van een |
porteur d'un titre de séjour ou d'établissement belge valable, quitte | geldige verblijfs- of vestigingsvergunning, die het land verlaat |
le pays pendant un an (cfr commentaires art. 2). | gedurende een jaar (cfr. toelichtingen art. 2). |
L'autorisation de ` rentrer ' ne peut lui être refusée que pour les | De toelating om ` terug binnen te komen ' mag hem slechts geweigerd |
motifs énumérés à l'alinéa 2 de l'article 19 » (ibid., p. 23). | worden op grond van de redenen opgesomd in lid 2 van artikel 19 » |
B.1.4. Il ressort de l'arrêt de renvoi et des explications des parties | (ibid., p. 23). B.1.4. Uit het verwijzingsarrest en de verklaringen van de partijen |
blijkt dat de zaak die voor het verwijzende rechtscollege hangende is | |
que l'affaire pendante devant la juridiction a quo concerne un | een vreemdeling betreft die in België is geboren, die er sindsdien |
étranger né en Belgique, qui y a séjourné principalement et | hoofdzakelijk en regelmatig heeft verbleven en die altijd de toelating |
régulièrement depuis et qui était toujours autorisé à séjourner pour | had voor een onbeperkte duur in het Rijk te verblijven, op het moment |
une durée illimitée dans le Royaume, au moment où, ayant égaré son | waarop hij, aangezien hij zijn verblijfsvergunning in Marokko was |
titre de séjour belge au Maroc, il a introduit une demande de visa de | verloren, een aanvraag heeft ingediend voor een terugkeervisum, |
retour, compte tenu de l'impossibilité de faire valoir autrement son | rekening houdend met de onmogelijkheid om op een andere wijze zijn |
droit de retour. Il en ressort également que, dans cette situation, la | recht op terugkeer te doen gelden. Daaruit blijkt ook dat, in die |
décision de refus opposée à la demande de délivrance d'un visa de | situatie, de bestreden beslissing tot weigering van de aanvraag tot |
retour, prise par l'autorité compétente sur la base de l'article 19, § | uitreiking van het terugkeervisum, die door de bevoegde overheid werd |
1er, dernier alinéa, de la loi du 15 décembre 1980, équivaut à une | genomen op grond van artikel 19, § 1, laatste lid, van de wet van 15 |
december 1980, neerkomt op een beslissing tot beëindiging van het | |
décision de fin de séjour. La juridiction a quo a en effet jugé que « | verblijf. Het verwijzende rechtscollege heeft immers geoordeeld dat « |
la perte de ce droit [le droit de séjour dont le requérant bénéficiait | het verlies van dat recht [het verblijfsrecht dat de verzoeker genoot |
avant son départ de Belgique] a résulté implicitement mais | voor zijn vertrek uit België] impliciet maar noodzakelijkerwijs is |
nécessairement du refus de la partie adverse d'autoriser le requérant | voortgevloeid uit de weigering van de tegenpartij om de verzoeker toe |
à rentrer en Belgique, adopté en vertu de l'article 19, § 1er, dernier | te laten naar België terug te keren waartoe is beslist krachtens |
alinéa, de la loi du 15 décembre 1980 » (arrêt de renvoi, p. 14). | artikel 19, § 1, laatste lid, van de wet van 15 december 1980 » |
(verwijzingsarrest, p. 14). | |
B.1.5. La Cour limite son examen de la question préjudicielle à la | B.1.5. Het Hof beperkt zijn onderzoek van de prejudiciële vraag tot de |
situatie waarin de in het geding zijnde bepaling de wettelijke | |
situation dans laquelle la disposition en cause constitue la base | grondslag vormt van een beslissing die gelijkwaardig is aan een |
légale d'une décision équivalente à une décision de fin de séjour | beslissing tot beëindiging van het verblijf ten aanzien van een |
prise à l'égard d'un étranger qui est né en Belgique et qui y a | vreemdeling die in België is geboren en die er sindsdien hoofdzakelijk |
séjourné principalement et régulièrement depuis et qui est toujours | en regelmatig heeft verbleven en die nog steeds houder is, op het |
titulaire, au moment de la demande de visa de retour, d'un droit de | moment van de aanvraag van het terugkeervisum, van een verblijfsrecht |
séjour sur le territoire. La Cour n'examine donc pas la situation de | op het grondgebied. Het Hof onderzoekt dus niet de situatie van de |
l'étranger qui n'a pas exercé son droit de retour dans le délai | vreemdeling die zijn recht op terugkeer niet heeft uitgeoefend binnen |
imparti par la loi et dont le titre de séjour ou d'établissement a, en | de bij wet toegekende termijn en van wie de verblijfsvergunning of de |
conséquence, perdu sa validité. | vestigingsvergunning, bijgevolg, haar geldigheid heeft verloren. |
B.2.1. La Cour est invitée à comparer la situation des étrangers à | B.2.1. Het Hof wordt verzocht om de situatie van de vreemdelingen ten |
l'égard desquels une décision de refus de retour prise sur la base de | aanzien van wie een op basis van artikel 19, § 1, laatste lid, van de |
