← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 64/2022 du 12 mai 2022 Numéro du rôle : 7582 En cause : les
questions préjudicielles relatives aux articles 2.6.4, 2.6.10 et 2.6.15 du Code flamand de l'aménagement
du territoire, posées par la Cour d'appel de Bruxelles. La Cour constitutionnelle, composée
des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges M. Pâq(...)"
Extrait de l'arrêt n° 64/2022 du 12 mai 2022 Numéro du rôle : 7582 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 2.6.4, 2.6.10 et 2.6.15 du Code flamand de l'aménagement du territoire, posées par la Cour d'appel de Bruxelles. La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges M. Pâq(...) | Uittreksel uit arrest nr. 64/2022 van 12 mei 2022 Rolnummer 7582 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 2.6.4, 2.6.10 en 2.6.15 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel. Het samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters M. Pâques, Y. Kherbache, T(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 64/2022 du 12 mai 2022 | Uittreksel uit arrest nr. 64/2022 van 12 mei 2022 |
Numéro du rôle : 7582 | Rolnummer 7582 |
En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 2.6.4, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 2.6.4, |
2.6.10 et 2.6.15 du Code flamand de l'aménagement du territoire, | 2.6.10 en 2.6.15 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gesteld |
posées par la Cour d'appel de Bruxelles. | door het Hof van Beroep te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges M. | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de |
Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters et S. de Bethune, | rechters M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président L. | D. Pieters en S. de Bethune, bijgestaan door de griffier P.-Y. |
Lavrysen, | Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par arrêt du 12 mai 2021, dont l'expédition est parvenue au greffe de | Bij arrest van 12 mei 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het |
la Cour le 25 mai 2021, la Cour d'appel de Bruxelles a posé les | Hof is ingekomen op 25 mei 2021, heeft het Hof van Beroep te Brussel |
questions préjudicielles suivantes : | de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1) Les articles 2.6.4, 2°, et 2.6.10 (en particulier les paragraphes | « 1) Schenden de artikelen 2.6.4.,2 en 2.6.10 (in het bijzonder de |
1er et 2), 2.6.4.11, 2.6.4.14 et 2.6.4.15 du Code flamand de | paragrafen 1 en 2), 2.6.4.11, 2.6.4.14 en 2.6.4.15 van de Vlaamse |
l'aménagement du territoire violent-ils les articles 10, 11 et 172 de | Codex Ruimtelijke Ordening de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet |
la Constitution et le principe constitutionnel de l'égalité, en ce | en het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel, doordat voor alle |
que, dans le cadre de la taxe sur les bénéfices résultant de la | belastingplichtigen in de daarin voorziene planbatenheffing bij de |
planification spatiale prévue par ces articles du Code, une même | |
plus-value présumée s'applique pour tous les contribuables, lors du | |
calcul de la base imposable, en cas de modification de la destination | berekening van de belastbare grondslag eenzelfde vermoede meerwaarde |
de la parcelle imposable la faisant passer d'une zone ' agriculture ' | wordt gehanteerd bij een bestemmingswijziging van het belastbaar |
à une zone ' habiter ', alors que les contribuables qui relèvent d'une | perceel van ' landbouw ' naar ' wonen ', terwijl belastingplichtigen |
catégorie de contribuables dont la parcelle imposable est soumise, à | die behoren tot een categorie van belastingplichtigen voor wie [voor] |
la suite de la modification de destination, à des restrictions | |
importantes et sérieuses en ce qui concerne d'éventuels travaux de | het belastbaar perceel na de bestemmingswijziging grote en ernstige |
construction, comme lors d'une modification de la destination d'une | beperkingen inzake mogelijke bouwwerken gelden, zoals bij een |
