← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 4/2023 du 12 janvier 2023 Numéro du rôle : 7779 En cause : les
questions préjudicielles relatives aux articles 11, 88, 91, alinéa 1er, 92, § 1 er
et § 1er/1, et 319, alinéa 1er, juncto 1046 du Code j La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul,
et des juges T. Gie(...)"
Extrait de l'arrêt n° 4/2023 du 12 janvier 2023 Numéro du rôle : 7779 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 11, 88, 91, alinéa 1er, 92, § 1 er et § 1er/1, et 319, alinéa 1er, juncto 1046 du Code j La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges T. Gie(...) | Uittreksel uit arrest nr. 4/2023 van 12 januari 2023 Rolnummer 7779 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 11, 88, 91, eerste lid, 92, § 1 en § 1/1, en 319, eerste lid, juncto 1046 van het Gerechtelijk Wetboek, ge Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 4/2023 du 12 janvier 2023 | Uittreksel uit arrest nr. 4/2023 van 12 januari 2023 |
Numéro du rôle : 7779 | Rolnummer 7779 |
En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 11, 88, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 11, 88, 91, |
91, alinéa 1er, 92, § 1er et § 1er/1, et 319, alinéa 1er, juncto 1046 | eerste lid, 92, § 1 en § 1/1, en 319, eerste lid, juncto 1046 van het |
du Code judiciaire, posées par la Cour d'appel de Gand. | Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de |
Giet, J. Moerman, E. Bribosia, W. Verrijdt et K. Jadin, assistée du | rechters T. Giet, J. Moerman, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin, |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président L. Lavrysen, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par un arrêt du 16 mars 2022, dont l'expédition est parvenue au greffe | Bij arrest van 16 maart 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het |
de la Cour le 23 mars 2022, la Cour d'appel de Gand a posé les | Hof is ingekomen op 23 maart 2022, heeft het Hof van Beroep te Gent de |
questions préjudicielles suivantes : | volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. Les articles 91, alinéa 1er, et 92, § 1er, du Code judiciaire | « 1. Schenden de artikelen 91, eerste lid en 92 § 1 van het Ger. W., |
violent-ils les articles 10, 11 et 12 de la Constitution, lus en | de artikelen 10, 11 en 12 van de Grondwet in samenlezing met de |
combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, avec l'article 14 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, avec l'article 47 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne et avec l'article 13 de la Constitution, en ce qu'ils prévoient que seuls sont attribués à une chambre composée de trois juges les affaires en matière répressive relatives aux crimes punissables d'une peine de réclusion de plus de vingt ans et les appels des jugements rendus en matière pénale par le tribunal de police, alors que les autres affaires en matière répressive relatives aux crimes et délits punissables d'une peine de vingt ans de réclusion ou d'une peine inférieure sont en principe, en | artikelen 6 EVRM, 14 IVBPR, 47 Europees Handvest en 13 van de Grondwet in zoverre daarin wordt bepaald dat enkel de strafzaken betreffende misdaden waarop een straf staat van meer dan twintig jaar opsluiting en het hoger beroep tegen vonnissen gewezen in strafzaken door de politierechtbank, worden toegewezen aan een kamer met drie rechters, terwijl de andere strafzaken betreffende misdaden en wanbedrijven, waarop een straf staat van twintig jaar opsluiting of een lagere straf in beginsel door de wet worden toegewezen aan een alleenzetelende |
vertu de la loi, attribuées à un juge unique ? | rechter ? |
2. Les articles 91, alinéa 1er, et 92, § 1er/1, du Code judiciaire | 2. Schenden de artikelen 91, eerste lid en 92 § 1/1 van het Ger. W. de |
violent-ils les articles 10, 11 et 12 de la Constitution, lus en | artikelen 10, 11 en 12 van de Grondwet in samenlezing met de artikelen |
combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de | |
l'homme, avec l'article 14 du Pacte international relatif aux droits | |
civils et politiques, avec l'article 47 de la Charte des droits | 6 EVRM, 14 IVBPR, 47 Europees Handvest en 12 en 13 van de Grondwet, in |
fondamentaux de l'Union européenne et avec les articles 12 et 13 de la | zoverre deze artikelen aldus moeten worden geïnterpreteerd dat de |
Constitution, en ce qu'ils doivent être interprétés en ce sens que | ambtshalve tussenkomst (van) en beoordeling (door) de voorzitter van |
l'intervention et l'appréciation d'autorité du président du tribunal | |
de première instance peuvent/doivent avoir lieu (` au cas par cas ', | de rechtbank van eerste aanleg (` geval per geval ', cf. artikel 92 § |
cf. l'article 92, § 1er/1, du Code judiciaire) | 1/1 Ger. W.) kan/moet geschieden |
- en dehors de toute intervention/consultation du juge unique, qui est | - buiten enige tussenkomst/raadpleging van de alleenzetelende rechter, |
saisi de l'affaire répressive conformément à l'article 91 du Code | bij wie de strafzaak overeenkomstig artikel 91 van het Ger. W. |
judiciaire et qui dispose d'une compétence de ` pleine juridiction ' | aanhangig werd gemaakt en die over ` volle rechtsmacht ' beschikt in |
pour statuer sur le bien-fondé de l'action publique | het kader van de beoordeling van de gegrondheid van de strafvordering |
et en ce que cette intervention et cette appréciation d'autorité | én deze ambtshalve tussenkomst en beoordeling al evenzeer telkenmale |
doivent également avoir lieu à chaque reprise | moeten plaatsvinden |
- au plus tard à l'` audience d'introduction ', c'est-à-dire à un | - uiterlijk op het moment van de ` inleidingszitting ', d.w.z. op een |
ogenblik dat de partijen, betrokken in de zaak, nog geen middelen | |
moment où les parties concernées n'ont pas encore soulevé/formulé (ou | hebben opgeworpen/geformuleerd (of kunnen opwerpen/formuleren) m.b.t. |
n'ont pu soulever/formuler) des moyens quant à l'éventuel bien-fondé | de eventuele gegrondheid van de ingestelde strafvordering, conform en |
de l'action publique intentée, conformément à l'article 152 du Code | in de omstandigheden zoals bepaald in artikel 152 van het wetboek van |
d'instruction criminelle et dans les circonstances prévues par cette | |
disposition | strafvordering |
alors que la ` complexité ' de chaque affaire répressive individuelle | terwijl de ` complexiteit ' van elke individuele strafzaak niet in |
ne peut pas être appréciée de manière abstraite, mais ne se | abstracto kan worden beoordeeld, doch in alle strafzaken enkel pas |
manifeste/ne peut se manifester, dans toutes les affaires répressives, | duidelijk wordt/kan worden op het ogenblik waarop ook de feitelijke en |
qu'au moment où les contours factuels et juridiques de l'affaire sont | juridische contouren van de zaak zijn komen vast te staan en de zaak |
également établis et que l'affaire est, en tant que telle, | als dusdanig daadwerkelijk ` in staat ' is om gepleit te worden |
effectivement ` en état ' d'être plaidée (c'est-à-dire au plus tard à | (d.w.z. uiterlijk op de pleitzittingsdatum of ` rechtsdag ', |
la date d'audience, fixée conformément à l'article 152 du Code | vastgesteld conform artikel 152 Sv. door de alleenzetelende rechter, |
d'instruction criminelle par le juge unique qui, dans le cadre de | dit in het kader van de uitoefening van de procedurele taak (nl. het |
l'exercice de la tâche procédurale (à savoir la ` mise en état ' | administratief en niet jurisdictioneel ` in staat stellen ' van een |
administrative et non juridictionnelle d'une affaire), dispose en | zaak) en die bovendien in juridisch opzicht ook over volle rechtsmacht |
outre aussi sur le plan juridique d'une compétence de pleine | |
juridiction en matière pénale) ? | in strafzaken beschikt) ? |
3. Les articles 88 et 92, § 1er/1, juncto l'article 1046 du Code | 3. Schenden de artikelen 88, 92, § 1/1 juncto 1046 van het |
judiciaire violent-ils les articles 10, 11 et 12 de la Constitution, | Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 12 van de Grondwet in |
lus en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des | samenlezing met de artikelen 6 EVRM, 14 IVBPR, 47 Europees Handvest en |
droits de l'homme, avec l'article 14 du Pacte international relatif | |
aux droits civils et politiques, avec l'article 47 de la Charte des | |
