← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 67/2023 du 20 avril 2023 Numéro du rôle : 7865 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 38, § 1 er , alinéa 1 e(...)"
Extrait de l'arrêt n° 67/2023 du 20 avril 2023 Numéro du rôle : 7865 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 38, § 1 er , alinéa 1 e(...) | Uittreksel uit arrest nr. 67/2023 van 20 april 2023 Rolnummer 7865 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 67/2023 du 20 avril 2023 | Uittreksel uit arrest nr. 67/2023 van 20 april 2023 |
Numéro du rôle : 7865 | Rolnummer 7865 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 38, § 1er, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 38, § 1, eerste |
alinéa 1er, 12°, du Code des impôts sur les revenus 1992 (tel qu'il | lid, 12°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (zoals van |
était applicable avant la modification législative du 1er mars 2019), | toepassing vóór de wetswijziging van 1 maart 2019), gesteld door de |
posée par le Tribunal de première instance de Flandre orientale, | Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent. |
division de Gand. | |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de |
Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters, S. | rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. |
de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt et K. Jadin, assistée du greffier | Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin, |
F. Meersschaut, présidée par le président L. Lavrysen, | bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 15 septembre 2022, dont l'expédition est parvenue au | Bij vonnis van 15 september 2022, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour le 21 septembre 2022, le Tribunal de première | het Hof is ingekomen op 21 september 2022, heeft de Rechtbank van |
instance de Flandre orientale, division de Gand, a posé la question | eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële |
préjudicielle suivante : | vraag gesteld : |
« L'article 38, § 1er, alinéa 1er, 12°, du Code des impôts sur les | « Schendt artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, WIB '92, zoals van |
revenus 1992, tel qu'il était applicable avant la modification | |
législative du 1er mars 2019, viole-t-il les articles 10 et 11 de la | toepassing vóór de wetswijziging van 1 maart 2019, de artikelen 10 en |
Constitution, dans l'interprétation selon laquelle l'exonération visée | 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat de in deze bepaling |
dans cette disposition concerne uniquement les allocations des | bedoelde vrijstelling enkel de vergoedingen betreft van de |
volontaires qui exercent une mission en tant que | vrijwilligers die een taak uitoefenen als ambulancier hulpverlener in |
secouriste-ambulancier dans le cadre de l'aide médicale urgente au | het kader van de dringende geneeskundige hulpverlening in de zin van |
sens de la loi du 8 juillet 1964 et qui sont qualifiés de personnel | de wet van 8 juli 1964 en die kwalificeren als operationeel personeel |
opérationnel d'une zone de secours, mais ne concerne pas les | van een hulpverleningszone, maar niet van de vrijwilligers die |
allocations des volontaires qui exercent la même mission en tant que | dezelfde taak als ambulancier-hulpverlener uitoefenen in het kader van |
secouriste-ambulancier dans le cadre de l'aide médicale urgente (et | de dringende geneeskundige hulpverlening (en derhalve eveneens |
qui sont donc également brevetés au sens de l'article 12 de l'arrêté | gebrevetteerd zijn in de zin van artikel 12 van het koninklijk besluit |
royal du 13 février 1998), mais auprès d'un service ambulancier privé ? ». | van 13 februari 1998) doch bij een private ambulancedienst ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La question préjudicielle porte sur les conditions auxquelles les | B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de voorwaarden |
allocations des secouristes-ambulanciers volontaires peuvent être | waaronder vergoedingen van vrijwillige hulpverleners-ambulanciers |
