← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 13/2023 du 26 janvier 2023 Numéro du rôle : 7745 En cause :
les questions préjudicielles relatives à l'article 23, § 5, du Code de la nationalité belge, posées
par la Cour d'appel de Bruxelles. La Cour constituti composée des présidents
P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne(...)"
Extrait de l'arrêt n° 13/2023 du 26 janvier 2023 Numéro du rôle : 7745 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 23, § 5, du Code de la nationalité belge, posées par la Cour d'appel de Bruxelles. La Cour constituti composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne(...) | Uittreksel uit arrest nr. 13/2023 van 26 januari 2023 Rolnummer 7745 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 23, § 5, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel. Het Grondwe samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters M. Pâques, Y. Kherbache, T(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 13/2023 du 26 janvier 2023 | Uittreksel uit arrest nr. 13/2023 van 26 januari 2023 |
Numéro du rôle : 7745 | Rolnummer 7745 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 23, § 5, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 23, § 5, van het |
du Code de la nationalité belge, posées par la Cour d'appel de | Wetboek van de Belgische nationaliteit, gesteld door het Hof van |
Bruxelles. | Beroep te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges M. | samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de |
Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, S. de Bethune et K. Jadin, assistée | rechters M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, S. de Bethune en K. |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président P. Nihoul, | Jadin, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par arrêt du 23 décembre 2021, dont l'expédition est parvenue au | Bij arrest van 23 december 2021, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour le 2 février 2022, la Cour d'appel de Bruxelles a | het Hof is ingekomen op 2 februari 2022, heeft het Hof van Beroep te |
posé les questions préjudicielles suivantes : | Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
1. « L'article 23, § 5 du Code de la nationalité belge viole-t-il les | 1. « Schendt artikel 23, § 5, van het Wetboek van de Belgische |
articles 13, 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou combinés | nationaliteit de artikelen 13, 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet |
avec l'article 6 de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme | in samenhang gelezen met artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van |
et des libertés fondamentales, en ce qu'il limite à huit jours, à | de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre het de |
termijn om verzet aan te tekenen tegen een arrest van het hof van | |
compter de la signification ou de la publication, le délai pour faire | beroep waarbij de vervallenverklaring van de nationaliteit bij verstek |
opposition à un arrêt de la cour d'appel prononçant la déchéance de la | wordt uitgesproken, beperkt tot acht dagen, vanaf de betekening of de |
nationalité par défaut, alors que l'intéressé dispose d'un délai de | bekendmaking, terwijl de betrokkene beschikt over een termijn van |
vijftien dagen, in voorkomend geval verlengd met toepassing van | |
quinze jours, le cas échéant prolongé en application de l'article 55 | artikel 55 van het Gerechtelijk Wetboek, om verzet aan te tekenen |
du Code judiciaire, pour faire opposition au jugement correctionnel | tegen het correctionele vonnis waarbij zijn veroordeling bij verstek |
qui a prononcé par défaut sa condamnation pour des faits qui ont | is uitgesproken wegens feiten die hebben verantwoord dat hij door het |
justifié qu'il soit déchu par la cour d'appel de sa nationalité belge | hof van beroep van zijn Belgische nationaliteit vervallen werd |
en application de l'article 23 du Code de la nationalité belge ? »; | verklaard met toepassing van artikel 23 van het Wetboek van de |
Belgische nationaliteit ? »; | |
2. « L'article 23, § 5, alinéa 2 du Code de la nationalité belge | 2. « Schendt artikel 23, § 5, tweede lid, van het Wetboek van de |
viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou | Belgische nationaliteit de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan |
combinés avec l'article 6 de la Convention de sauvegarde des droits de | niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Verdrag tot |
l'homme et des libertés fondamentales, en ce qu'il limite à huit jours | bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, |
le délai pour faire opposition à un arrêt de la cour d'appel | in zoverre het de termijn om verzet aan te tekenen tegen een arrest |
prononçant la déchéance de la nationalité par défaut, à compter de la | van het hof van beroep waarbij de vervallenverklaring van de |
nationaliteit bij verstek wordt uitgesproken, beperkt tot acht dagen, | |
signification ou de la publication, alors qu'en matière civile, selon | vanaf de betekening of de bekendmaking, terwijl de termijn om verzet |
l'article 1048, alinéa 1er du Code judiciaire et sauf exception, le | aan te tekenen in burgerlijke zaken, volgens artikel 1048, eerste lid, |
van het Gerechtelijk Wetboek en behoudens uitzondering, één maand | |
délai d'opposition est d'un mois à compter de la signification de la | vanaf de betekening van de bij verstek uitgesproken beslissing |
décision prononcée par défaut ? »; | bedraagt ? »; |
3. « L'article 23, § 5, alinéa 2 du Code de la nationalité belge | 3. « Schendt artikel 23, § 5, tweede lid, van het Wetboek van de |
viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou | Belgische nationaliteit de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan |
combinés avec l'article 6 de la Convention de sauvegarde des droits de | niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Verdrag tot |
l'homme et des libertés fondamentales, en ce qu'il ne permet pas de | bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, |
prolonger le délai de huit jours pour faire opposition à un arrêt de | in zoverre het niet de mogelijkheid biedt om de termijn van acht dagen |
om verzet aan te tekenen tegen een arrest van het hof van beroep | |
la cour d'appel prononçant la déchéance de la nationalité pas défaut, | waarbij de vervallenverklaring van de nationaliteit bij verstek wordt |
alors qu'en matière civile, selon l'article 50, alinéa 2 du Code | uitgesproken, te verlengen, terwijl de in artikel 1048, eerste lid, |
judiciaire, le délai d'opposition fixé à l'article 1048, alinéa 1er du | van het Gerechtelijk Wetboek vastgestelde termijn om verzet aan te |
Code judiciaire est prolongé, s'il prend cours et expire pendant les | tekenen in burgerlijke zaken, volgens artikel 50, tweede lid, van het |
vacances judiciaires, jusqu'au quinzième jour de l'année judiciaire | Gerechtelijk Wetboek, wordt verlengd tot de vijftiende dag van het |
nieuwe gerechtelijke jaar indien hij een aanvang neemt en verstrijkt | |
nouvelle ? »; | tijdens de gerechtelijke vakantie ? »; |
4. « L'article 23, § 5, alinéa 2 du Code de la nationalité belge | 4. « Schendt artikel 23, § 5, tweede lid, van het Wetboek van de |
viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou | Belgische nationaliteit de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan |
combinés avec l'article 6 de la Convention de sauvegarde des droits de | niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Verdrag tot |
l'homme et des libertés fondamentales, en ce qu'il ne permet pas de | bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, |
prolonger le délai de huit jours pour faire opposition à un arrêt de | in zoverre het niet de mogelijkheid biedt om de termijn van acht dagen |
