← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 168/2022 du 22 décembre 2022 Numéro du rôle : 7563 En cause
: la question préjudicielle relative à l'article 17, § 7, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées
le 12 janvier 1973, posée par le Conseil d'Etat. L composée
des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. K(...)"
Extrait de l'arrêt n° 168/2022 du 22 décembre 2022 Numéro du rôle : 7563 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 17, § 7, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, posée par le Conseil d'Etat. L composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. K(...) | Uittreksel uit arrest nr. 168/2022 van 22 december 2022 Rolnummer 7563 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 17, § 7, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gesteld door de Raad van State. samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâ(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 168/2022 du 22 décembre 2022 | Uittreksel uit arrest nr. 168/2022 van 22 december 2022 |
Numéro du rôle : 7563 | Rolnummer 7563 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 17, § 7, des | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 17, § 7, van de |
lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, posée par | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gesteld |
le Conseil d'Etat. | door de Raad van State. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de |
Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters, S. | rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. |
de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt et K. Jadin, assistée du greffier | Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin, |
F. Meersschaut, présidée par le président P. Nihoul, | bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt n° 250.083 du 11 mars 2021, dont l'expédition est parvenue | Bij arrest nr. 250.083 van 11 maart 2021, waarvan de expeditie ter |
au greffe de la Cour le 21 avril 2021, le Conseil d'Etat a posé la | griffie van het Hof is ingekomen op 21 april 2021, heeft de Raad van |
question préjudicielle suivante : | State de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 17, § 7, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat | « Schendt artikel 17, § 7, van de gecoördineerde wetten op de Raad van |
viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en | State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met |
combinaison avec les articles 6 et 14 de la Convention de sauvegarde | de artikelen 6 en 14 van het Verdrag tot bescherming van de rechten |
des droits de l'homme et des libertés fondamentales, en ce qu'il | van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre het zonder |
s'applique indistinctement : | onderscheid van toepassing is op : |
- d'une part, au requérant qui a omis d'introduire une demande de poursuite de la procédure après le rejet d'une demande de mesures provisoires, introduite selon la procédure d'extrême urgence, dirigée contre un acte dérivé de celui dont il demande l'annulation, et, - d'autre part, au requérant qui a omis d'introduire une demande de poursuite de la procédure après le rejet d'une demande de mesures provisoires, introduite selon la procédure d'extrême urgence, dirigée contre l'acte dont il demande l'annulation, ou - au requérant qui a omis d'introduire une demande de poursuite de la procédure après le rejet d'une demande de mesures provisoires, | - enerzijds, de verzoeker die heeft nagelaten een verzoek tot voortzetting van de procedure in te dienen na de afwijzing van een vordering tot het bevelen van voorlopige maatregelen die is ingediend volgens de procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid en is gericht tegen een akte die is afgeleid van de akte waarvan hij de nietigverklaring vordert, en - anderzijds, de verzoeker die heeft nagelaten een verzoek tot voortzetting van de procedure in te dienen na de afwijzing van een vordering tot het bevelen van voorlopige maatregelen die is ingediend volgens de procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid en is gericht tegen de akte waarvan hij de nietigverklaring vordert, of - de verzoeker die heeft nagelaten een verzoek tot voortzetting van de procedure in te dienen na de afwijzing van een vordering tot het bevelen van voorlopige maatregelen die is ingediend volgens de gewone |
introduite selon la procédure ordinaire, contre un acte dérivé de | procedure tegen een akte die is afgeleid van de akte waarvan hij de |
celui dont il demande l'annulation, ou | nietigverklaring vordert, of |
- au requérant qui a omis d'introduire une demande de poursuite de la | - de verzoeker die heeft nagelaten een verzoek tot voortzetting van de |
procédure après le rejet d'une demande de suspension de l'exécution, | procedure in te dienen na de afwijzing van een volgens de gewone |
introduite selon la procédure ordinaire ou selon la procédure | procedure of volgens de procedure bij uiterst dringende |