zone ' agriculture ' en une zone ' habiter ', mais en un mode | wijziging van bestemming van ' Landbouw ' naar ' wonen ', doch in een |
d'habitation consistant à ' habiter à petite échelle dans des | wijze van wonen als zijnde bij wege van ' Kleinschalig wonen in |
constructions mobiles ', bénéficient en réalité d'une plus-value | verplaatsbare constructies ', in werkelijkheid een veel kleinere |
nettement plus basse en raison de la modification de destination | meerwaarde genieten door de belastbare bestemmingswijziging dan |
imposable que les contribuables dont la parcelle imposable n'est pas | |
soumise, à la suite de la modification de destination, à de telles | belastingplichtigen voor wie na de bestemmingswijziging geen |
restrictions importantes et sérieuses en ce qui concerne d'éventuels | dergelijke grote en ernstige beperkingen in mogelijke bouwwerken |
travaux de construction destinés à l'habitation ? | bestemd tot wonen gelden ? |
2) Les articles 2.6.4. et 2.6.10 du Code flamand de l'aménagement du | 2) Schendt artikel 2.6.4. en 2.6.10 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke |
territoire violent-ils l'article 10 (et les articles 11 et 172) de la Constitution, lu(s) en combinaison avec l'article 16 de la Constitution et avec l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, en ce que les propriétaires d'une parcelle pour laquelle est due une taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale que les contribuables considèrent comme incorrecte ne peuvent pas exercer leurs droits dans une procédure d'expropriation de la même manière que les propriétaires qui ne sont pas redevables d'une taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale (ou qui sont redevables d'une telle taxe qui est correcte) et qui sont également concernés par une procédure d'expropriation ? 3) L'article 2.6.15 du Code flamand de l'aménagement du territoire | Ordening artikel 10 (en 11 en 172) van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 16 GW en artikel 1 Eerste Protocol van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden doordat eigenaars van een perceel waarvoor een volgens de heffingsplichtige incorrecte planbatenheffing verschuldigd is, in een onteigeningsprocedure niet op gelijke wijze hun rechten kunnen uitoefenen als eigenaars die geen (of een correcte) planbatenheffing verschuldigd zijn en eveneens in een onteigeningsprocedure betrokken zijn ? 3) Schendt artikel 2.6.15 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening |
viole-t-il l'article 10 (et les articles 11 et 172) de la | artikel 10 (en 11 en 172) van de Grondwet, doordat de |
Constitution, en ce que le contribuable qui ne se trouve pas dans une | belastingplichtige die niet in een (dreiging tot) onteigening zit het |
procédure d'expropriation (ou qui n'est pas sous la menace d'une | |
expropriation) peut bénéficier de l'avantage de la règle de | voordeel van de bonificatieregeling kan genieten terwijl de |
bonification, alors que le contribuable qui se trouve dans une | belastingplichtige die wel in een (dreiging tot) onteigening zit dit |
procédure d'expropriation (ou qui est sous la menace d'une | |
expropriation) ne peut de facto pas en bénéficier ? ». | de facto niet kan ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Dans trois questions préjudicielles, la Cour est interrogée sur | B.1. In drie prejudiciële vragen wordt het Hof ondervraagd over de |
la compatibilité de la base imposable de la taxe sur les bénéfices | bestaanbaarheid van de grondslag van de planbatenheffing met de |
résultant de la planification spatiale avec les articles 10, 11 et 172 | artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in samenhang gelezen met |