om verzet aan te tekenen tegen een arrest van het hof van beroep | |
la cour d'appel prononçant la déchéance de la nationalité par défaut, | waarbij de vervallenverklaring van de nationaliteit bij verstek wordt |
alors qu'en matière civile, selon l'article 1048, alinéa 2 du Code | uitgesproken, te verlengen, terwijl de in artikel 1048, eerste lid, |
van het Gerechtelijk Wetboek vastgestelde termijn om verzet aan te | |
judiciaire, le délai d'opposition fixé à l'article 1048, alinéa 1er du | tekenen in burgerlijke zaken, volgens artikel 1048, tweede lid, van |
Code judiciaire est prolongé conformément à l'article 55 du même code, | het Gerechtelijk Wetboek, wordt verlengd overeenkomstig artikel 55 van |
lorsque le défaillant n'a en Belgique ni domicile, ni résidence, ni | hetzelfde Wetboek, wanneer de niet-verschenen partij geen woon- of |
domicile élu ? ». | verblijfplaats of geen gekozen woonplaats in België heeft ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la disposition en cause | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling |
B.1. L'article 23 du Code de la nationalité belge dispose : | B.1. Artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit bepaalt : |
« § 1er. Les Belges qui ne tiennent pas leur nationalité d'un auteur | « § 1. De Belgen die hun nationaliteit niet hebben verkregen van een |
ou adoptant belge au jour de leur naissance et les Belges qui ne se | ouder of een adoptant die Belg was op de dag van hun geboorte en de |
Belgen wier nationaliteit niet werd toegekend op grond van de | |
sont pas vu attribuer leur nationalité en vertu des articles 11 et | artikelen 11 en 11bis, kunnen van de Belgische nationaliteit vervallen |
11bis peuvent être déchus de la nationalité belge : | worden verklaard : |
[...] | [...] |
2° s'ils manquent gravement à leurs devoirs de citoyen belge. | 2° indien zij ernstig tekortkomen aan hun verplichtingen als Belgische burger. |
[...] | [...] |
§ 2. La déchéance est poursuivie par le ministère public. Les | § 2. De vervallenverklaring wordt gevorderd door het openbaar |
manquements reprochés sont spécifiés dans l'exploit de citation. | ministerie. De ten laste gelegde tekortkomingen worden in het |
dagvaardingsexploot nauwkeurig omschreven. | |
§ 3. L'action en déchéance se poursuit devant la Cour d'appel de la | § 3. De vordering tot vervallenverklaring wordt vervolgd voor het hof |
résidence principale en Belgique du défendeur ou, à défaut, devant la | van beroep van de hoofdverblijfplaats in België van de verweerder of, |
Cour d'appel de Bruxelles. | bij gebreke daarvan, voor het hof van beroep te Brussel. |
[...] | [...] |
§ 5. Si l'arrêt est rendu par défaut, il est, après sa signification, | § 5. Is het arrest bij verstek gewezen, dan wordt het na zijn |
à moins que celle-ci ne soit faite à personne, publié par extrait dans | betekening, tenzij deze aan de persoon is gedaan, bij uittreksel |
deux journaux de la province et au Moniteur belge. | bekendgemaakt in twee bladen uitgegeven in de provincie en in het |
Belgisch Staatsblad. | |
L'opposition doit, à peine d'irrecevabilité, être formée dans le délai | Het verzet moet op straffe van onontvankelijkheid worden gedaan binnen |
de huit jours à compter du jour de la signification à personne ou de | acht dagen te rekenen vanaf de betekening aan de persoon of vanaf de |
la publication, sans augmentation de ce délai en raison de la distance. | bekendmaking, zonder verlenging van die termijn wegens de afstand. |
[...] ». | [...] ». |
Il découle du paragraphe 5, en cause, de cette disposition que la | Uit de in het geding zijnde paragraaf 5 van die bepaling vloeit voort |
personne qui est déchue de sa nationalité belge sur la base du | dat de persoon die van zijn Belgische nationaliteit vervallen wordt |
verklaard op grond van paragraaf 1, over een termijn van acht dagen | |
paragraphe 1er dispose d'un délai de huit jours, à compter du jour de | beschikt, te rekenen vanaf de betekening aan de persoon of vanaf de |
la signification à personne ou de la publication de l'arrêt dans deux | bekendmaking van het arrest in twee in de provincie uitgegeven bladen |
journaux de la province et au Moniteur belge, pour faire opposition à | en in het Belgisch Staatsblad, om verzet aan te tekenen tegen dat bij |
cet arrêt rendu par défaut. | verstek gewezen arrest. |
B.2.1. L'article 23 du Code de la nationalité belge trouve son origine | B.2.1. Artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit vindt |
dans l'article 18bis de la loi du 30 juillet 1934 « concernant la | zijn oorsprong in artikel 18bis van de wet van 30 juli 1934 « |
déchéance de la nationalité ». | betreffende de vervallenverklaring van den staat van Belg ». |
L'exposé des motifs de cette loi mentionne : | In de memorie van toelichting bij die wet wordt vermeld : |
« Les §§ 2 à 6 du projet établissent les dérogations qu'il a paru | « In de §§ 2 tot 6 van het ontwerp worden de afwijkingen van de gewone |
utile et juste d'apporter aux règles ordinaires de la procédure civile, afin d'imprimer à cette procédure, dans les limites compatibles avec le droit de défense, une rapidité indispensable en cette matière, où, comme le disait l'exposé des motifs de la loi du 15 mai 1922, la longueur des procès crée un malaise à éviter. (Pasinomie, 1922, p. 114.) L'action intentée par le ministère public est déférée directement à la cour d'appel du domicile ou de la résidence du défendeur, et, si celui-ci n'a, en Belgique, ni domicile, ni résidence connus, à la cour d'appel de Bruxelles. Cette disposition est indispensable, s'agissant d'une matière où deux degrés de juridiction entraîneraient des retards et des lenteurs inadmissibles. La haute autorité, l'indépendance incontestée des cours d'appel, est la plus efficace garantie d'une justice sereine et impartiale. En procédure ordinaire, l'opposition à une décision par défaut, pour être recevable, doit être formée dans la huitaine de la signification à avoué, s'il s'agit d'un défaut faute de conclure; elle peut être formée jusqu'à l'exécution de la décision, s'il s'agit d'un défaut faute de comparaître. En notre matière, il n'y a d'autre exécution possible aussi longtemps que la décision n'est pas absolument définitive, que la poursuite en recouvrement de frais. L'exiger pour faire courir le délai d'opposition, c'est créer une complication et imposer au ministère public une procédure dont vraiment l'utilité n'apparaît pas. Le projet fait courir le délai d'opposition dans tous les cas à partir de la signification à personne ou à domicile. L'augmentation du délai d'opposition à raison de la distance existant entre le siège de la juridiction qui a rendu la décision par défaut et le domicile de l'opposant, n'est pas admise en procédure ordinaire. Il existe encore moins de raisons de l'admettre en notre matière. | regels van de burgerlijke rechtsvordering bepaald, die nuttig en rechtvaardig voorkwamen, ten einde aan die rechtsvordering, binnen de perken van de rechten der verdediging, den spoed bij te zetten die onontbeerlijk is in deze zaken, waar, zoals de Memorie van Toelichting tot de wet van 15 mei 1922 zegde, uit de langdurigheid der gedingen een toestand van ongerustheid ontstaat die moet vermeden worden. (Pasinomie, blz. 114) De door het Openbaar Ministerie ingestelde rechtsvordering wordt rechtstreeks voor het Hof van Beroep gebracht van de woonplaats of de verblijfplaats van den verweerder, en indien hij in België geen bekende woon- of verblijfplaats heeft, voor het Hof van Beroep te Brussel. Die bepaling is onontbeerlijk, terwijl het hier zaken geldt waar de tusschenkomst van twee graden van rechtsmacht aanleiding geven zou tot vertragingen en getalm die niet aannemelijk zijn. Het hooge gezag, de onbetwiste onafhankelijkheid van de