l'article 19, § 1er, dernier alinéa, de la loi du 15 décembre 1980 est équivalente à une décision de fin de séjour avec la situation des étrangers qui sont présents sur le territoire et qui font l'objet d'une mesure de fin de séjour prise en application des articles 21 et 22 de la même loi. B.2.2. Le Conseil des ministres fait valoir que ces catégories d'étrangers ne sont pas comparables, dès lors que les premiers se trouvent hors du territoire et font l'objet d'une décision de refus d'entrée, alors que les seconds se trouvent sur le territoire et font l'objet d'une mesure d'éloignement. B.2.3. Il ne faut pas confondre différence et non-comparabilité. La différence soulevée par le Conseil des ministres peut certes constituer un élément dans l'appréciation d'une différence de traitement, mais elle ne saurait suffire pour conclure à la non-comparabilité, sous peine de vider de sa substance le contrôle au regard du principe d'égalité et de non-discrimination. En l'espèce, la Cour est invitée à comparer deux catégories d'étrangers qui sont nés en Belgique et y ont séjourné principalement et régulièrement depuis, qui disposent d'un droit de séjour à durée illimitée dans le Royaume et à l'égard desquels est prise une décision administrative qui a pour effet de mettre fin à leur droit de séjour. Ces catégories d'étrangers sont suffisamment comparables en ce qui concerne les motifs liés à l'ordre public qui peuvent fonder une telle décision. | wet van 15 december 1980 genomen beslissing tot weigering van terugkeer gelijkwaardig is aan een beslissing tot beëindiging van het verblijf, enerzijds, te vergelijken met de situatie van de vreemdelingen die aanwezig zijn op het grondgebied en ten aanzien van wie een maatregel tot beëindiging van het verblijf is genomen met toepassing van de artikelen 21 en 22 van dezelfde wet, anderzijds. B.2.2. De Ministerraad doet gelden dat die categorieën van vreemdelingen niet vergelijkbaar zijn, aangezien de personen van de eerste categorie zich buiten het grondgebied bevinden en er ten aanzien van hen een beslissing tot weigering van binnenkomst is genomen, terwijl de personen van de tweede categorie zich op het grondgebied bevinden en er ten aanzien van hen een verwijderingsmaatregel is genomen. B.2.3. Verschil en niet-vergelijkbaarheid mogen niet met elkaar worden verward. Het door de Ministerraad aangehaalde verschil kan weliswaar een element zijn in de beoordeling van een verschil in behandeling, maar kan niet volstaan om tot de niet-vergelijkbaarheid te besluiten, anders zou de toetsing aan het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie van elke inhoud worden ontdaan. Te dezen wordt het Hof verzocht twee categorieën van vreemdelingen te vergelijken die in België zijn geboren en die er sindsdien hoofdzakelijk en regelmatig hebben verbleven, die over een verblijfsrecht van onbepaalde duur in het Rijk beschikken en ten aanzien van wie een administratieve beslissing is genomen met als resultaat dat een einde wordt gesteld aan hun verblijfsrecht. Die categorieën van vreemdelingen zijn voldoende vergelijkbaar wat betreft de redenen van openbare orde die de grondslag kunnen vormen voor dergelijke beslissing. |
B.3.1. Les articles 21 et 22 de la loi du 15 décembre 1980 disposent : | B.3.1. De artikelen 21 en 22 van de wet van 15 december 1980 bepalen : |
« Art. 21.Le ministre ou son délégué peut mettre fin au séjour d'un |
« Art. 21.De minister of zijn gemachtigde kan een einde maken aan het |
ressortissant de pays tiers admis ou autorisé au séjour pour une durée | verblijf van een onderdaan van een derde land die voor een beperkte of |
limitée ou illimitée pour des raisons d'ordre public ou de sécurité | onbeperkte duur tot verblijf is toegelaten of gemachtigd, om redenen |
nationale. | van openbare orde of nationale veiligheid. |
Art. 22.§ 1er. Le ministre peut mettre fin au séjour des |
Art. 22.§ 1. De minister kan een einde maken aan het verblijf van de |
ressortissants de pays tiers suivants pour des raisons graves d'ordre | volgende onderdanen van derde landen om ernstige redenen van openbare |
public ou de sécurité nationale : | orde of nationale veiligheid : |
1° le ressortissant de pays tiers établi; | 1° de gevestigde onderdaan van een derde land; |
2° le ressortissant de pays tiers qui bénéficie du statut de résident | 2° de onderdaan van een derde land die de status van langdurig |
de longue durée dans le Royaume; | ingezetene in het Rijk geniet; |
3° le ressortissant de pays tiers qui est autorisé ou admis à | 3° de onderdaan van een derde land die gemachtigd of toegelaten is tot |
séjourner plus de trois mois dans le Royaume depuis dix ans au moins | een verblijf van meer dan drie maanden in het Rijk sinds ten minste |
et qui y séjourne depuis lors de manière ininterrompue ». | tien jaar en die er sindsdien ononderbroken verblijft ». |
B.3.2. Ces dispositions ont été remplacées par les articles 12 et 13 | B.3.2. Die bepalingen werden vervangen door de artikelen 12 en 13 van |
de la loi du 24 février 2017 « modifiant la loi du 15 décembre 1980 | de wet van 24 februari 2017 « tot wijziging van de wet van 15 december |
sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement | 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de |
des étrangers afin de renforcer la protection de l'ordre public et de | vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het doel de |
bescherming van de openbare orde en de nationale veiligheid te | |
la sécurité nationale ». Cette modification législative a notamment | versterken ». Met die wetswijziging werd met name een einde gemaakt |
mis fin au fait que la législation antérieure excluait les étrangers | aan het feit dat vreemdelingen die in België zijn geboren of die vóór |
nés en Belgique ou arrivés sur le territoire avant l'âge de douze ans | de leeftijd van 12 jaar op het grondgebied zijn aangekomen en die er |
et qui y avaient principalement et régulièrement séjourné depuis des | sindsdien hoofdzakelijk en regelmatig hebben verbleven op grond van de |
mesures d'éloignement pour motifs d'ordre public ou de sécurité | vroegere wetgeving werden uitgesloten van de maatregelen tot |
nationale. | verwijdering om redenen van openbare orde of nationale veiligheid. |
B.3.3. Par son arrêt n° 112/2019 du 18 juillet 2019 | B.3.3. Bij zijn arrest nr. 112/2019 van 18 juli 2019 |
(ECLI:BE:GHCC:2019:ARR.112), la Cour a rejeté des recours en | (ECLI:BE:GHCC:2019:ARR.112), heeft het Hof de tegen de voormelde |
annulation dirigés contre les articles 12 et 13, précités, sous la | artikelen 12 en 13 gerichte beroepen tot vernietiging verworpen, onder |
réserve que les articles 21 et 22 de la loi du 15 décembre 1980 soient | het voorbehoud dat de artikelen 21 en 22 van de wet van 15 december |
interprétés comme « limitant la possibilité d'éloigner un étranger qui | 1980 in die zin worden geïnterpreteerd dat zij de « mogelijkheid tot |
verwijdering van een vreemdeling die in België is geboren of vóór de | |
est né en Belgique ou qui est arrivé sur le territoire avant l'âge de | leeftijd van twaalf jaar op het grondgebied is aangekomen en die er |
douze ans et qui y a séjourné principalement et régulièrement depuis | sindsdien hoofdzakelijk en regelmatig verblijft, [beperken] tot de |
aux cas de terrorisme ou de criminalité très grave » (B.24.10). | gevallen van terrorisme of zeer zware criminaliteit » (B.24.10). |
B.4. Les dispositions précitées, telles qu'elles sont interprétées par la juridiction a quo, établissent dès lors une différence de traitement entre des catégories d'étrangers nés sur le territoire et qui y ont séjourné principalement et régulièrement depuis en ce qui concerne les motifs d'ordre public ou de sécurité nationale qui peuvent fonder une décision de fin de séjour à leur égard. Les étrangers qui se trouvent hors du territoire et qui demandent un visa de retour dans les circonstances décrites en B.1.4 peuvent se voir opposer un refus équivalent à une décision de fin de séjour pour des raisons d'ordre public ou de sécurité nationale non autrement précisées, alors qu'à l'égard des étrangers qui se trouvent sur le territoire, une décision de fin de séjour ne peut être motivée que par des raisons très graves d'ordre public ou de sécurité nationale, | B.4. De voormelde bepalingen, zoals zij door het verwijzende rechtscollege zijn geïnterpreteerd, voeren dus een verschil in behandeling in tussen categorieën van vreemdelingen die op het grondgebied zijn geboren en die er sindsdien hoofdzakelijk en regelmatig hebben verbleven wat betreft de redenen van openbare orde of nationale veiligheid die een beslissing tot beëindiging van het verblijf ten aanzien van hen kunnen motiveren. De vreemdelingen die zich buiten het grondgebied bevinden en die een terugkeervisum aanvragen in de omstandigheden beschreven in B.1.4 kunnen een weigering tegengeworpen krijgen die gelijk is aan een beslissing tot beëindiging van het verblijf om niet nader gepreciseerde redenen van openbare orde of nationale veiligheid, terwijl ten aanzien van de vreemdelingen die zich op het grondgebied bevinden, een beslissing tot beëindiging van het verblijf slechts kan worden gemotiveerd door zeer ernstige redenen van openbare orde of nationale veiligheid, beperkt |
limitées aux cas de terrorisme ou de criminalité très grave. | tot de gevallen van terrorisme of zeer ernstige criminaliteit. |
B.5.1. La question préjudicielle invite la Cour à examiner la | B.5.1. Met de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht om de |
compatibilité de cette différence de traitement avec les articles 10 | bestaanbaarheid van dat verschil in behandeling met de artikelen 10 en |
et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 7 de la | 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 7 van het |
Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne et avec l'article | |
8 de la Convention européenne des droits de l'homme. | Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en met artikel 8 van |
