← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 153/2022 du 24 novembre 2022 Numéros du rôle : 7553 et 7554 En
cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 4, 1°, de l'ordonnance de la Commission communautaire
commune du 25 avril 2019 « réglant l'octroi La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul
et L. Lavrysen, et des juges T. Gie(...)"
Extrait de l'arrêt n° 153/2022 du 24 novembre 2022 Numéros du rôle : 7553 et 7554 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 4, 1°, de l'ordonnance de la Commission communautaire commune du 25 avril 2019 « réglant l'octroi La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. Gie(...) | Uittreksel uit arrest nr. 153/2022 van 24 november 2022 Rolnummers 7553 en 7554 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 4, 1°, van de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 25 april 2019 « tot regeling v Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 153/2022 du 24 novembre 2022 | Uittreksel uit arrest nr. 153/2022 van 24 november 2022 |
Numéros du rôle : 7553 et 7554 | Rolnummers 7553 en 7554 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 4, 1°, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 4, 1°, van de |
de l'ordonnance de la Commission communautaire commune du 25 avril | ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 25 |
2019 « réglant l'octroi des prestations familiales », posées par le | april 2019 « tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag », |
Tribunal du travail francophone de Bruxelles. | gesteld door de Franstalige Arbeidsrechtbank te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de |
Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters, S. | rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. |
de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt et K. Jadin, assistée du greffier | Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin, |
P.-Y. Dutilleux, présidée par le président P. Nihoul, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par deux jugements du 6 avril 2021, dont les expéditions sont | Bij twee vonnissen van 6 april 2021, waarvan de expedities ter griffie |
parvenues au greffe de la Cour le 13 avril 2021, le Tribunal du | van het Hof zijn ingekomen op 13 april 2021, heeft de Franstalige |
travail francophone de Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes : | Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. L'article 4, 1° de l'ordonnance de la Commission communautaire | « 1. Schendt artikel 4, 1°, van de ordonnantie van de |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad van 25 | |
commune de Bruxelles-Capitale du 25 avril 2019 réglant l'octroi des | april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag, al dan |
prestations familiales, lu seul ou en combinaison avec l'article 3, 4° | niet in samenhang gelezen met artikel 3, 4°, van dezelfde ordonnantie, |
de la même ordonnance, viole-t-il les articles 10 et 11 de la | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in |
Constitution en ce qu'il entraîne une différence de traitement entre | behandeling met zich meebrengt tussen de kinderen die in het Brusselse |
les enfants qui résident en région bruxelloise mais qui n'y ont aucun | Gewest verblijven, maar er geen enkele woonplaats hebben, en de |
domicile et les enfants qui ont un domicile en région bruxelloise et | kinderen die een woonplaats in het Brusselse Gewest hebben en er |
qui y résident également, en privant les premiers du bénéfice des | tevens verblijven, door de eerstgenoemden het voordeel te ontzeggen |
allocations familiales prévues par l'ordonnance précitée, sans | van de kinderbijslag waarin de voormelde ordonnantie voorziet, zonder |
qu'existe pour ce faire une justification raisonnable ni aucun rapport | dat daartoe een redelijke verantwoording, noch enig redelijk verband |
raisonnable de proportionnalité entre le moyen employé et le but | van evenredigheid tussen het aangewende middel en het eventueel |
éventuellement visé, singulièrement pour ce qui concerne les enfants | beoogde doel bestaat, inzonderheid voor de kinderen die geen enkele |
qui n'ont aucun domicile en Belgique ? | woonplaats in België hebben ? |