exonérées de l'impôt des personnes physiques. | kunnen worden vrijgesteld van de personenbelasting. |
B.2.1. La disposition qui est en cause est l'article 38, § 1er, alinéa | B.2.1. De in het geding zijnde bepaling is artikel 38, § 1, eerste |
1er, 12°, du Code des impôts sur les revenus 1992 (ci-après : le CIR | lid, 12°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : |
1992), tel qu'il était applicable avant sa modification par la loi du | het WIB 1992), zoals van toepassing vóór de wijziging ervan bij de wet |
1er mars 2019 « modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992, en | van 1 maart 2019 « tot wijziging van het Wetboek van de |
vue d'augmenter le montant de l'exonération fiscale dont bénéficient | inkomstenbelastingen 1992, teneinde ten behoeve van de vrijwilligers |
les pompiers volontaires des services publics d'incendie et les agents | bij de korpsen van de openbare brandweer en bij de civiele bescherming |
volontaires de la protection civile » (ci-après : la loi du 1er mars | het fiscaal vrijgesteld bedrag te verhogen » (hierna : de wet van 1 |
2019). | maart 2019). |
En vertu de cette disposition, « les allocations des pompiers | Krachtens die bepaling zijn « de vergoedingen van de vrijwilligers van |
volontaires des services publics d'incendie et des agents volontaires | |
de la Protection civile [sont exonérées de l'impôt des personnes | de openbare brandweerkorpsen en de vrijwilligers van de Civiele |
physiques] à concurrence de 2.850 EUR ». | Bescherming ten belope van 2 850 EUR » vrijgesteld van |
B.2.2. L'article 38, § 1er, alinéa 1er, 12°, du CIR 1992 a été inséré | personenbelasting. B.2.2. Artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, van het WIB 1992 werd |
par la loi du 6 août 1993 « portant modification du Code des impôts | ingevoegd bij de wet van 6 augustus 1993 « houdende wijziging van het |
sur les revenus en ce qui concerne les pompiers volontaires ». A | Wetboek van de inkomstenbelastingen voor wat betreft de vrijwillige |
l'origine, cette disposition prévoyait une exonération fiscale | brandweerlieden ». Initieel voorzag die bepaling enkel in een |
uniquement pour les allocations des pompiers volontaires des services | belastingvrijstelling voor de vergoedingen van de vrijwilligers van de |
publics d'incendie. | openbare brandweerkorpsen. |
Selon l'exposé des motifs, cette exonération se justifiait « par le | Luidens de memorie van toelichting was de vrijstelling verantwoord « |
gelet op het bijzonder karakter van de door de vrijwillige | |
caractère particulier des prestations fournies par les pompiers | brandweerlieden geleverde prestaties » (Parl. St., Kamer, 1992-1993, |
volontaires » (Doc. parl., Chambre, 1992-1993, n° 994/1, p. 1). | nr. 994/1, p. 1). |
Le rapport fait au nom de la commission des Finances du Sénat mentionne : | Het verslag namens de Senaatscommissie voor de Financiën vermeldt : |
« Un autre membre considère que les prestations des pompiers volontaires ne sont pas comparables à d'autres prestations de services volontaires. Les pompiers sont littéralement exposés aux flammes. Leur travail est très dur et incontestablement dangereux. Si la formule des pompiers volontaires n'existait pas, un problème de recrutement se poserait plus que probablement. La mesure proposée est donc justifiée. L'intervenant suivant ajoute que le recrutement de volontaires pour les services de pompiers n'est plus aussi facile que par le passé. Dans sa commune, on a organisé des recrutements de pompiers volontaires pendant trois années consécutives sans que le nombre requis soit atteint. Cela peut s'expliquer par le fait que les allocations sont beaucoup trop basses. Si les communes procédaient à la création d'un corps professionnel, cela deviendrait une affaire | « Een ander lid is van oordeel dat de prestaties van vrijwillige brandweerlieden niet vergelijkbaar zijn met andere vrijwillige dienstverleningen. Brandweerlieden worden letterlijk het vuur ingejaagd. Hun werk is zeer zwaar en ontegensprekelijk gevaarlijk. Indien de