← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 21/2023 du 9 février 2023 Numéro du rôle : 7768 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 1675/15, § 2, du Code judiciaire, posée par le Tribunal
du travail francophone de Bruxelles. La Cour const composée des présidents
P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. Giet, M. Pâques, T. Detienne, D. (...)"
Extrait de l'arrêt n° 21/2023 du 9 février 2023 Numéro du rôle : 7768 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1675/15, § 2, du Code judiciaire, posée par le Tribunal du travail francophone de Bruxelles. La Cour const composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. Giet, M. Pâques, T. Detienne, D. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 21/2023 van 9 februari 2023 Rolnummer 7768 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/15, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Franstalige Arbeidsrechtbank te Brussel. Het Grondwet samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters T. Giet, M. Pâques, T. Det(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 21/2023 du 9 février 2023 | Uittreksel uit arrest nr. 21/2023 van 9 februari 2023 |
Numéro du rôle : 7768 | Rolnummer 7768 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1675/15, § | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/15, § 2, van |
2, du Code judiciaire, posée par le Tribunal du travail francophone de | het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Franstalige Arbeidsrechtbank |
Bruxelles. | te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de |
Giet, M. Pâques, T. Detienne, D. Pieters et S. de Bethune, assistée du | rechters T. Giet, M. Pâques, T. Detienne, D. Pieters en S. de Bethune, |
greffier F. Meersschaut, présidée par le président P. Nihoul, | bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 24 février 2022, dont l'expédition est parvenue au | Bij vonnis van 24 februari 2022, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour le 7 mars 2022, le Tribunal du travail francophone | het Hof is ingekomen op 7 maart 2022, heeft de Franstalige |
de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : | Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 1675/15, § 2 du Code judiciaire viole-t-il les articles 10 | « Schendt artikel 1675/15, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek de |
et 11 de la Constitution, en ce qu'il permet aux seuls créanciers de | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het alleen de |
communiquer au juge une demande de révocation dans les cinq ans | schuldeisers toelaat aan de rechter een verzoek tot herroeping mee te |
delen binnen vijf jaar na het einde van een minnelijke of | |
suivant la fin d'un plan de règlement amiable ou judiciaire comportant | gerechtelijke aanzuiveringsregeling met kwijtschelding van schulden in |
remise de dettes en principal, alors que ce droit n'est pas reconnu | hoofdsom, terwijl dat recht niet is toegekend aan de |
aux médiateurs de dettes, dont la responsabilité peut pourtant être | schuldbemiddelaars, die overeenkomstig artikel 2276quater van het oud |
mise en cause pendant cette période conformément à l'article | Burgerlijk Wetboek nochtans aansprakelijk kunnen worden gesteld |
2276quater de l'ancien Code civil ? ». | tijdens die periode ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la disposition en cause | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling |
B.1. La question préjudicielle porte sur la compatibilité de l'article | B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid van |
1675/15, § 2, du Code judiciaire avec les articles 10 et 11 de la | artikel 1675/15, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek met de artikelen 10 |
Constitution en ce qu'il permet aux seuls créanciers de communiquer au | en 11 van de Grondwet, in zoverre het alleen de schuldeisers toelaat |
juge une demande de révocation de la remise de dette dans les cinq ans | aan de rechter een verzoek tot herroeping van de kwijtschelding van |
suivant la fin du plan de règlement amiable ou judiciaire alors que ce | schulden mee te delen binnen vijf jaar na het einde van de minnelijke |
of gerechtelijke aanzuiveringsregeling, terwijl dat recht niet wordt | |
