← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 17/2023 du 2 février 2023 Numéro du rôle : 7769 En cause : la
question préjudicielle concernant l'article 49/1 de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police de
la circulation routière », posée par la Cour de cassatio La Cour constitutionnelle, composée
des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges T. Gie(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 17/2023 du 2 février 2023 Numéro du rôle : 7769 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 49/1 de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police de la circulation routière », posée par la Cour de cassatio La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges T. Gie(...) | Uittreksel uit arrest nr. 17/2023 van 2 februari 2023 Rolnummer 7769 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 49/1 van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer », gesteld door het Hof van Cassatie. Het Gron samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters T. Giet, J. Moerman, E. Br(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 17/2023 du 2 février 2023 | Uittreksel uit arrest nr. 17/2023 van 2 februari 2023 |
| Numéro du rôle : 7769 | Rolnummer 7769 |
| En cause : la question préjudicielle concernant l'article 49/1 de la | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 49/1 van de wet van 16 |
| loi du 16 mars 1968 « relative à la police de la circulation routière | maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer », gesteld |
| », posée par la Cour de cassation. | door het Hof van Cassatie. |
| La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
| composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de |
| Giet, J. Moerman, E. Bribosia, W. Verrijdt et K. Jadin, assistée du | rechters T. Giet, J. Moerman, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin, |
| greffier F. Meersschaut, présidée par le président L. Lavrysen, | bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Par arrêt du 22 février 2022, dont l'expédition est parvenue au greffe | Bij arrest van 22 februari 2022, waarvan de expeditie ter griffie van |
| de la Cour le 8 mars 2022, la Cour de cassation a posé la question | het Hof is ingekomen op 8 maart 2022, heeft het Hof van Cassatie de |
| préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 49/1 de la loi relative à la police de la circulation | |
| routière viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce | « Schendt artikel 49/1 Wegverkeerswet de artikelen 10 en 11 Grondwet |
| que le législateur ne prévoit pas une différence de répression selon | doordat de wetgever niet voorziet in een onderscheid in bestraffing al |
| que l'auteur commet l'infraction en question délibérément ou par | naargelang de dader dit misdrijf opzettelijk dan wel louter uit |
| simple négligence ? ». | onachtzaamheid pleegt ? ». |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. L'article 49/1 de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police | B.1. Artikel 49/1 van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de |
| de la circulation routière » (ci-après : la loi du 16 mars 1968) dispose : | politie over het wegverkeer » (hierna : de Wegverkeerswet) bepaalt : |
| « Est puni d'une amende de 200 euros à 2 000 euros, celui qui, après | « Met geldboete van 200 euro tot 2000 euro wordt gestraft hij die, |
| qu'une déchéance du droit de conduire a été prononcée contre lui, ne | nadat tegen hem een verval van het recht op sturen werd uitgesproken, |
| restitue pas son permis de conduire ou le titre qui en tient lieu dans | zijn rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs niet inlevert binnen |
| les délais fixés par le Roi. | de door de Koning bepaalde termijn. |
| En cas de circonstances atténuantes, l'amende peut être réduite sans | In geval van verzachtende omstandigheden kan de geldboete verminderd |
| qu'elle puisse être inférieure à un euro. | worden, zonder dat ze minder dan één euro mag bedragen. |
| Les peines sont doublées s'il y a récidive dans les trois ans à dater | De straffen worden verdubbeld bij herhaling binnen drie jaar te |
| d'un jugement antérieur portant condamnation et coulé en force de | rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis |
| chose jugée ». | dat in kracht van gewijsde is gegaan ». |
| B.2. Il est demandé à la Cour si cette disposition est compatible avec | B.2. Het Hof wordt gevraagd of die bepaling bestaanbaar is met de |
| les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'aucune distinction | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat geen onderscheid wordt |
| n'est faite quant à la sanction, selon que l'auteur commet | gemaakt in de bestraffing, naargelang de dader het erin omschreven |
| l'infraction y définie de manière intentionnelle ou par négligence. | misdrijf opzettelijk dan wel uit onachtzaamheid pleegt. |
| B.3.1. Les articles 10 et 11 de la Constitution garantissent le | B.3.1. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet waarborgen het beginsel |
| principe d'égalité et de non-discrimination. | van gelijkheid en niet-discriminatie. |
| B.3.2. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | B.3.2. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet |
| qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen |
| personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium |
| qu'elle soit raisonnablement justifiée. Ce principe s'oppose, par | berust en het redelijk verantwoord is. Dat beginsel verzet er zich |