formule van vrijwillige brandweerlieden niet zou bestaan, zou er zich hoogstwaarschijnlijk een probleem van aanwerving voordoen. De voorgestelde maatregel is dan ook verantwoord. Een volgende spreker voegt hieraan toe dat de rekrutering van vrijwilligers voor de brandweer niet meer zo vlot verloopt als vroeger. In zijn gemeente werden gedurende drie opeenvolgende jaren aanwervingen voor vrijwillige brandweerlieden georganiseerd zonder dat het quantum werd bereikt. De verklaring hiervoor kan gezocht worden in het feit dat de vergoedingen veel te laag zijn. Indien de gemeenten zouden overgaan tot het oprichten van een beroepscorps, dan zou dit een zeer dure aangelegenheid worden » (Parl. St., Senaat, 1992-1993, |
très coûteuse » (Doc. parl., Sénat, 1992-1993, n° 828/2, p. 3). | nr. 828/2, p. 3). |
B.2.3. La loi du 8 juin 1998 « portant modification de l'article 38 du | B.2.3. De wet van 8 juni 1998 « houdende wijziging van artikel 38 van |
Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui concerne les agents | het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de |
volontaires de la Protection civile » a étendu l'exonération fiscale | vrijwilligers van de Civiele Bescherming » heeft de |
aux allocations des agents volontaires de la protection civile. | belastingvrijstelling uitgebreid tot de vergoedingen van de |
L'exposé des motifs de cette loi mentionne : | vrijwilligers van de civiele bescherming. |
« Depuis l'exercice d'imposition 1993, les pompiers volontaires des | De memorie van toelichting van die wet vermeldt : |
services publics d'incendie bénéficient d'une exonération fiscale de | « De vrijwilligers van de openbare brandweerkorpsen genieten sinds het |
60.000 francs (montant non indexé) sur les allocations qui leur sont versées. | aanslagjaar 1993 een belastingvrijstelling van 60.000 frank (niet |
Les membres du personnel volontaire des services de la Protection | geïndexeerd bedrag) op de aan hen betaalde vergoedingen. |
civile ne bénéficient pas de cette exonération alors qu'ils se | Alhoewel ze zich in een vergelijkbare toestand bevinden, komen de |
vrijwillige personeelsleden van de diensten van de Civiele Bescherming | |
trouvent dans une situation comparable. | niet voor deze vrijstelling in aanmerking. |
Cette différence de traitement entre membres volontaires des services | Dit verschil in behandeling tussen de vrijwilligers van hulpdiensten |
de secours relevant, d'une part, de l'Etat et, d'autre part, des | die enerzijds van de Staat en anderzijds van de gemeenten afhangen, |
communes pose un problème d'équité, étant donné que les uns et les | stelt een probleem van rechtvaardigheid, vermits beide samen |
autres sont appelés à intervenir conjointement dans un certain nombre | opgeroepen worden om gezamenlijk tussen te komen in een zeker aantal |
de situations catastrophiques où ils sont amenés à s'épauler mutuellement. | catastrofale situaties waarin ze elkaar onderling moeten steunen. |
Le présent projet soumis à votre approbation vise à traiter ces deux | Dit ontwerp, dat aan uw goedkeuring wordt onderworpen, beoogt deze |
catégories de personnel volontaire des services publics de secours de | twee categorieën van vrijwilligers van de openbare hulpdiensten op het |
manière identique sur le plan fiscal, à partir de l'exercice | fiscale vlak op een identieke manier te behandelen met ingang van het |
d'imposition 1998 » (Doc. parl., Chambre, 1997-1998, n° 1471/1, pp. 1-2). | aanslagjaar 1998 » (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1471/1, pp. 1-2). |
B.2.4. L'article 2, 1°, de la loi du 1er mars 2019, précitée, a | B.2.4. Artikel 2, 1°, van de voormelde wet van 1 maart 2019 heeft |
remplacé l'article 38, § 1er, alinéa 1er, 12°, du CIR 1992. A la suite | artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, van het WIB 1992 vervangen. Als |
de cette modification, « les allocations des pompiers volontaires, des | gevolg van die wijziging worden vrijgesteld « de vergoedingen van de |
ambulanciers volontaires pour les prestations d'aide médicale urgente | vrijwillige brandweerlieden, van de vrijwillige ambulanciers voor |
