← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 108/2023 du 6 juillet 2023 Numéro du rôle : 7880 En cause :
la question préjudicielle relative à l'article 4, § 1 er , de la loi du 24 décembre
2020 « portant confirmation des arrêtés royaux pris en applica La Cour constitutionnelle, composée
des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges Y. Khe(...)"
Extrait de l'arrêt n° 108/2023 du 6 juillet 2023 Numéro du rôle : 7880 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 4, § 1 er , de la loi du 24 décembre 2020 « portant confirmation des arrêtés royaux pris en applica La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges Y. Khe(...) | Uittreksel uit arrest nr. 108/2023 van 6 juli 2023 Rolnummer 7880 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4, § 1, van de wet van 24 december 2020 « tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 108/2023 du 6 juillet 2023 | Uittreksel uit arrest nr. 108/2023 van 6 juli 2023 |
Numéro du rôle : 7880 | Rolnummer 7880 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 4, § 1er, de | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4, § 1, van de wet |
la loi du 24 décembre 2020 « portant confirmation des arrêtés royaux | van 24 december 2020 « tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten |
pris en application de la loi du 27 mars 2020 habilitant le Roi à | genomen met toepassing van de wet van 27 maart 2020 die machtiging |
prendre de mesures de lutte contre la propagation du coronavirus | verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de |
COVID-19 (II) », posée par le tribunal correctionnel francophone de | verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) », gesteld door de |
Bruxelles. | Franstalige correctionele rechtbank te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges Y. | samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de |
Kherbache, T. Detienne, S. de Bethune, E. Bribosia et W. Verrijdt, | rechters Y. Kherbache, T. Detienne, S. de Bethune, E. Bribosia en W. |
assistée du greffier N. Dupont, présidée par le président P. Nihoul, | Verrijdt, bijgestaan door de griffier N. Dupont, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 17 octobre 2022, dont l'expédition est parvenue au | Bij vonnis van 17 oktober 2022, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour le 25 octobre 2022, le tribunal correctionnel | het Hof is ingekomen op 25 oktober 2022, heeft de Franstalige |
francophone de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : | correctionele rechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 4, § 1er, de la loi du 24 décembre 2020 portant | « Schendt artikel 4, § 1, van de wet van 24 december 2020 tot |
confirmation des arrêtés royaux pris en application de la loi du 27 | bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van |
mars 2020 habilitant le Roi à prendre des mesures contre la | de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om |
maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het | |
propagation du coronavirus COVID-19 (II), viole-t-il les articles 10 | coronavirus COVID-19 (II), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in |
et 11 de la Constitution en ce que la suspension de la prescription de | zoverre de schorsing van de verjaring van de strafvordering ingevoerd |
l'action publique instituée par l'article 3 de l'arrêté royal n° 3 du | bij artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 3 van 9 april 2020 |
9 avril 2020 est applicable de manière générale, sans en excepter les | algemeen van toepassing is, zonder daarvan de rechtsplegingen uit te |
procédures dont le jugement a accusé un retard pour des raisons | sluiten waarvan het vonnis vertraging heeft opgelopen om redenen die |
étrangères à la crise sanitaire ayant justifié l'institution de ladite | losstaan van de gezondheidscrisis die de invoering van die schorsing |
suspension ? ». | heeft verantwoord ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la disposition en cause et à son contexte | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling en de context ervan |
B.1. La question préjudicielle porte sur la compatibilité de l'article | B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid van |
4, § 1er, de la loi du 24 décembre 2020 « portant confirmation des | artikel 4, § 1, van de wet van 24 december 2020 « tot bekrachtiging |
van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 27 | |