| ailleurs, à ce que soient traitées de manière identique, sans | overigens tegen dat categorieën van personen, die zich ten aanzien van |
| qu'apparaisse une justification raisonnable, des catégories de | de betwiste maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden, |
| personnes se trouvant dans des situations qui, au regard de la mesure | op identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke |
| critiquée, sont essentiellement différentes. | verantwoording bestaat. |
| L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
| compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
| nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
| non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
| de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende |
| et le but visé. | middelen en het beoogde doel. |
| B.3.3. Le caractère répréhensible de certains faits, la décision | B.3.3. De laakbaarheid van bepaalde feiten, de vaststelling ervan als |
| d'ériger ceux-ci en infraction, la gravité de cette infraction et la | een misdrijf, de ernst van dat misdrijf en de zwaarwichtigheid waarmee |
| sévérité avec laquelle elle peut être punie relèvent du pouvoir | het kan worden bestraft, behoren tot de beoordelingsbevoegdheid van de |
| d'appréciation du législateur. | wetgever. |
| La Cour empiéterait sur le domaine réservé au législateur si, en | Het Hof zou zich op het aan de wetgever voorbehouden domein begeven |
| s'interrogeant sur la justification des différences entre des | indien het bij de vraag naar de verantwoording van verschillen in |
| comportements, dont certains sont érigés en infraction et d'autres | gedragingen, waarvan sommige strafbaar worden gesteld en andere niet, |
| pas, et sur la justification de répressions identiques de comportements qui diffèrent entre eux sur certains points, elle procédait chaque fois à une mise en balance fondée sur un jugement de valeur quant au caractère répréhensible des faits en cause par rapport à d'autres faits non punissables ou par rapport à d'autres faits punissables et ne limitait pas son examen aux cas dans lesquels le choix du législateur est à ce point incohérent qu'il aboutit à une différence de traitement manifestement déraisonnable, à une identité de traitement manifestement déraisonnable ou à une sanction manifestement disproportionnée. B.4.1. La disposition en cause fait partie du chapitre VI (« Déchéance | evenals bij de vraag naar de verantwoording van identieke strafrechtelijke behandelingen van gedragingen die op bepaalde punten van elkaar verschillen, telkens een afweging zou maken op grond van een waardeoordeel over de laakbaarheid van de betrokken feiten ten opzichte van andere niet-strafbare feiten of ten opzichte van andere strafbare feiten en zijn onderzoek niet zou beperken tot de gevallen waarin de keuze van de wetgever dermate onsamenhangend is dat ze leidt tot een kennelijk onredelijk verschil in behandeling, tot een kennelijk onredelijke identieke behandeling of tot een kennelijk onevenredige straf. B.4.1. De in het geding zijnde bepaling maakt deel uit van hoofdstuk |
| du droit de conduire ») du titre IV (« Dispositions pénales et mesures | VI (« Verval van het recht tot sturen ») van titel IV (« |
| de sûreté ») de la loi du 16 mars 1968. | Strafbepalingen en veiligheidsmaatregelen ») van de Wegverkeerswet. |
| Cette disposition prévoit des peines applicables aux personnes qui, | Die bepaling voorziet in straffen voor de personen die, nadat tegen |
| après qu'une déchéance du droit de conduire a été prononcée par un | hen een verval van het recht tot sturen werd uitsproken door een |
| juge à leur encontre, ne restituent pas leur permis de conduire ou le | rechter, hun rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs niet |
| titre qui en tient lieu dans les délais fixés par le Roi. | inleveren binnen de door de Koning bepaalde termijn. |
| B.4.2. Selon l'article 67 de l'arrêté royal du 23 mars 1998 « relatif | B.4.2. Volgens artikel 67 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 |
| au permis de conduire » (ci-après : l'arrêté royal du 23 mars 1998), | « betreffende het rijbewijs » (hierna : het koninklijk besluit van 23 |
| les personnes qui sont condamnées à une déchéance du droit de conduire | maart 1998) moeten de personen die een verval van het recht tot sturen |
| à titre de peine doivent faire parvenir leur permis de conduire ou le | als straf hebben opgelopen, hun rijbewijs of als zodanig geldend |
| titre qui en tient lieu au greffier de la juridiction qui a rendu la | bewijs inleveren bij de griffier van het gerecht dat de beslissing |
| décision, et ce dans les quatre jours suivant la date de | heeft uitgesproken en dit binnen vier dagen na de dag waarop het |
| l'avertissement donné au condamné par le ministère public conformément | openbaar ministerie de kennisgeving aan de veroordeelde heeft gedaan |
| à l'article 40 de la loi du 16 mars 1968. Selon cet article 40, la | overeenkomstig artikel 40 van de Wegverkeerswet. Volgens dat artikel |
| déchéance du droit de conduire prend cours le cinquième jour suivant | 40 gaat het verval van het recht tot sturen in de vijfde dag na die |
| la date de l'avertissement donné au condamné par le ministère public. | waarop het openbaar ministerie de kennisgeving aan de veroordeelde |
| Si la déchéance a été prononcée non pas au titre de peine, mais pour | heeft gedaan. Wanneer het verval niet als straf werd uitgesproken, |
