← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 126/2022 du 13 octobre 2022 Numéro du rôle : 7794 En cause :
la question préjudicielle relative à l'article 376, §§ 1 er et 2, du Code
des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal de premièr La
Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, des juges T. Giet, (...)"
| Extrait de l'arrêt n° 126/2022 du 13 octobre 2022 Numéro du rôle : 7794 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 376, §§ 1 er et 2, du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal de premièr La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, des juges T. Giet, (...) | Uittreksel uit arrest nr. 126/2022 van 13 oktober 2022 Rolnummer 7794 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 376, §§ 1 en 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters T.(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 126/2022 du 13 octobre 2022 | Uittreksel uit arrest nr. 126/2022 van 13 oktober 2022 |
| Numéro du rôle : 7794 | Rolnummer 7794 |
| En cause : la question préjudicielle relative à l'article 376, §§ 1er | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 376, §§ 1 en 2, |
| et 2, du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal | van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de |
| de première instance de Liège, division de Liège. | Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik. |
| La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
| composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, des juges T. Giet, | samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters |
| J. Moerman, E. Bribosia et W. Verrijdt, et, conformément à l'article | T. Giet, J. Moerman, E. Bribosia en W. Verrijdt, en, overeenkomstig |
| 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour | artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| constitutionnelle, du juge émérite J.-P. Moerman, assistée du greffier | Grondwettelijk Hof, emeritus rechter J.-P. Moerman, bijgestaan door de |
| F. Meersschaut, présidée par le président P. Nihoul, | griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter P. |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | Nihoul, wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Par jugement du 31 mars 2022, dont l'expédition est parvenue au greffe | Bij vonnis van 31 maart 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het |
| de la Cour le 26 avril 2022, le Tribunal de première instance de | Hof is ingekomen op 26 april 2022, heeft de Rechtbank van eerste |
| Liège, division de Liège, a posé la question préjudicielle suivante : | aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 376 §§ 1er et 2 du CIR 1992 viole-t-il les articles 10, 11 | « Schendt artikel 376, §§ 1 en 2, van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 |
| et 172 de la Constitution en ce que cette disposition doit être | en 172 van de Grondwet, in zoverre die bepaling zo moet worden |
| interprétée en ce sens : | geïnterpreteerd dat : |
| - qu'un arrêt de la Cour constitutionnelle rendu sur question | - een op prejudiciële vraag gewezen arrest van het Grondwettelijk Hof |
| préjudicielle qui juge une mesure législative fiscale contraire aux | waarbij wordt geoordeeld dat een fiscale wettelijke maatregel in |
| principes d'égalité et de non-discrimination garantis par la | strijd is met het door de Grondwet gewaarborgde beginsel van |
| Constitution n'est ni un 'nouveau moyen de droit' ni un 'changement de | gelijkheid en niet-discriminatie, noch een ' nieuw rechtsmiddel ', |
| jurisprudence' mais, bien qu'il soit le produit d'un raisonnement | noch een ' wijziging van jurisprudentie ' is, maar, hoewel het het |
| juridique, est constitutif d'un fait nouveau probant pouvant donner | resultaat is van een juridische redenering, een nieuw bewijskrachtig |
| lieu à un dégrèvement d'office de surtaxes qui sont établies à charge | feit vormt dat aanleiding kan geven tot een ambtshalve ontheffing van |
| d'un contribuable en vertu de cette norme fiscale inconstitutionnelle; | overbelastingen die krachtens die ongrondwettige fiscale norm ten |
| laste van een belastingplichtige zijn gevestigd; | |
| - qu'une circulaire administrative par laquelle l'administration | - een administratieve omzendbrief waarmee de belastingadministratie de |
| fiscale reconnait explicitement l'inconstitutionnalité d'une mesure | ongrondwettigheid van een reglementaire fiscale maatregel |
| fiscale réglementaire et donne pour instructions générales à ses | uitdrukkelijk erkent en waarin aan haar ambtenaren algemene |