B.5.2. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | het Europees Verdrag voor de rechten van de mens te onderzoeken. |
qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | B.5.2. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. | wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de |
et le but visé. | aangewende middelen en het beoogde doel. |
B.5.3. L'article 7 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union | B.5.3. Artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese |
européenne dispose : | Unie bepaalt : |
« Toute personne a droit au respect de sa vie privée et familiale, de | « Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven, zijn |
son domicile et de ses communications ». | familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn communicatie ». |
L'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme dispose | Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt |
: | : |
« 1. Toute personne a droit au respect de sa vie privée et familiale, | « 1. Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé leven, zijn |
de son domicile et de sa correspondance. | gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling. |
2. Il ne peut y avoir ingérence d'une autorité publique dans | 2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan met betrekking |
l'exercice de ce droit que pour autant que cette ingérence est prévue | tot de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet is voorzien |
par la loi et qu'elle constitue une mesure qui, dans une société | en in een democratische samenleving nodig is in het belang van 's |
démocratique, est nécessaire à la sécurité nationale, à la sûreté | lands veiligheid, de openbare veiligheid, of het economisch welzijn |
publique, au bien-être économique du pays, à la défense de l'ordre et | van het land, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van |
à la prévention des infractions pénales, à la protection de la santé | strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, |
ou de la morale, ou à la protection des droits et libertés d'autrui ». B.6.1. La différence de traitement décrite en B.4 repose sur le critère du lieu où se trouve l'étranger lorsqu'est prise à son égard la décision qui met fin à son droit de séjour et, corrélativement, sur le type de décision administrative qui est prise. Un tel critère est objectif. La Cour doit toutefois examiner si la disposition en cause n'emporte pas des effets disproportionnés lorsqu'elle constitue la base légale d'une décision de refus d'entrée sur le territoire équivalente à une décision de fin de séjour prise à l'égard d'un étranger qui est né en Belgique et qui y a résidé principalement et régulièrement depuis. B.6.2. Par son arrêt n° 112/2019 précité, la Cour a jugé : | of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen ». B.6.1. Het in B.4 beschreven verschil in behandeling berust op het criterium van de plaats waar de vreemdeling zich bevindt wanneer ten aanzien van hem de beslissing wordt genomen die een einde stelt aan zijn verblijfsrecht en, daarmee verband houdend, op het type administratieve beslissing dat is genomen. Een dergelijk criterium is objectief. Het Hof moet evenwel onderzoeken of de in het geding zijnde bepaling geen onevenredige gevolgen heeft wanneer zij de wettelijke basis vormt van een beslissing tot weigering van binnenkomst op het grondgebied die gelijk is aan een beslissing tot beëindiging van het verblijf genomen ten aanzien van een vreemdeling die in België is geboren en die er sindsdien hoofdzakelijk en regelmatig heeft verbleven. B.6.2. Bij zijn voormelde arrest nr. 112/2019 heeft het Hof geoordeeld : |
« B.24.5. Suivant la jurisprudence de la Cour européenne des droits de | « B.24.5. Volgens de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten |
l'homme, ` indépendamment de l'existence ou non d'une " vie familiale | van de Mens ` wordt, los van het al dan niet bestaan van " gezinsleven |
", l'expulsion d'un immigré établi s'analyse en une atteinte à son | ", de uitzetting van een gevestigde immigrant beschouwd als een |
droit au respect de sa vie privée. [...] Pareille ingérence enfreint | aantasting van zijn recht op eerbiediging van zijn privéleven. [...] |
l'article 8 de la Convention, sauf si elle peut se justifier sous | Een dergelijke inmenging schendt artikel 8 van het Verdrag, behalve |
l'angle du paragraphe 2 de cet article, c'est-à-dire si, " prévue par | indien zij kan worden verantwoord vanuit het oogpunt van lid 2 van dat |
la loi ", elle poursuit un ou des buts légitimes énumérés dans cette | artikel, dat wil zeggen indien zij " bij de wet is voorzien ", een of |
meer in die bepaling opgesomde wettige doelen nastreeft en " in een | |
disposition et est " nécessaire, dans une société démocratique ", pour | democratische samenleving nodig is " om die te bereiken ' (EHRM, grote |