droits fondamentaux de l'Union européenne et avec l'article 13 de la | 13 van de Grondwet, in zoverre geen rechtsmiddel openstaat tegen een |
Constitution, en ce qu'aucune voie de recours n'est ouverte contre une | |
ordonnance rendue en application de l'article 92, § 1er/1, du Code | beschikking in toepassing van artikel 92, § 1/1 van het Gerechtelijk |
judiciaire, alors qu'en application de l'article 88, § 2, du Code | Wetboek, terwijl wel rechtsmiddelen openstaan tegen de toebedeling van |
judiciaire, des voies de recours sont prévues contre l'attribution | een zaak overeenkomstig een bijzonder reglement in uitvoering van |
d'une affaire conformément à un règlement particulier établi en | artikel 88, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek, in toepassing van |
exécution de l'article 88, § 1er, du Code judiciaire ? | artikel 88 § 2 van het Gerechtelijk Wetboek ? |
4. Les articles 11, 88, 92, § 1er/1, et 319, alinéa 1er, juncto | 4. Schenden de artikelen 11, 88, 92, § 1/1, 319, lid 1 juncto 1046 van |
l'article 1046 du Code judiciaire violent-ils les articles 10, 11 et | |
12 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la | het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 12 van de Grondwet in |
Convention européenne des droits de l'homme, avec l'article 14 du | samenlezing met de artikelen 6 EVRM, 14 IVBPR, 47 Europees Handvest en |
Pacte international relatif aux droits civils et politiques, avec | |
l'article 47 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union | |
européenne et avec l'article 13 de la Constitution, en ce qu'ils | 13 van de Grondwet, in zoverre deze artikelen zouden toelaten aan een |
permettraient à un chef de corps de déléguer à un président de | |
division la compétence qui lui a été attribuée par la loi de prendre | korpschef om de hem bij wet toegekende bevoegdheid om te beslissen |
une décision sur une demande fondée sur l'article 92, § 1er/1, du Code | ingevolge een verzoek ex artikel 92, § 1/1 van het Gerechtelijk |
judiciaire, alors qu'une ordonnance relative à un incident soulevé au | Wetboek te delegeren aan een afdelingsvoorzitter, terwijl een |
sujet de la répartition des affaires au sens de l'article 88, § 2, du | beschikking inzake een verdelingsincident in de zin van artikel 88, § |
Code judiciaire peut uniquement être prise par le chef de corps ? ». | 2 van het Gerechtelijk Wetboek enkel door de korpschef kan worden genomen ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant aux dispositions en cause | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen |
B.1.1. Les questions préjudicielles portent sur les articles 11, 88, | B.1.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op de artikelen 11, |
91, alinéa 1er, 92, §§ 1er et 1er/1, et 319, alinéa 1er, et 1046 du | 88, 91, eerste lid, 92, §§ 1 en 1/1, en 319, eerste lid, en 1046 van |
Code judiciaire. | het Gerechtelijk Wetboek. |
B.1.2. L'article 11 du Code judiciaire dispose : | B.1.2. Artikel 11 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
« Les juges ne peuvent déléguer leur juridiction. | « De rechters kunnen hun rechtsmacht niet overdragen. |
Ils peuvent néanmoins adresser des commissions rogatoires à un autre | Zij kunnen niettemin ambtelijke opdrachten geven aan een andere |
tribunal ou à un autre juge, et même à des autorités judiciaires | rechtbank of aan een andere rechter, en zelfs aan vreemde |
étrangères, pour faire procéder à des actes d'instruction ». | gerechtelijke overheden, om daden van onderzoek te doen verrichten ». |
B.1.3. L'article 88 du Code judiciaire dispose : | B.1.3. Artikel 88 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
« § 1er. Le règlement particulier de chaque tribunal est établi par | « § 1. Het bijzonder reglement voor elke rechtbank wordt bij |
ordonnance du président du tribunal, après avis, selon le cas, du | beschikking van de voorzitter van de rechtbank vastgesteld na advies |
premier président de la cour d'appel ou du premier président de la | van, naar gelang van het geval, de eerste voorzitter van het hof van |
cour du travail, du procureur général et, selon le cas, du procureur | beroep of de eerste voorzitter van het arbeidshof, van de |
du Roi ou de l'auditeur du travail, du greffier en chef du tribunal et | procureur-generaal en, naar gelang van het geval, van de procureur des |
des bâtonniers de l'Ordre ou des Ordres des avocats de | Konings of van de arbeidsauditeur, van de hoofdgriffier van de |
l'arrondissement. L'avis du président du tribunal du travail est | rechtbank en van de stafhouders van de Orde of Ordes van advocaten van |
également requis pour les chambres correctionnelles spécialisées | het arrondissement. Het advies van de voorzitter van de |
visées à l'article 76, § 2, alinéa 2. | arbeidsrechtbank is eveneens vereist voor de in artikel 76, § 2, |
Ce règlement détermine le nombre des chambres et leurs attributions, | tweede lid, bedoelde gespecialiseerde correctionele kamers. |
les jours et heures de leurs audiences et de l'introduction des | Dit reglement bepaalt het aantal kamers en hun bevoegdheid, de dagen |
causes. [Il] contient l'indication des chambres qui au tribunal de | en de uren van hun zittingen en van de inleiding van de zaken. Het |
première instance siègent respectivement au nombre de trois juges, | bevat de aanduiding van de kamers die in de rechtbank van eerste |
d'un juge ou d'un juge et de deux assesseurs au tribunal de | aanleg onderscheidenlijk met drie, met een rechter of met een rechter |
l'application des peines. Il détermine aussi, s'il y a lieu, l'ordre | en twee assessoren in de strafuitvoeringsrechtbank zitting houden. Het |
de répartition des affaires entre les juges d'instruction. Tous les trois ans, le président de chaque tribunal dont le siège est établi dans l'arrondissement judiciaire de Bruxelles adresse au ministre de la Justice un rapport sur les besoins du service, en fonction du nombre d'affaires qui ont été traitées au cours des trois dernières années. Le règlement est affiché au greffe du tribunal. § 2. Les incidents qui sont soulevés au sujet de la répartition des affaires entre les divisions, les sections, les chambres ou les juges d'un même tribunal conformément au règlement particulier ou au règlement de répartition des affaires sont réglés de la manière suivante : Lorsqu'un tel incident est soulevé avant tout autre moyen, par l'une des parties, ou lorsqu'il est soulevé d'office à l'ouverture des débats, la division, la section, la chambre ou le juge soumet le | bepaalt, zo nodig, ook de verdeling van de zaken onder de onderzoeksrechters. Om de drie jaar brengt de voorzitter van elke rechtbank met zetel in het gerechtelijk arrondissement Brussel verslag uit bij de minister van Justitie omtrent de behoeften van de dienst, op grond van het aantal zaken die gedurende de laatste drie jaren zijn behandeld. Het reglement wordt ter griffie van de rechtbank aangeplakt. § 2. Incidenten in verband met de verdeling van de zaken onder de afdelingen, secties, kamers of rechters van een zelfde rechtbank zoals vastgelegd in het bijzonder reglement of zaakverdelingsreglement worden op de volgende manier geregeld : Indien een zodanig incident vóór ieder ander middel door een van de partijen of bij de opening van de debatten ambtshalve wordt uitgelokt, legt de afdeling, sectie, kamer of rechter het dossier voor aan de |
dossier au président du tribunal aux fins de décider s'il y a lieu de modifier l'attribution de l'affaire et le ministère public en est simultanément informé. Les parties qui en font la demande disposent d'un délai de huit jours à compter de l'audience pour déposer des conclusions. Le ministère public peut rendre un avis dans le même délai. Le président statue par ordonnance dans les huit jours suivant l'audience. Il peut attribuer l'affaire immédiatement à une division, à une section, à une chambre ou à un juge et fixer une date pour la poursuite de l'examen. Cette ordonnance n'est susceptible d'aucun recours, à l'exception du recours du procureur général près la cour d'appel, devant la Cour de cassation, dans les délais et suivant les modalités qui sont prévus à l'article 642, alinéas 2 et 3. Copie de l'arrêt de la Cour de cassation est envoyée par le greffier de la Cour | voorzitter van de rechtbank, die oordeelt of de zaak anders moet worden toegewezen en het openbaar ministerie wordt tezelfdertijd hiervan op de hoogte gebracht. De partijen die hierom verzoeken, beschikken over een termijn van acht dagen te rekenen vanaf de zitting om conclusies in te dienen. Het openbaar ministerie kan binnen dezelfde termijn een advies uitbrengen. De voorzitter doet binnen acht dagen volgend op de zitting uitspraak bij beschikking. Hij kan de zaak onmiddellijk toekennen aan een afdeling, sectie, kamer of rechter en een datum vaststellen voor verdere behandeling. Tegen deze beschikking staat, buiten de voorziening van de procureur-generaal bij het hof van beroep, voor het Hof van Cassatie binnen de termijnen en volgens de regels zoals bepaald in artikel 642, tweede en derde lid, geen rechtsmiddel open. De griffier van het Hof zendt een afschrift van het arrest van het Hof van Cassatie aan de voorzitter van de rechtbank en aan de partijen. |