2. L'article 4, 1° de l'ordonnance de la Commission communautaire | 2. Schendt artikel 4, 1°, van de ordonnantie van de Gemeenschappelijke |
commune de Bruxelles-Capitale du 25 avril 2019 réglant l'octroi des | Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad van 25 april 2019 tot |
regeling van de toekenning van gezinsbijslag, al dan niet in samenhang | |
prestations familiales, lu seul ou en combinaison avec l'article 3, 4° | gelezen met artikel 3, 4°, van dezelfde ordonnantie, de artikelen |
de la même ordonnance, viole-t-il les articles 22bis et 23 de la | 22bis en 23 van de Grondwet en de daarin vervatte |
Constitution et l'obligation de standstill qu'il comporte, en ce qu'il | standstill-verplichting, in zoverre het een aanzienlijke vermindering |
réduit sensiblement le niveau de protection des enfants qui résident | inhoudt van het niveau van bescherming van de kinderen die in het |
en région bruxelloise mais qui n'y ont aucun domicile, en ce qu'il les | |
prive, à partir du 1er janvier 2020, des allocations familiales dont | Brusselse Gewest verblijven, maar er geen enkele woonplaats hebben, in |
ils bénéficiaient précédemment en vertu de la loi générale relative | zoverre het hun, vanaf 1 januari 2020, de kinderbijslag ontzegt die |
aux allocations familiales du 19 décembre 1939, sans qu'existent pour | zij voorheen genoten krachtens de Algemene kinderbijslagwet van 19 |
december 1939, zonder dat daartoe redenen in verband met het algemeen | |
ce faire des motifs liés à l'intérêt général, ni aucun rapport | belang, noch enig redelijk verband van evenredigheid tussen [de |
raisonnable de proportionnalité entre [le recul constaté (R.7553)][la | vastgestelde achteruitgang (R.7553)][de vastgestelde vermindering |
réduction constatée (R.7554)] et les objectifs éventuellement | (R.7554)] en de eventueel nagestreefde doelstellingen bestaan, |
poursuivis, singulièrement pour ce qui concerne les enfants qui n'ont | inzonderheid voor de kinderen die geen enkele woonplaats in België |
aucun domicile en Belgique ? | hebben ? |
3. L'article 4, 1° de l'ordonnance de la Commission communautaire | 3. Schenden artikel 4, 1°, van de ordonnantie van de |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad van 25 | |
commune de Bruxelles-Capitale du 25 avril 2019 réglant l'octroi des | april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag, al dan |
prestations familiales, lu seul ou en combinaison avec l'article 3, 4° | niet in samenhang gelezen met artikel 3, 4°, van dezelfde ordonnantie, |
de la même ordonnance, et/ou l'article 37 de la même ordonnance, | en/of artikel 37 van de dezelfde ordonnantie, artikel 191 van de |
viole(nt)-t-il(s) l'article 191 de la Constitution, lu seul ou en | Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 22bis en |
combinaison avec les articles 22bis et 23 de la Constitution et | 23 van de Grondwet en de daarin vervatte standstill-verplichting, in |
l'obligation de standstill qu'il comporte, en ce qu'il(s) prive(nt), à | zoverre zij, vanaf 1 januari 2020, de buitenlandse kinderen die in het |
partir du 1er janvier 2020, les enfants étrangers qui résident en | |
région bruxelloise mais qui n'ont aucun domicile, des allocations | Brusselse Gewest verblijven, maar geen enkele woonplaats hebben, de |
familiales dont ils bénéficiaient précédemment en vertu de la loi | kinderbijslag ontzeggen die zij voorheen genoten krachtens de algemene |
générale relative aux allocations familiales du 19 décembre 1939, sans | kinderbijslagwet van 19 december 1939, zonder dat daartoe een |
qu'existent pour ce faire une justification raisonnable, des motifs | redelijke verantwoording, noch redenen in verband met het algemeen |
liés à l'intérêt général, ni aucun rapport raisonnable de | belang, noch enig redelijk verband van evenredigheid tussen de |
proportionnalité entre le recul constaté et les objectifs | |
éventuellement poursuivis, singulièrement lorsque l'absence de | vastgestelde achteruitgang en de eventueel nagestreefde doelstellingen |
domicile dans leur chef résulte de l'irrégularité de leur séjour en | bestaan, inzonderheid wanneer het feit dat zij geen woonplaats hebben, |
Belgique ? ». | voortvloeit uit het illegale karakter van hun verblijf in België ? ». |