prestaties van dringende geneeskundige hulpverlening in de zin van | |
au sens de l'article 1er de la loi du 8 juillet 1964 relative à l'aide | artikel 1 van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende |
médicale urgente, et des agents volontaires de la Protection civile | geneeskundige hulpverlening, en de vrijwilligers van de Civiele |
[sont exonérées] à concurrence de 3.750 euros ». | Bescherming ten belope van 3.750 euro ». |
Cette modification s'applique aux allocations payées ou attribuées à | Die wijziging is van toepassing op de vergoedingen die worden betaald |
partir du 1er janvier 2019. Elle est par conséquent sans incidence sur | of toegekend vanaf 1 januari 2019. Zij heeft bijgevolg geen invloed op |
le litige au fond, qui porte sur des allocations payées en 2016. | het bodemgeschil, dat betrekking heeft op vergoedingen betaald in 2016. |
B.2.5. Les articles 40, 1°, et 53 de la loi du 20 novembre 2022 « | B.2.5. De artikelen 40, 1°, en 53 van de wet van 20 november 2022 « |
portant des dispositions fiscales et financières diverses » ont | houdende diverse fiscale en financiële bepalingen » hebben in het |
abrogé, à compter du 1er janvier 2023, les mots « pour les prestations | aldus gewijzigde artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, de woorden « voor |
d'aide médicale urgente au sens de l'article 1er de la loi du 8 | prestaties van dringende geneeskundige hulpverlening in de zin van |
juillet 1964 relative à l'aide médicale urgente, » dans l'article 38, | artikel 1 van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende |
§ 1er, alinéa 1er, 12°, ainsi modifié. Cette abrogation est également | geneeskundige hulpverlening, » opgeheven met ingang van 1 januari |
sans incidence sur le litige au fond. | 2023. Die opheffing heeft evenmin een invloed op het bodemgeschil. |
B.3. La loi du 8 juillet 1964 « relative à l'aide médicale urgente » | B.3. De wet van 8 juli 1964 « betreffende de dringende geneeskundige |
(ci-après : la loi du 8 juillet 1964) a pour objet l'organisation de | hulpverlening » (hierna : de wet van 8 juli 1964) beoogt de inrichting |
l'aide médicale urgente. Par « aide médicale urgente », il faut | van de dringende geneeskundige hulpverlening. Daaronder wordt verstaan |
entendre « la dispensation immédiate de secours appropriés à toutes | « het onmiddellijk verstrekken van aangepaste hulp aan alle personen |
les personnes dont l'état de santé par suite d'un accident ou d'une | van wie de gezondheidstoestand ten gevolge van een ongeval, een plotse |
maladie soudaine ou de la complication soudaine d'une maladie requiert | aandoening of een plotse verwikkeling van een ziekte een dringende |
une intervention urgente après un appel au système d'appel unifié par | tussenkomst vereist na een oproep via het eenvormig oproepstelsel |
lequel sont assurés les secours, le transport et l'accueil dans un | waardoor de hulpverlening, het vervoer en de opvang in een aangepaste |
service hospitalier adéquat » (article 1er de la loi du 8 juillet | ziekenhuisdienst worden verzekerd » (artikel 1 van de wet van 8 juli |
1964). Pour l'application de cette loi, il ne peut être fait appel | 1964). Voor de toepassing van die wet mag uitsluitend een beroep |
qu'à des services ambulanciers agréés par le ministre qui a la Santé | worden gedaan op ambulancediensten erkend door de minister bevoegd |
publique dans ses attributions (article 3bis de la même loi). Tout | voor de Volksgezondheid (artikel 3bis van dezelfde wet). Een erkende |
service ambulancier agréé ne peut travailler qu'avec des | ambulancedienst mag enkel werken met hulpverleners-ambulanciers die |
secouristes-ambulanciers titulaires d'un brevet délivré par un centre | werden gebrevetteerd door een opleidingscentrum, in overeenstemming |
de formation conformément aux conditions et modalités fixées par | met de voorwaarden en regels bepaald in het koninklijk besluit van 13 |