le ou les atteindre ' (CEDH, grande chambre, 23 juin 2008, Maslov c. | kamer, 23 juni 2008, Maslov t. Oostenrijk, §§ 63-65). |
Meer in het bijzonder is de verwijdering van vreemdelingen die in | |
Autriche, §§ 63-65). | België zijn geboren of die vóór de leeftijd van twaalf jaar op het |
Plus particulièrement, l'éloignement d'étrangers nés en Belgique ou | grondgebied zijn aangekomen en die sindsdien er steeds hebben |
arrivés avant l'âge de douze ans sur le territoire et qui y ont | verbleven, zodat zij er naar school zijn gegaan en er gesocialiseerd |
toujours séjourné depuis, de sorte qu'ils y ont été scolarisés et | zijn, enkel aanvaardbaar ten aanzien van de bij de Grondwet |
socialisés, n'est admissible, au regard des droits fondamentaux | gewaarborgde grondrechten en, in het bijzonder, ten aanzien van het |
garantis par la Constitution et, singulièrement, du droit au respect | recht op eerbiediging van het privéleven, indien zij wordt gemotiveerd |
de la vie privée, que s'il est motivé par une ` très solide raison ' | door een ` zeer gegronde reden ' die de uitzetting van die |
pouvant justifier l'expulsion de ces étrangers, ainsi que l'admet la | vreemdelingen kan verantwoorden, zoals het Europees Hof voor de |
Cour européenne des droits de l'homme (CEDH, grande chambre, 23 juin | Rechten van de Mens aanvaardt (EHRM, grote kamer, 23 juni 2008, Maslov |
2008, Maslov c. Autriche, § 75; voir également CEDH, 14 septembre | t. Oostenrijk, § 75; zie ook EHRM, 14 september 2017, Ndidi t. |
2017, Ndidi c. Royaume-Uni, § 81). | Verenigd Koninkrijk, § 81). |
B.24.6. Il ressort des travaux préparatoires cités en B.24.2 que le | B.24.6. Uit de in B.24.2 vermelde parlementaire voorbereiding blijkt |
législateur a eu principalement en vue, lorsqu'il a estimé devoir | dat de wetgever, wanneer hij gemeend heeft een einde te moeten maken |
abroger l'exclusion antérieure de toute possibilité d'éloignement des | aan de vroegere uitsluiting van elke mogelijkheid tot verwijdering van |
étrangers nés en Belgique ou qui y sont arrivés avant l'âge de douze | vreemdelingen die in België zijn geboren of die er vóór de leeftijd |
ans, la situation de jeunes étrangers ayant commis des faits très | van twaalf jaar zijn aangekomen, hoofdzakelijk de situatie op het oog |
graves liés aux activités de groupes terroristes ou présentant un | heeft gehad van jonge vreemdelingen die zeer ernstige feiten hebben |
danger aigu pour la sécurité nationale. | gepleegd die verband houden met de activiteiten van terroristische |
B.24.7. Le principe d'égalité et de non-discrimination ne s'oppose pas | groepen of die een acuut gevaar voor de nationale veiligheid vormen. |
à ce que le législateur revienne sur ses objectifs initiaux pour en | B.24.7. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie verzet zich |
poursuivre d'autres. D'une manière générale, les pouvoirs publics doivent d'ailleurs pouvoir adapter leur politique aux circonstances changeantes de l'intérêt général. Il incombe aux autorités publiques d'assurer la protection des citoyens et des intérêts de l'Etat face à la menace que représentent les activités de groupes terroristes et la criminalité grave. Elles peuvent à cet égard considérer qu'il s'impose d'éloigner du territoire les étrangers qui prennent part à ces activités et contribuent dès lors à la menace qui pèse sur leurs concitoyens. B.24.8. Bien qu'il ne soit désormais plus exclu qu'il puisse être mis fin au séjour d'étrangers nés en Belgique ou arrivés sur le territoire | niet ertegen dat de wetgever terugkomt op zijn oorspronkelijke doelstellingen om er andere na te streven. In het algemeen trouwens moet de overheid haar beleid kunnen aanpassen aan de wisselende vereisten van het algemeen belang. Het staat aan de overheid om de bescherming van de burgers en van de belangen van de Staat te verzekeren tegen de bedreiging die de activiteiten van terroristische groepen en de zware criminaliteit vormen. Zij kan dienaangaande ervan uitgaan dat het geboden is de vreemdelingen die aan die activiteiten deelnemen en bijgevolg bijdragen aan de dreiging die op hun medeburgers weegt, van het grondgebied te verwijderen. B.24.8. Hoewel het voortaan niet langer uitgesloten is dat een einde kan worden gemaakt aan het verblijf van vreemdelingen die in België |
avant l'âge de douze ans, les dispositions attaquées contiennent | zijn geboren of er vóór de leeftijd van twaalf jaar zijn aangekomen, |
plusieurs restrictions qui permettent de tenir compte de la situation | bevatten de bestreden bepalingen meerdere beperkingen die toelaten |
particulière de ces étrangers. | rekening te houden met de bijzondere situatie van die vreemdelingen. |
Selon l'article 22 de la loi du 15 décembre 1980, il ne peut être mis | Volgens artikel 22 van de wet van 15 december 1980 kan aan het |
fin au droit de séjour de ressortissants de pays tiers que pour des | verblijfsrecht van onderdanen van derde landen slechts een einde |