d'extrême urgence, de l'acte dont il demande l'annulation, ou | noodzakelijkheid ingediende vordering tot schorsing van de |
tenuitvoerlegging van de akte waarvan hij de nietigverklaring vordert, of | |
- au requérant qui a omis d'introduire une demande de poursuite de la | - de verzoeker die heeft nagelaten een verzoek tot voortzetting van de |
procédure après le rejet d'une demande de suspension de l'exécution, | procedure in te dienen na de afwijzing van een volgens de gewone |
introduite selon la procédure ordinaire ou selon la procédure | procedure of volgens de procedure bij uiterst dringende |
d'extrême urgence, d'un acte dérivé de celui dont il demande | noodzakelijkheid ingediende vordering tot schorsing van de |
tenuitvoerlegging van een akte die is afgeleid van de akte waarvan hij | |
l'annulation ? ». | de nietigverklaring vordert ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. L'article 17 des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 | B.1. Artikel 17 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op |
janvier 1973 (ci-après : la loi 12 janvier 1973), tel qu'il a été | 12 januari 1973 (hierna : de wet van 12 januari 1973), zoals het is |
remplacé par l'article 6 de la loi du 20 janvier 2014 « portant | vervangen bij artikel 6 van de wet van 20 januari 2014 « houdende |
réforme de la compétence, de la procédure et de l'organisation du | hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie |
Conseil d'Etat » (ci-après : la loi du 20 janvier 2014), dispose : | van de Raad van State » (hierna : de wet van 20 januari 2014), bepaalt |
« § 1er. La section du contentieux administratif est seule compétente | : « § 1. De afdeling bestuursrechtspraak is als enige bevoegd om, de |
pour ordonner par arrêt, les parties entendues ou dûment appelées, la | partijen gehoord of behoorlijk opgeroepen, bij arrest de schorsing te |
suspension de l'exécution d'un acte ou d'un règlement susceptible | bevelen van de tenuitvoerlegging van een akte of een reglement, |
d'être annulé en vertu de l'article 14, §§ 1er et 3, et pour ordonner | vatbaar voor nietigverklaring krachtens artikel 14, §§ 1 en 3, en om |
toutes les mesures nécessaires afin de sauvegarder les intérêts des | alle maatregelen te bevelen die nodig zijn om de belangen veilig te |
parties ou des personnes qui ont intérêt à la solution de l'affaire. | stellen van de partijen of de personen die een belang hebben bij de |
beslechting van de zaak. | |
Cette suspension ou ces mesures provisoires peuvent être ordonnées à | Deze schorsing of deze voorlopige maatregelen kunnen op elk moment |
tout moment : | worden bevolen : |
1° s'il existe une urgence incompatible avec le traitement de | 1° indien de zaak te spoedeisend is voor een behandeling ervan in een |
l'affaire en annulation; | beroep tot nietigverklaring; |
2° et si au moins un moyen sérieux susceptible prima facie de | 2° en indien minstens één ernstig middel wordt aangevoerd dat de |
justifier l'annulation de l'acte ou du règlement est invoqué. | nietigverklaring van de akte of het reglement prima facie kan |
verantwoorden. | |
[...] | [...] |
§ 2. La requête en suspension ou en mesures provisoires contient un | § 2. Het verzoekschrift tot schorsing of tot het bevelen van |
exposé des faits qui, selon son auteur, justifient l'urgence invoquée | voorlopige maatregelen bevat een uiteenzetting van de feiten die, |
à l'appui de cette requête. | volgens de indiener ervan, de spoedeisendheid verantwoorden die ter |
ondersteuning van dit verzoekschrift wordt ingeroepen. | |
A la demande de la partie adverse ou de la partie intervenante, la | Op verzoek van de verwerende of de tussenkomende partij houdt de |
section du contentieux administratif tient compte des conséquences | afdeling bestuursrechtspraak rekening met de vermoedelijke gevolgen |
probables de la suspension de l'exécution ou des mesures provisoires | van de schorsing van de tenuitvoerlegging of van de voorlopige |
pour tous les intérêts susceptibles d'être lésés, en ce compris | maatregelen voor alle belangen die kunnen worden geschonden, alsook |
l'intérêt public, et peut décider de ne pas accéder à la demande de | met het openbaar belang, en kan ze besluiten de schorsing of |
suspension ou de mesures provisoires lorsque ses conséquences | voorlopige maatregelen niet te bevelen indien de nadelige gevolgen |
négatives pourraient l'emporter de manière manifestement | ervan op een kennelijk onevenredige wijze zwaarder wegen dan de |
disproportionnée sur ses avantages. | voordelen. |
Si la section du contentieux administratif rejette une demande de | Wanneer de afdeling bestuursrechtspraak een vordering tot schorsing of |
suspension ou de mesures provisoires en raison du défaut d'urgence, | voorlopige maatregelen verwerpt wegens het gebrek aan spoedeisendheid, |
une nouvelle demande ne peut être introduite que si elle s'appuie sur | kan een nieuwe vordering slechts worden ingediend indien die steunt op |