Ces affaires, inscrites sous les numéros 7553 et 7554 du rôle de la | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7553 en 7554 van de rol van |
Cour, ont été jointes. | het Hof, werden samengevoegd. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. L'ordonnance de la Commission communautaire commune du 25 avril | B.1. De ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie |
2019 « réglant l'octroi des prestations familiales » (ci-après : | van 25 april 2019 « tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag » |
l'ordonnance du 25 avril 2019) fixe « les droits aux prestations | (hierna : de ordonnantie van 25 april 2019) bepaalt « de rechten op |
familiales en région bilingue de Bruxelles-Capitale » (article 2 de la | gezinsbijslag in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad » (artikel 2 |
même ordonnance). | van dezelfde ordonnantie). |
Parmi ces prestations familiales figurent les allocations familiales | Tot die gezinsbijslag behoort de kinderbijslag (artikelen 7 tot 14 van |
(articles 7 à 14 de l'ordonnance du 25 avril 2019). | de ordonnantie van 25 april 2019). |
B.2.1. L'article 4 de l'ordonnance du 25 avril 2019 dispose : | B.2.1. Artikel 4 van de ordonnantie van 25 april 2019 bepaalt : |
« Ouvre droit aux prestations familiales, l'enfant : | « Opent recht op gezinsbijslag, het kind : |
1° ayant son domicile en région bilingue de Bruxelles-Capitale; | 1° dat zijn woonplaats heeft in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad; |
2° belge ou étranger bénéficiaire d'un titre de séjour; | 2° dat de Belgische nationaliteit heeft of een buitenlander is die |
begunstigde is van een verblijfsvergunning; | |
3° répondant aux conditions fixées par l'article 25 ou 26 ». | 3° dat aan de voorwaarden voldoet bepaald in artikel 25 of 26 ». |
B.2.2. Aux termes de l'article 3, 4°, de la même ordonnance, le « | B.2.2. Luidens artikel 3, 4°, van dezelfde ordonnantie wordt de « |
domicile » au sens de la disposition précitée s'entend du « lieu où la | woonplaats » in de zin van de voormelde bepaling begrepen als « de |
personne a sa résidence principale selon les informations fournies par | plaats waar de persoon zijn hoofdverblijfplaats heeft volgens de |
le Registre national des personnes physiques et où elle a | gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en waar die |
effectivement son principal établissement ». | persoon daadwerkelijk en hoofdzakelijk verblijft ». |
Le « Registre national des personnes physiques » est défini par la | Het « Rijksregister van de natuurlijke personen » wordt in dezelfde |
même ordonnance comme « le registre organisé par la loi du 8 août 1983 | ordonnantie gedefinieerd als « het door de wet van 8 augustus 1983 tot |
organisant un Registre national des personnes physiques » (article 3, | regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen geregelde |
3°, de l'ordonnance du 25 avril 2019). | register » (artikel 3, 3°, van de ordonnantie van 25 april 2019). |
B.3. Les dispositions législatives précitées sont entrées en vigueur | B.3. De voormelde wetsbepalingen zijn in werking getreden op 1 januari |
le 1er janvier 2020 (article 40 de l'ordonnance du 25 avril 2019). | 2020 (artikel 40 van de ordonnantie van 25 april 2019). |
Quant à la première question préjudicielle | Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag |
B.4. Il ressort des motifs des deux décisions de renvoi que la Cour | B.4. Uit de motieven van de twee verwijzingsbeslissingen blijkt dat |
est invitée à vérifier si, en réservant le droit aux allocations | het Hof wordt verzocht na te gaan of artikel 4, 1°, van de ordonnantie |
familiales aux « enfants » qui ont leur « domicile » en région | |
bilingue de Bruxelles-Capitale, l'article 4, 1°, de l'ordonnance du 25 | van 25 april 2019, in samenhang gelezen met artikel 3, 4°, van |
dezelfde ordonnantie, door het recht op kinderbijslag voor te behouden | |
avril 2019, lu en combinaison avec l'article 3, 4°, de la même | aan de « kinderen » die hun « woonplaats » hebben in het tweetalige |
gebied Brussel-Hoofdstad, bestaanbaar is met het beginsel van | |
ordonnance, est compatible avec le principe d'égalité et de | gelijkheid en niet-discriminatie, zoals het voortvloeit uit de |