Hoven van Beroep, is de meest doeltreffende waarborg voor een rustige en onpartijdige rechtsbedeeling. In de gewone rechtspleging, moet het verzet tegen een beslissing bij verstek, om ontvankelijk te zijn, gedaan worden binnen acht dagen na de beteekening aan pleitbezorger, indien het een verstek bij nalatigheid om te concludeeren geldt; het kan gedaan worden tot bij de tenuitvoerlegging van de beslissing, in geval van verstek bij nalatigheid om te verschijnen. In de zaken waarom het hier gaat, is er geen andere tenuitvoerlegging mogelijk zoolang de beslissing niet volstrekt definitief is, dan de vervolging tot invordering van de gerechtskosten. Die tenuitvoerlegging eischen om de termijnen van verzet te doen loopen, is een moeilijkheid doen [ontstaan] en aan het Openbaar Ministerie een rechtspleging opleggen, waarvan het nut waarlijk niet duidelijk uitkomt. Het ontwerp doet in elk geval den termijn van verzet loopen te rekenen van de beteekening aan den persoon of aan de woonplaats. De verlenging van den termijn van verzet wegens den afstand tusschen den zetel van de rechtbank die de beslissing gewezen heeft en de woonplaats van den verzetdoener is in de gewone rechtspleging niet aangenomen. Er bestaan nog minder redenen om die verlenging hier te aanvaarden. |
[...] » (Doc. parl., Chambre, 1933-1934, n° 197, pp. 3-4). | [...] » (Parl. St., Kamer, 1933-1934, nr. 197, pp. 3-4). |
En commission, la disposition en projet a été modifiée par voie | In de commissie werd de ontworpen bepaling gewijzigd bij amendement, |
d'amendement, en vue de renforcer les garanties pour la personne qui a | teneinde de waarborgen te versterken voor de persoon die bij verstek |
été déchue par défaut de sa nationalité : | van zijn nationaliteit vervallen werd verklaard : |
« La Commission a voté quelques modifications à la procédure qui est | « De Commissie heeft eenige wijzigingen goedgekeurd aan de |
proposée par le projet. | rechtspleging welke door het ontwerp voorgesteld wordt. |
Elle est d'accord avec le Gouvernement sur ce point que des procès de | Zij is het met de Regeering hierover eens, dat processen van dezen |
ce genre doivent être menés rapidement. L'intérêt général s'oppose à | aard vlug moeten afgewikkeld worden. Het algemeen belang verzet er |
ce que, traînant à travers tout le maquis de la procédure un litige | zich tegen dat de slechte Belg, die een geschil van politieken aard |
qui a des répercussions politiques, le mauvais Belge puisse entretenir | doorheen den rompslomp van de rechtspleging zou sleuren, een staat van |
un état d'agitation qu'il a sérieusement créé. | onrust in leven kunne houden, welke door hem verwekt werd. |
[...] | [...] |
En ce qui concerne les recours sur défaut, la Commission a estimé que | Wat het verhaal bij verstek betreft, was de Commissie van oordeel dat |
les garanties données à l'assigné n'étaient pas suffisantes. | de waarborgen aan den gedagvaarde gegeven niet volstonden. |
Il faut assurer que la décision rendue par défaut soit autant que | Er moet voor gezorgd worden dat de beslissing bij verstek gewezen, in |
possible vraiment connue par le déchu de nationalité, afin qu'il | zoover zulks mogelijk is, ter kennis kome van den van nationaliteit |
puisse prendre son recours. | vervallenverklaarde, opdat deze zijn verhaal kunne nemen. |
[...] | [...] |
D'autre part, l'article VI de la loi de 1922 exigeait la publication | Anderzijds, eischt artikel VI der wet van 1922 de bekendmaking van de |
de la décision rendue par défaut dans deux journaux de la province et | beslissing, bij verstek gewezen, in twee bladen uit de provincie en in |
au Moniteur belge; l'opposition étant recevable jusqu'à l'expiration | den Moniteur belge; het verzet zou ontvankelijk zijn tot het |
de la huitaine après cette publication. | verstrijken van de acht dagen na deze bekendmaking. |
La Commission propose de rétablir cette disposition » (Doc. parl., | De Commissie stelt voor deze bepaling opnieuw in te lasschen » (Parl. |
Chambre, 1933-1934, n° 256, pp. 3-4). | St., Kamer, 1933-1934, nr. 256, pp. 3-4). |
B.2.2. La loi du 28 juin 1984 « relative à certains aspects de la | B.2.2. De wet van 28 juni 1984 « betreffende sommige aspecten van de |
condition des étrangers et instituant le Code de la nationalité belge | toestand van de vreemdelingen en houdende invoering van het Wetboek |
» n'a pas apporté de modification notable au paragraphe en cause (Doc. | van de Belgische nationaliteit » heeft geen aanzienlijke wijziging |
aangebracht in de in het geding zijnde paragraaf (Parl. St., Kamer, | |
parl., Chambre, 1983-1984, n° 756/1, p. 25). | 1983-1984, nr. 756/1, p. 25). |
Quant aux questions préjudicielles | Ten aanzien van de prejudiciële vragen |
B.3. La juridiction a quo interroge la Cour sur la compatibilité de | B.3. Het verwijzende rechtscollege stelt het Hof vragen over de |
l'article 23, § 5, du Code de la nationalité belge avec les articles | bestaanbaarheid van artikel 23, § 5, van het Wetboek van de Belgische |
10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison ou non avec l'article | nationaliteit met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet |
6 de la Convention européenne des droits de l'homme, et, en ce qui | in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de |
concerne la première question préjudicielle, avec l'article 13 de la Constitution. | rechten van de mens, en, wat betreft de eerste prejudiciële vraag, met artikel 13 van de Grondwet. |
B.4. L'affaire soumise à la juridiction a quo concerne une personne | B.4. De aan het verwijzende rechtscollege voorgelegde zaak betreft een |
condamnée par défaut par le tribunal correctionnel, pour une infraction en matière de terrorisme. A la demande du ministère public, sur la base des constatations faites dans ce jugement, la Cour d'appel, par un arrêt rendu également par défaut, a jugé que l'intéressé avait gravement manqué à ses devoirs de citoyen belge et l'a déchu de sa nationalité belge, sur la base de l'article 23, § 1er, alinéa 1er, 2°, du Code de la nationalité belge. L'intéressé a formé opposition à ces deux décisions, lesquelles sont soumises à des règles différentes en ce qui concerne les modalités des recours. L'opposition au jugement du tribunal correctionnel a été déclarée recevable, de sorte que la condamnation a été mise à néant et que le tribunal correctionnel peut prendre une décision différente de celle qui a fondé la déchéance de nationalité. En revanche, l'opposition à l'arrêt de la Cour d'appel prononçant la déchéance de nationalité, dès lors qu'elle a été formée après l'écoulement du délai prévu par la disposition en cause, doit être déclarée irrecevable. B.5.1. La juridiction a quo invite la Cour à comparer le délai pour former opposition à un arrêt de la cour d'appel prononçant la | persoon die bij verstek is veroordeeld door de correctionele rechtbank voor een misdrijf inzake terrorisme. Op vordering van het openbaar ministerie, op grond van de vaststellingen in dat vonnis, heeft het Hof van Beroep, bij een arrest dat eveneens bij verstek is gewezen, geoordeeld dat de betrokkene ernstig was tekortgeschoten in zijn verplichtingen als Belgische burger en heeft het hem van zijn Belgische nationaliteit vervallen verklaard, op grond van artikel 23, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit. De betrokkene heeft verzet aangetekend tegen die twee beslissingen, die aan verschillende regels zijn onderworpen wat betreft de wijze waarop hij die rechtsmiddelen kan aanwenden. Het verzet tegen het vonnis van de correctionele rechtbank werd ontvankelijk verklaard, zodat de veroordeling voor niet-bestaande wordt gehouden en de correctionele rechtbank een andere beslissing kan nemen dan die waarop de vervallenverklaring van de nationaliteit was gebaseerd. Het verzet tegen het arrest van het Hof van Beroep waarbij de vervallenverklaring van de nationaliteit werd uitgesproken dient daarentegen onontvankelijk te worden verklaard, aangezien het werd aangetekend na het verstrijken van de in de in het geding zijnde bepaling bedoelde termijn. B.5.1. Het verwijzende rechtscollege verzoekt het Hof om de termijn om verzet aan te tekenen tegen een arrest van het hof van beroep waarbij de vervallenverklaring van de nationaliteit bij verstek wordt |