de la Constitution, lus en combinaison, en ce qui concerne la deuxième question préjudicielle, avec l'article 16 de la Constitution et avec l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme. B.2.1. La taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale est un impôt. Son affectation est particulière : elle vise à attribuer à l'autorité publique une partie de l'augmentation de valeur des parcelles résultant des modifications de destination des plans d'exécution spatiaux. La taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale a été conçue par le législateur décrétal comme le pendant du régime d'indemnisation des dommages résultant de la | artikel 16 van de Grondwet en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees verdrag voor de rechten van de mens, voor wat de tweede prejudiciële vraag betreft. B.2.1. De planbatenheffing is een belasting. Zij heeft een bijzondere bestemming : zij beoogt een deel van de waardevermeerdering van de percelen, die voortvloeit uit bij ruimtelijke uitvoeringsplannen doorgevoerde bestemmingswijzigingen, toe te wijzen aan de overheid. De planbatenheffing werd door de decreetgever opgevat als de tegenhanger |
planification spatiale (Doc. parl., Parlement flamand, 2008-2009, n° | van de planschaderegeling (Parl. St., Vlaams Parlement, 2008-2009, nr. |
2011/1, p. 53). | 2011/1, p. 53). |
Les travaux préparatoires du décret du 27 mars 2009 « adaptant et | In de parlementaire voorbereiding van het decreet van 27 maart 2009 « |
complétant la politique d'aménagement du territoire, des autorisations | tot aanpassing en aanvulling van het ruimtelijke plannings-, |
et du maintien » (ci-après : le décret du 27 mars 2009) précisent : | vergunningen- en handhavingsbeleid » (hierna : het decreet van 27 |
« La taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale | maart 2009) wordt gepreciseerd : |
rejoint partiellement le concept de taxe rémunératoire, c'est-à-dire | « Zij sluit voor een stuk aan bij de figuur van de verhaalbelasting, |
la récupération du coût exposé pour une prestation fournie par | |
l'autorité publique, auprès du groupe de contribuables qui sont | i.e. de recuperatie van de kost van een door de overheid geleverde |
irréfragablement présumés tirer avantage de cette prestation. En | prestatie van de groep belastingplichtigen die onweerlegbaar wordt |
effet, l'impôt est prélevé sur des avantages découlant de la | geacht voordeel te halen uit deze opgelegde prestatie. De belasting |
planification spatiale, à savoir les effets secondaires résultant de | wordt immers geheven op planvoordelen, zijnde neveneffecten van de |
l'exercice de la compétence de police que l'autorité planificatrice | uitoefening van de politiebevoegdheid die de planningmakende overheid |
exerce ou doit exercer dans le cadre de l'aménagement du territoire » | in het kader van de ruimtelijke ordening uitoefent of moet uitoefenen |
(Doc. parl., Parlement flamand, 2008-2009, n° 2011/1, p. 55). | » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2008-2009, nr. 2011/1, p. 55). |
B.2.2. La matière imposable est l'élément générateur de l'impôt, la | B.2.2. De belastbare materie is het element dat aanleiding geeft tot |
de belasting, de situatie die of het feit dat leidt tot het | |
situation ou le fait qui donne lieu à la débition de l'impôt. La | verschuldigd zijn van de belasting. De belastbare materie onderscheidt |
matière imposable se distingue de la base imposable, qui est le | zich van de belastbare grondslag, die het bedrag is waarop de |
montant sur lequel est calculé l'impôt. | belasting wordt berekend. |
La matière imposable de la taxe sur les bénéfices résultant de la | De belastbare materie van de planbatenheffing is de « potentiële » |
planification spatiale est la plus-value « potentielle » d'un bien | waardevermeerdering van een onroerend goed, die het gevolg is van een |
immobilier, qui résulte de la modification de plans. | gewijzigd planningsbeleid. |
A cet égard, les travaux préparatoires du décret, précité, du 27 mars | In dat verband preciseert de parlementaire voorbereiding van het |
2009 précisent : | voormelde decreet van 27 maart 2009 : |
« En d'autres termes, cela reste toujours un impôt sur les plus-values | « Het gaat met andere woorden blijvend om een belasting op potentiële |
potentielles découlant d'une modification de destination. | meerwaarden die voortvloeien uit een bestemmingswijziging. |