des nouveaux éléments justifiant l'urgence de cette demande. La | nieuwe elementen die de spoedeisendheid van deze vordering |
section du contentieux administratif peut, en outre, fixer un délai au | rechtvaardigen. De afdeling bestuursrechtspraak kan bovendien een |
cours duquel aucune nouvelle demande de suspension ou de mesures | termijn bepalen waarin geen enkele nieuwe vordering tot schorsing of |
provisoires ne peut être introduite si le seul élément nouveau invoqué | voorlopige maatregelen kan worden ingediend indien het enige nieuw |
consiste en l'écoulement du temps. | ingeroepen element bestaat uit het verloop van de tijd. |
[...] | [...] |
§ 4. Dans les cas d'extrême urgence incompatibles avec le délai de | § 4. In geval van een uiterst dringende noodzakelijkheid die |
traitement de la demande de suspension ou de mesures provisoires visées au paragraphe 1er, la suspension ou des mesures provisoires peuvent être ordonnées, même avant l'introduction d'un recours en annulation, selon une procédure qui déroge à celle qui s'applique pour la suspension et les mesures provisoires visées au paragraphe 1er. Le cas échéant, cette suspension ou ces mesures provisoires peuvent même être ordonnées sans que toutes les parties aient été convoquées. Dans ce cas, l'arrêt qui ordonne la suspension provisoire ou les mesures provisoires convoque les parties à bref délai devant la chambre qui statue sur la confirmation de la suspension ou des mesures provisoires. La suspension et les mesures provisoires qui ont été ordonnées avant l'introduction de la requête en annulation de l'acte ou du règlement seront immédiatement levées s'il apparaît qu'aucune requête en annulation invoquant des moyens qui les avaient justifiées n'a été introduite dans le délai prévu par le règlement de procédure. § 5. Le président de la chambre ou le conseiller d'Etat qu'il désigne statue dans les quarante-cinq jours sur la demande de suspension ou de mesures provisoires. Si la suspension ou des mesures provisoires ont été ordonnées, il est statué sur la requête en annulation dans les six mois du prononcé de l'arrêt. § 6. La section du contentieux administratif peut, suivant une procédure accélérée déterminée par le Roi, annuler l'acte ou le | onverenigbaar is met de behandelingstermijn van de vordering tot schorsing of voorlopige maatregelen bedoeld in paragraaf 1, kunnen de schorsing of voorlopige maatregelen worden bevolen, zelfs voordat een beroep tot nietigverklaring werd ingediend, volgens een procedure die afwijkt van die welke geldt voor de schorsing en de voorlopige maatregelen als bedoeld in paragraaf 1. In voorkomend geval kunnen deze schorsing of voorlopige maatregelen zelfs worden bevolen zonder dat alle partijen zijn opgeroepen. In dat laatste geval worden in het arrest dat de voorlopige schorsing of de voorlopige maatregelen beveelt, de partijen opgeroepen om op korte termijn te verschijnen voor de kamer, die uitspraak doet over de bevestiging van de schorsing of de voorlopige maatregelen. De schorsing en de voorlopige maatregelen die zijn bevolen vóór het indienen van het verzoekschrift tot nietigverklaring van de akte of het reglement worden onmiddellijk opgeheven als blijkt dat binnen de in de procedureregeling vastgestelde termijn geen verzoekschrift tot nietigverklaring werd ingediend waarin middelen worden aangevoerd die ze gerechtvaardigd hadden. § 5. De voorzitter van de kamer of de staatsraad die hij aanwijst, doet binnen vijfenveertig dagen uitspraak over de vordering tot schorsing of tot het bevelen van voorlopige maatregelen. Indien de schorsing of voorlopige maatregelen werden bevolen, wordt binnen zes maanden na de uitspraak van het arrest uitspraak gedaan over het verzoekschrift tot nietigverklaring. § 6. De afdeling bestuursrechtspraak kan volgens een door de Koning bepaalde versnelde procedure de akte of het reglement vernietigen |
règlement si, dans les trente jours à compter de la notification de | indien de verwerende partij of degene die een belang heeft bij de |
l'arrêt qui ordonne la suspension ou des mesures provisoires ou | beslechting van de zaak geen vordering tot voortzetting van de |
confirme la suspension provisoire ou les mesures provisoires, la | procedure heeft ingediend binnen dertig dagen te rekenen van de |
partie adverse ou celui qui a intérêt à la solution de l'affaire n'a | kennisgeving van het arrest waarbij de schorsing of de voorlopige |
pas introduit une demande de poursuite de la procédure. | maatregelen worden bevolen of de voorlopige schorsing of de voorlopige |
maatregelen worden bevestigd. | |
§ 7. Il existe dans le chef de la partie requérante une présomption de | § 7. Ten aanzien van de verzoekende partij geldt een vermoeden van |
désistement d'instance lorsque, la demande de suspension d'un acte ou | afstand van geding indien de verzoekende partij, nadat de vordering |
d'un règlement ou la demande de mesures provisoires ayant été rejetée, | tot schorsing van een akte of een reglement of de vordering tot het |
