Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 109/2023 du 6 juillet 2023 Numéro du rôle : 7953 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 318, § 4, de l'ancien Code civil, posée par le tribunal de la famille du Tribunal de première instance de Li La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges J. Moe(...)"
Extrait de l'arrêt n° 109/2023 du 6 juillet 2023 Numéro du rôle : 7953 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 318, § 4, de l'ancien Code civil, posée par le tribunal de la famille du Tribunal de première instance de Li La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges J. Moe(...) Uittreksel uit arrest nr. 109/2023 van 6 juli 2023 Rolnummer 7953 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 318, § 4, van het oud Burgerlijk Wetboek, gesteld door de familierechtbank van de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afd Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 109/2023 du 6 juillet 2023 Uittreksel uit arrest nr. 109/2023 van 6 juli 2023
Numéro du rôle : 7953 Rolnummer 7953
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 318, § 4, de In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 318, § 4, van het
l'ancien Code civil, posée par le tribunal de la famille du Tribunal oud Burgerlijk Wetboek, gesteld door de familierechtbank van de
de première instance de Liège, division de Liège. Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges J. samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de
Moerman, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt et K. Jadin, assistée rechters J. Moerman, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt en K.
du greffier N. Dupont, présidée par le président P. Nihoul, Jadin, bijgestaan door de griffier N. Dupont, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par jugement du 10 mars 2023, dont l'expédition est parvenue au greffe Bij vonnis van 10 maart 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het
de la Cour le 17 mars 2023, le tribunal de la famille du Tribunal de Hof is ingekomen op 17 maart 2023, heeft de familierechtbank van de
première instance de Liège, division de Liège, a posé la question Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende
préjudicielle suivante : prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 318, § 4 de l'ancien Code civil viole-t-il les articles « Schendt artikel 318, § 4, van het oud Burgerlijk Wetboek de
10, 11 et 22 de la Constitution, lu ou non en combinaison avec artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang
l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de
mens, in zoverre het een absolute grond van niet-ontvankelijkheid, die
qu'il instaure une fin de non-recevoir absolue, due au consentement te wijten is aan de door de echtgenoot gegeven toestemming tot
donné par le mari à l'insémination artificielle ou à un autre acte kunstmatige inseminatie of tot een andere daad die de voortplanting
ayant la procréation pour but, sauf si la conception de l'enfant ne tot doel had, tenzij de verwekking van het kind niet het gevolg ervan
peut en être la conséquence, à l'action en contestation de la kan zijn, invoert voor de vordering tot betwisting van het vaderschap
paternité du mari introduite par l'homme qui se prétend le père de van de echtgenoot die is ingesteld door de man die beweert de vader
l'enfant, dans l'hypothèse où cet enfant a été conçu dans le cadre van het kind te zijn, in het geval waarin dat kind is verwekt in het
d'une gestation pour autrui s'inscrivant dans un projet parental mené kader van een draagmoederschap dat past in een wensouderschap van die
par lui et son épouse et non par la mère porteuse de l'enfant et son man en zijn echtgenote en niet van de draagmoeder van het kind en haar
mari ? ». echtgenoot ? ».
Le 11 avril 2023, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la Op 11 april 2023 hebben de rechters-verslaggeefsters E. Bribosia en J.
Moerman, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere
loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het Hof ervan in
juges-rapporteures E. Bribosia et J. Moerman ont informé la Cour kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te
qu'elles pourraient être amenées à proposer de mettre fin à l'examen stellen het onderzoek van de zaak af te doen met een arrest gewezen op
de l'affaire par un arrêt rendu sur procédure préliminaire. voorafgaande rechtspleging.
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
Quant à la disposition en cause et à son contexte Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling en de context ervan
B.1.1. L'article 318 de l'ancien Code civil règle la possibilité de B.1.1. Artikel 318 van het oud Burgerlijk Wetboek regelt de
mogelijkheid tot betwisting van het vermoeden van het vaderschap van
contester la présomption de paternité du mari de la mère de l'enfant. de echtgenoot van de moeder van het kind. Het vermoeden van vaderschap
La présomption de paternité a été instituée par l'article 315 de is ingesteld in artikel 315 van het oud Burgerlijk Wetboek.
l'ancien Code civil. L'article 318 de l'ancien Code civil dispose : Artikel 318 van het oud Burgerlijk Wetboek bepaalt :
« § 1er. A moins que l'enfant ait la possession d'état à l'égard du « § 1. Tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de
mari, la présomption de paternité peut être contestée devant le echtgenoot, kan het vermoeden van vaderschap worden betwist voor de
tribunal de la famille par la mère, l'enfant, l'homme à l'égard duquel familierechtbank door de moeder, het kind, de man ten aanzien van wie
la filiation est établie, l'homme qui revendique la paternité de de afstamming vaststaat[,] de man die het vaderschap van het kind
l'enfant et la femme qui revendique la comaternité de l'enfant. opeist en de vrouw die het meemoederschap van het kind opeist.
§ 2. L'action de la mère doit être intentée dans l'année de la § 2. De vordering van de moeder moet worden ingesteld binnen een jaar
naissance. L'action du mari doit être intentée dans l'année de la na de geboorte. De vordering van de echtgenoot moet worden ingesteld
découverte du fait qu'il n'est pas le père de l'enfant, celle de celui binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader
qui revendique la paternité de l'enfant doit être intentée dans van het kind is, die van de man die het vaderschap van het kind opeist
l'année de la découverte qu'il est le père de l'enfant et celle de moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het feit
dat hij de vader van het kind is en die van het kind moet worden
l'enfant doit être intentée au plus tôt le jour où il a atteint l'âge ingesteld op zijn vroegst op de dag waarop het de leeftijd van twaalf
de douze ans et au plus tard le jour où il atteint l'âge de vingt-deux jaar heeft bereikt en uiterlijk op de dag waarop het de leeftijd van
ans ou dans l'année de la découverte du fait que le mari n'est pas son tweeëntwintig jaar heeft bereikt of binnen een jaar na de ontdekking
père. L'action de la femme qui revendique la comaternité doit être van het feit dat de echtgenoot zijn vader niet is[.] De vordering van
intentée dans l'année de la découverte du fait qu'elle a consenti à la de vrouw die het meemoederschap van het kind opeist, moet worden
ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat zij
conception, conformément à l'article 7 de la loi du 6 juillet 2007 overeenkomstig artikel 7 van de wet van 6 juli 2007 betreffende de
relative à la procréation médicalement assistée et à la destination medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige
des embryons surnuméraires et des gamètes, et que la conception peut embryo's en de gameten heeft toegestemd in de verwekking en de
en être la conséquence. verwekking hiervan het gevolg kan zijn.