déchéance de nationalité par défaut en raison de faits pour lesquels | uitgesproken wegens feiten waarvoor de betrokkene bij verstek werd |
l'intéressé a été condamné par défaut par le tribunal correctionnel, | veroordeeld door de correctionele rechtbank, die acht dagen bedraagt |
qui est de huit jours à compter de la signification ou de la | te rekenen vanaf de betekening of vanaf de bekendmaking, te |
publication, avec le délai pour former opposition à ce jugement du | vergelijken met de termijn om verzet aan te tekenen tegen dat vonnis |
tribunal correctionnel, qui est de quinze jours et qui peut être | van de correctionele rechtbank, die vijftien dagen bedraagt en die kan |
prolongé en vertu de l'article 55 du Code judiciaire si le défaillant | worden verlengd krachtens artikel 55 van het Gerechtelijk Wetboek |
indien de niet-verschenen partij in België geen woon- of | |
n'a ni domicile, ni résidence, ni domicile élu en Belgique (première | verblijfplaats of geen gekozen woonplaats heeft (eerste prejudiciële |
question préjudicielle). Il ressort de la motivation de l'arrêt de | vraag). Uit de motivering van het verwijzingsarrest blijkt dat het |
renvoi que la juridiction a quo interroge en particulier la Cour sur | verwijzende rechtscollege het Hof in het bijzonder een vraag stelt |
la situation paradoxale qui découlerait de la coexistence de ces deux délais différents, à savoir que les considérations sur la base desquelles l'intéressé a été déchu de la nationalité belge pourraient être revues par le tribunal correctionnel sans que cela puisse avoir une incidence sur la déchéance de la nationalité, devenue définitive. La juridiction a quo invite également la Cour à comparer l'article 23, § 5, du Code de la nationalité belge avec les règles applicables en droit commun de la procédure civile, en ce que celles-ci prévoient un délai d'opposition d'un mois à compter de la signification de la décision prononcée par défaut (deuxième question préjudicielle) et en ce qu'elles prévoient que ce délai est prolongé s'il prend cours et expire pendant les vacances judiciaires, jusqu'au quinzième jour de l'année judiciaire nouvelle (troisième question préjudicielle), ou si le défaillant n'a en Belgique ni domicile, ni résidence, ni domicile élu (quatrième question préjudicielle). Eu égard à leur connexité, la Cour examine les questions préjudicielles conjointement. B.5.2. En ce qui concerne la suggestion de l'opposant devant la juridiction a quo de reformuler la deuxième question préjudicielle de | over de paradoxale situatie die zou voortvloeien uit het naast elkaar bestaan van die twee verschillende termijnen, namelijk dat de overwegingen op grond waarvan de betrokkene van de Belgische nationaliteit vervallen werd verklaard, zouden kunnen worden herzien door de correctionele rechtbank zonder dat zulks een weerslag kan hebben op de vervallenverklaring van de nationaliteit, die definitief is geworden. Het verwijzende rechtscollege verzoekt het Hof eveneens om artikel 23, § 5, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit te vergelijken met de regels die van toepassing zijn in het gemeen recht van de burgerlijke procedure, in zoverre die voorzien in een verzetstermijn van één maand vanaf de betekening van de bij verstek uitgesproken beslissing (tweede prejudiciële vraag) en in zoverre zij erin voorzien dat die termijn wordt verlengd tot de vijftiende dag van het nieuwe gerechtelijke jaar, indien de termijn een aanvang neemt en verstrijkt tijdens de gerechtelijke vakantie (derde prejudiciële vraag), of indien de niet-verschenen partij geen woon- of verblijfplaats of geen gekozen woonplaats in België heeft (vierde prejudiciële vraag). Gelet op de samenhang ervan, onderzoekt het Hof de prejudiciële vragen samen. B.5.2. Met betrekking tot de suggestie van de eiser in verzet voor het verwijzende rechtscollege om de tweede prejudiciële vraag te herformuleren zodat de toetsing van de in het geding zijnde bepaling |
manière à ce que le contrôle de la disposition en cause porte sur la | betrekking heeft op de bestaanbaarheid ervan met het recht op toegang |
compatibilité de celle-ci avec le droit d'accès au juge, il y a lieu | tot de rechter, dient te worden opgemerkt dat het niet aan de partijen |
de relever qu'il n'appartient pas aux parties de modifier le contenu | staat om de inhoud van een prejudiciële vraag te wijzigen. Bijgevolg |
d'une question préjudicielle. Dès lors, la Cour limite son examen à la | beperkt het Hof zijn onderzoek tot de vraag zoals zij door het |
question telle qu'elle a été posée par la juridiction a quo. | verwijzende rechtscollege is gesteld. |
B.5.3. Par ailleurs, la Cour limite son examen à la situation de la | B.5.3. Daarenboven beperkt het Hof zijn onderzoek tot de situatie van |
personne qui est déchue de sa nationalité belge par un arrêt de la | de persoon die van zijn Belgische nationaliteit vervallen is verklaard |
cour d'appel rendu par défaut, à qui l'arrêt n'est pas signifié à | bij een bij verstek gewezen arrest van het hof van beroep, aan wiens |
persoon het arrest niet werd betekend en die om verzet aan te tekenen | |
personne et qui dispose de huit jours à compter de la publication de | over acht dagen beschikt te rekenen vanaf de bekendmaking van het |
l'arrêt dans deux journaux de la province et au Moniteur belge pour | arrest in twee bladen uitgegeven in de provincie en in het Belgisch |
faire opposition. | Staatsblad. |
B.6.1. Le Conseil des ministres soutient que la disposition en cause | B.6.1. De Ministerraad voert aan dat de in het geding zijnde bepaling |
n'empêche pas la juridiction a quo d'appliquer la règle selon laquelle | het verwijzende rechtscollege niet verhindert om de regel « le |
« le criminel tient le civil en état » et, par conséquent, de surseoir | criminel tient le civil en état » toe te passen en, bijgevolg, de |
à statuer jusqu'à ce que le tribunal correctionnel se soit prononcé | uitspraak aan te houden totdat de correctionele rechtbank zich heeft |
sur l'opposition qui a été formée devant lui par l'opposant devant la | uitgesproken over het verzet dat bij die rechtbank is aangetekend door |
juridiction a quo. Ceci permettrait d'éviter la situation paradoxale | de eiser in verzet voor het verwijzende rechtscollege. Dat zou het |
évoquée dans l'arrêt de renvoi et mentionnée en B.5.1. | mogelijk maken om de in het verwijzingsarrest aangehaalde en in B.5.1 |
vermelde paradoxale situatie te vermijden. | |
B.6.2. La juridiction a quo ne pourrait surseoir à statuer jusqu'à ce | B.6.2. Het verwijzende rechtscollege zou enkel de uitspraak kunnen |
que le juge pénal se soit prononcé définitivement sur le recours dont | aanhouden totdat de strafrechter zich definitief heeft uitgesproken |
il est saisi - à supposer que cela soit possible, ce qui est examiné | over het beroep dat bij hem is ingesteld - gesteld dat zulks mogelijk |
plus loin, en B.14 - que pour autant que la juridiction a quo ait été | is, hetgeen verder wordt onderzocht, in B.14 - voor zover de zaak op |
valablement saisie, ce qui est précisément le problème soulevé dans | geldige wijze bij het verwijzende rechtscollege aanhangig is gemaakt, |
les questions préjudicielles. Les réponses aux questions | hetgeen net het probleem is dat in de prejudiciële vragen wordt |