raisons ` graves ' d'ordre public, lorsqu'il s'agit de ressortissants | worden gesteld om ` ernstige ' redenen van openbare orde, wanneer het |
établis ou de résidents de longue durée, ou lorsqu'ils ont séjourné | gaat om gevestigde onderdanen of langdurig ingezetenen of wanneer zij |
légalement en Belgique depuis dix années ininterrompues au moins. La | gedurende minstens tien jaar wettig en ononderbroken in België hebben |
loi prévoit donc des conditions plus strictes en ce qui concerne la | verbleven. Aldus stelt de wet strengere eisen aan de beëindiging van |
décision de mettre un terme au droit de séjour lorsque l'étranger | het verblijfsrecht wanneer de betrokken vreemdeling een bijzondere |
concerné a noué un lien particulier avec la Belgique. | band met België heeft ontwikkeld. |
L'article 23 de la loi du 15 décembre 1980 dispose par ailleurs que | Voorts bepaalt artikel 23 van de wet van 15 december 1980 dat de |
les décisions qui sont prises en vertu des articles 21 et 22 doivent | beslissingen die worden genomen krachtens de artikelen 21 en 22, |
être fondées sur un examen individuel, qui tienne compte de la durée | moeten berusten op een individueel onderzoek, waarbij rekening moet |
du séjour en Belgique de l'étranger concerné, de l'existence de liens | worden gehouden met de duur van het verblijf in België van de |
avec le pays de résidence ou de l'absence de liens avec le pays | betrokken vreemdeling, met het bestaan van banden met het land van |
verblijf of met het ontbreken van banden met het land van oorsprong, | |
d'origine, de l'âge de l'étranger concerné et des conséquences de | met de leeftijd van de betrokken vreemdeling en met de gevolgen van de |
l'éloignement pour lui et pour les membres de sa famille. | verwijdering voor hem en zijn familieleden. |
B.24.9. Il ressort enfin des travaux préparatoires cités en B.24.2 que | B.24.9. Uit de in B.24.2 aangehaalde parlementaire voorbereiding |
blijkt ten slotte dat de wetgever de bedoeling had om de verwijdering | |
le législateur avait l'intention de ne permettre l'éloignement | van vreemdelingen die in België zijn geboren of vóór de leeftijd van |
d'étrangers nés en Belgique ou arrivés sur le territoire avant l'âge | twaalf jaar op het grondgebied zijn aangekomen enkel toe te laten ` in |
de douze ans ` qu'en cas de menace grave pour la sécurité nationale ou | het geval van een zware bedreiging van de nationale veiligheid of op |
sur la base de faits très graves ', à savoir des actes relevant du | grond van zeer zware feiten ', namelijk daden van terrorisme of zeer |
terrorisme ou de la criminalité très grave. De la sorte, le | zware criminaliteit. De wetgever meende aldus dat de betrokken |
législateur estimait que les étrangers concernés ne seraient éloignés | vreemdelingen slechts verwijderd zouden worden wanneer de gedragingen |
que lorsque les comportements justifiant la mesure constituent de ` | die de maatregel verantwoorden, ` zeer gegronde redenen ' vormen om |
très solides raisons ' pour ce faire. | dat te doen. |
B.24.10. Sous réserve que les articles 21 et 22 de la loi du 15 | B.24.10. Onder voorbehoud dat de artikelen 21 en 22 van de wet van 15 |
décembre 1980 soient interprétés comme limitant la possibilité | december 1980 aldus worden geïnterpreteerd dat zij de mogelijkheid tot |
verwijdering van een vreemdeling die in België is geboren of vóór de | |
d'éloigner un étranger qui est né en Belgique ou qui est arrivé sur le | leeftijd van twaalf jaar op het grondgebied is aangekomen en die er |
territoire avant l'âge de douze ans et qui y a séjourné principalement | sindsdien hoofdzakelijk en regelmatig verblijft, beperkt tot de |
et régulièrement depuis aux cas de terrorisme ou de criminalité très | gevallen van terrorisme of zeer zware criminaliteit, zijn de middelen |
grave, les moyens ne sont pas fondés ». | niet gegrond ». |
B.7.1. Il s'en déduit que, lorsqu'elle concerne un étranger né en | B.7.1. Daaruit wordt afgeleid dat, wanneer de beslissing tot |
beëindiging van het verblijf om reden van openbare orde of nationale | |
veiligheid een vreemdeling betreft die in België is geboren of die er | |
Belgique ou qui y est arrivé avant l'âge de 12 ans et qui y a séjourné | vóór de leeftijd van 12 jaar is aangekomen en die er sindsdien |
principalement et régulièrement depuis, la décision de fin de séjour | hoofdzakelijk en regelmatig heeft verbleven, zij slechts kan worden |