[...] [...]
§ 3. Sans préjudice des §§ 1er et 2, la présomption de paternité du § 3. Onverminderd het bepaalde in §§ 1 en 2, wordt het vermoeden van
mari est mise à néant s'il est prouvé par toutes voies de droit que vaderschap teniet gedaan indien door alle wettelijke middelen is
l'intéressé n'est pas le père. bewezen dat de betrokkene niet de vader is.
[...] [...]
§ 4. La demande en contestation de la présomption de paternité n'est § 4. De vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap is
pas recevable si le mari a consenti à l'insémination artificielle ou à niet ontvankelijk, als de echtgenoot toestemming heeft gegeven tot
un autre acte ayant la procréation pour but, sauf si la conception de kunstmatige inseminatie of tot een andere daad die de voortplanting
l'enfant ne peut en être la conséquence. tot doel had, tenzij de verwekking van het kind hiervan niet het
gevolg kan zijn.
[...] ». [...] ».
B.1.2. Le paragraphe 4 de l'article 318 de l'ancien Code civil, qui B.1.2. Paragraaf 4 van artikel 318 van het oud Burgerlijk Wetboek, de
in het geding zijnde bepaling, voert een grond van
est la disposition en cause, instaure une fin de non-recevoir à niet-ontvankelijkheid in voor de vordering tot betwisting van het
l'action en contestation de la présomption de paternité, quel que soit vermoeden van vaderschap, ongeacht de houder van de vordering, wanneer
le titulaire de l'action, lorsque le mari a consenti à l'insémination de echtgenoot toestemming heeft gegeven tot kunstmatige inseminatie
artificielle de son épouse ou à un autre acte ayant la procréation van zijn echtgenote of tot een andere daad die de voortplanting tot
pour but, sauf si la conception de l'enfant ne peut en être la doel had, tenzij de verwekking van het kind niet het gevolg daarvan
conséquence. kan zijn.
B.1.3.1. La fin de non-recevoir en cause a été introduite par la loi B.1.3.1. De in het geding zijnde grond van niet-ontvankelijkheid werd
du 31 mars 1987 « modifiant diverses dispositions légales relatives à ingevoerd bij de wet van 31 maart 1987 « tot wijziging van een aantal
la filiation » (ci-après : la loi du 31 mars 1987). bepalingen betreffende de afstamming » (hierna : de wet van 31 maart 1987).
Il ressort des travaux préparatoires : Uit de parlementaire voorbereiding blijkt :
« La volonté de régler l'établissement de la filiation en cernant le « De wil om de regeling van de vaststelling van de afstamming zo dicht
plus possible la vérité doit avoir pour conséquence d'ouvrir largement mogelijk de waarheid te doen benaderen behoort het openstellen van de
les possibilités de contestation. mogelijkheden tot betwisting tot gevolg te hebben.
Il y a toutefois une réserve lorsque le mari a consenti à un acte Een voorbehoud wordt nochtans gemaakt indien de man heeft ingestemd
ayant eu la conception pour but par ex. l'insémination artificielle met een daad die de verwekking beoogt b.v. kunstmatige inseminatie
(article 318, § 4). En ce cas, il serait injuste à l'égard de la mère (art. 318, § 4). In dat geval zou het onbillijk zijn tegenover de
et de l'enfant que la paternité puisse encore être contestée. moeder en het kind dat het vaderschap nog zou kunnen betwist worden.
L'expression ` a consenti à un acte ayant eu la conception pour but ' Met de uitdrukking ` toegestemd met een daad die de verwekking tot
ne vise pas chaque acte susceptible d'entrainer la conception (Comp. doel had ' bedoelt men niet iedere daad die de verwekking tot gevolg
Code civil néerlandais, art. 201 et suiv.) mais seulement les actes kan gehad hebben (vgl. Nederlands Burgerlijk Wetboek, art. 201 e.v.),
accomplis dans le but de provoquer la grossesse; dans l'état actuel maar enkel die daden die tot doel hebben zwangerschap tot stand te
des choses il s'agit notamment : brengen; het gaat nl. in de huidige stand van zaken om :
a) De rapports sexuels en vue de la grossesse; a) Geslachtsbetrekkingen met het oog op zwangerschap;
b) D'insémination artificielle. La disposition proposée aura surtout pour effet d'éviter des situations inéquitables en cas d'insémination artificielle. Le texte proposé n'empêche pas la contestation lorsque le mari a consenti à ce que son épouse entretienne des rapports sexuels avec un tiers, pour autant qu'il n'ait pas explicitement consenti à sa grossesse. Il a été fait remarquer qu'il ne convient pas, dans l'hypothèse envisagée, d'exclure la contestation lorsque la mère ou l'enfant en prennent l'initiative. Ceci semble inexact : si la mère a consenti à l'insémination artificielle, il n'est pas indiqué qu'elle intente une action en b) Kunstmatige inseminatie. Vooral t.a.v. donorinseminatie zal de voorgestelde bepaling tot gevolg hebben onbillijke toestanden te vermijden. De voorgestelde tekst verhindert geen betwisting indien de man er wel mee ingestemd heeft dat zijn vrouw met een derde geslachtsbetrekkingen onderhield, voor zover hij niet expliciet toestemming gaf tot haar zwangerschap. Er werd opgemerkt dat het niet past in voornoemde hypothese de betwisting uit te sluiten als ze geschiedt op initiatief van de moeder of het kind. Dit lijkt onjuist : doordat de moeder heeft ingestemd met de kunstmatige inseminatie past het niet dat zij de vordering tot
contestation : la décision de recourir à l'insémination artificielle betwisting instelt : de beslissing tot kunstmatige inseminatie bindt
lie les deux époux. Quant à l'enfant, il n'a pas le droit d'intervenir de beide echtgenoten. Wat het kind betreft, dit heeft geen recht tot
dans la décision de ses parents d'assumer une parenté qui se situe inspraak bij de beslissing van zijn ouders een ouderschap op zich te
entre la parenté biologique et des formes de parenté socio-affective nemen dat het midden houdt tussen het biologisch ouderschap en vormen
comme l'adoption » (Doc. parl., Sénat, 1977-1978, n° 305/1, p. 12). van socio-affectief ouderschap zoals adoptie » (Parl. St., Senaat, 1977-1978, nr. 305/1, p. 12).