droit n'est pas reconnu aux médiateurs de dettes, dont la | toegekend aan de schuldbemiddelaars, wier aansprakelijkheid in het |
responsabilité peut être mise en cause durant la même période, en | geding kan worden gebracht gedurende dezelfde periode, met toepassing |
application de l'article 2276quater de l'ancien Code civil. | van artikel 2276quater van het oud Burgerlijk Wetboek. |
B.2.1. L'article 1675/15, § 2, du Code judiciaire dispose : | B.2.1. Artikel 1675/15, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
« Pendant une durée de cinq ans après la fin du plan de règlement | « Elke schuldeiser kan vanaf het einde van de minnelijke of |
amiable ou judiciaire comportant remise de dettes en principal, tout | gerechtelijke aanzuiveringsregeling die een kwijtschelding van |
créancier peut communiquer au juge une demande de révocation de | schulden in hoofdsom inhoudt, gedurende een periode van vijf jaar een |
celle-ci, en raison d'un acte accompli par le débiteur en fraude de | verzoek tot herroeping van de regeling meedelen omwille van een |
ses droits ». | bedrieglijke handeling in zijn nadeel gesteld door de schuldenaar ». |
B.2.2. Les travaux préparatoires de cette disposition exposent : | B.2.2. In de parlementaire voorbereiding van die bepaling wordt |
« Le § 2 [de l'article 1675/15 du Code judiciaire] se place dans l'hypothèse où le plan de règlement amiable ou judiciaire comporte une remise de dettes en principal. Dans ce cas, en cas de fraude commise au détriment d'un ou plusieurs créanciers, le juge peut révoquer la remise de dettes, et par conséquent, le plan de règlement tout entier. La demande peut être formulée par un créancier pendant une durée de cinq ans après l'extinction du plan. Les fraudes commises par le débiteur, qui justifieraient la révocation de la remise de dettes, concernent surtout les actes destinés à soustraire de la masse des biens ou des revenus disponibles. Tout débiteur doit en effet savoir que la remise de dettes ne peut avoir lieu que dans la plus grande transparence quant au patrimoine, et à condition qu'il s'abstienne de tout acte frauduleux » (Doc. | uiteengezet : « § 2 [van artikel 1675/15 van het Gerechtelijk Wetboek] past in de veronderstelling dat de minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling een kwijtschelding van schulden in hoofdsom bevat. In dit geval, in geval van bedrog gepleegd ten nadele van één of meerdere schuldeisers, kan de rechter de kwijtschelding van schulden herroepen, en bijgevolg, de hele regeling. Een schuldeiser kan de vordering instellen gedurende een periode van vijf jaar na uitdoving van de regeling. Het door de schuldenaar gepleegde bedrog, dat de herroeping van de kwijtschelding van schulden zou verantwoorden, betreft vooral de handelingen bestemd om beschikbare goederen of inkomsten aan de boedel te onttrekken. Elke schuldenaar moet inderdaad weten dat de kwijtschelding van schulden slechts kan plaatshebben met de grootste doorzichtigheid inzake het vermogen, en op voorwaarde dat hij zich onthoudt van elke bedrieglijke handeling » (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nrs. 1073/1 en |
parl., Chambre, 1996-1997, nos 1073/1 et 1074/1, p. 49). | 1074/1, p. 49). |
B.3. L'article 2276quater de l'ancien Code civil prévoit que « les | B.3. Artikel 2276quater van het oud Burgerlijk Wetboek bepaalt dat « |
médiateurs de dettes sont déchargés de leur responsabilité | de schuldbemiddelaars zijn ontlast van hun beroepsaansprakelijkheid |
professionnelle cinq ans après la fin de leur mission ». | vijf jaar na het beëindigen van hun taak ». |
Quant au fond | Ten gronde |
B.4.1. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | B.4.1. Het beginsel van gelijkheid en niet discriminatie sluit niet |
qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. | berust en het redelijk verantwoord is. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de |
et le but visé. | aangewende middelen en het beoogde doel. |
B.4.2. Le Conseil des ministres conteste la comparabilité entre les | B.4.2. De Ministerraad betwist de vergelijkbaarheid van de |
créanciers et les médiateurs de dettes. | schuldeisers en schuldbemiddelaars. |
Il ne faut cependant pas confondre différence et non-comparabilité. Le | Verschil en niet-vergelijkbaarheid mogen evenwel niet worden verward. |