au président du tribunal et aux parties. | De beslissing bindt de rechter naar wie de vordering wordt verwezen, |
La décision lie le juge auquel la demande est renvoyée, tous droits | met dien verstande dat zijn recht om over de rechtsgrond van de zaak |
d'appréciation étant saufs sur le fond du litige ». | te oordelen onverkort blijft ». |
B.1.4. L'article 91, alinéa 1er, du Code judiciaire dispose : | B.1.4. Artikel 91, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
« En matière civile et répressive les demandes sont attribuées à des | « In burgerlijke en strafzaken worden de vorderingen toegewezen aan |
chambres ne comprenant qu'un juge, hormis les cas prévus à l'article 92 ». | kamers met één rechter, behalve in de gevallen van artikel 92 ». |
L'article 92 du Code judiciaire dispose : | Artikel 92 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
« § 1er. Les affaires en matière répressive relatives aux crimes | « § 1. De strafzaken betreffende misdaden waarop een straf staat van |
punissables d'une peine de réclusion de plus de vingt ans et les | meer dan twintig jaar opsluiting en het hoger beroep tegen vonnissen |
appels des jugements rendus en matière pénale par le tribunal de | gewezen in strafzaken door de politierechtbank, worden toegewezen aan |
police, sont attribués à une chambre composée de trois juges. | een kamer met drie rechters. |
[...] | [...] |
§ 1/1. Par dérogation à l'article 91, le président du tribunal de | § 1/1. In afwijking van artikel 91 kan de voorzitter van de rechtbank |
première instance peut, lorsque la complexité ou l'intérêt de | van eerste aanleg, wanneer de complexiteit of het belang van de zaak |
l'affaire ou des circonstances spécifiques et objectives le | of bijzondere, objectieve omstandigheden daartoe aanleiding geven, |
requièrent, attribuer d'autorité, au cas par cas, des affaires à une | zaken geval per geval ambtshalve aan een kamer met drie rechters |
chambre à trois juges. | toewijzen. |
[...] ». | [...] ». |
B.1.5. L'article 319, alinéas 1er et 2, du Code judiciaire dispose : | B.1.5. Artikel 319, eerste en tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
« Dans les tribunaux et parquets composés d'une ou plusieurs | « In de rechtbanken en parketten die zijn samengesteld uit een of |
divisions, le chef de corps est remplacé par le président de division, | meerdere afdelingen, wordt de korpschef vervangen door de |
le procureur de division ou l'auditeur de division qu'il désigne. A | afdelingsvoorzitter, de afdelingsprocureur of de afdelingsauditeur die |
défaut de désignation d'un remplaçant il est remplacé par le président | hij aanwijst. Wanneer hij geen vervanger heeft aangewezen, wordt hij |
de division, le procureur de division ou l'auditeur de division ayant | vervangen door de afdelingsvoorzitter, de afdelingsprocureur of de |
l'ancienneté de service la plus élevée. | afdelingsauditeur met de hoogste dienstanciënniteit. |
Dans les autres cas, le chef de corps est remplacé par le magistrat | In de andere gevallen wordt de korpschef vervangen door de magistraat |
qu'il désigne à cette fin. A défaut de désignation d'un remplaçant il | die hij daartoe heeft aangewezen. Wanneer hij geen vervanger heeft |
est remplacé par un titulaire d'un mandat adjoint dans l'ordre | aangewezen, wordt hij vervangen door een adjunct-mandaathouder naar |
d'ancienneté de service ou à défaut par un autre magistrat dans | orde van dienstanciënniteit of bij ontstentenis van deze door een |
l'ordre d'ancienneté de service ». | andere magistraat naar orde van dienstanciënniteit ». |
B.1.6. L'article 1046 du Code judiciaire dispose : | B.1.6. Artikel 1046 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
« Les décisions ou mesures d'ordre telles que les fixations de cause, | « Beslissingen of maatregelen van inwendige aard, zoals bepaling van |
les remises, les omissions de rôle et les radiations, ainsi que les | de rechtsdag, uitstel, weglating van de rol en doorhaling, alsmede |
jugements ordonnant une comparution personnelle des parties ne sont | vonnissen waarbij wordt bevolen dat partijen in persoon moeten |
susceptibles ni d'opposition, ni d'appel ». | verschijnen, zijn niet vatbaar voor verzet of hoger beroep ». |
Quant au fond | Ten gronde |
En ce qui concerne la première question préjudicielle | Wat betreft de eerste prejudiciële vraag |
B.2.1. La première question préjudicielle porte sur la compatibilité | B.2.1. De eerste prejudiciële vraag heeft betrekking op de |
des articles 91, alinéa 1er, et 92, § 1er, du Code judiciaire avec les | bestaanbaarheid van de artikelen 91, eerste lid, en 92, § 1, van het |
articles 10, 11, 12 et 13 de la Constitution, lus en combinaison avec | Gerechtelijk Wetboek met de artikelen 10, 11, 12 en 13 van de |
l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, avec | Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag |
l'article 14 du Pacte international relatif aux droits civils et | voor de rechten van de mens, met artikel 14 van het Internationaal |
politiques et avec l'article 47 de la Charte des droits fondamentaux | Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 47 |
de l'Union européenne, en ce que seuls les affaires en matière | van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in zoverre |
répressive relatives aux crimes punissables d'une peine de réclusion | enkel de strafzaken betreffende misdaden waarop een straf staat van |
de plus de vingt ans et les appels des jugements rendus en matière | meer dan twintig jaar opsluiting en het hoger beroep tegen vonnissen |
pénale par le tribunal de police sont attribués à une chambre composée | gewezen in strafzaken door de politierechtbank, worden toegewezen aan |
de trois juges, alors que les autres affaires en matière répressive | een kamer met drie rechters, terwijl de andere strafzaken betreffende |
relatives aux crimes et délits punissables d'une peine de vingt ans de | misdaden en wanbedrijven, waarop een straf staat van twintig jaar |
réclusion ou d'une peine inférieure sont en principe attribuées à un | opsluiting of een lagere straf in beginsel door de wet worden |
juge unique en vertu de la loi. | toegewezen aan een alleenrechtsprekende rechter. |
B.2.2. Par son arrêt n° 62/2018 du 31 mai 2018 | B.2.2. Bij zijn arrest nr. 62/2018 van 31 mei 2018 |
(ECLI:BE:GHCC:2018:ARR.062), la Cour, en ce qui concerne la | (ECLI:BE:GHCC:2018:ARR.062) heeft het Hof, met betrekking tot de |
généralisation du juge unique dans les tribunaux de première instance, | veralgemening van de alleenrechtsprekende rechter in de rechtbanken |
sauf attribution à une chambre collégiale, a jugé ce qui suit : | van eerste aanleg, behoudens toewijzing aan een collegiale kamer, geoordeeld : |
« B.20. Pour le surplus, en ce qui concerne l'allégation d'une | « B.20. Voor het overige, met betrekking tot de beweerde discriminatie |
discrimination entre justiciables, selon qu'ils sont jugés par un juge | tussen rechtzoekenden, naargelang zij door een alleenrechtsprekende |
unique ou une chambre collégiale, il convient de constater que le | rechter of door een collegiale kamer worden berecht, dient te worden |
simple fait que certains justiciables soient jugés par un juge unique | vastgesteld dat het loutere feit dat bepaalde rechtzoekenden door een |
et que d'autres, dans des affaires analogues, le soient par une | alleenrechtsprekende rechter worden berecht en dat anderen, in analoge |
chambre collégiale, n'est pas en soi susceptible d'engendrer une | zaken, door een collegiale kamer worden berecht, op zich geen verschil |