Le rapport fait au nom de la commission de la Justice mentionne : In het verslag namens de commissie voor de Justitie wordt vermeld :
« En d'autres termes, la contestation - et donc le désaveu - doit être « M.a.w., de betwisting - en dus de ontkenning - moet mogelijk zijn
possible lorsque la conception est le résultat d'un acte que le mari wanneer de verwekking het resultaat is van de daad die de man niet
n'a pas voulu. Tel est également le cas lorsque la femme seule a heeft gewild. Zulks is eveneens het geval wanneer enkel de vrouw
consenti à pareil acte. En effet, le texte parle expressément du toestemming heeft verleend tot bedoelde daad. In de tekst is er immers
consentement du mari, de telle sorte que la contestation est possible uitdrukkelijk sprake van de toestemming van de echtgenoot zodat de
lorsque l'acte n'a été posé que du consentement de la femme. betwisting mogelijk is wanneer de daad werd gesteld enkel en alleen
met de toestemming van de vrouw.
La Commission marque son accord sur cette interprétation [...] » (Doc. De Commissie was het eens over deze interpretatie [...] » (Parl. St.,
parl., Sénat, 1984-1985, n° 904/2, p. 56). Senaat, 1984-1985, nr. 904/2, p. 56).
B.1.3.2. Par la loi du 31 mars 1987, le législateur a souhaité B.1.3.2. Met de wet van 31 maart 1987 heeft de wetgever de
favoriser l'établissement de la filiation biologique en permettant vaststelling van de biologische afstamming willen bevorderen door
largement de contester la filiation paternelle établie par présomption ruime mogelijkheden te creëren om de afstamming van vaderszijde die
à l'égard du mari de la mère et ce n'est qu'à titre exceptionnel qu'il bij vermoeden wordt vastgesteld ten aanzien van de echtgenoot van de
moeder te betwisten, en het is slechts bij wijze van uitzondering
est impossible de contester la paternité du mari au motif qu'elle ne onmogelijk om het vaderschap van de echtgenoot te betwisten om reden
répond pas à la vérité biologique, à savoir lorsque le mari a donné dat het niet strookt met de biologische waarheid, namelijk wanneer de
son consentement à l'insémination artificielle ou à tout autre acte echtgenoot zijn toestemming heeft gegeven tot kunstmatige inseminatie
ayant la procréation pour but. of tot een andere daad die de voortplanting tot doel had.
B.1.4. La loi du 1er juillet 2006 « modifiant des dispositions du Code B.1.4. Bij de wet van 1 juli 2006 « tot wijziging van de bepalingen
civil relatives à l'établissement de la filiation et aux effets de van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de
celle-ci » (ci-après : la loi du 1er juillet 2006) a procédé à une afstamming en de gevolgen ervan » (hierna : de wet van 1 juli 2006)
réforme importante en matière de filiation. Elle n'a toutefois pas werd een belangrijke hervorming inzake afstamming doorgevoerd. Zij
modifié la fin de non-recevoir contenue dans la disposition en cause. heeft de in de in het geding zijnde bepaling vervatte grond van
niet-ontvankelijkheid echter niet gewijzigd.
Quant à la question préjudicielle Ten aanzien van de prejudiciële vraag
B.2. La Cour est interrogée sur la compatibilité de la disposition en B.2. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van
cause avec les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, lus en de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10, 11 en 22 van de
combinaison ou non avec l'article 8 de la Convention européenne des Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het
droits de l'homme, dans l'interprétation selon laquelle elle conduit à Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in de interpretatie dat
l'irrecevabilité de l'action en contestation de la présomption de zij leidt tot de niet-ontvankelijkheid van de vordering tot betwisting
paternité, introduite par l'homme qui revendique la paternité d'un van het vermoeden van vaderschap, die is ingesteld door de man die het
enfant conçu dans le cadre d'une gestation pour autrui réalisée par vaderschap opeist van een kind dat is verwekt in het kader van een
une gestatrice mariée, sans que la femme gestatrice, ni son mari draagmoederschap door een gehuwde draagmoeder, zonder dat de
n'aient de projet parental à l'égard de l'enfant né de cette gestation draagmoeder, noch haar echtgenoot een wensouderschap hebben ten
pour autrui, à laquelle il a été recouru pour réaliser le projet aanzien van het kind dat is geboren uit dat draagmoederschap, waarvan
parental de l'homme qui revendique la paternité, ainsi que de son gebruik is gemaakt om het wensouderschap te verwezenlijken van de man
épouse. die het vaderschap opeist, en van zijn echtgenote.
B.3.1. Par son arrêt n° 56/2023 du 30 mars 2023 B.3.1. Bij zijn arrest nr. 56/2023 van 30 maart 2023
(ECLI:BE:GHCC:2023:ARR.056), la Cour s'est prononcée sur la (ECLI:BE:GHCC:2023:ARR.056) heeft het Hof zich uitgesproken over de
constitutionnalité de la cause d'irrecevabilité contenue dans grondwettigheid van de grond van niet-ontvankelijkheid vervat in
l'article 318, § 4, de l'ancien Code civil, lorsqu'elle est appliquée artikel 318, § 4, van het oud Burgerlijk Wetboek, wanneer hij wordt
au cas d'une gestation pour autrui menée par une femme mariée. toegepast op het geval van een draagmoederschap door een gehuwde vrouw.