non-discrimination, tel qu'il découle des articles 10 et 11 de la | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die wetsbepalingen een |
Constitution, en ce que ces dispositions législatives feraient naître | discriminerend verschil in behandeling zouden doen ontstaan tussen |
une différence de traitement discriminatoire entre deux catégories d'« | |
enfants » étrangers auxquels s'applique l'ordonnance précitée et qui | twee categorieën van buitenlandse « kinderen » op wie de voormelde |
résident effectivement et principalement en région bilingue de | ordonnantie van toepassing is en die daadwerkelijk en hoofdzakelijk in |
Bruxelles-Capitale : d'une part, ceux qui sont inscrits dans les | het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad verblijven : enerzijds |
registres de la population que tient la commune de leur résidence et, | diegenen die zijn ingeschreven in het door de gemeente van hun |
d'autre part, ceux qui ne sont inscrits dans aucun des registres de la | verblijfplaats gehouden bevolkingsregister en anderzijds diegenen die |
population tenus par une commune belge. | niet zijn ingeschreven in een door een Belgische gemeente gehouden |
bevolkingsregister. | |
B.5.1. Le « lieu où la personne a sa résidence principale selon les | B.5.1. De « plaats waar de persoon zijn hoofdverblijfplaats heeft |
informations fournies par le Registre national des personnes physiques | volgens de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen |
», dont il est question à l'article 3, 4°, de l'ordonnance du 25 avril | », waarvan sprake is in artikel 3, 4°, van de ordonnantie van 25 april |
2019, cité en B.2.2, est le « domicile légal » au sens de l'article | 2019, vermeld in B.2.2, is de « wettelijke woonplaats » in de zin van |
1er, 4°, de l'accord de coopération « portant sur les facteurs de | artikel 1, 4°, van het samenwerkingsakkoord « betreffende de |
rattachement, la gestion des charges du passé, l'échange des données | aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de |
en matière de prestations familiales et les modalités concernant le | gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de praktische regels |
transfert de compétence entre caisses d'allocations familiales », que | betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslagfondsen |
la Commission communautaire commune a conclu le 6 septembre 2017 avec | », die de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie op 6 september 2017 |
la Communauté flamande, la Région wallonne et la Communauté | heeft gesloten met de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de |
germanophone (Doc. parl., Assemblée réunie de la Commission | Duitstalige Gemeenschap (Parl. St., Verenigde Vergadering van de |
communautaire commune, 2018-2019, n° B-160/1, p. 11). | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, 2018-2019, nr. B-160/1, p. 11). |
Cet accord de coopération définit le « domicile légal » comme « le | Dat samenwerkingsakkoord definieert de « wettelijke woonplaats » als « |
lieu où une personne est inscrite à titre principal sur les registres | de plaats waar een persoon in de bevolkingsregisters is ingeschreven |
de la population, conformément à l'article 32, 3°, du Code judiciaire | en daar zijn hoofdverblijfplaats heeft overeenkomstig artikel 32, 3°, |
». | van het Gerechtelijk Wetboek ». |
Lesdits registres auxquels renvoie cette dernière définition sont « | De registers waarnaar in die laatste definitie wordt verwezen, zijn « |
les registres tels que définis à l'article 1er, [alinéa 1er,] 1° [,] | de registers zoals opgenomen in art. 1, [eerste lid,] 1° [,] van de |
de la loi du 19 juillet 1991 relative aux registres de la population, | wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de |
aux cartes d'identité, aux cartes d'étranger et aux documents de | identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten |
séjour et modifiant la loi du 8 août 1983 organisant un Registre | en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een |
national des personnes physiques » (article 1er, 3°, de l'accord de | Rijksregister van de natuurlijke personen » (artikel 1, 3°, van het |