rôle différent des parties concernées dans une procédure de règlement | De verschillende rol van de betrokken partijen in een procedure van |
collectif de dettes peut certes constituer un élément dans | collectieve schuldenregeling kan weliswaar een element zijn in de |
l'appréciation d'une différence de traitement, mais il ne saurait | beoordeling van een verschil in behandeling, maar zij kan niet |
suffire pour conclure à la non-comparabilité, au risque de vider de sa | volstaan om tot de niet-vergelijkbaarheid te besluiten, anders zou de |
substance le contrôle exercé au regard du principe d'égalité et de | toetsing aan het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie van |
non-discrimination. | elke inhoud worden ontdaan. |
B.5.1. La procédure de règlement collectif de dettes a été instaurée | B.5.1. De procedure van collectieve schuldenregeling is door de |
par la loi du 5 juillet 1998 « relative au règlement collectif de | wetgever ingesteld bij de wet van 5 juli 1998 « betreffende de |
dettes et à la possibilité de vente de gré à gré des biens immeubles | collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de |
saisis ». Cette procédure vise à rétablir la situation financière du | hand van de in beslag genomen onroerende goederen ». Die procedure |
beoogt de financiële toestand van de schuldenaar met overmatige | |
débiteur surendetté en lui permettant notamment dans la mesure du | schuldenlast te herstellen, met name hem ertoe in staat te stellen, |
possible de payer ses dettes et en lui garantissant simultanément | voor zover mogelijk, zijn schulden te betalen en tegelijkertijd te |
ainsi qu'à sa famille qu'ils pourront mener une vie conforme à la | waarborgen dat hij zelf en zijn gezin een menswaardig leven kunnen |
dignité humaine (article 1675/3, alinéa 3, du Code judiciaire). La | leiden (artikel 1675/3, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek). De |
situation financière de la personne surendettée est globalisée et | financiële situatie van de persoon met overmatige schuldenlast wordt |
celle-ci est soustraite à la pression anarchique des créanciers grâce | in kaart gebracht en de ongecontroleerde druk van de schuldeisers valt |
à l'intervention d'un médiateur de dettes, désigné aux termes de | voor die persoon weg dankzij het optreden van een schuldbemiddelaar, |
l'article 1675/6 du même Code par le juge qui aura, au préalable, | die luidens artikel 1675/6 van hetzelfde Wetboek wordt aangewezen door |
statué sur l'admissibilité de la demande de règlement collectif de | de rechter die voorafgaandelijk uitspraak zal hebben gedaan over de |
dettes. La décision d'admissibilité fait naître une situation de | toelaatbaarheid van de vordering tot collectieve schuldenregeling. De |
concours entre les créanciers et a pour effet la suspension du cours | beschikking van toelaatbaarheid doet een toestand van samenloop |
des intérêts et l'indisponibilité du patrimoine du requérant (article | ontstaan tussen de schuldeisers en heeft de opschorting van de loop |
van de intresten en de onbeschikbaarheid van het vermogen van de | |
1675/7 du même Code). | verzoeker tot gevolg (artikel 1675/7 van hetzelfde Wetboek). |
B.5.2. Le législateur recherchait également un équilibre entre les | B.5.2. De wetgever had eveneens het evenwicht tussen de belangen van |
intérêts du débiteur et ceux des créanciers (Doc. parl., Chambre, | de schuldenaar en die van de schuldeisers voor ogen (Parl. St., Kamer, |
1996-1997, n° 1073/11, p. 20). Ainsi, la procédure tend au | 1996-1997, nr. 1073/11, p. 20). Zo beoogt de procedure te |
remboursement intégral ou partiel des créanciers (Doc. parl., Chambre, | bewerkstelligen dat de schuldeisers geheel of gedeeltelijk worden |
1996-1997, nos 1073/1 et 1074/1, p. 12). | terugbetaald (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nrs. 1073/1 en 1074/1, p. 12). |
B.6.1. La mission du médiateur de dettes consiste, notamment, à | B.6.1. De opdracht van de schuldbemiddelaar bestaat met name erin na |
vérifier que l'équilibre entre les intérêts du débiteur et les | te gaan of het evenwicht tussen de belangen van de schuldenaar en de |
intérêts des créanciers est respecté. Pour ce faire, il dispose, | belangen van de schuldeisers wordt nageleefd. Daartoe beschikt hij, |