L'arrêt est motivé comme suit : Het arrest is als volgt gemotiveerd :
« B.3.1. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas « B.3.1. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet
qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium
qu'elle soit raisonnablement justifiée. Ce principe s'oppose, par berust en het redelijk verantwoord is. Dat beginsel verzet er zich
ailleurs, à ce que soient traitées de manière identique, sans overigens tegen dat categorieën van personen, die zich ten aanzien van
qu'apparaisse une justification raisonnable, des catégories de de betwiste maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden,
personnes se trouvant dans des situations qui, au regard de la mesure op identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke
critiquée, sont essentiellement différentes. verantwoording bestaat.
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende
et le but visé. middelen en het beoogde doel.
B.3.2. Le Constituant a recherché la plus grande concordance possible B.3.2. De Grondwetgever heeft gestreefd naar een zo groot mogelijke
entre l'article 22 de la Constitution et l'article 8 de la Convention concordantie tussen artikel 22 van de Grondwet en artikel 8 van het
européenne des droits de l'homme (Doc. parl., Sénat, 1992-1993, n° Europees Verdrag voor de rechten van de mens (Parl. St., Senaat,
997/5, p. 2). La portée de cet article 8 est analogue à celle de la 1992-1993, nr. 997/5, p. 2). De draagwijdte van dat artikel 8 is
disposition constitutionnelle précitée, de sorte que les garanties que analoog aan die van de voormelde grondwetsbepaling, zodat de in die
fournissent ces deux dispositions forment un tout indissociable. beide bepalingen geboden waarborgen, een onlosmakelijk geheel vormen.
B.3.3. Le régime de contestation de la présomption de paternité en B.3.3. De in het geding zijnde regeling van betwisting van het
cause relève de l'application de l'article 22 de la Constitution et de vermoeden van vaderschap valt onder de toepassing van artikel 22 van
l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme. de Grondwet en van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten
B.3.4. Le droit au respect de la vie privée et familiale, tel qu'il van de mens. B.3.4. Het recht op de eerbiediging van het privéleven en het
est garanti par les dispositions précitées, a pour but essentiel de gezinsleven, zoals het door de voormelde bepalingen wordt gewaarborgd,
protéger les personnes contre les ingérences dans leur vie privée et heeft als essentieel doel de personen te beschermen tegen inmengingen
leur vie familiale. in hun privéleven en hun gezinsleven.
L'article 22, alinéa 1er, de la Constitution, pas plus que l'article 8 Artikel 22, eerste lid, van de Grondwet sluit, evenmin als artikel 8
de la Convention européenne des droits de l'homme, n'exclut une van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, een
ingérence de l'autorité publique dans le droit au respect de la vie overheidsinmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven
privée, mais exige que cette ingérence soit prévue dans une niet uit, maar vereist dat in die inmenging wordt voorzien in een
disposition législative suffisamment précise, réponde à un besoin voldoende precieze wettelijke bepaling, dat zij beantwoordt aan een
social impérieux et soit proportionnée à l'objectif légitime dwingende maatschappelijke behoefte en dat zij evenredig is met de
poursuivi. Ces dispositions engendrent en outre l'obligation positive daarmee nagestreefde wettige doelstelling. Die bepalingen houden
pour l'autorité publique de prendre des mesures visant à garantir un bovendien de positieve verplichting in voor de overheid om maatregelen
te nemen die een daadwerkelijke eerbiediging van het privéleven en het
respect effectif de la vie familiale, même dans le cadre des relations gezinsleven garanderen, zelfs in de sfeer van de onderlinge
entre individus (CEDH, 27 octobre 1994, Kroon e.a. c. Pays-Bas, verhoudingen van individuen (EHRM, 27 oktober 1994, Kroon e.a. t.
ECLI:CE:ECHR:1994:1027JUD001853591, § 31). Nederland, ECLI:CE:ECHR:1994:1027JUD001853591, § 31).
B.3.5. Les procédures relatives à l'établissement ou à la contestation B.3.5. De procedures met betrekking tot het vaststellen of betwisten
de paternité concernent la vie privée, parce que la matière de la van de vaderlijke afstamming, raken het privéleven, omdat de materie
filiation englobe d'importants aspects de l'identité personnelle d'un van de afstamming belangrijke aspecten van iemands persoonlijke
individu (CEDH, 28 novembre 1984, Rasmussen c. Danemark, identiteit omvat (EHRM, 28 november 1984, Rasmussen t. Denemarken,
ECLI:CE:ECHR:1984:1128JUD000877779, § 33; 24 novembre 2005, Shofman c. ECLI:CE:ECHR:1984:1128JUD000877779, § 33; 24 november 2005, Shofman t.
Russie, ECLI:CE:ECHR:2005:1124JUD007482601, § 30; 12 janvier 2006, Rusland, ECLI:CE:ECHR:2005:1124JUD007482601, § 30; 12 januari 2006,
Mizzi c. Malte, ECLI:CE:ECHR:2006:0112JUD002611102, § 102; 16 juin Mizzi t. Malta, ECLI:CE:ECHR:2006:0112JUD002611102, § 102; 16 juni
2011, Pascaud c. France, ECLI:CE:ECHR:2011:0616JUD001953508, §§ 48-49; 2011, Pascaud t. Frankrijk, ECLI:CE:ECHR:2011:0616JUD001953508, §§
21 juin 2011, Kruskovic c. Croatie, 48-49; 21 juni 2011, Kruscovic t. Kroatië,
ECLI:CE:ECHR:2011:0621JUD004618508, § 20; 22 mars 2012, Ahrens c. ECLI:CE:ECHR:2011:0621JUD004618508, § 20; 22 maart 2012, Ahrens t.