différence de traitement contraire aux articles 10 et 11 de la | in behandeling kan doen ontstaan dat strijdig is met de artikelen 10 |
Constitution. | en 11 van de Grondwet. |
Le fait que le siège d'une juridiction soit composé d'un seul juge ou | Het feit dat de zetel van een rechtscollege uit één rechter of uit |
de plusieurs ne détermine pas en soi la qualité de la décision rendue. | verschillende rechters bestaat, bepaalt op zich niet de kwaliteit van |
L'attribution d'une affaire à une chambre collégiale par le chef de | de gewezen beslissing. |
corps suppose en outre qu'aient été pris en compte les critères légaux énumérés dans les dispositions attaquées, liés à la complexité ou l'intérêt de l'affaire ou des circonstances spécifiques et objectives, ces critères visant à réserver les chambres collégiales aux affaires qui le requièrent concrètement, ce qui est justifié et proportionné au regard des objectifs poursuivis d'accélérer la justice et de respecter ainsi le droit d'être jugé dans un délai raisonnable ». B.2.3. La Cour ne voit pas de motif d'en juger autrement en ce qui concerne la différence de traitement soulevée dans la première question préjudicielle. L'examen au regard des autres normes nationales et internationales mentionnées dans la question préjudicielle ne conduit pas à une autre conclusion. Les articles 91, alinéa 1er, et 92, § 1er, du Code judiciaire sont | De toewijzing van een zaak aan een collegiale kamer door de korpschef houdt bovendien in dat met de in de bestreden bepalingen opgesomde wettelijke criteria, die verband houden met de complexiteit of het belang van de zaak of met bijzondere, objectieve omstandigheden, rekening is gehouden, waarbij die criteria ertoe strekken de collegiale kamers voor te behouden aan de zaken die zulks concreet vereisen, hetgeen verantwoord en evenredig is ten aanzien van de nagestreefde doelstellingen om het gerecht sneller te laten werken en aldus het recht om binnen een redelijke termijn te worden berecht in acht te nemen ». B.2.3. Het Hof ziet geen redenen om anders te oordelen met betrekking tot het in de eerste prejudiciële vraag opgeworpen verschil in behandeling. De toetsing aan de overige in de prejudiciële vraag vermelde nationale en internationale normen leidt niet tot een andere conclusie. De artikelen 91, eerste lid, en 92, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek |
compatibles avec les articles 10, 11, 12 et 13 de la Constitution, lus | zijn bestaanbaar met de artikelen 10, 11, 12 en 13 van de Grondwet, in |
en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits | samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de |
de l'homme, avec l'article 14 du Pacte international relatif aux | rechten van de mens, met artikel 14 van het Internationaal Verdrag |
droits civils et politiques et avec l'article 47 de la Charte des | inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 47 van het |
droits fondamentaux de l'Union européenne. | Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. |
En ce qui concerne la deuxième question préjudicielle | Wat betreft de tweede prejudiciële vraag |
B.3.1. Dans la deuxième question préjudicielle, la Cour est interrogée | B.3.1. In de tweede prejudiciële vraag wordt het Hof ondervraagd over |
sur la compatibilité des articles 91, alinéa 1er, et 92, § 1er/1, du | de bestaanbaarheid van de artikelen 91, eerste lid, en 92, § 1/1, van |
Code judiciaire avec les articles 10, 11, 12 et 13 de la Constitution, | het Gerechtelijk Wetboek met de artikelen 10, 11, 12 en 13 van de |
lus en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des | Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag |
droits de l'homme, avec l'article 14 du Pacte international relatif | voor de rechten van de mens, met artikel 14 van het Internationaal |
aux droits civils et politiques et avec l'article 47 de la Charte des | Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 47 |
droits fondamentaux de l'Union européenne. | van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. |
B.3.2. Il ressort de la formulation de la question préjudicielle et | B.3.2. Uit de formulering van de prejudiciële vraag en de motieven van |
des motifs de la décision de renvoi que cette question se fonde sur la | de verwijzingsbeslissing, kan worden afgeleid dat die vraag gebaseerd |
prémisse selon laquelle les articles du Code judiciaire précités | is op de veronderstelling dat de voormelde artikelen van het |
doivent être interprétés en ce sens que l'intervention et | Gerechtelijk Wetboek zo moeten worden geïnterpreteerd dat het |
l'appréciation d'autorité du président du tribunal de première | ambtshalve optreden van en de ambtshalve beoordeling door de |
instance doivent avoir lieu sans la moindre intervention du juge | voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg moeten plaatsvinden |
unique qui est saisi de l'affaire répressive conformément à l'article | zonder enig optreden van de alleenrechtsprekende rechter bij wie de |
91 du Code judiciaire, et ce, au plus tard à l'audience | strafzaak overeenkomstig artikel 91 van het Gerechtelijk Wetboek |
aanhangig werd gemaakt, en dit uiterlijk op het moment van de | |
d'introduction. | inleidingszitting. |
B.3.3. Par son arrêt n° 62/2018 précité, la Cour, en ce qui concerne | B.3.3. Bij zijn voormelde arrest nr. 62/2018 heeft het Hof, met |
la compatibilité des articles 91 et 92 du Code judiciaire avec les | betrekking tot de bestaanbaarheid van de artikelen 91 en 92 van het |
articles 10, 11, 13 et 146 de la Constitution, lus en combinaison ou | Gerechtelijk Wetboek met de artikelen 10, 11, 13 en 146 van de |
non avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme | Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het |
et avec l'article 14 du Pacte international relatif aux droits civils | Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 14 van het |
Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, als | |
et politiques, a jugé ce qui suit : | volgt geoordeeld : |
« B.17.1. Plusieurs dispositions du Code judiciaire confient aux chefs | « B.17.1. Verschillende bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek |
de corps le pouvoir de répartir les affaires, conformément au | vertrouwen de korpschefs de bevoegdheid toe om de zaken te verdelen, |
règlement particulier du tribunal, mais aussi de déroger à ces règles | overeenkomstig het bijzonder reglement van de rechtbank, maar ook om |
de répartition des affaires, lorsque les nécessités de service le | van die regels over de zaakverdeling af te wijken, wanneer de |
justifient (voy. l'article 68 du Code judiciaire, pour le président | behoeften van de dienst het rechtvaardigen (zie artikel 68 van het |
Gerechtelijk Wetboek, voor de voorzitter van de vrederechters en | |
des juges de paix et des juges au tribunal de police; l'article 90 du | rechters in de politierechtbank; artikel 90 van het Gerechtelijk |
Code judiciaire pour le président du tribunal de première instance, du | Wetboek voor de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, van de |
tribunal du travail et du tribunal du commerce; l'article 109 du Code | arbeidsrechtbank en van de rechtbank van koophandel; artikel 109 van |
judiciaire pour le premier président de la cour d'appel); ces | het Gerechtelijk Wetboek voor de eerste voorzitter van het hof van |
nécessités du service sont conçues comme ` la répartition de la charge | beroep); die behoeften van de dienst worden opgevat als ` de verdeling |
de travail, l'indisponibilité d'un juge, une exigence d'expertise, la | van de werklast, de onbeschikbaarheid van een rechter, een vereiste |
bonne administration de la justice ou d'autres raisons objectives | deskundigheid, de goede rechtsbedeling of andere daarmee vergelijkbare |
comparables ' (articles 68, alinéa 4, et 90, alinéa 4, du Code | objectieve redenen ' (artikelen 68, vierde lid, en 90, vierde lid, van |
judiciaire). | het Gerechtelijk Wetboek). |
Le fait de confier au chef de corps le soin de décider d'attribuer une | Het toevertrouwen, aan de korpschef, van de beslissing om een zaak toe |
affaire à une chambre collégiale se situe dans la continuité du rôle | te wijzen aan een collegiale kamer, ligt in het verlengde van de |
existant du chef de corps en ce qui concerne la répartition des | bestaande rol van de korpschef met betrekking tot de verdeling van de |