pour raison d'ordre public ou de sécurité nationale ne peut être fondée que sur des faits de terrorisme ou de criminalité très grave. B.7.2. Les étrangers qui se trouvent dans la situation décrite en B.1.4 ont avec la Belgique des liens aussi forts que les étrangers concernés par l'extrait de l'arrêt n° 112/2019, précité. L'ingérence dans leur droit à la vie privée que représente la décision de refus de visa de retour qui met fin à leur droit de séjour sur le territoire est identique à celle que représente une décision de fin de séjour et d'éloignement prise à l'égard des étrangers se trouvant sur le territoire visés par l'arrêt n° 112/2019, précité. B.8.1. Il n'est pas justifié que la décision de refus de retour, lorsqu'elle a une portée équivalente à une décision de fin de séjour et d'éloignement, dans la situation décrite en B.1.4, puisse être prise pour des motifs différents, alors que les étrangers concernés se trouvent dans la même situation et que la décision prise sur la base | gemotiveerd door feiten van terrorisme of zeer ernstige criminaliteit. B.7.2. De vreemdelingen die zich in de in B.1.4 beschreven situatie bevinden hebben even sterke banden met België als de vreemdelingen op wie het voormelde uittreksel uit het arrest nr. 112/2019 betrekking heeft. De beslissing tot weigering van een terugkeervisum, die een einde stelt aan hun verblijfsrecht op het grondgebied vormt een inmenging in hun recht op privéleven die identiek is aan de inmenging ingevolge een beslissing die wordt genomen tot beëindiging van het verblijf en van verwijdering ten aanzien van de in het voormelde arrest nr. 112/2019 beoogde vreemdelingen die zich op het grondgebied bevinden. B.8.1. Het is niet verantwoord dat de beslissing tot weigering van terugkeer, wanneer zij eenzelfde draagwijdte heeft als een beslissing tot een beëindiging van het verblijf en tot verwijdering, in de in B.1.4 beschreven situatie, om verschillende redenen kan worden genomen, terwijl de betrokken vreemdelingen zich in dezelfde situatie bevinden en de ten aanzien van hen op basis van artikel 19, § 1, |
de l'article 19, § 1er, dernier alinéa, de la loi du 15 décembre 1980 | laatste lid, van de wet van 15 december 1980 genomen beslissing |
a une portée équivalente à leur égard à une décision de fin de séjour | eenzelfde draagwijdte heeft als een beslissing tot beëindiging van het |
prise sur la base des articles 21 et 22 de la même loi. | verblijf die op basis van de artikelen 21 en 22 van dezelfde wet wordt |
B.8.2. Interprété comme permettant que, dans la situation décrite en | genomen. B.8.2. In die zin geïnterpreteerd dat het in de in B.1.4 beschreven |
situatie toegelaten is dat een beslissing houdende weigering van | |
B.1.4, une décision de refus de retour prise à l'égard d'un étranger | terugkeer genomen ten aanzien van een vreemdeling die in België is |
né en Belgique ou qui est arrivé sur le territoire avant l'âge de | geboren of die vóór de leeftijd van twaalf jaar op het grondgebied is |
douze ans et qui y a séjourné principalement et régulièrement depuis, | aangekomen en die er sindsdien hoofdzakelijk en regelmatig heeft |
lorsque cette décision a une portée équivalente à une décision de fin | verbleven, wanneer die beslissing eenzelfde draagwijdte heeft als een |
de séjour, soit prise pour tout motif d'ordre public ou de sécurité | beslissing tot beëindiging van het verblijf, wordt genomen om redenen |
nationale, l'article 19, § 1er, dernier alinéa, de la loi du 15 | van openbare orde of nationale veiligheid, is artikel 19, § 1, laatste |
décembre 1980 n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la | lid, van de wet van 15 december 1980 niet bestaanbaar met de artikelen |
Constitution, lus en combinaison avec l'article 7 de la Charte des | 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 7 van het |
droits fondamentaux de l'Union européenne et avec l'article 8 de la | Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 8 van het |
Convention européenne des droits de l'homme. | Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
B.9.1. La disposition en cause est toutefois susceptible de faire | B.9.1. De in het geding zijnde bepaling kan evenwel anders worden |
l'objet d'une interprétation différente, dès lors que rien n'indique | geïnterpreteerd, aangezien niets aangeeft dat zij niet in samenhang |
qu'elle ne pourrait pas être lue en combinaison avec les articles 21 | kan worden gelezen met de artikelen 21 en 22 van de wet van 15 |
et 22 de la loi du 15 décembre 1980 lorsqu'elle constitue la base | december 1980 wanneer zij de wettelijke basis vormt van een beslissing |
légale d'une décision ayant une portée équivalente à une décision de | met eenzelfde draagwijdte als een beslissing tot beëindiging van het |
fin de séjour. Ces dispositions visent en effet la « décision de fin | verblijf. Die bepalingen beogen immers de « beslissing tot beëindiging |
de séjour » et non, comme telle, la décision « d'éloignement ». | van het verblijf » en niet, als dusdanig, de beslissing « tot |
L'article 19, § 1er, dernier alinéa, de la loi du 15 décembre 1980 | verwijdering ». Artikel 19, § 1, laatste lid, van de wet van 15 |
peut dès lors être interprété en ce sens que, dans la situation | december 1980 kan dus in die zin worden geïnterpreteerd dat, in de in |
décrite en B.1.4, lorsque le refus de retour opposé pour des raisons | B.1.4 beschreven situatie, wanneer de weigering tot terugkeer om |