arrêtés royaux pris en application de la loi du 27 mars 2020 | maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te |
habilitant le Roi à prendre des mesures contre la propagation du | nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 |
coronavirus COVID-19 (II) » (ci-après : la loi du 24 décembre 2020) | (II) » (hierna : de wet van 24 december 2020) met de artikelen 10 en |
avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que la suspension | 11 van de Grondwet, in zoverre de schorsing van de verjaring van de |
de la prescription de l'action publique instituée par l'article 3 de | strafvordering ingevoerd bij artikel 3 van het koninklijk besluit nr. |
l'arrêté royal n° 3 du 9 avril 2020 « portant des dispositions | 3 van 9 april 2020 « houdende diverse bepalingen inzake strafprocedure |
diverses relatives à la procédure pénale et à l'exécution des peines | en uitvoering van straffen en maatregelen in het kader van de strijd |
et des mesures prévues dans le cadre de la lutte contre la propagation | tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 » (hierna : het |
du coronavirus COVID-19 » (ci-après : l'arrêté royal n° 3 du 9 avril | koninklijk besluit nr. 3 van 9 april 2020) algemeen van toepassing is, |
2020) est applicable de manière générale, sans que soient exceptées | zonder daarvan de rechtsplegingen uit te sluiten waarvan het vonnis |
les procédures dont le jugement a accusé un retard pour des raisons | vertraging heeft opgelopen om redenen die losstaan van de |
étrangères à la crise sanitaire qui a justifié l'institution de la | gezondheidscrisis die de invoering van die schorsing heeft |
suspension. | verantwoord. |
B.2.1. L'arrêté royal n° 3 du 9 avril 2020 a été pris en vertu de la | B.2.1. Het koninklijk besluit nr. 3 van 9 april 2020 is genomen |
délégation contenue dans les articles 2, alinéa 1er, et 5, § 1er, 7°, | krachtens de delegatie vervat in de artikelen 2, eerste lid, en 5, § |
de la loi du 27 mars 2020 « habilitant le Roi à prendre des mesures de | 1, 7°, van de wet van 27 maart 2020 « die machtiging verleent aan de |
lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (II) » (ci-après : | Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van |
la loi du 27 mars 2020). | het coronavirus COVID-19 (II) » (hierna : de wet van 27 maart 2020). |
Cette loi a été prise dans le cadre de la gestion de la crise | Die wet is genomen in het kader van het beheer van de |
sanitaire liée à la pandémie de COVID-19. | gezondheidscrisis ten gevolge van de COVID-19-pandemie. |
B.2.2. Afin de permettre à la Belgique de réagir face à la pandémie de | B.2.2. Teneinde het België mogelijk te maken te reageren op de |
COVID-19 et d'en gérer les conséquences, le Roi pouvait, par arrêté | COVID-19-pandemie en de gevolgen ervan op te vangen, kon de Koning, |
délibéré en Conseil des ministres (article 2, alinéa 1er), prendre des | bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad (artikel 2, |
mesures visant à garantir le bon fonctionnement des instances | eerste lid), maatregelen nemen om de goede werking van de rechterlijke |
judiciaires, et plus particulièrement la continuité de | instanties en in het bijzonder de continuïteit van de rechtsbedeling |
l'administration de la justice, tant en matière civile qu'en matière | te garanderen, voor zowel burgerlijke als strafzaken, met naleving van |
pénale, dans le respect des principes fondamentaux d'indépendance et | de fundamentele beginselen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid |
d'impartialité du pouvoir judiciaire et dans le respect des droits de | van de rechterlijke macht en met inachtneming van de rechten van |
la défense des justiciables. A cette fin, Il pouvait notamment adapter | verdediging van de rechtzoekenden. Daartoe kon Hij met name de |
l'organisation de la compétence et la procédure, en ce compris les | organisatie van de bevoegdheid aanpassen alsook de rechtspleging, met |
délais prévus par la loi (article 5, § 1er, 7° ). | inbegrip van de bij de wet bepaalde termijnen (artikel 5, § 1, 7° ). |
B.2.3. Ces arrêtés de pouvoirs spéciaux pouvaient abroger, compléter, | B.2.3. Die bijzonderemachtenbesluiten konden de geldende wettelijke |
modifier ou remplacer les dispositions légales en vigueur, même dans | bepalingen opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen, zelfs inzake |
les matières qui sont expressément réservées à la loi par la | aangelegenheden die de Grondwet uitdrukkelijk aan de wet voorbehoudt |