préjudicielles sont donc utiles à la solution de l'affaire au fond. | opgeworpen. De antwoorden op de prejudiciële vragen zijn dus nuttig om |
de zaak ten gronde op te lossen. | |
B.7. Les questions préjudicielles invitent la Cour à comparer les | B.7. De prejudiciële vragen nopen het Hof tot het vergelijken van de |
règles relatives aux délais d'opposition à une décision de justice | regels met betrekking tot de termijnen om verzet aan te tekenen tegen |
dans le cadre de procédures différentes. | een rechterlijke beslissing in het kader van verschillende procedures. |
B.8. En vertu de la disposition en cause, la personne qui est déchue de sa nationalité belge sur la base de l'article 23, § 1er, du Code de la nationalité belge dispose de huit jours à compter de la publication de l'arrêt dans deux journaux de la province et au Moniteur belge, si l'arrêt n'a pas été signifié à sa personne, pour faire opposition à cet arrêt rendu par défaut. B.9. En matière pénale, lorsque la signification du jugement n'a pas été faite à sa personne, le condamné par défaut peut faire opposition, quant aux condamnations pénales, dans les quinze jours qui suivent celui où il aura eu connaissance de la signification (article 187, § 1er, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle). Lorsque le condamné par défaut n'a ni domicile, ni résidence, ni domicile élu en Belgique, ce délai est susceptible d'être augmenté conformément à l'article 55 du Code judiciaire, en vertu de l'article 3 de l'arrêté royal n° 301 | B.8. Krachtens de in het geding zijnde bepaling beschikt de persoon die van zijn Belgische nationaliteit vervallen wordt verklaard op grond van artikel 23, § 1, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit over acht dagen te rekenen vanaf de bekendmaking van het arrest in twee bladen uitgegeven in de provincie en in het Belgisch Staatsblad, indien het arrest niet aan zijn persoon werd betekend, om verzet aan te tekenen tegen dat bij verstek gewezen arrest. B.9. Wanneer in strafzaken de betekening van het vonnis niet aan hem in persoon is gedaan, kan hij die bij verstek is veroordeeld, wat de veroordelingen tot een straf betreft, in verzet komen binnen een termijn van vijftien dagen na de dag waarop hij van de betekening kennis heeft gekregen (artikel 187, § 1, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering). Wanneer de persoon die bij verstek is veroordeeld, in België geen woon- of verblijfplaats of geen gekozen woonplaats heeft, kan die termijn worden verlengd, overeenkomstig artikel 55 van het Gerechtelijk Wetboek, krachtens artikel 3 van het |
du 30 mars 1936 « portant modification des délais de procédure et la | koninklijk besluit nr. 301 van 30 maart 1936 « tot wijziging van de |
loi du 28 juin 1889 concernant les exploits à signifier, en matière | termijnen van rechtspleging, en van de wet van 28 juni 1889 |
pénale et fiscale, à des personnes non domiciliées en Belgique ». | betreffende de exploten in strafzaken en in fiscale zaken te |
Cette augmentation est de quinze jours lorsque la partie réside dans | beteekenen aan personen die niet hun woonplaats in België hebben ». |
un pays limitrophe ou dans le Royaume-Uni, de trente jours lorsqu'elle | Die verlenging bedraagt 15 dagen wanneer de partij in een aangrenzend |
réside dans un autre pays d'Europe et de quatre-vingts jours | land of in het Verenigd Koninkrijk verblijft, 30 dagen wanneer zij in |
lorsqu'elle réside dans une autre partie du monde. | een ander land van Europa verblijft en 80 dagen wanneer zij in een |
B.10. En matière civile, le délai d'opposition est d'un mois, à partir | ander werelddeel verblijft. B.10. In burgerlijke zaken bedraagt de termijn om verzet aan te |
de la signification du jugement ou de la notification de celui-ci. | tekenen één maand, te rekenen vanaf de betekening van het vonnis of de |
Lorsque le défaillant n'a en Belgique ni domicile, ni résidence, ni | kennisgeving ervan. Wanneer de niet-verschenen partij geen woon- of |
domicile élu, le délai d'opposition est augmenté conformément à | verblijfplaats of geen gekozen woonplaats in België heeft, wordt de |
l'article 55 du même Code, précité (article 1048 du Code judiciaire). | verzetstermijn verlengd overeenkomstig het voormelde artikel 55 van |
Par ailleurs, si le délai d'opposition prend cours et expire pendant | hetzelfde Wetboek (artikel 1048 van het Gerechtelijk Wetboek). |
les vacances judiciaires, il est prorogé jusqu'au quinzième jour de | Daarenboven, indien de verzetstermijn binnen de gerechtelijke vakantie |
een aanvang neemt en verstrijkt, wordt hij verlengd tot de vijftiende | |
l'année judiciaire nouvelle (article 50, alinéa 2, du même Code). | dag van het nieuwe gerechtelijke jaar (artikel 50, tweede lid, van |
hetzelfde Wetboek). | |
B.11.1. Les articles 10 et 11 de la Constitution ont une portée | B.11.1. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene |
générale. Ils interdisent toute discrimination, quelle qu'en soit | draagwijdte. Zij verbieden elke discriminatie, ongeacht de oorsprong |
l'origine : les règles constitutionnelles de l'égalité et de la | ervan : de grondwettelijke regels van de gelijkheid en van de |
non-discrimination sont applicables à l'égard de tous les droits et de | niet-discriminatie zijn toepasselijk ten aanzien van alle rechten en |
toutes les libertés, en ce compris ceux résultant des conventions | alle vrijheden, met inbegrip van die welke voortvloeien uit |
internationales liant la Belgique. | internationale verdragen die België binden. |
B.11.2. La différence de traitement entre certaines catégories de | B.11.2. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van |
personnes qui découle de l'application de règles procédurales | personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende |
différentes dans des circonstances différentes n'est pas | procedureregels in verschillende omstandigheden houdt op zich geen |
discriminatoire en soi. Il ne pourrait être question de discrimination | discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake zijn indien het |
que si la différence de traitement qui découle de l'application de ces | verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die |
règles de procédure entraînait une limitation disproportionnée des | procedureregels een onevenredige beperking van de rechten van de |
droits des personnes concernées. | daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. |
B.12.1. L'article 13 de la Constitution dispose : | B.12.1. Artikel 13 van de Grondwet bepaalt : |
« Nul ne peut être distrait, contre son gré, du juge que la loi lui | « Niemand kan tegen zijn wil worden afgetrokken van de rechter die de |
assigne ». | wet hem toekent ». |
L'article 13 de la Constitution garantit un droit d'accès au juge | Artikel 13 van de Grondwet waarborgt een recht op toegang tot de |
compétent. Ce droit serait vidé de tout contenu s'il n'était pas | bevoegde rechter. Dat recht zou inhoudsloos zijn indien niet voldaan |
satisfait aux exigences du procès équitable garanti notamment par | is aan de vereisten van een eerlijk proces, dat met name wordt |
l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme. B.12.2. Le droit d'accès à un juge, qui constitue un aspect du droit à un procès équitable, peut être soumis à des conditions de recevabilité, notamment en ce qui concerne l'introduction d'une voie de recours dans un certain délai. Ces conditions visent à garantir une bonne administration de la justice et à écarter les risques d'insécurité juridique. Elles ne peuvent cependant aboutir à empêcher le justiciable d'exercer une voie de recours disponible, ni à restreindre le droit d'accès au juge de manière telle que ce droit | gewaarborgd door artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. B.12.2. Het recht op toegang tot een rechter, dat een onderdeel is van het recht op een eerlijk proces, kan worden onderworpen aan ontvankelijkheidsvoorwaarden, met name wat betreft het instellen van een rechtsmiddel binnen een bepaalde termijn. Die voorwaarden strekken ertoe een goede rechtsbedeling te waarborgen en de risico's van rechtsonzekerheid te weren. Zij mogen echter niet ertoe leiden dat de rechtzoekende wordt verhinderd een beschikbaar rechtsmiddel aan te wenden, noch dat het recht op toegang tot de rechter op zodanige wijze wordt beperkt dat de kern van dat recht wordt aangetast. Die |