la partie requérante n'introduit aucune demande de poursuite de la | bevelen van voorlopige maatregelen afgewezen is, geen verzoek tot |
procédure dans un délai de trente jours à compter de la notification | voortzetting van de procedure indient binnen een termijn van dertig |
de l'arrêt. | dagen te rekenen van de kennisgeving van het arrest. |
[...] ». | [...] ». |
B.2. La question préjudicielle porte sur l'article 17, § 7, de la loi | B.2. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 17, § 7, van de |
du 12 janvier 1973. | wet van 12 januari 1973. |
Les termes de cette disposition législative sont presque identiques à | De bewoordingen van die wetsbepaling zijn bijna identiek aan die van |
ceux de l'article 17, § 4ter, de la même loi, tel qu'il était libellé | artikel 17, § 4ter, van dezelfde wet, zoals het was opgesteld na de |
à la suite de son insertion par l'article 11, 7°, de la loi du 4 août | invoeging ervan bij artikel 11, 7°, van de wet van 4 augustus 1996 « |
1996 « modifiant les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 | tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 |
janvier 1973 ». La seule différence se situe dans les mots « ou la | januari 1973 ». Het enige verschil is gelegen in de woorden « of de |
demande de mesures provisoires », qui ont été ajoutés afin de tenir | vordering tot het bevelen van voorlopige maatregelen », die zijn |
toegevoegd teneinde rekening te houden met het feit dat sinds de | |
compte du fait que, depuis l'entrée en vigueur de la loi du 20 janvier | inwerkingtreding van de wet van 20 januari 2014 de vordering tot het |
2014, la demande de mesures provisoires n'est plus conçue comme un « | bevelen van voorlopige maatregelen niet langer is opgevat als een « |
accessoire » de la demande de suspension de l'exécution d'un acte | accessorium » van de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging |
administratif mais comme un « accessoire » du recours en annulation de | van een bestuurshandeling maar als een « accessorium » van het beroep |
cet acte administratif (Doc. parl., Sénat, 2012-2013, n° 2277/1, pp. | tot nietigverklaring van die bestuurshandeling (Parl. St., Senaat, |
14 et 104). | 2012-2013, nr. 2277/1, pp. 14 en 104). |
B.3. Lors des travaux préparatoires de la loi du 4 août 1996, il a été | B.3. In de parlementaire voorbereiding van de wet van 4 augustus 1996 |
précisé qu'en cas de « présomption de désistement d'instance », le | is gepreciseerd dat ingeval van « vermoeden van afstand van geding », |
pouvoir d'appréciation du Conseil d'Etat est limité au « cas de force | de beoordelingsbevoegdheid van de Raad van State beperkt is tot de « |
majeure ou d'erreur invincible » (Doc. parl., Sénat, 1995-1996, n° | gevallen van overmacht of van onoverkomelijke dwaling » (Parl. St., |
321/1, p. 7). | Senaat, 1995-1996, nr. 321/1, p. 7). |
La Cour a, par ailleurs, rappelé, par l'arrêt n° 88/98 du 15 juillet | Het Hof heeft daarenboven, bij het arrest nr. 88/98 van 15 juli 1998 |
1998 (point 6) et par l'arrêt n° 143/2002 du 9 octobre 2002 (B.5.1), | (punt 6) en bij het arrest nr. 143/2002 van 9 oktober 2002 (B.5.1), |
que la règle qui était auparavant énoncée à l'article 17, § 4ter, de | eraan herinnerd dat de regel die voorheen was uitgedrukt in artikel |
la loi du 12 janvier 1973 ne dispensait pas le Conseil d'Etat de | 17, § 4ter, van de wet van 12 januari 1973 de Raad van State niet |
respecter le principe général de droit « selon lequel la rigueur de la | ervan vrijstelde het algemeen rechtsbeginsel in acht te nemen « |
loi peut être tempérée en cas de force majeure ou d'erreur invincible | volgens hetwelk de strengheid van de wet kan worden gematigd in geval |
». | van overmacht of onoverkomelijke dwaling ». |
B.4. Il résulte de ce qui précède que la section du contentieux | B.4. Uit hetgeen voorafgaat volgt dat de afdeling bestuursrechtspraak |
administratif du Conseil d'Etat ne peut examiner le bien-fondé d'un | van de Raad van State niet de gegrondheid kan onderzoeken van een |
recours en annulation ayant été introduit par une personne qui, après | beroep tot nietigverklaring dat is ingesteld door een persoon die, na |
avoir reçu notification d'un arrêt refusant de suspendre l'acte visé | kennisgeving te hebben ontvangen van een arrest waarin wordt geweigerd |
par ce recours ou d'ordonner des mesures provisoires sollicitées par | de in dat beroep beoogde akte te schorsen of voorlopige maatregelen te |
le requérant dans la même affaire, n'a pas demandé au Conseil d'Etat | bevelen waar door de verzoeker in dezelfde zaak om is verzocht, de |
la « poursuite de la procédure » conformément à l'article 17, § 7, de | Raad van State niet om de « voortzetting van de procedure » heeft |
la loi du 12 janvier 1973, sauf si le requérant démontre qu'il n'a pas | verzocht overeenkomstig artikel 17, § 7, van de wet van 12 januari |
formulé cette dernière demande en raison d'une force majeure ou d'une | 1973, behalve indien de verzoeker aantoont dat hij dat laatste verzoek |