l'arrêté royal du 13 février 1998 « relatif aux centres de formation et de perfectionnement des secouristes-ambulanciers » (article 6ter de la même loi). B.4.1. Selon la juridiction a quo, la disposition en cause doit être interprétée en ce sens que les allocations des secouristes-ambulanciers volontaires qui exercent des missions d'aide médicale urgente ne peuvent être exonérées de l'impôt que si ces volontaires sont occupés par une zone de secours. B.4.2. Il appartient en règle à la juridiction a quo d'interpréter les dispositions qu'elle estime applicables, sous réserve d'une lecture manifestement erronée de la disposition en cause, ce qui n'est pas le cas en l'espèce. Il est vrai que la disposition en cause ne prévoit une exonération fiscale que pour « les allocations des pompiers volontaires des services publics d'incendie et des agents volontaires de la Protection civile » et qu'elle ne fait donc pas expressément référence aux | februari 1998 « betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers » (artikel 6ter van dezelfde wet). B.4.1. Volgens het verwijzende rechtscollege dient de in het geding zijnde bepaling zo te worden geïnterpreteerd dat de vergoedingen van de vrijwillige hulpverleners-ambulanciers die taken van dringende geneeskundige hulpverlening uitoefenen, slechts kunnen worden vrijgesteld van belastingen indien die vrijwilligers werkzaam zijn bij een hulpverleningszone. B.4.2. Het staat in de regel aan het verwijzende rechtscollege om de bepalingen die het van toepassing acht te interpreteren, onder voorbehoud van een kennelijk verkeerde lezing van de in het geding zijnde bepaling, wat te dezen niet het geval is. Weliswaar voorziet de in het geding zijnde bepaling slechts in een belastingvrijstelling voor « de vergoedingen van de vrijwilligers van de openbare brandweerkorpsen en de vrijwilligers van de Civiele Bescherming », en verwijst zij dus niet uitdrukkelijk naar de |
allocations des volontaires occupés par une zone de secours. | vergoedingen van de vrijwilligers van een hulpverleningszone. Bij de |
Toutefois, par la loi du 15 mai 2007 « relative à la sécurité civile » | wet van 15 mei 2007 « betreffende de civiele veiligheid » (hierna : de |
(ci-après : la loi du 15 mai 2007), les services d'incendie communaux | wet van 15 mei 2007) werden de gemeentelijke brandweerdiensten evenwel |
ont été intégrés dans les zones de secours, lesquelles se composent | geïntegreerd in de hulpverleningszones, die zijn samengesteld uit een |
d'un réseau supracommunal de postes d'incendie et de secours (articles | bovengemeentelijk netwerk van brandweer- en reddingsposten (artikelen |
2, § 1er, 8°, et 5 de la loi du 15 mai 2007). Le personnel | 2, § 1, 8°, en 5, van de wet van 15 mei 2007). Het operationele |
opérationnel de la zone de secours est constitué de pompiers et | personeel van de hulpverleningszone is samengesteld uit de |
d'ambulanciers professionnels ainsi que de pompiers et d'ambulanciers | beroepsbrandweermannen en -ambulanciers en de vrijwillige |
volontaires. Les pompiers et les ambulanciers volontaires sont les | brandweermannen en ambulanciers. De vrijwillige brandweermannen en |
membres du personnel dont la fonction au sein de la zone de secours ne | ambulanciers zijn de personeelsleden voor wie hun functie in de |
constitue pas l'activité principale (article 103 de la même loi). | hulpverleningszone niet hun hoofdactiviteit uitmaakt (artikel 103 van |
Il n'est dès lors pas manifestement erroné de considérer qu'à l'issue | dezelfde wet). Het is bijgevolg niet kennelijk verkeerd ervan uit te gaan dat, na de |