| fonctionnaires d'adopter pour l'avenir, à quelque stade que ce soit de | instructies worden gegeven om voor de toekomst, ongeacht het stadium |
| la procédure, même en ce qui concerne les affaires pendantes et les | van de procedure, zelfs voor hangende zaken en toekomstige geschillen, |
| een nieuwe gedragslijn aan te nemen teneinde die ongrondwettigheid weg | |
| litiges futurs, une nouvelle ligne de conduite visant à supprimer | te werken, zijn aard van handeling van de uitvoerende macht zou |
| cette inconstitutionnalité, perdrait sa nature d'acte du pouvoir | verliezen en zou worden gelijkgesteld met een ' wijziging van |
| exécutif et serait assimilée à un 'changement de jurisprudence' par le | jurisprudentie ' louter door een jurisprudentie goed te keuren, een ' |
| seul fait d'entériner une jurisprudence, serait un 'nouveau moyen de | nieuw rechtsmiddel ' zou zijn en geen nieuw bewijskrachtig feit zou |
| droit' et ne serait pas un fait nouveau probant ouvrant le droit à la | zijn dat het recht op de procedure van ambtshalve ontheffing doet |
| procédure de dégrèvement d'office ? ». | ontstaan ? ». |
| Le 12 mai 2022, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la loi | Op 12 mei 2022 hebben de rechters-verslaggevers T. Detienne en W. |
| Verrijdt, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere | |
| spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les | wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het Hof ervan in |
| juges-rapporteurs T. Detienne et W. Verrijdt ont informé la Cour | kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te |
| qu'ils pourraient être amenés à proposer de mettre fin à l'examen de | stellen het onderzoek van de zaak af te doen met een arrest gewezen op |
| l'affaire par un arrêt rendu sur procédure préliminaire. | voorafgaande rechtspleging. |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. L'article 376, §§ 1er et 2, du Code des impôts sur les revenus | B.1. Artikel 376, §§ 1 en 2, van het Wetboek van de |
| 1992 (ci-après : le CIR 1992) dispose : | inkomstenbelastingen 1992 (hierna : het WIB 1992) bepaalt : |
| « § 1er. Le conseiller général de l'administration en charge de l'établissement des impôts sur les revenus ou le fonctionnaire délégué par lui, accorde d'office le dégrèvement des surtaxes résultant d'erreurs matérielles, de doubles emplois, ainsi que de celles qui apparaîtraient à la lumière de documents ou faits nouveaux probants, dont la production ou l'allégation tardive par le redevable est justifiée par de justes motifs, à condition que : 1° ces surtaxes aient été constatées par l'administration ou signalées à celle-ci par le redevable, par son conjoint sur les biens duquel l'imposition est mise en recouvrement ou par le codébiteur visé à | « § 1. De adviseur-generaal van de administratie belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar verleent ambtshalve ontheffing van de overbelastingen die voortvloeien uit materiële vergissingen, uit dubbele belasting, alsmede van die welke zouden blijken uit afdoende bevonden nieuwe bescheiden of feiten waarvan het laattijdig overleggen of inroepen door de belastingschuldige wordt verantwoord door gewettigde redenen en op voorwaarde dat : 1° die overbelastingen door de administratie werden vastgesteld of door de belastingschuldige, door zijn echtgenoot op wiens goederen de aanslag wordt ingevorderd of door de medeschuldenaar bedoeld in |
| l'article 2 du Code du recouvrement amiable et forcé des créances | artikel 2 van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering |
| fiscales et non fiscales, dans les cinq ans à partir du 1er janvier de | van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, aan de administratie |
| werden bekendgemaakt binnen vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar | |
| l'année au cours de laquelle l'impôt a été établi; | waarin de belasting is gevestigd; |
| 2° la taxation n'ait pas déjà fait l'objet d'une réclamation ayant | 2° de aanslag niet reeds het voorwerp is geweest van een |
| donné lieu à une décision définitive sur le fond. | bezwaarschrift, dat aanleiding heeft gegeven tot een definitieve |
| beslissing nopens de grond. | |
| § 2. N'est pas considéré comme constituant un élément nouveau, un | § 2. Als nieuw gegeven wordt niet beschouwd een nieuw rechtsmiddel of |
| nouveau moyen de droit ni un changement de jurisprudence ». | een wijziging van jurisprudentie ». |
| B.2. Il ressort des motifs de la décision de renvoi que la Cour est | B.2. Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof |
| invitée à statuer sur la compatibilité, avec les articles 10, 11 et | wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de |
| 172 de la Constitution, de l'article 376, §§ 1er et 2, du Code des | artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, van artikel 376, §§ 1 en 2, |
| van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, zo geïnterpreteerd dat | |
| impôts sur les revenus, interprété comme faisant naître une différence | het een verschil in behandeling doet ontstaan tussen twee categorieën |
| de traitement entre deux catégories de contribuables : | van belastingplichtigen : |
| - d'une part, celui qui motive sa demande de dégrèvement par la | - enerzijds, diegene die zijn aanvraag tot ontheffing motiveert door |
| circonstance qu'en réponse à une question préjudicielle, la Cour | het gegeven dat het Grondwettelijk Hof, in antwoord op een |
| constitutionnelle a jugé que la disposition législative fiscale qui | prejudiciële vraag, heeft geoordeeld dat de fiscale wetsbepaling die |
| lui a été appliquée par l'administration est incompatible avec le | de administratie op hem heeft toegepast, onbestaanbaar is met het |
| principe d'égalité et de non-discrimination et | beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, en |
| - d'autre part, le contribuable qui motive sa demande de dégrèvement | - anderzijds, de belastingplichtige die zijn aanvraag tot ontheffing |
| par une circulaire du Service public fédéral Finances, qui invite les | motiveert door een circulaire van de Federale Overheidsdienst |
| fonctionnaires à ne plus appliquer une disposition fiscale adoptée par | Financiën, waarbij de ambtenaren worden verzocht een fiscale bepaling |
| le pouvoir exécutif parce que des cours d'appel ont jugé cette | die de uitvoerende macht heeft aangenomen, niet langer toe te passen |
| disposition incompatible avec le principe d'égalité et de | omdat hoven van beroep hebben geoordeeld dat die bepaling |
| onbestaanbaar is met het beginsel van gelijkheid en | |
| non-discrimination. | niet-discriminatie. |
| B.3.1. Contrairement à ce que soutiennent les parties demanderesses | B.3.1. Het Hof heeft zich, in tegenstelling tot wat de verzoekende |
| devant le juge a quo, la Cour s'est déjà prononcée sur la | partijen voor de verwijzende rechter aanvoeren, reeds uitgesproken |
| constitutionnalité de cette différence de traitement. | over de grondwettigheid van dat verschil in behandeling. |
| En effet, les questions préjudicielles auxquelles répond l'arrêt n° | Immers, met de prejudiciële vragen waarop het arrest nr. 160/2020 van |
| 160/2020 du 26 novembre 2020 « visent à demander à la Cour si | 26 november 2020 antwoordt, « wordt beoogd te vernemen of artikel 376 |
| l'article 376 du CIR 1992 comporte une discrimination, dans | van het WIB 1992 een discriminatie inhoudt in de interpretatie dat een |
| l'interprétation selon laquelle un arrêt de la Cour constitutionnelle | arrest van het Grondwettelijk Hof, gewezen op een prejudiciële vraag, |
| rendu sur question préjudicielle qui constate l'inconstitutionnalité | waarbij de ongrondwettigheid van een wettelijke fiscale norm wordt |
| d'une norme fiscale législative est considéré comme un fait nouveau | vastgesteld, als een nieuw feit wordt beschouwd dat aanleiding kan |
| susceptible de donner lieu à un dégrèvement d'office de surtaxes, | geven tot een ambtshalve ontheffing van overbelastingen, terwijl dat |
| alors que tel ne serait pas le cas pour : | niet geval zou zijn voor : |
| - une décision des cours et tribunaux ordinaires par laquelle, sur la | - een uitspraak van de gewone hoven en rechtbanken waarbij een |
| uitvoerende belastingnorm in haar geheel of in een bepaalde | |
| base de l'article 159 de la Constitution, une norme fiscale | interpretatie ongrondwettig wordt verklaard op basis van artikel 159 |
| d'exécution est déclarée inconstitutionnelle dans son intégralité ou | van de Grondwet en ten aanzien waarvan de fiscale administratie zich |
| dans une certaine interprétation, décision à laquelle l'administration | |
| fiscale s'est expressément ralliée (affaires nos 7256 et 7265); | uitdrukkelijk heeft neergelegd (zaken nrs. 7256 en 7265); |
| - des arrêts des cours d'appel, passés en force de chose jugée et | - arresten van de hoven van beroep, in kracht van gewijsde getreden en |
| rendus envers d'autres redevables de l'impôt des personnes physiques, | gewezen ten aanzien van andere schuldenaars van de personenbelasting |