Allemagne, ECLI:CE:ECHR:2012:0322JUD004507109, § 60; 12 février 2013, Duitsland, ECLI:CE:ECHR:2012:0322JUD004507109, § 60; 12 februari 2013,
Krisztissn Barnabsss Tóth c. Hongrie, Krisztissn Barnabsss Tóth t. Hongarije,
ECLI:CE:ECHR:2013:0212JUD004849406, § 28; 5 avril 2018, Doktorov c. ECLI:CE:ECHR:2013:0212JUD004849406, § 28; 5 april 2018, Doktorov t.
Bulgarie, ECLI:CE:ECHR:2018:0405JUD001507408, § 18; 13 octobre 2020, Bulgarije, ECLI:CE:ECHR:2018:0405JUD001507408, § 18; 13 oktober 2020,
Koychev c. Bulgarie, ECLI:CE:ECHR:2020:1013JUD003249515, § 44). Koychev t. Bulgarije, ECLI:CE:ECHR:2020:1013JUD003249515, § 44).
B.3.6. Lorsqu'il élabore un régime légal qui entraîne une ingérence de B.3.6. Bij de uitwerking van een wettelijke regeling die een
l'autorité publique dans la vie privée, le législateur doit ménager un overheidsinmenging in het privéleven inhoudt, dient de wetgever een
juste équilibre entre les intérêts concurrents de l'individu et de la billijk evenwicht tot stand te brengen tussen de concurrerende
société dans son ensemble (CEDH, 26 mai 1994, Keegan c. Irlande, belangen van het individu en de samenleving in haar geheel (EHRM, 26
ECLI:CE:ECHR:1994:0526JUD001696990, § 49; 27 octobre 1994, Kroon et mei 1994, Keegan t. Ierland, ECLI:CE:ECHR:1994:0526JUD001696990, § 49; 27 oktober 1994, Kroon e.a. t. Nederland,
autres c. Pays-Bas, ECLI:CE:ECHR:1994:1027JUD001853591, § 31; 2 juin ECLI:CE:ECHR:1994:1027JUD001853591, § 31; 2 juni 2005, Znamenskaya t.
2005, Znamenskaya c. Russie, ECLI:CE:ECHR:2005:0602JUD007778501, § 28; 24 novembre 2005, Shofman c. Russie, Rusland, ECLI:CE:ECHR:2005:0602JUD007778501, § 28; 24 november 2005,
ECLI:CE:ECHR:2005:1124JUD007482601, § 34). Shofman t. Rusland, ECLI:CE:ECHR:2005:1124JUD007482601, § 34).
A cet égard, le législateur dispose d'une marge d'appréciation qui In dat opzicht beschikt de wetgever over een appreciatiemarge die
n'est toutefois pas illimitée : pour apprécier si une règle légale est evenwel niet onbegrensd is : teneinde te beoordelen of een wettelijke
compatible avec le droit au respect de la vie privée, il convient de regel verenigbaar is met het recht op eerbiediging van het privéleven,
vérifier si le législateur a trouvé un juste équilibre entre tous les moet worden nagegaan of de wetgever een billijk evenwicht heeft
droits et intérêts en cause. Pour cela, il ne suffit pas que le gevonden tussen alle in het geding zijnde rechten en belangen.
législateur ménage un équilibre entre les intérêts concurrents de Daartoe volstaat het niet dat de wetgever een evenwicht tot stand
l'individu et de la société dans son ensemble, mais il doit également brengt tussen de concurrerende belangen van het individu en die van de
samenleving in haar geheel, maar moet hij ook een evenwicht tot stand
ménager un équilibre entre les intérêts contradictoires des personnes brengen tussen de concurrerende belangen van de betrokken personen
concernées (CEDH, 6 juillet 2010, Backlund c. Finlande, (EHRM, 6 juli 2010, Backlund t. Finland,
ECLI:CE:ECHR:2010:0706JUD003649805, § 46), sous peine de prendre une ECLI:CE:ECHR:2010:0706JUD003649805, § 46), op gevaar af een maatregel
mesure qui ne serait pas proportionnée aux objectifs légitimes te nemen die niet evenredig zou zijn met de nagestreefde wettige
poursuivis. doelstellingen.
B.4. Bien que la gestation pour autrui ne soit pas réglementée en B.4. Hoewel het draagmoederschap niet is geregeld in het Belgisch
droit belge, elle est pratiquée de facto en Belgique. En revanche, recht, wordt het de facto toegepast in België. Elke overeenkomst die
tout contrat destiné à lier les parties impliquées dans une gestation bestemd is om de partijen die bij een draagmoederschap zijn betrokken,
pour autrui, par exemple concernant la remise de l'enfant à la te binden, bijvoorbeeld met betrekking tot de overhandiging van het
naissance, est illicite. Un tel contrat ne produit aucun effet kind bij de geboorte, is daarentegen onwettig. Een dergelijke
juridique et ne pourra faire l'objet d'aucune exécution forcée. overeenkomst heeft geen juridische gevolgen en zal niet gedwongen ten
uitvoer kunnen worden gelegd.
A défaut de cadre légal spécifique, les règles du droit commun en Bij gebrek aan een specifiek wettelijk kader zijn de gemeenrechtelijke
matière de filiation s'appliquent à l'enfant né d'une gestation pour regels inzake afstamming van toepassing op het kind dat is geboren uit
autrui. Ainsi, en vertu de l'article 312 de l'ancien Code civil, la een draagmoederschap. Aldus, krachtens artikel 312 van het oud
mère légale de l'enfant est la femme qui est désignée dans l'acte de Burgerlijk Wetboek, is de wettelijke moeder van het kind de vrouw die
naissance, c'est-à-dire celle qui a donné naissance à l'enfant, à in de geboorteakte is vermeld, met andere woorden die welke het leven
savoir la gestatrice. Si la gestatrice est mariée, le père légal de heeft geschonken aan het kind, namelijk de draagmoeder. Indien de
l'enfant est le mari de la mère, en vertu de la présomption de draagmoeder gehuwd is, is de wettelijke vader van het kind de
paternité contenue dans l'article 315 de l'ancien Code civil. echtgenoot van de moeder, krachtens het in artikel 315 van het oud
B.5. Comme le relève le Conseil des ministres, la question Burgerlijk Wetboek vervatte vermoeden van vaderschap.