Il peut dès lors être utilement renvoyé à la jurisprudence de la Cour | Er kan aldus met nuttig gevolg worden gewezen op de rechtspraak van |
constitutionnelle, selon laquelle la taxe sur les bénéfices résultant | het Grondwettelijk Hof, volgens dewelke de planbatenheffing een ' |
de la planification spatiale est une ' imposition sur la destination | bestemmingsbelasting ' is; de belastbare materie is de |
'; la matière imposable est l'accroissement de valeur ' réputé | waardevermeerdering ' die geacht wordt voort te vloeien uit een |
découler d'une intervention de l'autorité régionale compétente en | optreden van de gewestelijke overheid bevoegd voor de ruimtelijke |
matière d'aménagement du territoire ' » (Doc. parl., Parlement | ordening ' » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2008-2009, nr. 2011/1, p. |
flamand, 2008-2009, n° 2011/1, p. 56). | 56). |
Quant à la première question préjudicielle | Wat betreft de eerste prejudiciële vraag |
B.3. Dans la première question préjudicielle, il est demandé à la Cour | B.3. In de eerste prejudiciële vraag wordt het Hof gevraagd of de |
si les articles 2.6.4, 2°, 2.6.10, 2.6.4.11, 2.6.4.14 et 2.6.4.15 du | artikelen 2.6.4, 2°, 2.6.10, 2.6.4.11, 2.6.4.14 en 2.6.4.15 van de |
Code flamand de l'aménagement du territoire sont compatibles avec les | Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (hierna : de VCRO) bestaanbaar zijn |
articles 10, 11 et 172 de la Constitution, « en ce que, dans le cadre | met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, « doordat voor alle |
de la taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale | belastingplichtigen in de daarin voorziene planbatenheffing bij de |
prévue par ces articles du Code, une même plus-value présumée | |
s'applique pour tous les contribuables, lors du calcul de la base | berekening van de belastbare grondslag eenzelfde vermoede meerwaarde |
imposable, en cas de modification de la destination de la parcelle | wordt gehanteerd bij een bestemmingswijziging van het belastbaar |
imposable la faisant passer d'une zone ' agriculture ' à une zone ' | perceel van ' landbouw ' naar ' wonen ', terwijl belastingplichtigen |
habiter ', alors que les contribuables qui relèvent d'une catégorie de | die behoren tot een categorie van belastingplichtigen voor wie [voor] |
contribuables dont la parcelle imposable est soumise, à la suite de la | |
modification de destination, à des restrictions importantes et | |
sérieuses en ce qui concerne d'éventuels travaux de construction, | het belastbaar perceel na de bestemmingswijziging grote en ernstige |
[...] bénéficient en réalité d'une plus-value nettement plus basse en | beperkingen inzake mogelijke bouwwerken gelden, [...] in werkelijkheid |
raison de la modification de destination imposable que les | een veel kleinere meerwaarde genieten door de belastbare |
contribuables dont la parcelle imposable n'est pas soumise, à la suite | |
de la modification de destination, à de telles restrictions | bestemmingswijziging dan belastingplichtigen voor wie na de |
importantes et sérieuses en ce qui concerne d'éventuels travaux de | bestemmingswijziging geen dergelijke grote en ernstige beperkingen in |
construction destinés à l'habitation ». | mogelijke bouwwerken bestemd tot wonen gelden ». |
B.4.1. Le Gouvernement flamand fait valoir que la première question | B.4.1. De Vlaamse Regering doet gelden dat de eerste prejudiciële |
préjudicielle est partiellement irrecevable; la Cour est en effet | vraag deels onontvankelijk is; het Hof wordt immers verzocht uitspraak |
invitée à se prononcer sur la compatibilité des articles « 2.6.4, 2°, | te doen over de bestaanbaarheid van de artikelen « 2.6.4, 2°, 2.6.10, |
2.6.10, §§ 1er et 2, 2.6.4.11, 2.6.4.14 et 2.6.4.15 du Code flamand de | §§ 1 en 2, 2.6.4.11, 2.6.4.14 en 2.6.4.15 van de Vlaamse Codex |
l'aménagement du territoire » avec les articles 10, 11 et 172 de la | Ruimtelijke Ordening » met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, |