de la réforme de la sécurité civile opérée par la loi du 15 mai 2007, l'exonération fiscale en cause pouvait être appliquée aux allocations attribuées aux membres du personnel opérationnel volontaire des zones de secours, en ce compris les secouristes-ambulanciers volontaires. B.5. Dans l'interprétation soumise à la Cour, la disposition en cause fait naître une différence de traitement entre les secouristes-ambulanciers volontaires, c'est-à-dire les personnes dont la fonction de secouriste-ambulancier ne constitue pas l'activité principale, selon que le service ambulancier pour lequel ils exercent cette fonction est une zone de secours ou une personne morale de droit privé. Ce n'est que dans le premier cas que les allocations attribuées pour avoir fourni des prestations d'aide médicale urgente peuvent être | bij de wet van 15 mei 2007 doorgevoerde hervorming van de civiele veiligheid, de in het geding zijnde belastingvrijstelling kon worden toegepast op de vergoedingen van de vrijwillige operationele personeelsleden van de hulpverleningszones, met inbegrip van de vrijwillige hulpverleners-ambulanciers. B.5. In de aan het Hof voorgelegde interpretatie roept de in het geding zijnde bepaling een verschil in behandeling in het leven tussen vrijwillige hulpverleners-ambulanciers, dat wil zeggen personen van wie de functie als hulpverlener-ambulancier niet de hoofdactiviteit uitmaakt, naargelang de ambulancedienst waarbij zij die functie uitoefenen een hulpverleningszone of een privaatrechtelijke rechtspersoon is. Enkel in het eerste geval kunnen de vergoedingen voor prestaties in het kader van de dringende geneeskundige hulpverlening worden vrijgesteld van personenbelasting ten belope van |
exonérées à l'impôt des personnes physiques à concurrence de 2 850 | 2 850 euro (niet-geïndexeerd bedrag). |
euros (montant non indexé). | |
La juridiction a quo demande à la Cour d'examiner la compatibilité de | Het verwijzende rechtscollege vraagt het Hof de bestaanbaarheid na te |
cette différence de traitement avec le principe d'égalité et de | gaan van dat verschil in behandeling met het beginsel van gelijkheid |
non-discrimination, garanti par les articles 10 et 11 de la | en niet-discriminatie, zoals gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van |
Constitution. | de Grondwet. |
B.6.1. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | B.6.1. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet |
qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. | berust en het redelijk verantwoord is. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. B.6.2. En vertu de l'article 172, alinéa 2, de la Constitution, le législateur est autorisé à établir des exemptions ou modérations d'impôts. Il ne peut toutefois, en établissant une exemption fiscale au profit de certains redevables, méconnaître le principe d'égalité et de non-discrimination. B.6.3. Il appartient au législateur d'établir l'exemption ou la modération de l'impôt. Il dispose en la matière d'une large marge d'appréciation. En effet, les mesures fiscales constituent un élément essentiel de la politique socio-économique. Elles assurent non seulement une part substantielle des recettes qui doivent permettre la réalisation de cette politique, mais elles permettent également au législateur d'orienter certains comportements et d'adopter des mesures correctrices afin de donner corps à la politique sociale et économique. | er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. B.6.2. Krachtens artikel 172, tweede lid, van de Grondwet kan de wetgever vrijstelling of vermindering van belasting toekennen. Wanneer hij ten voordele van sommige belastingplichtigen een fiscale vrijstelling invoert, mag hij evenwel het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie niet schenden. B.6.3. Het komt de wetgever toe de vrijstelling of vermindering van de belasting vast te stellen. Hij beschikt ter zake over een ruime beoordelingsbevoegdheid. Fiscale maatregelen maken immers een wezenlijk onderdeel uit van het sociaaleconomische beleid. Zij zorgen niet alleen voor een substantieel deel van de inkomsten die de verwezenlijking van dat beleid mogelijk moeten maken, maar zij laten de wetgever ook toe om sturend en corrigerend op te treden en op die manier het sociaaleconomische beleid vorm te geven. De maatschappelijke keuzen die bij het inzamelen en het inzetten van |
Les choix sociaux qui doivent être réalisés lors de la collecte et de | middelen moeten worden gemaakt, behoren tot de bevoegdheid van de |
l'affectation des ressources relèvent de la compétence du législateur. | wetgever. Het Hof vermag dergelijke beleidskeuzen, alsook de motieven |