préjudicielle repose sur l'interprétation de la disposition en cause selon laquelle celle-ci empêche la contestation de la présomption de paternité qui s'applique au mari d'une femme qui a mené une gestation pour autrui afin de réaliser le projet parental d'une autre personne, sauf dans l'hypothèse où le mari de la gestatrice n'a pas donné son consentement à l'insémination artificielle ou à tout autre acte ayant la procréation pour but. La Cour limite son examen à la constitutionnalité de la disposition en cause, ainsi interprétée par la juridiction a quo, sans se prononcer sur la gestation pour autrui en tant que telle. B.6.1. Il ressort des travaux préparatoires [...] qu'en instaurant la fin de non-recevoir en cause, le législateur a souhaité éviter des situations inéquitables dans le cadre d'un projet parental partagé entre conjoints sur la base d'une insémination artificielle ou de tout autre acte ayant la procréation pour but, le conjoint acceptant de devenir le père légal d'un enfant avec lequel il n'a pas de lien B.5. Zoals de Ministerraad opmerkt, berust de prejudiciële vraag op de interpretatie van de in het geding zijnde bepaling volgens welke die verhindert dat het vermoeden van vaderschap wordt betwist dat van toepassing is op de echtgenoot van een vrouw die een draagmoederschap heeft volbracht teneinde het wensouderschap van een andere persoon te verwezenlijken, behalve in het geval waarin de echtgenoot van de draagmoeder geen toestemming heeft gegeven tot de kunstmatige inseminatie of tot een andere daad die de voortplanting tot doel had. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot de grondwettigheid van de in het geding zijnde bepaling, zoals geïnterpreteerd door het verwijzende rechtscollege, zonder zich uit te spreken over het draagmoederschap als dusdanig. B.6.1. Uit de [...] parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever, door de in het geding zijnde grond van niet-ontvankelijkheid in te voeren, onbillijke toestanden heeft willen vermijden in het kader van een gedeeld ouderschapsproject tussen huwelijkspartners op grond van kunstmatige inseminatie of enige andere daad die de voortplanting tot doel had, waarbij de echtgenoot aanvaardt de wettelijke vader te worden van een kind met wie hij geen biologische
biologique. Ces situations inéquitables surviendraient, à l'égard de band heeft. Die onbillijke toestanden zouden zich, ten aanzien van de
la mère et de l'enfant, si le mari de la mère, après avoir consenti à l'insémination artificielle ou à tout autre acte ayant la procréation pour but, c'est-à-dire après avoir accepté un projet parental dans lequel il devient le père légal d'un enfant avec lequel il n'a pas de lien biologique, se rétracte et souhaite contester sa paternité par la suite. Des situations inéquitables surviendraient également, à l'égard du mari de la mère, si la mère ou l'enfant cherchaient à contester la paternité du mari, après que celui-ci a consenti à l'insémination artificielle ou à tout autre acte ayant la procréation pour but, au seul motif qu'il n'est pas le père biologique. Le législateur a donc considéré que ` la décision de recourir à l'insémination artificielle lie les deux époux. Quant à l'enfant, il n'a pas le droit d'intervenir dans la décision de ses parents d'assumer une parenté qui se situe entre la parenté biologique et des formes de parenté socio-affective comme l'adoption ' (Doc. parl., moeder en het kind, voordoen indien de echtgenoot van de moeder, na toestemming te hebben gegeven tot kunstmatige inseminatie of tot enige andere daad die de voortplanting tot doel had, dit wil zeggen na een ouderschapsproject te hebben aanvaard waarbij hij de wettelijke vader wordt van een kind waarmee hij geen biologische band heeft, erop terugkomt en zijn vaderschap vervolgens wenst te betwisten. Onbillijke toestanden zouden zich eveneens voordoen, ten aanzien van de echtgenoot van de moeder, indien de moeder of het kind het vaderschap van de echtgenoot zouden proberen te betwisten, nadat die toestemming heeft gegeven tot de kunstmatige inseminatie of tot enige andere daad die de voortplanting tot doel had, om de enkele reden dat hij niet de biologische vader is. De wetgever heeft dus geoordeeld dat ` de beslissing tot kunstmatige inseminatie [...] de beide echtgenoten [bindt]. Wat het kind betreft, dit heeft geen recht tot inspraak bij de beslissing van zijn ouders een ouderschap op zich te nemen dat het midden houdt tussen het biologisch ouderschap en vormen van socio-affectief ouderschap zoals
Sénat, 1977-1978, n° 305/1, p. 12). adoptie ' (Parl. St., Senaat, 1977-1978, nr. 305/1, p. 12).