affaires. | zaken. |
B.17.2. En l'espèce, le pouvoir du chef de corps ne concerne pas une | B.17.2. Te dezen heeft de bevoegdheid van de korpschef geen betrekking |
dérogation aux règles de répartition des affaires au sein de la juridiction concernée, pour les nécessités du service, telles qu'elles sont précisées dans le Code judiciaire, mais une dérogation au principe d'attribution d'une affaire à un juge unique, par le renvoi devant une chambre collégiale, ` lorsque la complexité ou l'intérêt de l'affaire ou des circonstances spécifiques et objectives le requièrent '. Si cette mesure peut aboutir à ce qu'une affaire ne soit pas traitée par le juge ` légalement compétent ', à savoir un juge unique, elle permet cependant de garantir que les affaires complexes, délicates ou | op een afwijking van de regels over de verdeling van de zaken binnen het betrokken rechtscollege, wegens de behoeften van de dienst zoals zij zijn gepreciseerd in het Gerechtelijk Wetboek, maar op een afwijking van het beginsel van toewijzing van een zaak aan een alleenrechtsprekende rechter, door de verwijzing naar een collegiale kamer, ` wanneer de complexiteit of het belang van de zaak of bijzondere, objectieve omstandigheden daartoe aanleiding geven '. Ook al kan die maatregel ertoe leiden dat een zaak niet wordt behandeld door de ` wettelijk bevoegde rechter ', te weten een alleenrechtsprekende rechter, maakt hij het niettemin mogelijk te |
` médiatiques ' (Doc. parl., Chambre, 2014-2015, DOC 54-1219/001, p. | waarborgen dat complexe, delicate of ` mediatieke ' zaken (Parl. St., |
43) puissent être traitées par une chambre collégiale. Le ` Compendium | Kamer, 2015-2016, DOC 54-1219/001, p. 43) door een collegiale kamer |
de bonnes pratiques pour la gestion du temps dans les procédures | kunnen worden behandeld. Het ` Compendium over goede praktijken voor |
judiciaires ' du 8 septembre 2006, élaboré par la Commission | het tijdsbeheer van de gerechtelijke procedures ' van 8 september |
2006, dat werd uitgewerkt door de ` Commission européenne pour | |
européenne pour l'efficacité de la justice (CEPEJ) du Conseil de | l'efficacité de la justice ' (CEPEJ) van de Raad van Europa, nodigt in |
l'Europe, qui invite à cet égard à un mécanisme souple d'affectation | dat verband uit tot een soepel mechanisme voor toewijzing van de |
des affaires, est clair à ce sujet, en considérant que ` [m]ême dans | zaken, en is hierover duidelijk, overwegende dat ` zelfs in de landen |
les pays où l'attribution d'affaires à un juge unique doit être basée sur des règles fixées au préalable (principe du juge naturel), il est possible d'introduire une certaine flexibilité afin de pouvoir faire face aux modifications inattendues du nombre d'affaires à traiter ou à une charge de travail particulièrement lourde ' (CEPEJ(2006)13, p. 23). Les dispositions attaquées poursuivent dès lors un objectif légitime qui est d'adapter la composition du siège aux spécificités d'une affaire, objectivement constatées. La possibilité d'attribution d'une affaire à une chambre collégiale au regard des spécificités de chaque affaire n'est pas en soi de nature à méconnaître le principe de légalité et de prévisibilité garanti par les dispositions visées dans les moyens. B.17.3. Il convient maintenant d'examiner si le pouvoir conféré au | waar de toewijzing van zaken aan een alleenrechtsprekende rechter moet zijn gebaseerd op vooraf vastgestelde regels (het beginsel van de natuurlijke rechter), het mogelijk is een zekere flexibiliteit aan de dag te leggen om het hoofd te kunnen bieden aan onverwachte wijzigingen van het aantal te behandelen zaken of aan een bijzonder zware werklast ' (CEPEJ(2006)13, p. 23). De bestreden bepalingen streven bijgevolg een rechtmatig doel na, dat erin bestaat de samenstelling van de zetel aan te passen aan de specifieke kenmerken van een zaak, die objectief worden vastgesteld. De mogelijkheid om een zaak toe te wijzen aan een collegiale kamer in het licht van de specifieke kenmerken van elke zaak, is op zich niet van dien aard dat het beginsel van wettigheid en voorzienbaarheid dat door de in de middelen beoogde bepalingen wordt gewaarborgd, is geschonden. B.17.3. Er moet nog worden onderzocht of de aan de korpschef |
chef de corps de décider ` d'autorité ' d'attribuer une affaire à une | toegewezen bevoegdheid om ` ambtshalve ' te beslissen om een zaak toe |
te wijzen aan een collegiale kamer, met voldoende waarborgen is | |
chambre collégiale est encadré de suffisamment de garanties pour ne | omringd om niet het risico van willekeur te creëren dat door de |
pas créer le risque d'arbitraire dénoncé par les parties requérantes. | verzoekende partijen wordt aangeklaagd. |
La possibilité pour le chef de corps d'attribuer une affaire à une | De mogelijkheid, voor de korpschef, om een zaak aan een collegiale |
chambre collégiale ne saurait en effet ` représenter un moyen | kamer toe te wijzen, mag immers ` geen middel zijn om de samenstelling |
d'influencer la composition d'un siège en vue de l'instruction d'une | van de zetel te beïnvloeden met het oog op de behandeling van een |
cause déterminée ' et il convient de veiller à ce que les | welbepaalde zaak ' en er moet op worden toegezien dat de |
circonstances entourant cette décision ne soient pas de nature à faire | omstandigheden waarin die beslissing wordt genomen niet van aard zijn |
naître chez les justiciables le sentiment que la composition du siège | bij de rechtsonderhorigen de indruk te wekken dat de samenstelling van |
a été influencée (comp. avec Cass., 19 avril 2007, Pas., 2007, n° 194, | de zetel werd beïnvloed (vgl. met Cass., 19 april 2007, Arr. Cass., |
points 9-10, en ce qui concerne la délégation temporaire d'un juge, | 2007, nr. 194, punten 9-10, wat betreft de tijdelijke opdracht van een |
prévue par l'article 98 du Code judiciaire). | rechter, waarin artikel 98 van het Gerechtelijk Wetboek voorziet). |
B.18.1. En ce qui concerne les critères sur la base desquels le chef | B.18.1. Met betrekking tot de criteria op grond waarvan de korpschef |
de corps peut décider d'attribuer une affaire à une chambre | kan beslissen om een zaak aan een collegiale kamer toe te wijzen, |
collégiale, il convient de rappeler que l'avant-projet de loi soumis à | dient in herinnering te worden gebracht dat het voorontwerp van wet |
la section de législation du Conseil d'Etat prévoyait initialement | dat aan de afdeling wetgeving van de Raad van State is voorgelegd, |
uniquement que le chef de corps pouvait attribuer ` d'office ' une | oorspronkelijk enkel erin voorzag dat de korpschef een zaak ` |
affaire à une chambre collégiale (Doc. parl., Chambre, 2014-2015, DOC | ambtshalve ' aan een collegiale kamer kon toewijzen (Parl. St., Kamer, |
54-1219/001, pp. 64-65). | 2014-2015, DOC 54-1219/001, pp. 64-65). |
Afin de répondre aux critiques de la section de législation du Conseil | Om te antwoorden op de in B.13.2 aangehaalde kritiek van de afdeling |
d'Etat, citées en B.13.2, des critères ont dès lors été expressément | wetgeving van de Raad van State werden in de wet uitdrukkelijk |
insérés dans la loi, l'exposé des motifs précisant que cette | criteria opgenomen, waarbij in de memorie van toelichting wordt |
attribution à une chambre collégiale ne peut intervenir que dans des | gepreciseerd dat die toewijzing aan een collegiale kamer enkel in |
cas exceptionnels (ibid., p. 43). Ces critères légaux, liés à la | uitzonderlijke gevallen kan plaatsvinden (ibid., p. 43). Die |
complexité ou l'intérêt de l'affaire ou des circonstances spécifiques | wettelijke criteria, die verband houden met de complexiteit of het |
et objectives, tendent à ce que l'utilité d'une chambre collégiale | belang van de zaak of met bijzondere, objectieve omstandigheden, |
strekken ertoe dat het nut van een collegiale kamer op | |
soit appréciée de manière individualisée, en tenant compte des | geïndividualiseerde wijze wordt beoordeeld, rekening houdend met de |
particularités de chaque affaire (Doc. parl., Chambre, 2014-2015, DOC | bijzondere kenmerken van elke zaak (Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC |
54-1219/005, p. 115). | 54-1219/005, p. 115). |
Les critères légaux prévus dans les dispositions attaquées sont | De in de bestreden bepalingen bedoelde wettelijke criteria zijn |