Constitution (article 5, § 2). | (artikel 5, § 2). |
Les arrêtés de pouvoirs spéciaux devaient être confirmés dans un délai | De bijzonderemachtenbesluiten moesten worden bekrachtigd binnen een |
d'un an à compter de leur entrée en vigueur, sans quoi ils étaient | termijn van een jaar vanaf de inwerkingtreding ervan, zo niet werden |
réputés ne jamais avoir produit d'effets (article 7, alinéas 2 et 3). | zij geacht nooit uitwerking te hebben gehad (artikel 7, tweede en |
Les pouvoirs spéciaux ont expiré le 30 juin 2020 (article 7, alinéa 1er). | derde lid). De bijzondere machten zijn vervallen op 30 juni 2020 (artikel 7, |
B.3.1. Aux termes des articles 1er, alinéa 1er, et 3 de l'arrêté royal | eerste lid). B.3.1. Luidens de artikelen 1, eerste lid, en 3 van het koninklijk |
n° 3 du 9 avril 2020, les délais de prescription de l'action publique | besluit nr. 3 van 9 april 2020 worden de verjaringstermijnen van de |
relative aux infractions au Code pénal et aux infractions aux lois | strafvordering voor de inbreuken op het Strafwetboek en voor de |
particulières sont suspendus pendant un délai égal à la durée de la | inbreuken op de bijzondere wetten geschorst gedurende een termijn |
période du 18 mars 2020 au 3 mai 2020 inclus, complétée d'une période | gelijk aan de periode van 18 maart 2020 tot en met 3 mei 2020, |
d'un mois. | aangevuld met een periode van een maand. |
Conformément à l'article 1er, alinéa 3, de l'arrêté royal n° 3 du 9 | Overeenkomstig artikel 1, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 3 |
avril 2020, cette période a été prolongée à deux reprises jusqu'au 17 | van 9 april 2020 is die periode tweemaal verlengd tot 17 juni 2020 |
juin 2020 (arrêtés royaux du 28 avril 2020 et du 13 mai 2020). | (koninklijke besluiten van 28 april 2020 en van 13 mei 2020). |
Il en résulte que la période de suspension du délai de prescription de | Hieruit vloeit voort dat de schorsingsperiode van de verjaringstermijn |
l'action publique a couru jusqu'au 17 juillet 2020. | van de strafvordering liep tot 17 juli 2020. |
B.3.2. Dans le rapport au Roi de l'arrêté royal n° 3 du 9 avril 2020, | B.3.2. In het verslag aan de Koning van het koninklijk besluit nr. 3 |
il est exposé : | van 9 april 2020 wordt uiteengezet : |
« [...] il faut des dispositions portant sur la suspension des délais | « bepalingen [zijn] vereist houdende opschorting van de |
de prescription. | verjaringstermijnen. |
Afin de garantir le bon fonctionnement des instances judiciaires tout | Teneinde de goede werking van de gerechtelijke instanties te |
en protégeant le personnel et les justiciables contre les risques | waarborgen en het personeel en de rechtzoekenden te beschermen tegen |
d'infection par le coronavirus, et afin d'assurer la continuité du | de risico's op besmetting met het coronavirus, en teneinde de |
processus judiciaire au niveau pénal, il s'impose d'adapter la | continuïteit van de strafrechtspleging te verzekeren, dient de |
procédure pénale, en ce compris les délais prévus par la loi. | strafrechtelijke procedure te worden aangepast, met inbegrip van de |
Une cause de suspension des délais de prescription est prévue en | termijnen waarin de wet voorziet. |
matière pénale pour un délai égal à la durée de la crise de coronavirus, complétée d'un mois. | Er wordt voorzien in een schorsingsgrond van de verjaringstermijnen in |
[Cette] cause de suspension fait obstacle à l'écoulement des délais de | strafzaken voor een termijn gelijk aan de duur van de coronacrisis, |
aangevuld met een maand. | |
prescription de l'action publique. Pendant ces délais de prescription, | [Die] schorsingsgrond [verhindert] dat de verjaringstermijnen van de |
qui varient selon la gravité de l'infraction (crime, délit, | strafvordering verstrijken. Binnen die verjaringstermijnen, die |
contravention), l'action publique doit être menée à bien. | variëren naargelang van de ernst van het misdrijf (misdaad, |
Or, les instances judiciaires sont contraintes par la crise liée à la | wanbedrijf, overtreding), moet de strafvordering zijn uitgeoefend. |
pandémie de coronavirus, de limiter drastiquement leurs activités aux | Door de crisis in samenhang met de coronavirus-pandemie zijn de |
affaires les plus urgentes et les plus importantes. Elles ne sont plus | gerechtelijke instanties echter verplicht om hun activiteiten |
en mesure d'assumer leurs missions habituelles, en particulier | drastisch te beperken tot de dringendste en belangrijkste zaken. Zij |