erreur invincible. | niet heeft geformuleerd wegens overmacht of onoverkomelijke dwaling. |
B.5. Il ressort des motifs de la décision de renvoi et du dossier | B.5. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing en het dossier dat |
transmis à la Cour par le Conseil d'Etat que la Cour est invitée à | aan het Hof is bezorgd door de Raad van State blijkt dat het Hof wordt |
statuer sur la question de savoir si l'article 17, § 7, de la loi du | verzocht te oordelen over de vraag of artikel 17, § 7, van de wet van |
12 janvier 1973 est compatible avec les articles 10 et 11 de la | 12 januari 1973 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution, lus en combinaison avec les articles 6, paragraphe 1, et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il interdit au Conseil d'Etat d'examiner le bien-fondé d'un recours en annulation introduit par une personne qui, après avoir reçu notification d'un arrêt rejetant la demande de mesures provisoires qu'elle avait formulée en extrême urgence « contre un acte dérivé de » l'acte administratif qui est attaqué par le recours en annulation, n'a pas demandé la poursuite de la procédure et n'invoque ni force majeure, ni erreur invincible pour justifier cette abstention. | Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6, lid 1, en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het de Raad van State verbiedt de gegrondheid te onderzoeken van een beroep tot nietigverklaring dat is ingesteld door een persoon die, na kennisgeving te hebben ontvangen van een arrest waarin het verzoek tot het bevelen van voorlopige maatregelen wordt afgewezen dat hij bij uiterst dringende noodzakelijkheid had geformuleerd « tegen een akte die is afgeleid van » de bestuurshandeling die wordt aangevochten in het beroep tot nietigverklaring, niet om de voorzetting van de procedure heeft verzocht en noch overmacht noch een onoverkomelijke dwaling aanvoert om die onthouding te verantwoorden. |
B.6. Les articles 10 et 11 de la Constitution ont une portée générale. | B.6. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene |
Ils interdisent toute discrimination, quelle qu'en soit l'origine : | draagwijdte. Zij verbieden elke discriminatie, ongeacht de oorsprong |
les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination sont applicables à l'égard de tous les droits et de toutes les libertés, en ce compris ceux résultant des conventions internationales liant la Belgique. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. Ce principe s'oppose, par ailleurs, à ce que soient traitées de manière identique, sans qu'apparaisse une justification raisonnable, des catégories de personnes se trouvant dans des situations qui, au regard de la mesure critiquée, sont essentiellement différentes. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | ervan : de grondwettelijke regels van de gelijkheid en van de niet discriminatie zijn toepasselijk ten aanzien van alle rechten en alle vrijheden, met inbegrip van die welke voortvloeien uit internationale verdragen die België binden. Het beginsel van gelijkheid en niet discriminatie sluit niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Dat beginsel verzet er zich overigens tegen dat categorieën van personen, die zich ten aanzien van de betwiste maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden, op identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende |
et le but visé. | middelen en het beoogde doel. |
B.7.1. L'article 14 de la Convention européenne des droits de l'homme | B.7.1. Artikel 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
dispose : | bepaalt : |
« La jouissance des droits et libertés reconnus dans la présente | « Het genot van de rechten en vrijheden, welke in dit Verdrag zijn |
Convention doit être assurée, sans distinction aucune, fondée | vermeld, is verzekerd zonder enig onderscheid op welke grond ook, |
notamment sur le sexe, la race, la couleur, la langue, la religion, | zoals geslacht, ras, kleur, taal, godsdienst, politieke of andere |
les opinions politiques ou toutes autres opinions, l'origine nationale | overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, het behoren tot |
ou sociale, l'appartenance à une minorité nationale, la fortune, la naissance ou toute autre situation ». | een nationale minderheid, vermogen, geboorte of andere status ». |
B.7.2. Cette disposition reconnaît le droit de jouir sans | B.7.2. Die bepaling erkent het recht om zonder discriminatie de bij |
discrimination des droits et libertés reconnus par cette Convention. | dat Verdrag erkende rechten en vrijheden te genieten. |
Ce droit est violé lorsque des personnes dont les situations sont | Dat recht is geschonden wanneer personen van wie de situaties |
sensiblement différentes sont traitées de manière identique sans | aanzienlijk verschillend zijn, zonder objectieve en redelijke |
justification objective et raisonnable (CEDH, grande chambre, 6 avril | verantwoording op identieke wijze worden behandeld (EHRM, grote kamer, |