d'ailleurs directement inspirés de l'article 90, § 1er, alinéa 4, des | trouwens geïnspireerd op artikel 90, § 1, vierde lid, van de |
lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, qui permet au président de | gecoördineerde wetten op de Raad van State, dat het de kamervoorzitter |
chambre, si le requérant l'a demandé de manière motivée dans sa | mogelijk maakt, indien de verzoeker daarom op een gemotiveerde wijze |
vraagt in zijn verzoekschrift of ambtshalve, te bevelen dat een zaak, | |
requête ou d'office, d'ordonner le renvoi d'une affaire, qui | die onder een kamer met één lid zou ressorteren, naar een kamer met |
relèverait d'une chambre à un membre, à une chambre composée de trois | drie leden wordt verwezen ` wanneer de juridische moeilijkheid of het |
membres ` lorsque la complexité juridique ou l'intérêt de l'affaire ou | belang van de zaak dan wel bijzondere omstandigheden daartoe grond |
des circonstances spécifiques le requièrent '. | opleveren '. |
Le choix d'inscrire expressément ces critères dans le texte légal - et | De keuze om die criteria uitdrukkelijk op te nemen in de wettekst - en |
non dans le règlement particulier du tribunal concerné, comme | niet in het bijzonder reglement van de betrokken rechtbank, zoals de |
l'admettait la section de législation du Conseil d'Etat (Doc. parl., | afdeling wetgeving van de Raad van State eveneens aanvaardbaar achtte |
Chambre, 2014-2015, DOC 54-1219/001, p. 117) - tend ainsi à respecter | (Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC 54-1219/001, p. 117) -, strekt aldus |
le principe de légalité et de prévisibilité garanti par les | ertoe het beginsel van wettigheid en voorzienbaarheid in acht te nemen |
dispositions visées dans les moyens. | dat door de in de middelen bedoelde bepalingen wordt gewaarborgd. |
B.18.2. Les travaux préparatoires cités en B.13.1.3 indiquent en outre | B.18.2. In de in B.13.1.3 aangehaalde parlementaire voorbereiding |
clairement que l'initiative du renvoi d'une affaire devant une chambre | wordt bovendien duidelijk aangegeven dat het initiatief tot verwijzing |
collégiale n'appartient pas au seul chef de corps et que trois | van een zaak naar een collegiale kamer niet enkel aan de korpschef |
hypothèses peuvent se présenter : | toekomt en dat drie gevallen zich kunnen voordoen : |
` Soit le chef de corps décide de sa propre initiative d'attribuer une | ` ofwel beslist de korpschef uit eigen beweging om een zaak in handen |
affaire à un collège à trois juges, soit le chef prend une décision à | te geven van een college met drie rechters; ofwel neemt de korpschef |
la demande d'un juge unique (qui, par exemple, ne se sentirait pas | die beslissing op verzoek van een alleenzetelende rechter (wanneer die |
suffisamment expérimenté), soit à la demande des parties. Dans ce | zich bijvoorbeeld ter zake onvoldoende beslagen acht); ofwel verzoeken |
dernier cas de figure, le chef de corps n'est pas obligé d'obtempérer | de partijen hem daarom. In dat laatste geval is de korpschef niet |
' (Doc. parl., Chambre, 2014-2015, DOC 54-1219/005, p. 116). | verplicht op dat verzoek in te gaan ' (Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC 54-1219/005, p. 116). |
Il en résulte que si le chef de corps décide ` d'autorité, au cas par | Daaruit vloeit voort dat, indien de korpschef ` geval per geval |
cas ' d'attribuer une affaire à une chambre collégiale, il peut prendre cette décision de sa propre initiative, mais aussi à la demande du juge unique saisi ou à la demande des parties. B.18.3. Par ailleurs, le fait que le chef de corps décide ` d'autorité ' du renvoi devant une chambre collégiale ne signifie pas que sa décision ne doit pas être motivée au regard des critères légaux énumérés par les dispositions attaquées. Lorsque les parties sollicitent, de manière motivée, le renvoi devant une chambre collégiale, si, comme l'indiquent les travaux préparatoires, le chef de corps n'est pas tenu d'obtempérer, il doit néanmoins, s'il refuse d'accéder à la demande des parties, motiver sa décision au regard des critères légaux et sa décision doit leur être communiquée. B.18.4. La décision de renvoi doit, enfin, être prise le plus tôt possible dans le déroulement du litige, afin d'éviter, comme l'indiquent les travaux préparatoires cités en B.13.1.3, les conséquences négatives qui découlent du fait de devoir reprendre | ambtshalve ' beslist om een zaak aan een collegiale kamer toe te wijzen, hij die beslissing uit eigen beweging kan nemen, maar ook op verzoek van de alleenrechtsprekende rechter bij wie de zaak aanhangig is gemaakt of op verzoek van de partijen. B.18.3. Daarenboven houdt het feit dat de korpschef ` ambtshalve ' beslist over de verwijzing naar een collegiale kamer, niet in dat zijn beslissing niet moet worden gemotiveerd ten aanzien van de in de bestreden bepalingen opgesomde wettelijke criteria. Wanneer de partijen op gemotiveerde wijze verzoeken om de verwijzing naar een collegiale kamer, moet de korpschef, hoewel hij, zoals in de parlementaire voorbereiding wordt aangegeven, niet ertoe is gehouden op dat verzoek in te gaan, evenwel, indien hij weigert om het verzoek van de partijen in te willigen, zijn beslissing motiveren ten aanzien van de wettelijke criteria, en moet zijn beslissing hun worden meegedeeld. B.18.4. De verwijzingsbeslissing moet, ten slotte, zo snel mogelijk in de loop van het geschil worden genomen, teneinde de nadelige gevolgen te vermijden die voortvloeien uit het feit dat, zoals in de in B.13.1.3 aangehaalde parlementaire voorbereiding wordt aangegeven, dat |
celui-ci ab initio devant la chambre collégiale, sans préjudice | geschil ab initio moet worden hervat voor de collegiale kamer, en |
d'éléments nouveaux pouvant, dans le cours du litige, révéler la | zulks onverminderd nieuwe elementen waaruit, tijdens het geschil, de |
complexité ou l'intérêt de l'affaire ou des circonstances spécifiques | complexiteit of het belang van de zaak of bijzondere, objectieve |
et objectives requérant l'attribution de l'affaire à une chambre | omstandigheden kunnen blijken die de toewijzing van de zaak aan een |
collégiale (ibid., p. 117). | collegiale kamer vereisen (ibid., p. 117). |
Dans cette dernière hypothèse, la décision du chef de corps doit être | In dat laatste geval moet de beslissing van de korpschef worden |
prise en concertation avec le juge unique déjà saisi, pour évaluer, au | genomen in overleg met de alleenrechtsprekende rechter bij wie de zaak |
regard des spécificités de l'affaire et des critères légaux, la | reeds aanhangig is gemaakt, teneinde de noodzaak tot verwijzing naar |
nécessité d'un renvoi devant une chambre collégiale. | een collegiale kamer te beoordelen ten aanzien van de specificiteiten |
van de zaak en de wettelijke criteria. | |
La mesure attaquée vise dès lors à adapter au mieux la composition du | De bestreden maatregel beoogt dan ook de samenstelling van de zetel zo |
siège aux spécificités de chaque affaire, quel que soit le moment où | goed mogelijk aan te passen aan de specificiteiten van elke zaak, |
ces spécificités interviennent. | ongeacht het ogenblik waarop die specificiteiten zich voordoen. |
B.18.5.1. Les travaux préparatoires cités en B.13.1.1 indiquent enfin | B.18.5.1. In de in B.13.1.1 aangehaalde parlementaire voorbereiding |
que la décision du chef de corps est une ` mesure d'ordre interne qui | wordt ten slotte aangegeven dat de beslissing van de korpschef een ` |
maatregel van inwendige aard [is] waartegen, overeenkomstig artikel | |
n'est pas susceptible d'appel, conformément à l'article 1046 du Code | 1046 van het Gerechtelijk Wetboek, geen hoger beroep mogelijk is ' |
judiciaire ' (Doc. parl., Chambre, 2014-2015, DOC 54-1219/001, p. 43). | (Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC 54-1219/001, p. 43). |
B.18.5.2. La décision de renvoi d'une affaire devant une chambre | B.18.5.2. De beslissing tot verwijzing van een zaak naar een |
collégiale constitue en effet une mesure d'ordre au sens de l'article | collegiale kamer is inderdaad een maatregel van inwendige aard zoals |
1046 du Code judiciaire, qui ne peut faire l'objet d'un recours, dès | bedoeld in artikel 1046 van het Gerechtelijk Wetboek waartegen geen |
beroep kan worden ingesteld, aangezien die maatregel niet van dien | |
lors que cette mesure n'est pas de nature à léser les droits des | aard is dat hij de rechten van de betrokken partijen schaadt. |