B.6.2. Tout en étant conscient de la possibilité que les techniques de B.6.2. Zich ervan bewust zijnde dat de bevruchtingstechnieken
fécondation connaissent des évolutions scientifiques (Doc. parl., wetenschappelijke evoluties kunnen doormaken (Parl. St., Senaat,
Sénat, 1984-1985, n° 904/2, p. 55), l'objectif du législateur en 1987 1984-1985, nr. 904/2, p. 55), wilde de wetgever in 1987 dus onbillijke
était donc d'éviter des situations inéquitables susceptibles de se toestanden vermijden die zich enkel kunnen voordoen binnen een gezin
produire uniquement au sein de la famille composée des deux époux et bestaande uit de twee echtgenoten en hun kind, die met elkaar verenigd
de leur enfant, réunis par un projet parental. En effet, c'est ce projet parental entre époux, sur lequel ceux-ci ont, par hypothèse, donné leur consentement et qui les a conduits à recourir à l'insémination artificielle ou à tout autre acte ayant la procréation pour but, qui justifie ultérieurement l'irrecevabilité de l'action en contestation de la présomption de paternité. B.6.3. L'intention du législateur d'imposer la loyauté entre époux par le respect de l'engagement qu'ils ont pris dans leur propre projet parental et, plus largement, de protéger ce projet parental de toute contestation, constitue un objectif légitime. B.7.1. Dans le cas d'une gestation pour autrui réalisée par une femme mariée, ni cette dernière, c'est-à-dire la gestatrice, ni son mari n'ont nourri un projet parental à l'égard de l'enfant né de cette gestation. La disposition en cause, telle qu'elle est interprétée par la juridiction a quo, empêche néanmoins que la présomption de paternité du mari de la gestatrice puisse être contestée par l'homme qui prétend être le père de l'enfant, dans le cas où, comme l'a jugé la juridiction a quo, le mari a donné son consentement à l'insémination artificielle dans le cadre d'une gestation pour autrui menée par son épouse ` s'inscrivant dans un projet parental mené par cet homme et non par la mère de l'enfant et son mari '. zijn door een wensouderschap. Het is immers dat wensouderschap tussen echtgenoten, waarmee zij per definitie hebben ingestemd en dat hen ertoe heeft gebracht een beroep te doen op kunstmatige inseminatie of enige andere daad die de voortplanting tot doel had, dat de niet-ontvankelijkheid van de vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap later verantwoordt. B.6.3. Het voornemen van de wetgever om tussen echtgenoten de loyauteit op te leggen door hen de binnen hun eigen wensouderschap aangegane verbintenis te doen naleven en, ruimer, om dat wensouderschap tegen elke betwisting te beschermen, vormt een wettige doelstelling. B.7.1. In het geval van een draagmoederschap door een gehuwde vrouw hebben noch die laatste, met andere woorden de draagmoeder, noch haar echtgenoot een ouderschapsproject beoogd ten aanzien van het kind dat uit dat draagmoederschap is geboren. De in het geding zijnde bepaling, zoals ze wordt geïnterpreteerd door het verwijzende rechtscollege, verhindert evenwel dat het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot van de draagmoeder kan worden betwist door de man die beweert de vader van het kind te zijn, in het geval waarin, zoals het verwijzende rechtscollege heeft geoordeeld, de echtgenoot toestemming heeft gegeven tot kunstmatige inseminatie in het kader van een draagmoederschap door zijn echtgenote ` dat past in een wensouderschap van die man en niet van de moeder van het kind en haar echtgenoot '.
Le consentement dont il est question à l'article 318, § 4, de l'ancien Code civil ne peut que concerner un projet parental entre époux. Le mari ne dispose d'aucun droit sur la personne et le corps de son épouse. Elargir ce consentement à la situation exposée ci-dessus impliquerait une ingérence dans la vie privée pour le mari de la gestatrice et pour l'homme qui revendique la paternité, voire pour l'enfant, qui ne peut être justifiée par la volonté du législateur d'éviter des situations inéquitables entre les époux réunis autour d'un projet parental et leur enfant, puisque ce projet parental fait défaut en l'espèce. B.7.2. En conséquence, interprétée en ce sens qu'elle empêche la contestation de la présomption de paternité dans le cas d'une De toestemming waarvan sprake in artikel 318, § 4, van het oud Burgerlijk Wetboek kan alleen betrekking hebben op een wensouderschap tussen echtgenoten. Een echtgenoot heeft geen enkel recht op de persoon en op het lichaam van zijn echtgenote. Die toestemming uitbreiden naar de hierboven uiteengezette situatie zou eveneens een inmenging in het privéleven betekenen voor de echtgenoot van de draagmoeder en voor de man die het vaderschap opeist, en zelfs voor het kind, die niet kan worden verantwoord door de wil van de wetgever om onbillijke toestanden te vermijden tussen echtgenoten die zijn verenigd rond een wensouderschap en hun kind, aangezien dat wensouderschap in casu ontbreekt. B.7.2. Bijgevolg, in die zin geïnterpreteerd dat zij verhindert dat het vermoeden van vaderschap wordt betwist in het geval van een
gestation pour autrui réalisée par une femme mariée, lorsque cette draagmoederschap door een gehuwde vrouw, wanneer die laatste, namelijk
dernière, à savoir la gestatrice, et son mari n'ont pas de projet de draagmoeder, en haar echtgenoot geen wensouderschap ten aanzien van
parental à l'égard de l'enfant à naître, ce qu'il appartient à la het nog ongeboren kind hebben, hetgeen het rechtscollege in concreto
juridiction de vérifier in concreto, la disposition en cause n'est pas dient na te gaan, is de in het geding zijnde bepaling niet evenredig
proportionnée au but légitime qu'elle poursuit. Tel est d'autant plus met de wettige doelstelling die ermee wordt nagestreefd. Zulks is des
le cas qu'en ce qu'elle constitue une exception à la possibilité te meer het geval omdat, in zoverre zij een uitzondering vormt op de
générale de contester la présomption de paternité du mari, la algemene mogelijkheid om het vermoeden van vaderschap van de
disposition en cause doit être interprétée de manière restrictive. echtgenoot te betwisten, de in het geding zijnde bepaling restrictief
moet worden geïnterpreteerd.
Dans cette interprétation, la disposition en cause n'est pas In die interpretatie is de in het geding zijnde bepaling niet
compatible avec les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, lus en bestaanbaar met de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in
combinaison avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de
l'homme. rechten van de mens.
B.7.3. Comme le soutient le Conseil des ministres, la Cour constate toutefois qu'une autre interprétation de la disposition en cause est possible. Si elle est interprétée comme n'empêchant pas la contestation de la présomption de paternité dans le cas d'une gestation pour autrui réalisée par une femme mariée, lorsque cette dernière, à savoir la gestatrice, et son mari n'ont pas de projet parental à l'égard de l'enfant à naître, ce qu'il appartient à la juridiction de vérifier in concreto, la disposition en cause est proportionnée au but légitime qu'elle poursuit. Dans cette interprétation, la disposition en cause est compatible avec B.7.3. Het Hof stelt evenwel vast dat, zoals de Ministerraad voorhoudt, een andere interpretatie van de in het geding zijnde bepaling mogelijk is. Indien zij in die zin wordt geïnterpreteerd dat zij niet verhindert dat het vermoeden van vaderschap wordt betwist in het geval van een draagmoederschap door een gehuwde vrouw, wanneer die laatste, namelijk de draagmoeder, en haar echtgenoot geen wensouderschap ten aanzien van het nog ongeboren kind hebben, hetgeen het rechtscollege in concreto dient na te gaan, is de in het geding zijnde bepaling evenredig met de wettige doelstelling die ermee wordt nagestreefd. In die interpretatie is de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar
les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, lus en combinaison avec met de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen
l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme ». met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens ».