d'exercer les poursuites des infractions, en tenant compte des | kunnen niet langer hun gewone taken vervullen en kunnen inzonderheid |
niet langer de misdrijven vervolgen met inachtneming van de | |
priorités de politique criminelle qui leur ont été confiées avant | prioriteiten van het strafrechtelijk beleid zoals vastgesteld vóór de |
l'arrivée de la pandémie. Dès lors, pour garantir l'application | uitbraak van de pandemie. Derhalve is het, om de daadwerkelijke |
effective des lois pénales, protéger la société et garantir l'état de | toepassing van de strafwetten te waarborgen, de maatschappij te |
droit, il est nécessaire de suspendre légalement et pour une durée | beschermen en de rechtsstaat te waarborgen, noodzakelijk om de |
limitée, l'effet d'écoulement du temps sur la prescription des | weerslag van het tijdsverloop op de verjaring van de misdrijven |
infractions. | wettelijk en voor beperkte tijd te schorsen. |
[...] | [...] |
Compte tenu du fait que de nombreuses affaires pénales ne peuvent être | Gelet op het feit dat vele strafzaken zowel op het vlak van de |
poursuivies ni en termes de procédure pénale ni en termes d'exécution, | strafvordering als op het vlak van de tenuitvoerlegging niet kunnen |
cet article prévoit que les délais de prescription sont suspendus pour | doorgaan, bepaalt dit artikel dat de verjaringstermijnen zijn |
une certaine durée. La durée est fixée à la période de la crise, | opgeschort voor een bepaalde duur. De duur is bepaald op de duur van |
complétée d'un mois. Ce délai supplémentaire d'un mois est justifié | de crisis aangevuld met één maand. Deze aanvulling van één maand wordt |
par le fait qu'après la fin de la crise, ces cas d'enquête, de procès | verantwoord door het feit dat na het einde van de crisis dergelijke |
et d'exécution ne peuvent être traités ou récupérés immédiatement en | zaken van onderzoek, berechtingen en tenuitvoerlegging niet meteen op |
un seul jour ». | één dag kunnen worden behandeld of ingehaald ». |
B.4. L'article 4 de la loi du 24 décembre 2020 confirme l'arrêté royal | B.4. Artikel 4 van de wet van 24 december 2020 bekrachtigt het |
n° 3 du 9 avril 2020 ainsi que les arrêtés royaux du 28 avril 2020 et | koninklijk besluit nr. 3 van 9 april 2020, alsook de koninklijke |
du 13 mai 2020, qui ont prolongé la période de suspension de la | besluiten van 28 april 2020 en van 13 mei 2020, die de periode waarin |
prescription de l'action publique. | de verjaring van de strafvordering kon worden geschorst, hebben verlengd. |
La loi du 24 décembre 2020 est entrée en vigueur le jour de sa | De wet van 24 december 2020 is in werking getreden op de dag van de |
publication au Moniteur belge, à savoir le 15 janvier 2021 (article | bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, namelijk op 15 januari |
34). | 2021 (artikel 34). |
Quant au fond | Ten gronde |
B.5. La Cour est interrogée sur la compatibilité de l'article 4 de la | B.5. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel 4 |
loi du 24 décembre 2020 avec les articles 10 et 11 de la Constitution, | van de wet van 24 december 2020 met de artikelen 10 en 11 van de |
en ce que la suspension de la prescription de l'action publique | Grondwet, in zoverre de bij artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 3 |
instaurée par l'article 3 de l'arrêté royal n° 3 du 9 avril 2020 et | van 9 april 2020 ingevoerde en bij de koninklijke besluiten van 28 |
prolongée par les arrêtés royaux du 28 avril 2020 et du 13 mai 2020 | april 2020 en 13 mei 2020 verlengde schorsing van de verjaring van de |
est applicable de manière générale, sans qu'il soit fait une | strafvordering algemeen van toepassing is, zonder daarbij een |
distinction selon que les procédures pénales ont subi ou non un retard | onderscheid te maken naargelang de strafprocedures wel of geen |
dû à la pandémie de COVID-19. | vertraging hebben opgelopen ingevolge de COVID-19-pandemie. |
B.6. La question préjudicielle porte sur l'identité de traitement de | B.6. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de identieke |
deux catégories de personnes : d'une part, les personnes dont le | behandeling van twee categorieën van personen : diegenen wier |
prononcé dans la procédure pénale a subi un retard pour des motifs qui | uitspraak in de strafprocedure achterstand heeft opgelopen om redenen |
sont étrangers à la pandémie de COVID-19 et, d'autre part, les | die losstaan van de COVID-19-pandemie en diegenen wier uitspraak in de |