parties concernées. | De partijen bij het geschil zullen immers uitzonderlijk door een |
Les parties au litige sont en effet jugées, à titre exceptionnel, par | collegiale kamer worden berecht, waarbij die collegiale samenstelling |
une chambre collégiale, cette composition collégiale étant justifiée | wordt verantwoord en gemotiveerd ten aanzien van de wettelijke |
et motivée au regard des critères légaux. Le chef de corps est | criteria. ` Tot aanwijzing van het tegendeel ' wordt de korpschef |
présumé, ` [j]usqu'à preuve du contraire ', ` n'avoir eu en vue que le | vermoed ` ter zake enkel de goede werking van de dienst op het oog te |
bon fonctionnement du service et tous les juges sont également censés | hebben gehad en worden ook alle rechters geacht onpartijdig te |
statuer en toute impartialité ' (Cass., 19 avril 2007, précité, point | oordelen ' (Cass., 19 april 2007, reeds aangehaald, punt 9). Indien de |
9). Si toutefois, compte tenu des circonstances d'espèce, les parties | partijen evenwel, rekening houdend met de voorliggende omstandigheden, |
arrivent à démontrer l'existence d'un doute légitime quant à | erin slagen aan te tonen dat er over de onpartijdigheid van de |
l'impartialité des juges statuant sur leur affaire, découlant de | rechters die zich over hun zaak uitspreken gerechtvaardigde twijfel |
l'attribution d'une affaire devant une chambre collégiale, il leur | bestaat die voortvloeit uit de toewijzing van een zaak aan een |
appartient, le cas échéant, d'invoquer les causes de récusation | collegiale kamer, komt het hun toe, in voorkomend geval, de in de |
prévues aux articles 828 à 842 du Code judiciaire ou d'exercer les voies de recours à l'égard du jugement ou de l'arrêt adopté par cette chambre collégiale et d'en contester, dans ce cadre, la composition régulière au regard, notamment, des garanties d'indépendance et d'impartialité des juges, consacrées par les dispositions visées dans les moyens. Quant au juge unique dessaisi, à supposer que la décision puisse apparaître comme une sanction disciplinaire déguisée, il dispose du recours prévu par l'article 413, § 5, du Code judiciaire. | artikelen 828 tot 842 bedoelde wrakingsgronden in te roepen of de rechtsmiddelen aan te wenden ten aanzien van het vonnis of het arrest dat door die collegiale kamer is genomen en, in dat kader, de regelmatige samenstelling ervan te betwisten ten aanzien van met name de waarborgen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechters, die in de in de middelen bedoelde bepalingen zijn vastgelegd. De alleenrechtsprekende rechter aan wie de zaak is onttrokken, in de veronderstelling dat de beslissing een verhulde tuchtstraf zou zijn, beschikt over het in artikel 413, § 5, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde beroep. |
B.19. Sous réserve de ce qui est dit en B.18.3 et B.18.4 et compte | B.19. Onder voorbehoud van hetgeen in B.18.3 en B.18.4 is vermeld en |
tenu de ce qui est dit en B.18.5.2, le pouvoir conféré au chef de | rekening houdend met hetgeen in B.18.5.2 is vermeld, wordt de aan de |
corps de décider ` d'autorité ' d'attribuer une affaire à une chambre | korpschef verleende bevoegdheid om ` ambtshalve ' te beslissen om een |
zaak aan een collegiale kamer toe te wijzen, met voldoende waarborgen | |
collégiale est encadré de suffisamment de garanties pour ne pas | omringd om geen aanleiding te geven tot het door de verzoekende |
générer le risque d'arbitraire dénoncé par les parties requérantes ». | partijen aangeklaagde risico van willekeur ». |
B.3.4. La Cour ne voit pas de motif d'en juger autrement dans | B.3.4. Het Hof ziet geen redenen om in deze zaak anders te oordelen. |
l'affaire présentement examinée. L'examen au regard des autres normes | De toetsing aan de overige in de prejudiciële vraag vermelde nationale |
nationales et internationales mentionnées dans la question | en internationale normen leidt niet tot een andere conclusie. |
préjudicielle ne conduit pas à une autre conclusion. | |
Sous réserve de ce qui est dit en B.3.3, les articles 91, alinéa 1er, | Onder voorbehoud van hetgeen is vermeld in B.3.3, zijn de artikelen |
et 92, § 1er/1, du Code judiciaire sont compatibles avec les articles | 91, eerste lid, en 92, § 1/1, van het Gerechtelijk Wetboek bestaanbaar |
10, 11, 12 et 13 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article | met de artikelen 10, 11, 12 en 13 van de Grondwet, in samenhang |
6 de la Convention européenne des droits de l'homme, avec l'article 14 | gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de |
du Pacte international relatif aux droits civils et politiques et avec | mens, met artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake |
l'article 47 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union | burgerrechten en politieke rechten en met artikel 47 van het Handvest |
européenne. | van de grondrechten van de Europese Unie. |
En ce qui concerne la troisième question préjudicielle | Wat betreft de derde prejudiciële vraag |
B.4.1. La troisième question préjudicielle porte sur la compatibilité | B.4.1. De derde prejudiciële vraag heeft betrekking op de |
des articles 88, 92, § 1er/1, et 1046 du Code judiciaire avec les | bestaanbaarheid van de artikelen 88, 92, § 1/1, en 1046 van het |
articles 10, 11, 12 et 13 de la Constitution, lus en combinaison avec | Gerechtelijk Wetboek met de artikelen 10, 11, 12 en 13 van de |
l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, avec | Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag |
l'article 14 du Pacte international relatif aux droits civils et | voor de rechten van de mens, met artikel 14 van het Internationaal |
politiques et avec l'article 47 de la Charte des droits fondamentaux | Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 47 |
de l'Union européenne, en ce qu'aucune voie de recours n'est ouverte | van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in zoverre |
contre une ordonnance rendue en application de l'article 92, § 1er/1, | geen rechtsmiddel openstaat tegen een beschikking met toepassing van |
du Code judiciaire, alors qu'en application de l'article 88, § 2, du | artikel 92, § 1/1, van het Gerechtelijk Wetboek, terwijl wel |
Code judiciaire, des voies de recours sont prévues contre | rechtsmiddelen openstaan tegen de toebedeling van een zaak |
l'attribution d'une affaire conformément à un règlement particulier en | overeenkomstig een bijzonder reglement ter uitvoering van artikel 88, |
exécution de l'article 88, § 1er, du Code judiciaire. | § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, met toepassing van artikel 88, § 2, |
van het Gerechtelijk Wetboek. | |
B.4.2. Il ressort de la motivation de la décision de renvoi que la | B.4.2. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing kan worden |
question préjudicielle porte sur la possibilité, pour le prévenu, | afgeleid dat de prejudiciële vraag betrekking heeft op de mogelijkheid |
d'exercer ou non une voie de recours contre l'attribution d'une | voor de beklaagde om al dan niet een rechtsmiddel aan te wenden tegen |
affaire conformément à l'article 92 du Code judiciaire. Comme il est | de toebedeling van een zaak overeenkomstig artikel 92 van het |
dit en B.1.3, l'attribution d'une affaire conformément à un règlement | Gerechtelijk Wetboek. Zoals is vermeld in B.1.3, staat tegen de |
toebedeling van een zaak overeenkomstig een bijzonder reglement ter | |
particulier en exécution de l'article 88, § 1er, du Code judiciaire, | uitvoering van artikel 88, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, met |
n'est, en application de l'article 88, § 2, du même Code, susceptible | toepassing van artikel 88, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, buiten |
d'aucun recours, à l'exception du recours du procureur général près la | de voorziening van de procureur-generaal bij het hof van beroep, voor |
cour d'appel, devant la Cour de cassation, dans les délais et suivant | het Hof van Cassatie binnen de termijnen en volgens de regels zoals |
les modalités qui sont prévus à l'article 642, alinéas 2 et 3. Le | bepaald in artikel 642, tweede en derde lid, geen rechtsmiddel open. |
prévenu ne bénéficie donc d'une voie de recours dans aucun des deux | De beklaagde beschikt dus in geen van beide gevallen over een |
cas. La différence de traitement est inexistante. A titre surabondant, | rechtsmiddel. Het verschil in behandeling is onbestaande. Ten |