coopération du 6 septembre 2017). | samenwerkingsakkoord van 6 september 2017). |
Tel qu'il a été complété par l'article 8 de la loi du 4 mai 2016 « | Zoals aangevuld bij artikel 8 van de wet van 4 mei 2016 « houdende |
relative à l'internement et à diverses dispositions en matière de | internering en diverse bepalingen inzake Justitie » definieert artikel |
Justice », l'article 32, 3°, du Code judiciaire définit le « domicile | 32, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek de « woonplaats » als « de plaats |
» comme « le lieu où la personne est inscrite à titre principal sur | waar de persoon in de bevolkingsregisters is ingeschreven als hebbende |
les registres de la population ». | aldaar zijn hoofdverblijf ». |
B.5.2. L'article 1er, § 1er, alinéa 1er, 1°, de la loi du 19 juillet | B.5.2. Artikel 1, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 19 juli 1991 « |
1991 « relative aux registres de la population, aux cartes d'identité, | betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de |
aux cartes des étrangers et aux documents de séjour » dispose, depuis | vreemdelingenkaarten en de verblijfdocumenten » bepaalt, sinds de |
sa modification par l'article 9 de la loi du 9 novembre 2015 « portant | wijziging ervan bij artikel 9 van de wet van 9 november 2015 « |
dispositions diverses Intérieur » : | houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken » : |
« Dans chaque commune sont tenus : | « In elke gemeente worden gehouden : |
1° des registres de la population dans lesquels sont inscrits au lieu | 1° bevolkingsregisters waarin ingeschreven worden op de plaats waar |
où ils ont établi leur résidence principale, qu'ils y soient présents | zij hun hoofdverblijfplaats gevestigd hebben, ongeacht of zij er |
ou qu'ils en soient temporairement absents, les Belges et les | aanwezig dan wel tijdelijk afwezig zijn, de Belgen en de vreemdelingen |
étrangers admis ou autorisés à séjourner plus de trois mois dans le | die toegelaten of gemachtigd zijn om voor een langere termijn dan drie |
Royaume, autorisés à s'y établir, ou les étrangers inscrits pour une | maanden in het Rijk te verblijven, die gemachtigd zijn zich er te |
vestigen, of die om een andere reden ingeschreven worden | |
autre raison conformément aux dispositions de la loi du 15 décembre | overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 december 1980 |
1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et | betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging |
l'éloignement des étrangers, à l'exception des étrangers qui sont | en de verwijdering van vreemdelingen, met uitzondering van de |
inscrits au registre d'attente visé au 2° ainsi que les personnes | vreemdelingen die zijn ingeschreven in het in 2° bedoelde register |
visées à l'article 2bis de la loi du 8 août 1983 organisant un | evenals de personen bedoeld in artikel 2bis van de wet van 8 augustus |
Registre national des personnes physiques; | 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen; |
[...] ». | [...] ». |
B.5.3. Les « personnes inscrites aux registres de la population et au | B.5.3. De « personen die ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters |
registre des étrangers visés à l'article 1er, § 1er, alinéa 1er, 1°, | en in het vreemdelingenregister bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, |
de la loi du 19 juillet 1991 » sont « inscrites au Registre national | 1°, van de wet van 19 juli 1991 » worden « ingeschreven in het |
des personnes physiques » (article 2, § 1er, 1°, de la loi du 8 août | Rijksregister van de natuurlijke personen » (artikel 2, § 1, 1°, van |
1983 « organisant un Registre national des personnes physiques », tel | de wet van 8 augustus 1983 « tot regeling van een Rijksregister van de |
qu'il a été remplacé par l'article 3 de la loi du 25 novembre 2018 « | natuurlijke personen », zoals vervangen bij artikel 3 van de wet van |
portant des dispositions diverses concernant le Registre national et | 25 november 2018 « houdende diverse bepalingen met betrekking tot het |
les registres de population »). | Rijksregister en de bevolkingsregisters »). |
La « résidence principale » est l'une des informations qui sont | De « hoofdverblijfplaats » is een van de gegevens die worden |