Constitution, alors que les articles 2.6.4.11, 2.6.4.14 et 2.6.4.15, | terwijl de in het geding zijnde artikelen 2.6.4.11, 2.6.4.14 en |
en cause, du Code précité n'existeraient pas. | 2.6.4.15 van de VCRO niet zouden bestaan. |
Même s'il s'agissait en réalité des articles 2.6.11, 2.6.14 et 2.6.15 | Zelfs indien het in werkelijkheid zou gaan om de artikelen 2.6.11, |
du Code flamand de l'aménagement du territoire, il y a lieu de | 2.6.14 en 2.6.15 van de VCRO moet, volgens de Vlaamse Regering, worden |
constater, selon le Gouvernement flamand, que ni la question | vastgesteld dat noch in de prejudiciële vraag, noch in de motivering |
préjudicielle ni la motivation de la décision de renvoi n'indiquent en | van de verwijzingsbeslissing wordt aangegeven in welk opzicht die |
quoi ces dispositions décrétales pourraient être incompatibles avec | decretale bepalingen onbestaanbaar zouden kunnen zijn met de artikelen |
les articles 10, 11 et 172 de la Constitution. | 10, 11 en 172 van de Grondwet. |
B.4.2. A supposer que la juridiction a quo vise les articles 2.6.11, | B.4.2. In de veronderstelling dat door het verwijzende rechtscollege |
2.6.14 et 2.6.15 du Code flamand de l'aménagement du territoire, la | de artikelen 2.6.11, 2.6.14 en 2.6.15 van de VCRO worden bedoeld, kan |
motivation de l'arrêt de renvoi ne permet toutefois pas de déduire en | evenwel uit de motivering van het verwijzingsarrest niet worden |
quoi ces dispositions seraient incompatibles avec les articles 10, 11 | afgeleid in welk opzicht die bepalingen onbestaanbaar zouden zijn met |
et 172 de la Constitution. | de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet. |
Partant, la Cour limite son examen aux articles 2.6.4, 2°, et 2.6.10, | Het Hof beperkt derhalve zijn onderzoek tot de artikelen 2.6.4, 2°, en |
§§ 1er et 2, du Code flamand de l'aménagement du territoire. | 2.6.10, §§ 1 en 2, van de VCRO. |
B.5.1. L'article 2.6.4, 2°, du Code flamand de l'aménagement du | B.5.1. Artikel 2.6.4, 2°, van de VCRO bepaalt : |
territoire dispose : « Une taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale | « Een planbatenheffing is verschuldigd wanneer een in werking getreden |
est due lorsque l'entrée en vigueur d'un plan d'exécution spatial ou | |
d'un plan particulier d'aménagement entraîne pour une parcelle, une ou | ruimtelijk uitvoeringsplan of bijzonder plan van aanleg op een perceel |
plusieurs des modifications de destination suivantes : | één of meer van de hiernavolgende bestemmingswijzigingen doorvoert : |
[...] | [...] |
2° la modification de destination d'une zone qui relève de la | 2° de bestemmingswijziging van een zone die onder de categorie van |
catégorie d'affectation de zone ' activités économiques ' [lire : ' | gebiedsaanduiding ' landbouw ' valt, naar een zone die onder de |
agriculture '] en une zone relevant de la catégorie d'affectation de zone ' habiter ' ». | categorie van gebiedsaanduiding ' wonen ' valt ». |
L'article 2.6.4 du Code flamand de l'aménagement du territoire a été | Artikel 2.6.4 van de VCRO werd ingevoerd bij artikel 34 van het |
inséré par l'article 34 du décret du 27 mars 2009. Les travaux | decreet van 27 maart 2009. De parlementaire voorbereiding van het |
préparatoires du décret précité précisent : | voormeld decreet preciseert : |
« Une série de nouvelles modifications de destination ont été ajoutées | « Er wordt een aantal nieuwe bestemmingswijzigingen als grondslag voor |
en tant qu'assiette pour le prélèvement de la taxe : | de heffing toegevoegd : |
1° la modification d'une zone ' bois ', ' autres zones vertes ' ou ' | 1° een wijziging van ' bos ', ' overig groen ' of ' reservaat en |
réserves et nature ' en une zone ' agriculture '; | natuur ' naar ' landbouw '; |
2° la modification d'une zone appartenant au groupe ' bois ', ' autres | 2° een wijziging vanuit de cluster ' bos ', ' overig groen ', ' |