il peut être observé que l'absence d'une voie de recours en ce qui | overvloede kan worden opgemerkt dat het ontbreken van een rechtsmiddel |
concerne les décisions fondées sur l'article 92 du Code judiciaire ne | ten aanzien van de beslissingen op grond van artikel 92 van het |
Gerechtelijk Wetboek, geen onevenredige gevolgen met zich meebrengt, | |
produit pas des effets disproportionnés, comme il est jugé dans | zoals het Hof heeft geoordeeld in het voormelde arrest nr. 62/2018 |
l'arrêt n° 62/2018, précité (B.18.5.1 à B.19). | (B.18.5.1 tot B.19). |
B.4.3. Les articles 88, 92, § 1er/1, et 1046 du Code judiciaire sont | B.4.3. De artikelen 88, 92, § 1/1, en 1046 van het Gerechtelijk |
compatibles avec les articles 10, 11, 12 et 13 de la Constitution, lus | Wetboek zijn bestaanbaar met de artikelen 10, 11, 12 en 13 van de |
en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits | Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag |
de l'homme, avec l'article 14 du Pacte international relatif aux | voor de rechten van de mens, met artikel 14 van het Internationaal |
droits civils et politiques et avec l'article 47 de la Charte des | Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 47 |
droits fondamentaux de l'Union européenne. | van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. |
En ce qui concerne la quatrième question préjudicielle | Wat betreft de vierde prejudiciële vraag |
B.5.1. La quatrième question préjudicielle porte sur la compatibilité | B.5.1. De vierde prejudiciële vraag heeft betrekking op de |
des articles 11, 88, 92, § 1er/1, et 319, alinéa 1er, juncto l'article | bestaanbaarheid, van de artikelen 11, 88, 92, § 1/1, en 319, eerste |
1046 du Code judiciaire avec les articles 10, 11, 12 et 13 de la | lid, juncto 1046 van het Gerechtelijk Wetboek met de artikelen 10, 11, |
Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la Convention | 12 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het |
européenne des droits de l'homme, avec l'article 14 du Pacte | Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 14 van het |
international relatif aux droits civils et politiques et avec | Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en |
l'article 47 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union | met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese |
européenne, en ce que ces articles permettraient à un chef de corps de | Unie, in zoverre die artikelen een korpschef zouden toelaten de |
déléguer à un président de division la compétence de prendre une | bevoegdheid om te beslissen ingevolge een verzoek ex artikel 92, § |
décision quant à une demande fondée sur l'article 92, § 1er/1, du Code | 1/1, van het Gerechtelijk Wetboek te delegeren aan een |
judiciaire, alors qu'une ordonnance relative à un incident de | afdelingsvoorzitter, terwijl een beschikking inzake een |
répartition au sens de l'article 88, § 2, du Code judiciaire ne | verdelingsincident in de zin van artikel 88, § 2, van het Gerechtelijk |
pourrait être prise que par le chef de corps. | Wetboek enkel door de korpschef zou kunnen worden genomen. |
B.5.2. Comme le Conseil des ministres l'allègue, il ne saurait | B.5.2. Zoals wordt aangevoerd door de Ministerraad, kan op geen enkele |
wijze uit de in het geding zijnde bepalingen worden afgeleid dat | |
aucunement se déduire des dispositions en cause que l'article 319 du | artikel 319 van het Gerechtelijk Wetboek niet kan worden toegepast met |
Code judiciaire ne peut pas être appliqué en ce qui concerne les | |
ordonnances relatives à un incident de répartition au sens de | betrekking tot de beschikkingen inzake een verdelingsincident in de |
l'article 88, § 2, du Code judiciaire. | zin van artikel 88, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek. |
B.5.3. Il s'ensuit que la différence de traitement au sujet de | B.5.3. Daaruit volgt dat het verschil in behandeling waarover het Hof |
laquelle la Cour est interrogée est inexistante. | wordt ondervraagd, onbestaande is. |
Les articles 11, 88, 92, § 1er/1, et 319, alinéa 1er, juncto l'article | De artikelen 11, 88, 92, § 1/1, en 319, eerste lid, juncto 1046 van |
1046 du Code judiciaire sont compatibles avec les articles 10, 11, 12 | het Gerechtelijk Wetboek zijn bestaanbaar met de artikelen 10, 11, 12 |
et 13 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la | en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het |
Convention européenne des droits de l'homme, avec l'article 14 du | Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 14 van het |
Pacte international relatif aux droits civils et politiques et avec | Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en |
l'article 47 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union | met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese |
européenne. | Unie. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
1. Les articles 91, alinéa 1er, et 92, § 1er, du Code judiciaire ne | 1. De artikelen 91, eerste lid, en 92, § 1, van het Gerechtelijk |
violent pas les articles 10, 11, 12 et 13 de la Constitution, lus en | Wetboek schenden niet de artikelen 10, 11, 12 en 13 van de Grondwet, |
combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de | in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de |
l'homme, avec l'article 14 du Pacte international relatif aux droits | rechten van de mens, met artikel 14 van het Internationaal Verdrag |
civils et politiques et avec l'article 47 de la Charte des droits | inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 47 van het |
fondamentaux de l'Union européenne. | Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. |
2. Sous réserve de ce qui est dit en B.3.3, les articles 91, alinéa | 2. Onder voorbehoud van hetgeen in B.3.3 is vermeld, schenden de |
1er, et 92, § 1er/1, du Code judiciaire ne violent pas les articles | artikelen 91, eerste lid, en 92, § 1/1, van het Gerechtelijk Wetboek |
10, 11, 12 et 13 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article | niet de artikelen 10, 11, 12 en 13 van de Grondwet, in samenhang |
6 de la Convention européenne des droits de l'homme, avec l'article 14 | gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de |
du Pacte international relatif aux droits civils et politiques et avec | mens, met artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake |
l'article 47 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union | burgerrechten en politieke rechten en met artikel 47 van het Handvest |
européenne. | van de grondrechten van de Europese Unie. |
3. Les articles 88, 92, § 1er/1, et 1046 du Code judiciaire ne violent | 3. De artikelen 88, 92, § 1/1, en 1046 van het Gerechtelijk Wetboek |
pas les articles 10, 11, 12 et 13 de la Constitution, lus en | schenden niet de artikelen 10, 11, 12 en 13 van de Grondwet, in |
combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de | samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de |
l'homme, avec l'article 14 du Pacte international relatif aux droits | rechten van de mens, met artikel 14 van het Internationaal Verdrag |
civils et politiques et avec l'article 47 de la Charte des droits | inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 47 van het |
fondamentaux de l'Union européenne. | Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. |
4. Les articles 11, 88, 92, § 1er/1, 319, alinéa 1er, et 1046 du Code | 4. De artikelen 11, 88, 92, § 1/1, 319, eerste lid, en 1046 van het |
judiciaire ne violent pas les articles 10, 11, 12 et 13 de la | Gerechtelijk Wetboek schenden niet de artikelen 10, 11, 12 en 13 van |
Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la Convention | de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees |
européenne des droits de l'homme, avec l'article 14 du Pacte | Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 14 van het |
international relatif aux droits civils et politiques et avec | Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en |
l'article 47 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union | met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese |
européenne. | Unie. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 12 janvier 2023. | op 12 januari 2023. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
L. Lavrysen | L. Lavrysen |