2000, Thlimmenos c. Grèce, § 44; 2 novembre 2010, Serife Yigit c. | 6 april 2000, Thlimmenos t. Griekenland, § 44; 2 november 2010, Serife |
Turquie, § 69; 24 octobre 2019, J.D. et A c. Royaume-Uni, § 84). | Yigit t. Turkije, § 69; 24 oktober 2019, J.D. en A t. Verenigd |
B.8. Le droit à un procès équitable défini par l'article 6, paragraphe | Koninkrijk, § 84). B.8. Het recht op een eerlijk proces bepaald bij artikel 6, lid 1, van |
1, de la Convention européenne des droits de l'homme comprend entre | het Europees Verdrag voor de rechten van de mens omvat onder andere |
autres le droit d'accès à un tribunal. Cette disposition garantit donc | het recht op toegang tot een rechterlijke instantie. Die bepaling |
à chacun le droit de faire statuer par un tribunal sur toute | waarborgt eenieder dus het recht om uitspraak te laten doen door een |
contestation portant sur ses « droits et obligations de caractère | rechterlijke instantie over elke betwisting die betrekking heeft op |
civil » (CEDH, grande chambre, 15 mars 2022, Grzeda c. Pologne, § 342; | zijn « burgerlijke rechten en verplichtingen » (EHRM, grote kamer, 15 |
CEDH, 20 juillet 2021, Loquifer c. Belgique, § 52). | maart 2022, Grzeda t. Polen, § 342; EHRM, 20 juli 2021, Loquifer t. |
B.9. Il ressort des motifs de la décision de renvoi que la Cour est, | België, § 52). B.9. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof |
en premier lieu, invitée à se prononcer sur le point de savoir s'il | in de eerste plaats wordt verzocht zich uit te spreken of het niet |
discriminerend is twee categorieën van verzoekende partijen op | |
n'est pas discriminatoire de traiter de manière identique deux | identieke wijze te behandelen die niet om de voortzetting van de |
catégories de requérants qui n'ont pas demandé la poursuite de la | procedure hebben verzocht na kennisgeving te hebben ontvangen van een |
procédure après avoir reçu notification d'un arrêt refusant d'ordonner | arrest waarin wordt geweigerd de voorlopige maatregelen te bevelen |
les mesures provisoires qu'ils avaient demandées après avoir introduit | waar zij om hadden verzocht na een beroep tot nietigverklaring te |
un recours en annulation : d'une part, ceux dont la demande de mesures | hebben ingediend : enerzijds, diegenen van wie de vordering tot het |
provisoires était « dirigée contre un acte dérivé de celui dont [ils | bevelen van voorlopige maatregelen « gericht [was] tegen een akte die |
demandent] l'annulation » et, d'autre part, ceux dont la demande de | is afgeleid van de akte waarvan [zij] de nietigverklaring [vorderen] » |
en, anderzijds, diegenen van wie de vordering tot het bevelen van | |
mesures provisoires était « dirigée contre l'acte dont [ils demandent] | voorlopige maatregelen was « gericht tegen de akte waarvan [zij] de |
l'annulation ». | nietigverklaring [vorderen] ». |
B.10. Les mesures provisoires qu'une personne qui a préalablement | B.10. De voorlopige maatregelen die een persoon die vooraf een beroep |
introduit un recours en annulation contre un acte administratif | tot nietigverklaring heeft ingediend tegen een bepaalde |
déterminé demande au Conseil d'Etat d'ordonner sont des mesures | bestuurshandeling, aan de Raad van State vraagt te bevelen, zijn |
nécessaires à la sauvegarde des intérêts de cette personne durant la | maatregelen die nodig zijn om de belangen van die persoon veilig te |
période de traitement de ce recours (article 17, § 1er, alinéas 1er et | stellen tijdens de periode waarin dat beroep wordt behandeld (artikel |
2, de la loi du 12 janvier 1973). Ces mesures ne sont donc pas | 17, § 1, eerste en tweede lid, van de wet van 12 januari 1973). Die |
elles-mêmes dirigées contre l'acte administratif attaqué par le | maatregelen zijn zelf dus niet gericht tegen de bestuurshandeling die |
recours en annulation. En ce que la question préjudicielle établit une | wordt aangevochten met het beroep tot nietigverklaring. In zoverre de |
prejudiciële vraag een onderscheid maakt tussen diegenen van wie de | |
distinction entre ceux dont la demande de mesures provisoires « était | vordering tot het bevelen van voorlopige maatregelen « gericht [was] |
dirigée contre un acte dérivé de celui dont [ils demandent] | tegen een akte die is afgeleid van de akte waarvan [zij] de |
l'annulation » et, d'autre part, ceux dont la demande de mesures | nietigverklaring [vorderen] » en, anderzijds, diegenen van wie de |
provisoires était « dirigée contre l'acte dont [ils demandent] | vordering tot het bevelen van voorlopige maatregelen was « gericht |
l'annulation », cette question préjudicielle est basée sur une | tegen de akte waarvan [zij] de nietigverklaring [vorderen] », is die |
prémisse erronée. | prejudiciële vraag gebaseerd op een verkeerd uitgangspunt. |
B.11. En ce qui concerne la première identité de traitement qu'elle | B.11. Wat betreft de eerste gelijke behandeling die zij beschrijft, |