| dans lesquels il a été jugé inter partes qu'une norme fiscale | waarin inter partes werd geoordeeld dat een fiscale uitvoerende norm |
| d'exécution viole le principe d'égalité, violation ayant été reconnue | het gelijkheidsbeginsel schendt, schending die door de administratie |
| par l'administration dans une circulaire et ayant donné lieu à une | werd erkend in een circulaire en aanleiding heeft gegeven tot een |
| modification de cette norme juridique pour l'avenir (affaire n° 7258); | wijziging van die rechtsnorm voor de toekomst (zaak nr. 7258); |
| - [...] | [...] |
| - des décisions des cours et tribunaux ordinaires passées en force de | - in kracht van gewijsde getreden beslissingen van gewone hoven en |
| chose jugée qui constatent l'inconstitutionnalité de normes fiscales | rechtbanken die de ongrondwettigheid van uitvoerende fiscale normen |
| non législatives, inconstitutionnalité qui a été reconnue par | vaststellen, ongrondwettigheid die door de administratie werd erkend |
| l'administration dans une circulaire et qui a donné lieu à une | in een circulaire en aanleiding heeft gegeven tot een wijziging van |
| modification de cette norme (affaire n° 7348) » (arrêt n° 160/2020, | die norm (zaak nr. 7348) » (arrest nr. 160/2020, B.3.2). |
| B.3.2). B.3.2. Ces questions préjudicielles ont été posées dans un contexte | B.3.2. Die prejudiciële vragen werden gesteld in een normatieve en |
| normatif et procédural similaire à celui de l'affaire présentement | procedurele context die vergelijkbaar is met die van de onderhavige |
| examinée. | zaak. |
| Elles ont, en effet, été posées par des juridictions qui étaient alors | Zij werden immers gesteld door rechtscolleges die toen ertoe werden |
| amenées à statuer sur des demandes de dégrèvement qui avaient été | gebracht zich uit te spreken over aanvragen tot ontheffing die werden |
| rejetées en application de la circulaire 2018/C/57 du Service public | verworpen met toepassing van de circulaire 2018/C/57 van de Federale |
| fédéral Finances du 15 mai 2018, aux termes de laquelle les arrêts des | Overheidsdienst Financiën van 15 mei 2018, luidens welke de arresten |
| cours d'appel d'Anvers et de Gand mentionnés dans la partie II du | van de hoven van beroep te Antwerpen en te Gent vermeld in deel II van |
| présent arrêt devaient être considérés comme un « changement de | het onderhavige arrest, dienden te worden beschouwd als een « |
| jurisprudence » au sens de l'article 376, § 2, du Code des impôts sur les revenus (arrêt n° 160/2020, B.3.3 et B.3.4). B.4. Au terme de l'examen de la différence de traitement décrite en B.3.1, qui est en substance identique à la différence de traitement visée en B.2, la Cour a jugé, par l'arrêt n° 160/2020 : « B.8.1. Lorsque, dans le cadre du litige particulier dont ils sont saisis, les cours et tribunaux constatent l'inconstitutionnalité d'une disposition réglementaire en matière fiscale, les redevables impliqués dans ce litige ne peuvent pas être imposés en application de cette norme. | wijziging van jurisprudentie » in de zin van artikel 376, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (arrest nr. 160/2020, B.3.3 en B.3.4). B.4. Na afloop van het onderzoek van het in B.3.1 beschreven verschil in behandeling, dat in wezen identiek is aan het in B.2 beoogde verschil in behandeling, heeft het Hof bij het arrest nr. 160/2020 geoordeeld : « B.8.1. Wanneer de hoven en rechtbanken in het kader van een geschil dat hun wordt voorgelegd de ongrondwettigheid vaststellen van een reglementaire fiscale bepaling, dan kunnen de in dat geschil betrokken belastingschuldigen niet worden belast met toepassing van die norm. |
| B.8.2. Si l'article 376 du CIR 1992 devait être interprété en ce sens | B.8.2. Wanneer artikel 376 van het WIB 1992 zo zou moeten worden |
| qu'une telle décision des cours et tribunaux, en dehors du litige dans | geïnterpreteerd dat een dergelijke beslissing van de hoven en |
| lequel l'inconstitutionnalité a été constatée, doit être considérée | rechtbanken, buiten het geschil waarin de ongrondwettigheid werd |
| par l'administration fiscale comme un élément nouveau susceptible de | vastgesteld, door de belastingadministratie als een nieuw gegeven moet |
| donner lieu à un dégrèvement d'office de surtaxes, la décision | worden beschouwd dat kan leiden tot een ambtshalve ontheffing van |
| juridictionnelle précitée se verrait attribuer une autorité qui n'est | overbelastingen, dan zou aan de voormelde rechterlijke beslissing een |