zones vertes ', ' réserves et nature ' ou d'une zone ' agriculture ' en une zone pour l'extraction des minerais de surface (nouvel article 87, 13°, 14° et 15°, du décret du 18 mai 1999 portant organisation de l'aménagement du territoire). Ces modifications de destination sont manifestement de nature à générer des plus-values potentielles. Dans le premier cas, on part de zones abritant des servitudes d'utilité publique importantes (jusqu'à une interdiction de bâtir) pour passer à une zone qui entre en ligne de compte pour un usage agricole. Dans le second cas, on part de zones abritant des servitudes d'utilité publique importantes ou de zones qui entrent en principe uniquement en ligne de compte pour un usage agricole pour passer à des zones susceptibles de faire l'objet d'interventions lourdes en vue d'extraire des minerais de surface. Une étude scientifique a été organisée au sujet des tarifs relatifs | reservaat en natuur ', of vanuit ' landbouw ' naar een gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen (nieuw artikel 87, 13°, 14° en 15° DRO). Die bestemmingswijzigingen zijn kennelijk van aard om potentiële meerwaarden te doen ontstaan. In het eerste geval wordt vertrokken vanuit gebieden met belangrijke erfdienstbaarheden tot openbaar nut (gaande tot een bouwverbod), naar een gebied dat voor agrarisch gebruik in aanmerking komt. In het tweede geval wordt vertrokken vanuit gebieden met belangrijke erfdienstbaarheden tot openbaar nut c.q. gebieden die principieel slechts voor een agrarische aanwending in aanmerking komen, naar gebieden waar [...] zeer verregaande ingrepen met het oog op de winning van oppervlaktedelfstoffen mogelijk zijn. Omtrent de tarieven voor beide nieuw toegevoegde bestemmingswijzigingen werd een wetenschappelijk onderzoek |
aux deux nouvelles modifications de destination qui ont été ajoutées » | georganiseerd » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2008-2009, nr. 2011/1, |
(Doc. parl., Parlement flamand, 2008-2009, n° 2011/1, p. 57). | p. 57). |
B.5.2. L'article 2.6.10, §§ 1er et 2, du Code flamand de l'aménagement | B.5.2. Artikel 2.6.10, §§ 1 en 2, van de VCRO, zoals van toepassing in |
du territoire, tel qu'il est applicable dans l'affaire devant la juridiction a quo, dispose : | de zaak voor het verwijzende rechtscollege, bepaalt : |
« § 1er. La taxe sur les bénéfices résultant de la planification | « § 1. De planbatenheffing wordt berekend uitgaande van de vermoede |
spatiale est calculée à partir de la plus-value présumée d'une | |
parcelle à la suite de la modification de destination et en fonction | meerwaarde van een perceel ten gevolge van de bestemmingswijziging en |
de la superficie de la parcelle à laquelle s'applique la modification | op basis van de oppervlakte van de bestemmingswijziging op het |
de destination. La superficie de la parcelle est la superficie | perceel. De oppervlakte van het perceel is de bij het kadaster gekende |
déclarée et enregistrée au cadastre. | oppervlakte. |
§ 2. La plus-value présumée d'une parcelle est calculée conformément | § 2. De vermoede meerwaarde van een perceel wordt berekend |
au tableau suivant : | overeenkomstig volgende tabel : |
Nature de la modification de destination | Aard van de bestemmingswijziging |
Montant de la plus-value présumée par m2 | Bedrag van de vermoede meerwaarde per m2 |
Modification visée à l'article 2.6.4, 1° | Wijziging als vermeld in art. 2.6.4, 1° |
86,31 euros | 86,31 euro |
Modification visée à l'article 2.6.4, 2° | Wijziging als vermeld in art. 2.6.4, 2° |
85,92 euros | 85,92 euro |
Modification visée à l'article 2.6.4, 3° | Wijziging als vermeld in art. 2.6.4, 3° |
83,73 euros | 83,73 euro |
Modification visée à l'article 2.6.4, 4° | Wijziging als vermeld in art. 2.6.4, 4° |
85,65 euros | 85,65 euro |
Modification visée à l'article 2.6.4, 5° | Wijziging als vermeld in art. 2.6.4, 5° |
54,89 euros | 54,89 euro |
Modification visée à l'article 2.6.4, 6° | Wijziging als vermeld in art. 2.6.4, 6° |
58,02 euros | 58,02 euro |
Modification visée à l'article 2.6.4, 7° | Wijziging als vermeld in art. 2.6.4, 7° |
57,63 euros | 57,63 euro |
Modification visée à l'article 2.6.4, 8° | Wijziging als vermeld in art. 2.6.4, 8° |
55,44 euros | 55,44 euro |