décrit, la question préjudicielle n'appelle pas de réponse. | behoeft de prejudiciële vraag geen antwoord. |
B.12. Il ressort des motifs de la décision de renvoi que la Cour est, | B.12. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het |
en deuxième lieu, invitée à se prononcer sur le point de savoir s'il | Hof in de tweede plaats wordt verzocht zich uit te spreken over de |
vraag of het niet discriminerend is twee categorieën van verzoekende | |
n'est pas discriminatoire de traiter de manière identique deux | partijen op identieke wijze te behandelen die niet om de voortzetting |
catégories de parties requérantes qui n'ont pas demandé la poursuite de la procédure après avoir reçu notification d'un arrêt refusant d'ordonner les mesures provisoires qu'elles avaient demandées après avoir introduit un recours en annulation : d'une part, celles qui avaient demandé des mesures provisoires en alléguant l'extrême urgence et, d'autre part, celles qui les avaient demandées sans alléguer l'extrême urgence. En troisième lieu, la Cour est invitée à se prononcer sur l'identité de traitement entre, d'une part, celles qui, en extrême urgence, avaient formulé une demande de mesures provisoires et, d'autre part, celles qui avaient demandé la suspension de l'exécution de l'acte dont elles demandent l'annulation. B.13. Par l'arrêt n° 88/98, la Cour a considéré à propos de la mesure | van de procedure hebben verzocht na kennisgeving te hebben ontvangen van een arrest waarin wordt geweigerd de voorlopige maatregelen te bevelen waar zij om hadden verzocht na een beroep tot nietigverklaring te hebben ingediend : enerzijds, diegenen die een vordering tot het bevelen van voorlopige maatregelen hadden ingesteld waarbij zij de uiterst dringende noodzakelijkheid aanvoerden en, anderzijds, diegenen die daar om hadden verzocht zonder de uiterst dringende noodzakelijkheid aan te voeren. In de derde plaats wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de identieke behandeling van enerzijds, zij die, bij uiterst dringende noodzakelijkheid, een vordering hadden geformuleerd tot het bevelen van voorlopige maatregelen en, anderzijds, zij die de schorsing hadden gevorderd van de tenuitvoerlegging van de akte waarvan zij de nietigverklaring vorderen. B.13. Bij het arrest nr. 88/98 van 15 juli 1998 oordeelde het Hof, ten |
contenue dans l'article 17, § 4ter, de la loi du 12 janvier 1973 que, | aanzien van de in artikel 17, § 4ter, van de gecoördineerde wetten op |
quelque lourde que soit pour la partie requérante la conséquence de | de Raad van State vervatte maatregel, dat, hoe zwaar ook het gevolg |
l'inobservation du délai fixé pour l'introduction d'une demande de | van de niet-naleving van de termijn die geldt voor de indiening van |
poursuite de la procédure, une telle mesure n'est pas manifestement | een verzoek tot voortzetting van de rechtspleging voor een verzoekende |
partij moge zijn, een dergelijke maatregel niet kennelijk onevenredig | |
disproportionnée au regard de l'objectif poursuivi par le législateur, | is ten aanzien van de door de wetgever nagestreefde doelstelling, die |
à savoir réduire la durée de la procédure et inciter la partie | erin bestaat de duur van de rechtspleging in te korten en de |
verzoekende partij ertoe aan te zetten de procedure niet onnodig te | |
requérante à ne pas poursuivre inutilement les procédures, compte tenu | rekken, gelet op het algemeen rechtsbeginsel dat de gestrengheid van |
du principe général du droit selon lequel la rigueur de la loi peut | de wet in geval van overmacht of van onoverwinnelijke dwaling kan |
être tempérée en cas de force majeure ou d'erreur invincible, principe | worden gemilderd, beginsel waarvan de betrokken wet niet is afgeweken |
auquel la loi en cause n'a pas dérogé (voir point 6 de l'arrêt | (zie punt 6 van voormeld arrest). Zoals is vermeld in B.2, zijn de |
précité). Comme il est dit en B.2, les termes de l'article 17, § 7, | bewoordingen van artikel 17, § 7, nagenoeg identiek aan het vroegere |
sont quasiment identiques à l'ancien article 17, § 4ter. En ce qui | artikel 17, § 4ter. Ook met betrekking tot de andere bepalingen van de |
concerne les autres dispositions de la loi du 12 janvier 1973 qui | wet van 12 januari 1973 die een analoge sanctie verbinden aan het al |
lient une sanction analogue à l'introduction ou non d'une demande de | dan niet indienen van een verzoek tot voortzetting van de procedure, |
poursuite de la procédure, la Cour a également déjà jugé dans ce sens | heeft het Hof reeds herhaaldelijk in die zin geoordeeld (arresten nr. |
à plusieurs reprises (arrêts n° 144/2016 du 17 novembre 2016 et n° | 144/2016 van 17 november 2016 en nr. 24/2020 van 13 februari 2020). |
24/2020 du 13 février 2020). Indépendamment de la question de savoir | Ongeacht de vraag of de vergeleken categorieën van verzoekende |