enregistrées dans le Registre national des personnes physiques pour | geregistreerd in het Rijksregister van de natuurlijke personen voor |
chaque personne inscrite dans les registres visés à l'article 1er, § | elke persoon die wordt ingeschreven in de registers bedoeld in artikel |
1er, alinéa 1er, 1°, de la loi du 19 juillet 1991 (article 3, alinéa | 1, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 19 juli 1991 (artikel 3, eerste |
1er, 5°, de la loi du 8 août 1983, tel qu'il a été modifié par | lid, 5°, van de wet van 8 augustus 1983, zoals gewijzigd bij artikel |
l'article 6, 1°, de la loi du 25 novembre 2018). | 6, 1°, van de wet van 25 november 2018). |
B.6. Il résulte de ce qui précède que l'« enfant » étranger auquel | B.6. Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat het buitenlands « kind » |
s'applique l'ordonnance du 25 avril 2019, qui a sa résidence | op wie de ordonnantie van 25 april 2019 van toepassing is en zijn |
principale effective en région bilingue de Bruxelles-Capitale et qui | daadwerkelijke hoofdverblijfplaats in het tweetalige gebied |
est inscrit dans les registres de la population que la commune de sa | Brussel-Hoofdstad heeft en is ingeschreven in de bevolkingsregisters |
résidence tient en application de l'article 1er, § 1er, alinéa 1er, | die de gemeente van zijn verblijfplaats houdt met toepassing van |
1°, de la loi du 19 juillet 1991, remplit la condition énoncée à | artikel 1, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 19 juli 1991, voldoet |
l'article 4, 1°, de la même ordonnance. | aan de in artikel 4, 1°, van dezelfde ordonnantie vermelde voorwaarde. |
Il résulte aussi de ce qui précède que l'« enfant » étranger auquel | Uit hetgeen voorafgaat, vloeit ook voort dat het buitenlands « kind » |
op wie dezelfde ordonnantie van toepassing is en dat ook zijn | |
s'applique la même ordonnance, qui a aussi sa résidence principale | daadwerkelijke hoofdverblijfplaats in het tweetalige gebied |
effective en région bilingue de Bruxelles-Capitale mais qui n'est pas | Brussel-Hoofdstad heeft, maar niet is ingeschreven in de |
inscrit dans les registres de la population que les communes belges | bevolkingsregisters die de Belgische gemeenten houden met toepassing |
tiennent en application de la disposition précitée de la loi du 19 | van de voormelde bepaling van de wet van 19 juli 1991, niet voldoet |
juillet 1991, ne remplit pas la condition énoncée à l'article 4, 1°, | |
de l'ordonnance du 25 avril 2019, de sorte qu'il n'a pas droit aux | aan de voorwaarde vermeld in artikel 4, 1°, van de ordonnantie van 25 |
allocations familiales prévues par cette ordonnance. | april 2019, zodat het geen recht heeft op de kinderbijslag waarin die |
ordonnantie voorziet. | |
B.7. Il résulte de ce qui est exposé en B.5 que cette différence de | B.7. Uit hetgeen in B.5 wordt uiteengezet, blijkt dat dat verschil in |
traitement découle des mots « selon les informations fournies par le | behandeling voortvloeit uit de woorden « volgens de gegevens van het |
Registre national des personnes physiques » contenus dans l'article 3, | Rijksregister van de natuurlijke personen » in artikel 3, 4°, van de |
4°, de l'ordonnance du 25 avril 2019. | ordonnantie van 25 april 2019. |
B.8.1. L'article 10, alinéa 2, de la Constitution dispose : | B.8.1. Artikel 10, tweede lid, van de Grondwet bepaalt : |
« Les Belges sont égaux devant la loi; [...] ». | « De Belgen zijn gelijk voor de wet; [...] ». |
L'article 11 de la Constitution dispose : | Artikel 11 van de Grondwet bepaalt : |
« La jouissance des droits et libertés reconnus aux Belges doit être | « Het genot van de rechten en vrijheden aan de Belgen toegekend moet |
assurée sans discrimination [...] ». | zonder discriminatie verzekerd worden. [...] ». |
B.8.2. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | B.8.2. Het beginsel van gelijkheid en niet discriminatie sluit niet |
qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. | berust en het redelijk verantwoord is. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de |
et le but visé. | aangewende middelen en het beoogde doel. |
B.8.3. L'article 191 de la Constitution dispose : | B.8.3. Artikel 191 van de Grondwet bepaalt : |