s'en trouve atteint dans sa substance même. Ces conditions doivent | voorwaarden dienen een wettig doel na te streven en er dient een |
poursuivre un but légitime et il doit exister un rapport raisonnable | redelijk verband van evenredigheid te bestaan tussen de aangewende |
de proportionnalité entre les moyens employés et le but poursuivi. | middelen en het nagestreefde doel. |
B.12.3. Par ailleurs, la Cour européenne des droits de l'homme | B.12.3. Daarenboven is het Europees Hof voor de Rechten van de Mens |
considère que le droit à un tribunal implique celui de recevoir une | van oordeel dat het recht op een rechterlijke instantie het recht |
notification adéquate des décisions judiciaires, en particulier dans | inhoudt om een adequate kennisgeving van de rechterlijke beslissingen |
les cas où un recours doit être introduit dans un certain délai (CEDH, | te ontvangen, in het bijzonder in de gevallen waarin binnen een |
31 août 2021, Üçdag c. Turquie, ECLI:CE:ECHR:2021:0831JUD002331419, § | bepaalde termijn beroep moet worden ingesteld (EHRM, 31 augustus 2021, |
38). Le droit d'action ou de recours doit s'exercer à partir du moment | Üçdag t. Turkije, ECLI:CE:ECHR:2021:0831JUD002331419, § 38). Het |
vorderingsrecht of het recht van beroep moet worden uitgeoefend vanaf | |
het ogenblik dat de betrokkenen de rechterlijke beslissingen die hun | |
où les intéressés peuvent effectivement connaître les décisions | een last opleggen of afbreuk zouden kunnen doen aan hun rechten of |
judiciaires qui leur imposent une charge ou pourraient porter atteinte | rechtmatige belangen, daadwerkelijk kunnen kennen (ibid., § 39; zie |
à leurs droits ou intérêts légitimes (ibid., § 39; voy. aussi CEDH, 26 | ook EHRM, 26 januari 2017, Ivanova en Ivashova t. Rusland, |
janvier 2017, Ivanova et Ivashova c. Russie, | |
ECLI:CE:ECHR:2017:0126JUD000079714, §§ 43 et 45). | ECLI:CE:ECHR:2017:0126JUD000079714, §§ 43 en 45). |
B.13. Telle qu'elle est organisée par l'article 23, § 1er, alinéa 1er, | B.13. Zoals zij bij artikel 23, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek |
2°, du Code de la nationalité belge, la déchéance de nationalité | van de Belgische nationaliteit wordt geregeld, heeft de |
concerne les Belges qui ne tiennent leur nationalité ni d'un auteur ou | vervallenverklaring van de nationaliteit betrekking op de Belgen die |
hun nationaliteit noch door een ouder of een adoptant die Belg was op | |
d'un adoptant qui était Belge au moment de leur naissance ni de | het ogenblik van hun geboorte, noch door de toepassing van de |
l'application des articles 11 et 11bis du Code et qui ne respectent | artikelen 11 en 11bis van het Wetboek hebben verkregen en die de |
pas les devoirs qui incombent à tout citoyen belge. Ces Belges sont | verplichtingen die iedere Belgische burger heeft, niet in acht nemen. |
exclus de la communauté nationale lorsqu'ils montrent par leur comportement qu'ils n'acceptent pas les règles fondamentales de la vie en commun et qu'ils portent gravement atteinte aux droits et libertés de leurs concitoyens. La mesure vise à mettre un terme au trouble à l'ordre public ainsi causé et à protéger la société. Poursuivie par le ministère public devant la cour d'appel, cette mesure exceptionnelle concerne un manquement grave aux devoirs de tout citoyen belge, cette notion large permettant de viser des faits qui ne requièrent pas un jugement prononcé par un juge belge et qui ne se | Die Belgen worden uitgesloten van de nationale gemeenschap wanneer zij door hun gedrag tonen dat zij de fundamentele regels van het samenleven niet aanvaarden en dat zij ernstig afbreuk doen aan de rechten en vrijheden van hun medeburgers. De maatregel strekt ertoe een einde te maken aan de aldus teweeggebrachte verstoring van de openbare orde en de maatschappij te beschermen. Die uitzonderingsmaatregel, die door het openbaar ministerie voor het hof van beroep wordt gevorderd, betreft een ernstige tekortkoming aan de verplichtingen die iedere Belgische burger heeft, waarbij dat ruime begrip het mogelijk maakt feiten te beogen die geen door een Belgische rechter uitgesproken vonnis vereisen en die zich evenmin beperken tot |
limitent pas davantage à des condamnations pénales. Par ailleurs, | strafrechtelijke veroordelingen. Daarenboven, zoals het Hof bij zijn |
comme la Cour l'a jugé par ses arrêts nos 122/2015 du 17 septembre | arresten nrs. 122/2015 van 17 september 2015 |
2015 (ECLI:BE:GHCC:2015:ARR.122) et 16/2018 du 7 février 2018 | (ECLI:BE:GHCC:2015:ARR.122) en 16/2018 van 7 februari 2018 |
(ECLI:BE:GHCC:2018:ARR.016), il s'agit d'une mesure de nature civile. | (ECLI:BE:GHCC:2018:ARR.016) heeft geoordeeld, betreft het een |
maatregel van burgerlijke aard. | |
B.14. Dans l'affaire soumise à la juridiction a quo, la déchéance de | B.14. In de aan het verwijzende rechtscollege voorgelegde zaak berust |
la nationalité de l'intéressé repose sur des manquements graves aux | de vervallenverklaring van de nationaliteit van de betrokkene op |
devoirs de tout citoyen belge qui correspondent à des faits pour | ernstige tekortkomingen aan de verplichtingen die iedere Belgische |
lesquels leur auteur a été condamné pénalement, et cette condamnation | burger heeft, die overeenstemmen met feiten waarvoor de dader |
n'était pas définitive au moment où la Cour d'appel a prononcé la | strafrechtelijk werd veroordeeld, en was die veroordeling niet |
déchéance de nationalité. | definitief op het ogenblik dat het Hof van Beroep de |
Comme il est dit en B.13, la déchéance de la nationalité belge fondée | vervallenverklaring van de nationaliteit heeft uitgesproken. |
sur l'article 23, § 1er, alinéa 1er, 2°, du Code de la nationalité belge est une mesure de nature civile qui peut être décidée par la cour d'appel indépendamment de toute poursuite pénale. Il ne s'agit pas d'une peine, mais d'une mesure qui tend à protéger la société et à mettre un terme au trouble à l'ordre public causé par celui qui manque gravement à ses devoirs de citoyen belge. Pour que l'objectif du législateur puisse être atteint, il faut que la mesure de déchéance de nationalité puisse être prise indépendamment des éventuelles poursuites pénales dont la personne concernée fait ou pourrait faire l'objet pour les mêmes faits et, a fortiori, sans qu'il y ait lieu d'attendre l'aboutissement de ces poursuites. Il s'ensuit | Zoals in B.13 is vermeld, is de vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit op grond van artikel 23, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit een maatregel van burgerlijke aard waartoe kan worden besloten door het hof van beroep, los van elke strafrechtelijke vervolging. Het gaat niet om een straf, maar om een maatregel die ertoe strekt de maatschappij te beschermen en een einde te maken aan de verstoring van de openbare orde die is teweeggebracht door diegene die ernstig tekortschiet in zijn verplichtingen als Belgisch burger. Opdat het doel van de wetgever kan worden bereikt, dient de maatregel van vervallenverklaring van de nationaliteit te kunnen worden genomen los van eventuele strafrechtelijke vervolgingen die wegens dezelfde feiten tegen de betrokken persoon worden ingesteld of zouden worden ingesteld en, a fortiori, zonder dat de uitkomst van die vervolgingen moet worden afgewacht. Daaruit volgt dat het adagium « le criminel |