| pas conforme à l'article 159 de la Constitution. | gezag worden toegekend dat niet in overeenstemming is met artikel 159 |
| B.8.3. Par conséquent, la différence de traitement qui est soumise au | van de Grondwet. B.8.3. Bijgevolg is het verschil in behandeling dat aan het Hof ter |
| contrôle de la Cour résulte d'un choix effectué par le Constituant, au | toetsing wordt voorgelegd, een gevolg van een door de Grondwetgever |
| sujet duquel la Cour ne peut se prononcer. | gemaakte keuze, waarover het Hof zich niet vermag uit te spreken. |
| Le fait que l'administration fiscale déciderait, dans une circulaire, | Het feit dat de belastingadministratie in een circulaire zou beslissen |
| de supprimer pour l'avenir la discrimination constatée par les cours | om voor de toekomst de door de hoven en rechtbanken vastgestelde |
| et tribunaux ou que les autorités adaptent la réglementation pour | discriminatie ongedaan te maken of dat het bestuur de regelgeving voor |
| l'avenir ne modifie pas ce constat. | de toekomst aanpast, wijzigt die vaststelling niet. |
| B.9. L'article 376 du CIR 1992 n'est dès lors pas incompatible avec | B.9. Artikel 376 van het WIB 1992 is derhalve niet onbestaanbaar met |
| les articles 10, 11 et 172 de la Constitution, dans l'interprétation | de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in de interpretatie dat de |
| selon laquelle les décisions des cours et tribunaux constatant | beslissingen van de hoven en rechtbanken waarbij de ongrondwettigheid |
| l'inconstitutionnalité d'une disposition réglementaire en matière | van een reglementaire fiscale bepaling wordt vastgesteld, geen nieuw |
| fiscale ne constituent pas un élément nouveau qui entre en | gegeven zijn dat in aanmerking komt voor de ambtshalve ontheffing van |
| considération pour le dégrèvement d'office de surtaxes ». | overbelastingen ». |
| B.5. L'article 376, §§ 1er et 2, du CIR 1992 est dès lors compatible | B.5. Artikel 376, §§ 1 en 2, van het WIB 1992 is derhalve bestaanbaar |
| avec les articles 10, 11 et 172 de la Constitution, interprété comme | met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, zo geïnterpreteerd dat |
| signifiant qu'une circulaire du Service public fédéral Finances qui | het betekent dat een circulaire van de Federale Overheidsdienst |
| invite les fonctionnaires à ne plus appliquer une disposition fiscale | Financiën waarin de ambtenaren worden verzocht een door de uitvoerende |
| adoptée par le pouvoir exécutif parce que des cours d'appel ont jugé | macht aangenomen fiscale bepaling niet langer toe te passen omdat |
| cette disposition incompatible avec le principe d'égalité et de | hoven van beroep hebben geoordeeld dat die bepaling niet bestaanbaar |
| non-discrimination ne constitue pas un élément nouveau entrant en | is met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, geen nieuw |
| considération pour le dégrèvement d'office au sens de cette | gegeven vormt dat in aanmerking komt voor de ambtshalve ontheffing in |
| disposition législative. | de zin van die wetsbepaling. |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| L'article 376, §§ 1er et 2, du Code des impôts sur les revenus 1992 ne | Artikel 376, §§ 1 en 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
| viole pas les articles 10, 11 et 172 de la Constitution, s'il est | 1992 schendt niet de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, zo |
| interprété comme signifiant qu'une circulaire du Service public | geïnterpreteerd dat het betekent dat een circulaire van de Federale |
| fédéral Finances qui invite les fonctionnaires à ne plus appliquer une | Overheidsdienst Financiën waarin de ambtenaren worden verzocht een |
| disposition fiscale adoptée par le pouvoir exécutif parce que des | door de uitvoerende macht aangenomen fiscale bepaling niet langer toe |
| cours d'appel ont jugé cette disposition incompatible avec le principe | te passen omdat hoven van beroep hebben geoordeeld dat die bepaling |
| d'égalité et de non-discrimination ne constitue pas un élément nouveau | niet bestaanbaar is met het beginsel van gelijkheid en |
| entrant en considération pour le dégrèvement d'office au sens de cette | niet-discriminatie, geen nieuw gegeven vormt dat in aanmerking komt |
| disposition législative. | voor de ambtshalve ontheffing in de zin van die wetsbepaling. |
| Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| la Cour constitutionnelle, le 13 octobre 2022. | op 13 oktober 2022. |
| Le greffier, | De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |
| Le président, | De voorzitter, |
| P. Nihoul | P. Nihoul |