d'ordre public ou de sécurité nationale a une portée équivalente à une | redenen van openbare orde of van nationale veiligheid eenzelfde |
draagwijdte heeft als een beslissing tot beëindiging van het verblijf | |
décision de fin de séjour et qu'il concerne un étranger qui est né en | en ze betrekking heeft op een vreemdeling die er is geboren of die |
Belgique ou qui est arrivé sur le territoire avant l'âge de douze ans | vóór de leeftijd van twaalf jaar op het grondgebied is aangekomen en |
et qui y a séjourné principalement et régulièrement depuis, il ne peut | die er sindsdien hoofdzakelijk en regelmatig heeft verbleven, zij |
être fondé que sur des faits de terrorisme ou de criminalité très | slechts kan worden gemotiveerd door feiten van terrorisme of zeer |
grave. Il n'appartient pas à la Cour de juger s'il est satisfait ou | ernstige criminaliteit. Het staat niet aan het Hof te oordelen of te |
non en l'espèce à ces dernières conditions. | dezen al dan niet aan laatstvermelde voorwaarden is voldaan. |
B.9.2. Dans cette interprétation, la différence de traitement décrite | B.9.2. In die interpretatie is het in B.4 beschreven verschil in |
en B.4 est inexistante, de sorte que l'article 19, § 1er, dernier | behandeling onbestaande, zodat artikel 19, § 1, laatste lid, van de |
alinéa, de la loi du 15 décembre 1980 est compatible avec les articles | wet van 15 december 1980 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van |
10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 7 de la | de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 7 van het Handvest van |
Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne et avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : - Interprété comme permettant que, dans la situation décrite en B.1.4, une décision de refus de visa de retour prise à l'égard d'un étranger né en Belgique ou qui est arrivé sur le territoire avant l'âge de douze ans et qui y a séjourné principalement et régulièrement depuis, | de grondrechten van de Europese Unie en met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - In die zin geïnterpreteerd dat het, in de in B.1.4 beschreven situatie, toelaat dat een beslissing tot weigering van een terugkeervisum genomen ten aanzien van een vreemdeling die in België is geboren of die vóór de leeftijd van twaalf jaar op het grondgebied is aangekomen en die er sindsdien hoofdzakelijk en regelmatig heeft verbleven, wanneer die beslissing eenzelfde draagwijdte heeft als een |
lorsque cette décision a une portée équivalente à une décision de fin | beslissing tot beëindiging van het verblijf, wordt genomen om eender |
de séjour, soit prise pour tout motif d'ordre public ou de sécurité | welke reden van openbare orde of van nationale veiligheid, schendt |
nationale, l'article 19, § 1er, dernier alinéa, de la loi du 15 | artikel 19, § 1, laatste lid, van de wet van 15 december 1980 de |
décembre 1980 viole les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 7 |
combinaison avec l'article 7 de la Charte des droits fondamentaux de | van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en met |
l'Union européenne et avec l'article 8 de la Convention européenne des | artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
droits de l'homme. | - Dezelfde bepaling, in die zin geïnterpreteerd dat zij, in de in |
- La même disposition, interprétée comme, dans la situation décrite en | B.1.4 beschreven situatie, de mogelijkheid om een beslissing tot |
B.1.4, limitant aux motifs de terrorisme ou de criminalité très grave | weigering van terugkeer te nemen ten aanzien van een vreemdeling die |
la possibilité de prendre une décision de refus de retour à l'égard | in België is geboren of die vóór de leeftijd van twaalf jaar op het |
d'un étranger né en Belgique ou qui est arrivé sur le territoire avant | grondgebied is aangekomen en die er sindsdien hoofdzakelijk en |
regelmatig heeft verbleven, wanneer die beslissing eenzelfde | |
l'âge de douze ans et qui y a séjourné principalement et régulièrement | draagwijdte heeft als een beslissing tot beëindiging van het verblijf, |
depuis, lorsque cette décision a une portée équivalente à une décision | beperkt tot de redenen van terrorisme of zeer ernstige criminaliteit, |
de fin de séjour, ne viole pas les articles 10 et 11 de la | schendt niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang |
Constitution, lus en combinaison avec l'article 7 de la Charte des | gelezen met artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de |
droits fondamentaux de l'Union européenne et avec l'article 8 de la | Europese Unie en met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de |
Convention européenne des droits de l'homme. | rechten van de mens. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 27 avril 2023. | op 27 april 2023. |
Le greffier, Le président, | De griffier, De voorzitter, |
F. Meersschaut P. Nihoul | F. Meersschaut P. Nihoul |