que l'adage « le criminel tient le civil en état », concrétisé à | tient le civil en état », dat is geconcretiseerd in artikel 4, eerste |
l'article 4, alinéa 1er, du titre préliminaire du Code de procédure | lid, van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering en |
pénale et fondé sur l'autorité de la chose jugée attachée à la | berust op het gezag van gewijsde dat is verbonden aan de definitieve |
décision définitive du juge pénal à l'égard du juge civil en ce qui concerne les points qui sont communs à l'action civile et à l'action publique, paraît difficilement compatible avec la procédure de la déchéance de nationalité fondée sur l'article 23, § 1er, alinéa 1er, 2°, du Code de la nationalité belge. Ceci n'empêche pas la cour d'appel de surseoir à statuer dans certains cas dans l'attente du jugement pénal, dans l'intérêt d'une bonne administration de la justice. Il est vrai que cela peut avoir pour effet que, comme dans l'affaire soumise à la juridiction a quo, le tribunal correctionnel puisse prendre une nouvelle décision, différente de celle qui a conduit la cour d'appel à prononcer ensuite la déchéance de nationalité, sans que cela puisse avoir une incidence sur la déchéance de nationalité, qui est devenue définitive si l'intéressé n'a pas fait opposition à l'arrêt de la cour d'appel dans le délai prévu par la disposition en cause. Compte tenu des objets différents des deux procédures, une telle possibilité n'est pas critiquable en soi, pour autant que le délai d'opposition à l'arrêt de la cour d'appel prononçant la déchéance de la nationalité soit suffisant pour permettre à l'intéressé d'exercer utilement cette voie de recours et, ce faisant, de faire valoir ses arguments contre les manquements graves aux devoirs de tout citoyen belge qui lui sont reprochés par le ministère public. Pour déterminer | beslissing van de strafrechter ten aanzien van de burgerlijke rechter met betrekking tot de punten die gemeenschappelijk zijn aan de burgerlijke vordering en de strafvordering, moeilijk verenigbaar lijkt te zijn met de procedure van de vervallenverklaring van de nationaliteit op grond van artikel 23, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit. Dat belet het hof van beroep niet om in bepaalde gevallen de uitspraak aan te houden in afwachting van het strafrechtelijk vonnis, in het belang van een goede rechtsbedeling. Het is juist dat zulks tot gevolg kan hebben dat de correctionele rechtbank, zoals in de aan het verwijzende rechtscollege voorgelegde zaak, een nieuwe beslissing kan nemen die verschilt van die welke het hof van beroep ertoe heeft gebracht de vervallenverklaring van de nationaliteit vervolgens uit te spreken, zonder dat zulks een weerslag kan hebben op de vervallenverklaring van de nationaliteit, die definitief is geworden indien de betrokkene geen verzet heeft aangetekend tegen het arrest van het hof van beroep binnen de in de in het geding zijnde bepaling bedoelde termijn. Rekening houdend met de verschillende onderwerpen van beide procedures, kan een dergelijke mogelijkheid op zich niet worden bekritiseerd, voor zover de termijn om verzet aan te tekenen tegen het arrest van het hof van beroep waarbij de vervallenverklaring van de nationaliteit wordt uitgesproken, toereikend is om de betrokkene in staat te stellen dat rechtsmiddel op nuttige wijze aan te wenden en, zodoende, zijn argumenten te doen gelden tegen de ernstige tekortkomingen aan de verplichtingen die iedere Belgische burger heeft en die hem door het openbaar ministerie worden verweten. Om te bepalen of het rechtsmiddel een daadwerkelijk rechtsmiddel is, dient rekening |
si le recours est effectif, il convient de tenir compte du mode de | te worden gehouden met de wijze van kennisgeving van het arrest alsook |
notification de l'arrêt, ainsi que du point de départ du délai et de | met het aanvangspunt en de duur van de termijn. |
sa durée. B.15. Il ressort des travaux préparatoires cités en B.2.1 que le | B.15. Uit de in B.2.1 aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt |
législateur entendait instaurer une procédure rapide en matière de | dat de wetgever een snelle procedure inzake vervallenverklaring van de |
déchéance de nationalité, compte tenu des répercussions politiques | nationaliteit wou invoeren, rekening houdend met de politieke gevolgen |
inhérentes à un tel contentieux, tout en respectant les droits de la | die inherent zijn aan een dergelijk contentieux, en mits de rechten |
défense (Doc. parl., Chambre, 1933-1934, n° 197, pp. 3-4; n° 256, pp. 3-4). | van de verdediging in acht worden genomen (Parl. St., Kamer, 1933-1934, nr. 197, pp. 3-4; nr. 256, pp. 3-4). |
L'exposé des motifs de la loi du 30 juillet 1934, qui est à l'origine | In de memorie van toelichting bij de wet van 30 juli 1934, die aan de |
de la disposition en cause, mentionne qu'« il est un fait | oorsprong ligt van de in het geding zijnde bepaling, wordt vermeld dat |
malheureusement bien établi, c'est qu'une propagande en faveur du | « het [...] een ongelukkig vaststaand feit [is], dat tegenwoordig voor |
démembrement du territoire national, au profit des pays étrangers, est | de verbrokkeling van 's lands grondgebied ten bate van vreemde Staten |
actuellement faite par des individus, d'ailleurs peu nombreux, qui | voornamelijk propaganda gemaakt wordt door personen - trouwens gering |
possèdent la qualité de Belge et se mettent à la solde d'organismes | in aantal - die den staat van Belg bezitten en zich in dienst stellen |
étrangers » (Doc. parl., Chambre, 1933-1934, n° 197, p. 1). En | van vreemde organismen » (Parl. St., Kamer, 1933-1934, nr. 197, p. 1). |
commission de la Chambre, il a été affirmé que « l'intérêt général | In de Kamercommissie werd bevestigd dat « het algemeen belang [zich |
s'oppose à ce que, traînant à travers tout le maquis de la procédure | ertegen] verzet [...] dat de slechte Belg, die een geschil van |
un litige qui a des répercussions politiques, le mauvais Belge puisse | politieken aard doorheen den rompslomp van de rechtspleging zou |
entretenir un état d'agitation qu'il a sérieusement créé » (Doc. | sleuren, een staat van onrust in leven kunne houden, welke door hem |
parl., Chambre, 1933-1934, n° 256, p. 3). | verwekt werd » (Parl. St., Kamer, 1933-1934, nr. 256, p. 3). |
L'objectif précité est légitime. Il y a cependant lieu d'examiner si | Het voormelde doel is legitiem. Er dient evenwel te worden onderzocht |
la disposition en cause est, dans les circonstances actuelles, | of de in het geding zijnde bepaling, in de huidige omstandigheden, |
pertinente et proportionnée à cet objectif. | pertinent is en evenredig met dat doel. |
B.16. Depuis l'introduction de la déchéance de la nationalité en droit | B.16. Sedert de invoering van de vervallenverklaring van de |
belge en 1934, le contexte politique a fortement évolué, notamment | nationaliteit in het Belgische recht in 1934 is de politieke context |
avec l'intégration européenne. Les menaces qui pèsent sur l'Etat belge | sterk geëvolueerd, inzonderheid de Europese integratie. De |
revêtent des formes différentes de celles de la première moitié du | bedreigingen voor de Belgische Staat, hebben andere vormen dan die uit |
20ème siècle, et l'accélération de la procédure de déchéance de | de eerste helft van de twintigste eeuw, en het versnellen van de |
procedure tot vervallenverklaring van de nationaliteit lijkt thans | |
nationalité paraît aujourd'hui moins pertinente en vue du maintien de | minder pertinent met het oog op de handhaving van de openbare orde en |
l'ordre public et de l'intégrité du territoire. | de onschendbaarheid van het grondgebied. |