personnes dont le prononcé dans la procédure pénale a subi un retard | strafprocedure een achterstand heeft opgelopen die aan de |
imputable à la pandémie de COVID-19. | COVID-19-pandemie is toe te schrijven. |
B.7. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | B.7. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit |
qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. Ce principe s'oppose, par | en het redelijk verantwoord is. Dat beginsel verzet er zich overigens |
ailleurs, à ce que soient traitées de manière identique, sans | tegen dat categorieën van personen, die zich ten aanzien van de |
qu'apparaisse une justification raisonnable, des catégories de | betwiste maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden, op |
personnes se trouvant dans des situations qui, au regard de la mesure | identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke |
critiquée, sont essentiellement différentes. | verantwoording bestaat. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende |
et le but visé. | middelen en het beoogde doel. |
B.8. Comme il est dit en B.3.2, l'arrêté royal n° 3 du 9 avril 2020 a | B.8. Zoals is vermeld in B.3.2 heeft het koninklijk besluit nr. 3 van |
pour objectif de garantir l'application effective des lois pénales, de | 9 april 2020 tot doel de daadwerkelijke toepassing van de strafwetten |
protéger la société et de garantir l'Etat de droit, étant donné que | te waarborgen, de maatschappij te beschermen en de rechtsstaat te |
les instances judiciaires ont été contraintes, en raison de la crise | vrijwaren, daar de rechterlijke instanties, door de crisis ten gevolge |
liée à la pandémie de COVID-19, de limiter drastiquement leurs | van de COVID-19-pandemie, ertoe zijn verplicht hun activiteiten |
activités aux affaires les plus urgentes et les plus importantes. Ces | drastisch te beperken tot de dringendste en belangrijkste zaken. Die |
objectifs sont légitimes. | doelstellingen zijn legitiem. |
B.9. Le législateur a pu raisonnablement considérer que, dans les | B.9. De wetgever vermocht redelijkerwijs ervan uit te gaan dat het in |
circonstances exposées en B.8, il n'était pas nécessaire ni réalisable | de in B.8 vermelde omstandigheden niet noodzakelijk, noch haalbaar was |
d'exiger de ces instances judiciaires qu'elles déterminent au cas par | van die rechterlijke instanties te eisen dat zij geval per geval |
cas si la pandémie a eu une incidence concrète sur le traitement d'une | bepalen of de pandemie een concrete weerslag heeft gehad op de |
affaire pour décider que la prescription de l'action publique est | behandeling van een zaak, om te beslissen dat de verjaring van de |
suspendue dans telle ou telle affaire. | strafvordering in een zaak geschorst wordt. |
En outre, étant donné que l'arrêté royal n° 3 du 9 avril 2020 a pour | Bovendien, gelet op het feit dat het koninklijk besluit nr. 3 van 9 |
objectifs de garantir le bon fonctionnement des instances judiciaires | april 2020 tot doel heeft de goede werking van de rechterlijke |
et d'assurer la continuité du processus judiciaire au niveau pénal, il | instanties en de continuïteit van de rechtsbedeling op strafrechtelijk |
n'est pas déraisonnable d'éviter d'imposer une charge de travail | niveau te garanderen, is het niet onredelijk te voorkomen dat de |
supplémentaire aux instances judiciaires. | rechterlijke instanties extra werklast wordt opgelegd. |
B.10. Il résulte de ce qui précède que l'article 4 de la loi du 24 | B.10. Uit het voormelde volgt dat artikel 4 van de wet van 24 december |
décembre 2020 n'est pas incompatible avec les articles 10 et 11 de la | 2020 niet onbestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Constitution. | |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 4, § 1er, de la loi du 24 décembre 2020 « portant | Artikel 4, § 1, van de wet van 24 december 2020 « tot bekrachtiging |
confirmation des arrêtés royaux pris en application de la loi du 27 | van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 27 |
mars 2020 habilitant le Roi à prendre des mesures contre la | maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te |
propagation du coronavirus COVID-19 (II) » ne viole pas les articles | nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 |
10 et 11 de la Constitution. | (II) » schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 6 juillet 2023. | op 6 juli 2023. |
Le greffier, Le président, | De griffier, De voorzitter, |
N. Dupont P. Nihoul | N. Dupont P. Nihoul |