La Cour ne peut sanctionner de tels choix politiques ainsi que les | die daaraan ten grondslag liggen, slechts af te keuren indien zij op |
motifs qui les fondent que s'ils reposent sur une erreur manifeste ou | een manifeste vergissing zouden berusten of indien zij onredelijk |
s'ils sont déraisonnables. | zouden zijn. |
B.7.1. Ainsi qu'il peut se déduire des travaux préparatoires | B.7.1. Zoals kan worden afgeleid uit de in B.2.2 vermelde |
mentionnés en B.2.2, le législateur entendait, par l'exonération | parlementaire voorbereiding, beoogde de wetgever met de in het geding |
fiscale en cause, promouvoir le recrutement de volontaires auprès des | zijnde belastingvrijstelling de aanwerving van vrijwilligers bij de |
services d'incendie, notamment parce que fonctionner avec un corps | brandweerdiensten te bevorderen, onder meer omdat het een « zeer dure |
professionnel serait « une affaire très coûteuse » (Doc. parl., Sénat, | aangelegenheid » zou zijn om met een beroepskorps te werken (Parl. |
St., Senaat, 1992-1993, nr. 828/2, p. 3). De memorie van toelichting | |
1992-1993, n° 828/2, p. 3). L'exposé des motifs de la loi du 15 mai | van de wet van 15 mei 2007, waarbij de brandweerdiensten werden |
2007, par laquelle les services d'incendie ont été intégrés dans les | |
zones de secours, consacre « la nécessité de la coexistence des | geïntegreerd in de hulpverleningszones, bevestigt « de noodzaak van |
pompiers professionnels et des pompiers volontaires au sein des zones | het gelijktijdig bestaan van beroeps- en vrijwillige brandweerlieden |
» (Doc. parl., Chambre, 2006-2007, DOC 51-2928/001, p. 27). Au cours | binnen de zones » (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2928/001, p. |
des auditions au sein de la commission compétente de la Chambre, il a | 27). Tijdens de hoorzittingen in de bevoegde Kamercommissie werd |
par ailleurs été souligné que les volontaires sont « indispensables » | bovendien opgemerkt dat vrijwilligers « onontbeerlijk » zijn opdat de |
pour que les services de la sécurité civile disposent de suffisamment | diensten van de civiele veiligheid over voldoende personeel |
de personnel, et aussi que « le fait de pouvoir faire appel à des | beschikken, alsook dat « het beroep kunnen doen op vrijwilligers |
volontaires est important pour le financement du système » (Doc. | belangrijk is voor de betaalbaarheid van het stelsel » (Parl. St., |
parl., Chambre, 2006-2007, DOC 51-2928/005, pp. 21 et 23). | Kamer, 2006-2007, DOC 51-2928/005, pp. 21 en 23). |
B.7.2. Eu égard aux différences entre les zones de secours et les | B.7.2. Rekening houdend met de verschillen tussen de |
services ambulanciers privés ainsi qu'à l'importance des membres | hulpverleningszones en de private ambulancediensten, alsook met het |
volontaires du personnel pour le bon fonctionnement des zones de | belang van de vrijwillige personeelsleden voor de goede werking van de |
secours, le législateur a pu raisonnablement considérer qu'il n'était | hulpverleningszones, vermocht de wetgever redelijkerwijze van oordeel |
te zijn dat het niet nodig was de in het geding zijnde | |
pas nécessaire d'étendre l'exonération fiscale en cause aux | belastingvrijstelling uit te breiden tot de vrijwillige |
secouristes-ambulanciers volontaires occupés par des services | hulpverleners-ambulanciers werkzaam bij private ambulancediensten, ook |
ambulanciers privés, même si ces secouristes-ambulanciers | al oefenen die hulpverleners-ambulanciers taken van dringende |
accomplissent des missions d'aide médicale urgente et sont titulaires | geneeskundige hulpverlening uit en beschikken zij over het brevet |
du brevet visé à l'article 6ter de la loi du 8 juillet 1964. | bedoeld in artikel 6ter van de wet van 8 juli 1964. |
B.7.3. Par ailleurs, il ne suffit pas que les secouristes-ambulanciers | B.7.3. Overigens volstaat het voor de hulpverleners-ambulanciers van |
des zones de secours disposent d'un tel brevet, mais ils doivent en | de hulpverleningszones niet om over een dergelijk brevet te |