B.17. Il convient par ailleurs de relever que le délai d'opposition de | B.17. Er moet daarenboven worden opgemerkt dat de verzetstermijn van |
huit jours dont dispose la personne qui a été déchue de sa nationalité | acht dagen waarover de persoon beschikt die van zijn Belgische |
nationaliteit vervallen is verklaard bij een door het hof van beroep | |
belge par un arrêt de la cour d'appel rendu par défaut est très bref. | bij verstek gewezen arrest, zeer kort is. Die termijn vangt aan vanaf |
Ce délai débute à compter de la publication de l'arrêt prononçant la | de bekendmaking van het arrest waarbij de vervallenverklaring van de |
déchéance de nationalité dans deux journaux de la province et au | nationaliteit wordt uitgesproken in twee bladen uitgegeven in de |
Moniteur belge, lorsque l'arrêt n'a pas été signifié à personne. Il | provincie en in het Belgisch Staatsblad, wanneer het arrest niet aan |
est douteux qu'une telle publication constitue un mode de notification | de persoon werd betekend. Het valt te betwijfelen of een dergelijke |
adéquat de l'arrêt prononcé par défaut lorsque celui-ci n'a pas pu | bekendmaking een adequate wijze van kennisgeving van het bij verstek |
être signifié à personne. On ne peut pas raisonnablement attendre d'un | uitgesproken arrest uitmaakt wanneer dat niet aan de persoon kon |
individu qu'il lise quotidiennement le Moniteur belge pour apprendre | worden betekend. Van een individu kan niet redelijkerwijs worden |
s'il a été déchu de sa nationalité belge. Par ailleurs, l'exigence | verwacht dat hij dagelijks het Belgisch Staatsblad leest om te |
d'une publication exclusivement provinciale, à l'époque actuelle, | vernemen of hij van zijn Belgische nationaliteit vervallen werd |
n'offre guère plus de garanties que l'information parviendra à | verklaard. Daarenboven biedt de vereiste van een uitsluitend |
l'intéressé en temps utile. Il en résulte que rien ne garantit que la | provinciale bekendmaking thans nauwelijks meer waarborgen dat de |
personne concernée puisse à la fois prendre connaissance de l'arrêt et | informatie de betrokkene tijdig zal bereiken. Daaruit vloeit voort dat |
entreprendre les démarches pour introduire un recours dans un tel | niets waarborgt dat de betrokken persoon tegelijk kennis kan nemen van |
het arrest en stappen kan ondernemen om een beroep binnen een | |
délai. La combinaison de la brièveté du délai de recours et de son | dergelijke termijn in te stellen. De combinatie van de korte duur van |
point de départ rend quasiment ineffective l'opposition à l'arrêt | de beroepstermijn en het aanvangspunt ervan maakt het verzet tegen het |
prononçant la déchéance de nationalité. | arrest waarbij de vervallenverklaring van de nationaliteit wordt |
Une telle limitation est d'autant plus disproportionnée que la | uitgesproken, nagenoeg onwerkzaam. |
personne déchue de la nationalité belge ne bénéficie pas d'un double | Een dergelijke beperking is des te onevenrediger daar de persoon die |
degré de juridiction. | van de Belgische nationaliteit vervallen is verklaard, geen dubbele |
B.18. La possibilité pour la personne concernée d'introduire, sur la | aanleg geniet. B.18. De mogelijkheid voor de betrokken persoon om, op grond van |
base de l'article 1133, 5°, du Code judiciaire, une requête civile en | artikel 1133, 5°, van het Gerechtelijk Wetboek, een verzoek tot |
vue d'obtenir la rétractation de l'arrêt de la cour d'appel prononçant | herroeping van het gewijsde in te dienen, teneinde de herroeping te |
verkrijgen van het arrest van het hof van beroep waarbij de | |
la déchéance de nationalité en ce qu'il serait fondé sur un jugement | vervallenverklaring van de nationaliteit wordt uitgesproken in zoverre |
rendu en matière répressive qui a ensuite été annulé, à la supposer | het zou berusten op een vonnis in strafzaken dat naderhand vernietigd |
admissible en la matière, n'est pas de nature à atténuer le caractère | is, gesteld dat het ter zake toelaatbaar is, kan het onevenredige |
disproportionné de la disposition en cause. | karakter van de in het geding zijnde bepaling niet afzwakken. |
En effet, les articles 1132 à 1139 du Code judiciaire organisent, | De artikelen 1132 tot 1139 van het Gerechtelijk Wetboek regelen |
selon des conditions relativement strictes, une procédure permettant | immers, volgens relatief strikte voorwaarden, een procedure die het |
mogelijk maakt om de herroeping van een in kracht van gewijsde gegane | |
d'obtenir la rétractation d'une décision civile passée en force de | burgerrechtelijke beslissing te verkrijgen, en dat buitengewoon |
chose jugée, et cette voie de recours extraordinaire ne peut se | rechtsmiddel kan niet in de plaats komen van het verzet in burgerlijke |
substituer à l'opposition en matière civile, qui constitue une voie de | zaken, dat een gewoon rechtsmiddel is dat het mogelijk maakt om de |
herroeping van een bij verstek gewezen beslissing te verkrijgen. | |
recours ordinaire permettant d'obtenir la rétractation d'une décision | Daarenboven vormt het verzoek tot herroeping van het gewijsde geen |
rendue par défaut. Par ailleurs, la requête civile n'empêche pas | beletsel voor de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing |
l'exécution de la décision entreprise (article 1137 du Code | (artikel 1137 van het Gerechtelijk Wetboek), zodat het niet eraan in |
judiciaire), de sorte qu'elle ne fait pas obstacle à ce que la | de weg staat dat de betrokken persoon daadwerkelijk van zijn Belgische |
personne concernée soit effectivement déchue de sa nationalité belge, | nationaliteit vervallen wordt verklaard, met alle nadelige en in |
avec toutes les conséquences préjudiciables, le cas échéant | voorkomend geval onomkeerbare gevolgen die een dergelijke |
irréversibles, qu'une telle déchéance implique. | vervallenverklaring inhoudt. |
B.19. L'article 23, § 5, du Code de la nationalité belge est | B.19. Artikel 23, § 5, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit |
incompatible avec les articles 10, 11 et 13 de la Constitution en ce | is niet bestaanbaar met de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet in |
qu'il prévoit un délai de huit jours pour faire opposition à l'arrêt | zoverre het voorziet in een termijn van acht dagen om verzet aan te |
tekenen tegen het arrest van het hof van beroep dat bij verstek is | |
de la cour d'appel prononçant par défaut la déchéance de nationalité, | gewezen en waarbij de vervallenverklaring van de nationaliteit wordt |
à compter de la publication de l'arrêt dans deux journaux de la | uitgesproken, te rekenen vanaf de bekendmaking van het arrest in twee |
province et au Moniteur belge. | bladen uitgegeven in de provincie en in het Belgisch Staatsblad. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour, | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 23, § 5, du Code de la nationalité belge viole les articles | Artikel 23, § 5, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit |
10, 11 et 13 de la Constitution en ce qu'il prévoit un délai de huit | schendt de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet in zoverre het |
jours pour faire opposition à l'arrêt de la cour d'appel prononçant | voorziet in een termijn van acht dagen om verzet aan te tekenen tegen |
het arrest van het hof van beroep dat bij verstek is gewezen en | |
par défaut la déchéance de nationalité, à compter de la publication de | waarbij de vervallenverklaring van de nationaliteit wordt |
uitgesproken, te rekenen vanaf de bekendmaking van het arrest in twee | |
l'arrêt dans deux journaux de la province et au Moniteur belge. | bladen uitgegeven in de provincie en in het Belgisch Staatsblad. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 26 janvier 2023. | op 26 januari 2023. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
P. Nihoul | P. Nihoul |