B.3.2. La circonstance que l'arrêt n° 56/2023 concerne une gestation B.3.2. De omstandigheid dat het arrest nr. 56/2023 betrekking heeft op
pour autrui qui a été menée pour réaliser le projet parental d'un een draagmoederschap dat werd aangewend om het wensouderschap van een
couple masculin homosexuel et non pas, comme en l'espèce, pour mannelijk homoseksueel paar te verwezenlijken en niet, zoals te dezen,
réaliser un projet parental d'un couple hétérosexuel n'implique pas om het wensouderschap van een heteroseksueel paar te verwezenlijken,
que le raisonnement dans l'arrêt n° 56/2023 devrait être modifié. betekent niet dat de redenering in het arrest nr. 56/2023 zou moeten
B.4. Dès lors, pour les mêmes motifs que ceux qui sont mentionnés dans worden gewijzigd. B.4. Bijgevolg, om dezelfde redenen als die welke in het arrest nr.
l'arrêt n° 56/2023, l'article 318, § 4, de l'ancien Code civil n'est 56/2023 worden vermeld, is artikel 318, § 4, van het oud Burgerlijk
pas compatible avec les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, lus Wetboek niet bestaanbaar met de artikelen 10, 11 en 22 van de
en combinaison avec l'article 8 de la Convention européenne des droits Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag
de l'homme, s'il est interprété en ce sens qu'il conduit à voor de rechten van de mens, indien het in die zin wordt
l'irrecevabilité de l'action en contestation de la présomption de geïnterpreteerd dat het leidt tot de niet-ontvankelijkheid van de
paternité en cas d'une gestation pour autrui réalisée par une femme vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap in het geval
mariée, lorsque cette dernière, à savoir la gestatrice, et son mari van een draagmoederschap door een gehuwde vrouw, wanneer die laatste,
n'ont pas de projet parental à l'égard de l'enfant à naître, ce qu'il namelijk de draagmoeder, en haar echtgenoot geen wensouderschap ten
appartient à la juridiction de vérifier in concreto. aanzien van het nog ongeboren kind hebben, hetgeen het rechtscollege in concreto dient na te gaan.
En revanche, l'article 318, § 4, de l'ancien Code civil est compatible Daarentegen is artikel 318, § 4, van het oud Burgerlijk Wetboek
avec ces mêmes dispositions, s'il est interprété en ce sens qu'il ne bestaanbaar met diezelfde bepalingen indien het in die zin wordt
conduit pas à l'irrecevabilité de l'action en contestation de la geïnterpreteerd dat het niet leidt tot de niet-ontvankelijkheid van de
présomption de paternité en cas d'une gestation pour autrui réalisée vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap in het geval
par une femme mariée, lorsque cette dernière, à savoir la gestatrice, van een draagmoederschap door een gehuwde vrouw, wanneer die laatste,
et son mari n'ont pas de projet parental à l'égard de l'enfant à namelijk de draagmoeder, en haar echtgenoot geen wensouderschap ten
naître, ce qu'il appartient à la juridiction de vérifier in concreto. aanzien van het nog ongeboren kind hebben, hetgeen het rechtscollege in concreto dient na te gaan.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
- Interprété en ce sens qu'il conduit à l'irrecevabilité de l'action - In die zin geïnterpreteerd dat het leidt tot de
en contestation de la présomption de paternité en cas d'une gestation niet-ontvankelijkheid van de vordering tot betwisting van het
pour autrui réalisée par une femme mariée, lorsque cette dernière, à vermoeden van vaderschap in het geval van een draagmoederschap door
savoir la gestatrice, et son mari n'ont pas de projet parental à een gehuwde vrouw, wanneer die laatste, namelijk de draagmoeder, en
haar echtgenoot geen wensouderschap ten aanzien van het nog ongeboren
l'égard de l'enfant à naître, ce qu'il appartient à la juridiction de kind hebben, hetgeen het rechtscollege in concreto dient na te gaan,
vérifier in concreto, l'article 318, § 4, de l'ancien Code civil viole schendt artikel 318, § 4, van het oud Burgerlijk Wetboek de artikelen
les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, lus en combinaison avec 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van
l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme. het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
- Interprété en ce sens qu'il ne conduit pas à l'irrecevabilité de - In die zin geïnterpreteerd dat het niet leidt tot de
l'action en contestation de la présomption de paternité en cas d'une niet-ontvankelijkheid van de vordering tot betwisting van het
gestation pour autrui réalisée par une femme mariée, lorsque cette vermoeden van vaderschap in het geval van een draagmoederschap door
dernière, à savoir la gestatrice, et son mari n'ont pas de projet een gehuwde vrouw, wanneer die laatste, namelijk de draagmoeder, en
haar echtgenoot geen wensouderschap ten aanzien van het nog ongeboren
parental à l'égard de l'enfant à naître, ce qu'il appartient à la kind hebben, hetgeen het rechtscollege in concreto dient na te gaan,
juridiction de vérifier in concreto, l'article 318, § 4, de l'ancien schendt artikel 318, § 4, van het oud Burgerlijk Wetboek niet de
Code civil ne viole pas les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met
lus en combinaison avec l'article 8 de la Convention européenne des artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
droits de l'homme. Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof,
la Cour constitutionnelle, le 6 juillet 2023. op 6 juli 2023.
Le greffier, Le président, De griffier, De voorzitter,
N. Dupont P. Nihoul N. Dupont P. Nihoul
^