pendant la durée de sa mission, de la faculté de demander au juge la | gedurende zijn opdracht, over de mogelijkheid de rechter te verzoeken |
révocation du plan de règlement amiable ou judiciaire, notamment, s'il | om de herroeping van de minnelijke of gerechtelijke |
constate que le débiteur n'a pas déclaré une source de revenus. Cette | aanzuiveringsregeling, met name wanneer hij vaststelt dat de |
prérogative ne lui est pas reconnue après la fin de sa mission. | schuldenaar een bron van inkomsten niet heeft aangegeven. Dat |
voorrecht wordt hem niet toegekend na het einde van zijn opdracht. | |
La disposition en cause, quant à elle, a pour objet de permettre aux | De in het geding zijnde bepaling heeft van haar kant tot doel het de |
schuldeisers mogelijk te maken een rechtsvordering in te stellen, na | |
créanciers d'intenter une action en justice, après la fin du plan de | het einde van de minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling, |
règlement amiable ou judiciaire, afin de protéger leurs droits contre | teneinde hun rechten te beschermen tegen het bedrog van de |
la fraude du débiteur. En revanche, la fraude du débiteur n'entraîne | schuldenaar. Het bedrog van de schuldenaar leidt daarentegen niet |
pas une lésion des droits du médiateur de dettes, de sorte que le | ertoe dat de rechten van de schuldbemiddelaar worden geschaad, zodat |
législateur ne lui a pas accordé la possibilité de demander la | de wetgever hem niet de mogelijkheid heeft geboden de herroeping van |
révocation de la remise de dettes. | de kwijtschelding van schulden te vorderen. |
B.6.2. L'action en responsabilité dirigée contre le médiateur de | B.6.2. De tegen de schuldbemiddelaar gerichte |
dettes permet aux créanciers d'obtenir une réparation en cas de lésion | aansprakelijkheidsvordering maakt het de schuldeisers mogelijk herstel |
de leurs droits par la faute ou par la négligence du médiateur de dettes. S'il est vrai qu'en application de l'article 2276quater de l'ancien Code civil, les créanciers disposent d'un délai de cinq ans pour introduire l'action en responsabilité précitée, il n'en demeure pas moins que la responsabilité professionnelle du médiateur de dettes ne peut être engagée que pour les actes ou les omissions commis durant sa mission. Le médiateur de dettes ne peut donc pas se voir reprocher les actes ou les omissions postérieurs à la fin de sa mission. Le médiateur de dettes qui aurait commis une faute ou une négligence durant sa mission et qui serait, dès lors, susceptible d'être condamné à réparer le dommage causé ne saurait être assimilé aux créanciers qui sont victimes de la fraude du débiteur alors qu'ils n'ont commis aucune faute personnelle. B.7. Il résulte de ce qui précède que la différence de traitement est objectivement et raisonnablement justifiée. Par ces motifs, la Cour | te verkrijgen indien hun rechten worden geschaad door de fout of door de nalatigheid van de schuldbemiddelaar. Met toepassing van artikel 2276quater van het oud Burgerlijk Wetboek beschikken de schuldeisers weliswaar over een termijn van vijf jaar om de voormelde aansprakelijkheidsvordering in te stellen, maar de beroepsaansprakelijkheid van de schuldbemiddelaar kan alleen worden ingeroepen voor handelingen of een verzuim die tijdens zijn opdracht hebben plaatsgehad. De schuldbemiddelaar kan dus geen handelingen of verzuim worden verweten die na het einde van zijn opdracht hebben plaatsgehad. De schuldbemiddelaar die een fout of een nalatigheid zou hebben begaan tijdens zijn opdracht en die derhalve ertoe zou kunnen worden veroordeeld de veroorzaakte schade te herstellen, kan niet worden gelijkgesteld met de schuldeisers die het slachtoffer zijn van bedrog vanwege de schuldenaar, terwijl zij geen enkele persoonlijke fout hebben begaan. B.7. Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat het verschil in behandeling objectief en redelijk verantwoord is. Om die redenen, het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 1675/15, § 2, du Code judiciaire ne viole pas les articles | Artikel 1675/15, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek schendt de |
10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 9 février 2023. | op 9 februari 2023. |
Le greffier, le président, | De griffier, De voorzitter, |
F. Meersschaut P. Nihoul | F. Meersschaut P. Nihoul |