« Tout étranger qui se trouve sur le territoire de la Belgique jouit | « Iedere vreemdeling die zich op het grondgebied van België bevindt, |
de la protection accordée aux personnes et aux biens, sauf les | geniet de bescherming verleend aan personen en aan goederen, behoudens |
exceptions établies par la loi ». | de bij de wet gestelde uitzonderingen ». |
B.9.1. L'ordonnance du 25 avril 2019 détermine les conditions de | B.9.1. De ordonnantie van 25 april 2019 legt de voorwaarden vast voor |
l'exercice du « droit aux prestations familiales », qui est reconnu | de uitoefening van het « recht op gezinsbijslagen » dat is erkend bij |
par l'article 23, alinéa 3, 6°, de la Constitution. | artikel 23, derde lid, 6°, van de Grondwet. |
Comme les autres « droits économiques et sociaux » cités à l'article | Zoals de andere « economische en sociale rechten » vermeld in artikel |
23, alinéa 3, de la Constitution, le « droit aux prestations | 23, derde lid, van de Grondwet dient het « recht op gezinsbijslag » te |
familiales » doit être garanti en vue de permettre à chacun de « mener | worden gewaarborgd teneinde ieder in staat te stellen « een |
une vie conforme à la dignité humaine », mentionné à l'article 23, | menswaardig leven te leiden », zoals vermeld in artikel 23, eerste |
alinéa 1er, de la Constitution. | lid, van de Grondwet. |
B.9.2. Le « droit aux prestations familiales » est le droit de | B.9.2. Het « recht op gezinsbijslagen » is het recht om van de |
recevoir des pouvoirs publics compétents une contribution financière | bevoegde overheid een financiële bijdrage te verkrijgen die op zijn |
destinée à couvrir au moins partiellement les frais d'entretien et | minst gedeeltelijk de kosten van onderhoud en opvoeding van een kind |
d'éducation d'un enfant (Doc. parl., Sénat, 2012-2013, n° 5-2240/1, p. | compenseert (Parl. St., Senaat, 2012-2013, nr. 5-2240/1, p. 2; ibid., |
2; ibid., 2013-2014, n° 5-2232/5, pp. 91-92). | 2013-2014, nr. 5-2232/5, pp. 91-92). |
B.10. Lors des travaux préparatoires de l'ordonnance du 25 avril 2019, | B.10. Tijdens de parlementaire voorbereiding van de ordonnantie van 25 |
ni la condition de domicile énoncée à l'article 4, 1°, de cette | april 2019 is noch de in artikel 4, 1°, van die ordonnantie vermelde |
ordonnance ni la différence de traitement décrite en B.6 n'ont été | woonplaatsvoorwaarde, noch het in B.6 beschreven verschil in |
justifiées. | behandeling verantwoord. |
En revanche, les travaux préparatoires de l'article 37 font apparaître | Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 37 blijkt integendeel |
que le législateur ordonnanciel entendait explicitement éviter que des | dat de ordonnantiegever expliciet de bedoeling had om te vermijden dat |
enfants étrangers qui avaient droit aux prestations familiales en | |
décembre 2019 perdent ce droit à cause de l'introduction de l'exigence | buitenlandse kinderen die in december 2019 recht hadden op |
gezinsbijslag, dit recht zouden verliezen door de invoering van de | |
de la régularité du séjour : | vereiste dat het verblijf een regelmatig karakter dient te hebben : |
« Il prévoit par ailleurs une mesure de sauvegarde des droits des | « Er wordt tevens voorzien in een maatregel ter vrijwaring van de |
rechten van buitenlandse kinderen die voor de maand december 2019 | |
enfants étrangers bénéficiaires d'allocations familiales d'un régime | recht op kinderbijslag volgens een Belgische regeling hebben. Deze |
belge pour le mois de décembre 2019. La régularité de leur séjour, | kinderen worden verondersteld hier regelmatig te verblijven. Het |
condition non prévue par les législations remplacées par la présente | betreft een voorwaarde die niet werd vastgelegd in de wetgeving die |
ordonnance, est présumée » (Doc. parl., Assemblée réunie de la | deze ordonnantie vervangt » (Parl. St., Verenigde Vergadering van de |
Commission communautaire commune, 2018-2019, n° B-160/1, p. 7). | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, 2018-2019, nr. B-160/1, p. |
B.11. Dans la mesure où elle subordonne le droit d'un enfant aux | 7). B.11. In zoverre zij het recht van een kind op kinderbijslag |