| incapacité physique ou psychique, le permis de conduire doit, selon | maar wegens lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid, moet de |
| l'article 67 de l'arrêté royal précité, être restitué dans les quatre | inlevering van het rijbewijs, volgens artikel 67 van het voormelde |
| jours du prononcé de la décision si celle-ci est contradictoire ou de | koninklijk besluit, gebeuren binnen vier dagen na de uitspraak van de |
| sa signification si elle a été rendue par défaut, nonobstant tout recours. Les samedis, dimanches et jours fériés légaux ne sont pas compris dans les délais précités. B.5. Des personnes ne peuvent donc se rendre coupables de l'infraction visée à l'article 49/1 de la loi du 16 mars 1968 qu'après qu'un juge a prononcé une déchéance du droit de conduire à leur encontre et, à moins que la déchéance soit prononcée contradictoirement pour incapacité physique ou psychique, après un avertissement ou une signification de la décision judiciaire concernée. B.6.1. Selon la disposition en cause, l'infraction qu'elle décrit est passible d'une amende de 200 à 2 000 euros (avant application des décimes additionnels) et le juge peut réduire cette amende en cas de circonstances atténuantes, sans qu'elle puisse être inférieure à 1 euro. | beslissing wanneer deze op tegenspraak is gewezen, of na de betekening wanneer zij bij verstek is gewezen niettegenstaande voorziening. Zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen zijn niet begrepen in de voormelde termijn. B.5. Personen kunnen zich aldus slechts schuldig maken aan het plegen van het in artikel 49/1 van de Wegverkeerswet bedoelde misdrijf nadat een rechter tegen hen een verval van het recht op sturen heeft uitgesproken en, behoudens wanneer het verval op tegenspraak wordt uitgesproken wegens lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid, na een kennisgeving of een betekening van de desbetreffende rechterlijke beslissing. B.6.1. Volgens de in het geding zijnde bepaling kan het erin omschreven misdrijf worden bestraft met een geldboete van 200 tot 2 000 euro (vóór de toepassing van de opdeciemen) en kan de rechter die geldboete in geval van verzachtende omstandigheden verminderen, zonder dat ze minder dan één euro mag bedragen. |
| B.6.2. Le fait que l'infraction puisse être punie d'une amende de 200 | B.6.2. Het feit dat het misdrijf kan worden bestraft met een geldboete |
| à 2 000 euros n'est pas sans justification raisonnable au regard des | van 200 tot 2 000 euro, is niet zonder redelijke verantwoording ten |
| objectifs poursuivis par le législateur qui consistent à augmenter la | aanzien van de door de wetgever nagestreefde doelstellingen |
| sécurité routière et à faire en sorte que les décisions judiciaires en | betreffende het verhogen van de verkeersveiligheid en het handhaven |
| matière de roulage aient des effets concrets, compte tenu de ce que le | van rechterlijke beslissingen in verkeerszaken, gelet op het feit dat |
| juge peut, en fonction des cas d'espèce, choisir une sanction dans des | de rechter, naar gelang van het voorliggende geval, een sanctie binnen |
| fourchettes de peines suffisamment larges et peut en outre réduire les | voldoende ruime marges van straffen kan kiezen en bovendien de bij de |
| peines prévues par la loi en cas de circonstances atténuantes. | wet bepaalde straffen kan verminderen in geval van verzachtende |
| omstandigheden. | |
| B.7. Compte tenu des modalités pénales précitées ainsi que du fait que | B.7. Rekening houdend met de voormelde strafmodaliteiten, evenals met |
| les personnes condamnées à une déchéance du droit de conduire sont | het feit dat de personen tegen wie een verval van het recht tot sturen |
| informées, à la suite du prononcé de celle-ci, de leur obligation de | wordt uitgesproken, naar aanleiding van die uitspraak ervan op de |
| faire parvenir leur permis de conduire au greffier de la juridiction | hoogte worden gebracht dat zij hun rijbewijs bij de griffier van het |
| concernée dans les délais fixés à l'article 67 de l'arrêté royal du 23 | betrokken gerecht dienen in te leveren binnen de in artikel 67 van het |
| mars 1998, il n'est pas sans justification raisonnable que la | koninklijk besluit van 23 maart 1998 bepaalde termijn, is het niet |
| disposition en cause ne fasse pas, quant à la sanction, une | zonder redelijke verantwoording dat de in het geding zijnde bepaling |
| distinction selon que l'auteur commet l'infraction qu'elle décrit de | geen onderscheid maakt in de bestraffing, naargelang de dader het erin |
| omschreven misdrijf opzettelijk dan wel uit onachtzaamheid pleegt. | |
| manière intentionnelle ou par négligence. | B.8. De in het geding zijnde bepaling is bestaanbaar met de artikelen |
| B.8. La disposition en cause est compatible avec les articles 10 et 11 | 10 en 11 van de Grondwet. |
| de la Constitution. | |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| L'article 49/1 de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police de la | Artikel 49/1 van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie |
| circulation routière » ne viole pas les articles 10 et 11 de la | over het wegverkeer » schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
| Constitution. | niet. |
| Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| la Cour constitutionnelle, le 2 février 2023. | op 2 februari 2023. |
| Le greffier, | De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |
| Le président, | De voorzitter, |
| L. Lavrysen | L. Lavrysen |