si les catégories de parties requérantes comparées se trouvent réellement dans une situation fondamentalement différente, il convient de constater que les motifs précités s'appliquent de la même manière en ce qui concerne ces catégories. B.14. En ce qui concerne les deuxième et troisième identités de traitement qu'elle décrit, la question préjudicielle appelle une réponse négative. B.15. Il ressort des motifs de la décision de renvoi que la Cour est enfin invitée à se prononcer sur le point de savoir s'il n'est pas | partijen zich werkelijk in een aanzienlijk verschillende situatie bevinden, moet worden vastgesteld dat de voormelde overwegingen op identieke wijze gelden met betrekking tot die categorieën. B.14. Wat betreft de tweede en derde gelijke behandeling die zij beschrijft, dient de prejudiciële vraag ontkennend te worden beantwoord. B.15. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof tot slot wordt verzocht zich uit te spreken over de vraag of het niet discriminerend is twee categorieën van verzoekende partijen op identieke wijze te behandelen die vrijwillig niet hebben verzocht om |
discriminatoire de traiter de manière identique deux catégories de | de voorzetting van de procedure na kennisgeving te hebben ontvangen |
requérants qui n'ont volontairement pas demandé la poursuite de la | van een arrest van de Raad van State waarin wordt geweigerd gunstig |
procédure après avoir reçu notification d'un arrêt du Conseil d'Etat | gevolg te geven aan een verzoek met betrekking tot een « akte die is |
refusant de faire droit à une demande relative à un « acte dérivé de | afgeleid van de akte waarvan [zij] de nietigverklaring [vorderen] » |
celui dont [ils demandent] l'annulation » qu'ils avaient formulée | dat zij hadden geformuleerd na de indiening van hun beroep tot |
après l'introduction de leur recours en annulation : d'une part, ceux | nietigverklaring : enerzijds, zij die, bij uiterst dringende |
qui, en extrême urgence, avaient formulé une demande de mesures | noodzakelijkheid, een vordering hadden geformuleerd tot het bevelen |
provisoires « dirigée contre » un tel acte et, d'autre part, ceux qui | van voorlopige maatregelen « gericht tegen » een dergelijke akte en, |
avaient demandé la suspension de l'exécution de cet acte. | anderzijds, zij die de schorsing van de tenuitvoerlegging van die akte |
hadden gevorderd. | |
B.16. En plus de ce qui est dit en B.10, il convient de constater que | B.16. Naast hetgeen is vermeld in B.10, moet worden vastgesteld dat |
la non-introduction d'une demande de poursuite de la procédure dans le | het niet indienen van een verzoek tot voortzetting van de procedure in |
cadre d'une demande de suspension contre un acte administratif autre | het kader van een vordering tot schorsing tegen een andere |
que celui qui constitue l'objet du recours en annulation ne donne pas | bestuurshandeling dan die welke het voorwerp uitmaakt van het beroep |
lieu à l'application de l'article 17, § 7, de la loi du 12 janvier | tot nietigverklaring, niet leidt tot de toepassing van artikel 17, § |
1973 dans le cadre de ce recours en annulation. Cette disposition n'instaure en effet pas de présomption de désistement d'instance dans le chef de la personne qui a reçu notification d'un arrêt du Conseil d'Etat statuant sur une demande de suspension de l'exécution d'un acte administratif autre que celui qui constitue l'objet du recours en annulation que cette personne a préalablement introduit. B.17. La disposition en cause ne traite pas les deux catégories précitées de parties requérantes de la même manière. En ce qui concerne la quatrième identité de traitement qu'elle décrit, | 7, van de wet van 12 januari 1973 in het kader van dat beroep tot nietigverklaring. Die bepaling stelt immers geen vermoeden van afstand van geding in met betrekking tot de persoon die kennisgeving heeft ontvangen van een arrest van de Raad van State waarin uitspraak wordt gedaan over een vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een andere bestuurshandeling dan die welke het voorwerp uitmaakt van het beroep tot nietigverklaring dat die persoon voordien heeft ingesteld. B.17. De in het geding zijnde bepaling behandelt de twee voormelde categorieën van verzoekende partijen niet op dezelfde wijze. Wat betreft de vierde erin beschreven gelijke behandeling, dient de |
la question préjudicielle appelle donc une réponse négative. | prejudiciële vraag dus ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 17, § 7, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 | Artikel 17, § 7, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op |
janvier 1973, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution, | 12 januari 1973, schendt niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
lus en combinaison avec les articles 6 et 14 de la Convention | in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 14 van het Europees Verdrag |
européenne des droits de l'homme. | voor de rechten van de mens. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 22 décembre 2022. | op 22 december 2022. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
P. Nihoul | P. Nihoul |