allocations familiales à l'inscription de celui-ci dans les registres | afhankelijk maakt van de inschrijving van dat kind in de |
de la population, cette condition a pour effet qu'un enfant étranger | bevolkingsregisters, heeft die voorwaarde tot gevolg dat een |
auquel l'ordonnance du 25 avril 2019 peut s'appliquer, qui réside | buitenlands kind op wie de ordonnantie van 25 april 2019 van |
effectivement et principalement en région bilingue de | toepassing kan zijn en dat daadwerkelijk en hoofdzakelijk in het |
tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad verblijft en dat niet kan worden | |
Bruxelles-Capitale et qui ne peut être rattaché à aucun des régimes de | gekoppeld aan een van de gezinsbijslagstelsels die van toepassing zijn |
prestations familiales applicables dans les autres régions du Royaume | in de andere gewesten van het Rijk, het recht op gezinsbijslag kan |
peut être privé du droit aux prestations familiales reconnu par | worden ontnomen dat, zowel ten behoeve van de Belgen als de |
l'article 23, alinéa 3, 6°, de la Constitution tant au profit des | vreemdelingen, is erkend bij artikel 23, derde lid, 6°, van de |
Belges que des étrangers parce qu'il n'est pas inscrit dans les registres précités. | Grondwet omdat het niet is ingeschreven in de voormelde registers. |
B.12. Il résulte de ce qui précède que la différence de traitement | B.12. Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat het in B.6 beschreven |
décrite en B.6 n'est pas raisonnablement justifiée. | verschil in behandeling niet redelijk verantwoord is. |
Quant aux deuxième et troisième questions préjudicielles | Ten aanzien van de tweede en de derde prejudiciële vraag |
B.13. Ces questions préjudicielles invitent aussi la Cour à statuer | B.13. Die prejudiciële vragen verzoeken het Hof eveneens uitspraak te |
sur la constitutionnalité de la condition de domicile énoncée à | doen over de grondwettigheid van de woonplaatsvoorwaarde vermeld in |
l'article 4, 1°, de l'ordonnance du 25 avril 2019, en ce que la | artikel 4, 1°, van de ordonnantie van 25 april 2019, in zoverre de |
définition du domicile mentionnée à l'article 3, 4°, de la même | definitie van de woonplaats vermeld in artikel 3, 4°, van dezelfde |
ordonnance a pour effet de priver du droit aux allocations familiales | ordonnantie tot gevolg heeft dat de buitenlandse kinderen die |
les enfants étrangers qui résident effectivement et principalement en | daadwerkelijk en hoofdzakelijk in het tweetalige gebied |
région bilingue de Bruxelles-Capitale mais qui ne sont pas inscrits | Brussel-Hoofdstad verblijven, maar niet zijn ingeschreven in de |
dans les registres de la population au sens de l'article 1er, § 1er, | bevolkingsregisters in de zin van artikel 1, § 1, eerste lid, 1°, van |
alinéa 1er, 1°, de la loi du 19 juillet 1991. | de wet van 19 juli 1991, het recht op kinderbijslag wordt ontnomen. |
B.14. Compte tenu de la réponse donnée à la première question | B.14. Gelet op het antwoord gegeven op de eerste prejudiciële vraag, |
préjudicielle, les deuxième et troisième questions préjudicielles n'appellent pas de réponse. | behoeven de tweede en de derde prejudiciële vraag geen antwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
1. Les mots « selon les informations fournies par le Registre national | 1. De woorden « volgens de gegevens van het Rijksregister van de |
des personnes physiques » contenus dans l'article 3, 4°, de | natuurlijke personen » in artikel 3, 4°, van de ordonnantie van de |
l'ordonnance de la Commission communautaire commune du 25 avril 2019 « | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 25 april 2019 « tot |
réglant l'octroi des prestations familiales » violent les articles 10 | regeling van de toekenning van gezinsbijslag » schenden de artikelen |
et 11 de la Constitution. | 10 en 11 van de Grondwet. |
2. Les deuxième et troisième questions préjudicielles n'appellent pas | 2. De tweede en de derde prejudiciële vraag behoeven geen antwoord. |
de réponse. Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof |
la Cour constitutionnelle, le 24 novembre 2022. | op 24 november 2022. |
Le greffier, Le président, | De griffier, De voorzitter, |
P.-Y. Dutilleux P. Nihoul | P.-Y. Dutilleux P. Nihoul |