beschikken, maar dienen zij daarnaast te slagen voor een vergelijkend | |
outre réussir un concours et effectuer un stage de recrutement, | examen en een aanwervingsstage te doorlopen, overeenkomstig het |
conformément à l'arrêté royal du 23 août 2014 « relatif au statut | koninklijk besluit van 23 augustus 2014 « betreffende het |
administratif du personnel ambulancier non pompier des zones de | administratief statuut van het ambulancepersoneel van de |
secours ». De telles exigences ne s'appliquent pas aux | hulpverleningszones dat geen brandweerman is ». Zulke vereisten gelden |
secouristes-ambulanciers dans les services ambulanciers privés. | niet voor de hulpverleners-ambulanciers van de private ambulancediensten. |
B.8. La circonstance que le champ d'application de l'exonération | B.8. De omstandigheid dat het toepassingsgebied van de |
belastingvrijstelling van artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, van het | |
fiscale prévue à l'article 38, § 1er, alinéa 1er, 12°, du CIR 1992 a | WIB 1992 inmiddels werd uitgebreid tot de vergoedingen van de |
entre-temps été étendu, comme il est dit en B.2.4 et B.2.5, aux | |
allocations des ambulanciers volontaires en général, ne permet pas | vrijwillige ambulanciers in het algemeen, zoals is vermeld in B.2.4 en |
d'aboutir à une autre conclusion. | B.2.5, leidt niet tot een andere conclusie. |
En effet, pour vérifier le respect du principe d'égalité et de | Om de inachtneming van het beginsel van gelijkheid en |
non-discrimination, il n'est pas pertinent de comparer entre elles | niet-discriminatie te beoordelen, is het immers niet relevant twee |
deux législations qui étaient applicables à des moments différents. Il | wettelijke regelingen te vergelijken die op verschillende ogenblikken |
relève du pouvoir d'appréciation du législateur de poursuivre un | van toepassing waren. Het behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van |
objectif différent de celui qu'il poursuivait antérieurement et | de wetgever een doelstelling na te streven die verschilt van die welke |
d'adopter des dispositions de nature à le réaliser. La seule | hij vroeger nastreefde en bepalingen aan te nemen die ze kunnen |
circonstance que le législateur ait pris une mesure différente de | verwezenlijken. De enkele omstandigheid dat de wetgever een maatregel |
celle qu'il avait adoptée ne constitue pas en soi la reconnaissance | heeft genomen die verschilt van die welke hij vroeger heeft genomen, |
d'une discrimination. | houdt op zich geen erkenning van een discriminatie in. |
B.9. Par conséquent, l'article 38, § 1er, alinéa 1er, 12°, du CIR | B.9. Artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, van het WIB 1992, zoals van |
1992, tel qu'il était applicable avant sa modification par la loi du 1er | toepassing vóór de wijziging ervan bij de wet van 1 maart 2019, is |
mars 2019, est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. | bijgevolg bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 38, § 1er, alinéa 1er, 12°, du Code des impôts sur les | Artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, van het Wetboek van de |
revenus 1992, tel qu'il était applicable avant sa modification par la | inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vóór de wijziging |
loi du 1er mars 2019 « modifiant le Code des impôts sur les revenus | ervan bij de wet van 1 maart 2019 « tot wijziging van het Wetboek van |
1992, en vue d'augmenter le montant de l'exonération fiscale dont | de inkomstenbelastingen 1992, teneinde ten behoeve van de |
bénéficient les pompiers volontaires des services publics d'incendie | vrijwilligers bij de korpsen van de openbare brandweer en bij de |
et les agents volontaires de la protection civile », ne viole pas les | civiele bescherming het fiscaal vrijgesteld bedrag te verhogen », |
articles 10 et 11 de la Constitution. | schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 20 avril 2023. | op 20 april 2023. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
L. Lavrysen | L. Lavrysen |