Modification visée à l'article 2.6.4, 9° | Wijziging als vermeld in art. 2.6.4, 9° |
57,36 euros | 57,36 euro |
Modification visée à l'article 2.6.4, 10° | Wijziging als vermeld in art. 2.6.4, 10° |
1,92 euro | 1,92 euro |
Modification visée à l'article 2.6.4, 11° | Wijziging als vermeld in art. 2.6.4, 11° |
2,58 euros | 2,58 euro |
Modification visée à l'article 2.6.4, 12° | Wijziging als vermeld in art. 2.6.4, 12° |
2,19 euros | 2,19 euro |
Modification visée à l'article 2.6.4, 13° | Wijziging als vermeld in art. 2.6.4, 13° |
0,39 euro | 0,39 euro |
Modification visée à l'article 2.6.4, 14° | Wijziging als vermeld in art. 2.6.4, 14° |
2,85 euros | 2,85 euro |
Modification visée à l'article 2.6.4, 15° | Wijziging als vermeld in art. 2.6.4, 15° |
2,46 euros | 2,46 euro |
Indien het perceel het voorwerp uitmaakt van meerdere gelijktijdige | |
Si la parcelle fait l'objet de plusieurs modifications de destination | bestemmingswijzigingen, wordt de vermoede meerwaarde van het perceel |
simultanées, la plus-value présumée de la parcelle constitue la somme | berekend als de optelsom van de producten van de respectievelijke |
des produits des superficies respectives de chaque modification et le | oppervlaktes van elke wijziging en het bedrag van de vermoede |
montant de la plus-value présumée par m2, comme le montre le tableau | meerwaarde per m2, zoals weergegeven in de tabel, opgenomen in het |
inclus dans le premier alinéa. | eerste lid. |
Si une zone, qui n'a pas encore été délimitée en application de | Indien een zone die nog niet is afgebakend met toepassing van artikel |
l'article 2.2.3, § 2, premier alinéa, relève de plusieurs catégories | 2.2.3, § 2, eerste lid, onder meerdere categorieën van |
d'affectation de zone, la plus-value présumée est calculée à l'aide de | gebiedsaanduiding valt, wordt de vermoede meerwaarde berekend aan de |
la catégorie dont relève la majorité des fonctions de la zone ». | hand van de categorie waaronder de meerderheid van de functies van de zone ressorteert ». |
L'article 2.6.10 du Code flamand de l'aménagement du territoire | Artikel 2.6.10 van de VCRO bevat een regeling inzake de berekening van |
prévoit des règles pour calculer la « plus-value présumée », celle-ci | de « vermoede meerwaarde », die vervolgens wordt verdeeld in schijven, |
étant ensuite divisée en tranches, sur lesquelles un tarif progressif | waarop een progressief tarief wordt toegepast. De parlementaire |
s'applique. Les travaux préparatoires du décret du 27 mars 2009 précisent : « En ce qui concerne le calcul de la taxe, celui-ci se fonde, contrairement au régime actuel prévu par le décret du 18 mai 1999 portant organisation de l'aménagement du territoire, sur un tarif progressif, calculé par parcelle. L'instauration d'un impôt progressif sur des éléments patrimoniaux (en l'espèce, une plus-value potentielle) est défendable du point de vue du ' principe de la capacité contributive '. Pour le dire autrement, il faut éviter que, sur un plan relatif, la taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale touche principalement des ' petits propriétaires fonciers '. Le concept de progressivité se retrouve également dans le régime de l'impôt sur les revenus ainsi que dans le cadre de diverses autres taxes relatives à des biens immobiliers. En l'espèce, on se rapproche fortement des ' Dispositions | voorbereiding van het decreet van 27 maart 2009 preciseert : « Wat de berekening van de heffing betreft, wordt, in tegenstelling tot het vandaag in het DRO ingeschreven stelsel, uitgegaan van een progressief tarief, berekend per perceel. Een progressieve belasting op vermogensbestanddelen (in casu een potentiële waardevermeerdering) is verdedigbaar vanuit het ' draagkrachtbeginsel '. Er moet m.a.w. vermeden worden dat de planbatenheffing, relatief gezien, voornamelijk op ' kleine grondeigenaars ' komt te liggen. Progressiviteit treffen we ook aan binnen het stelsel van de inkomstenbelastingen en bij diverse andere heffingen op onroerende goederen. In casu wordt nauw aangesloten bij de ' Bijzondere tijdelijke |
particulières temporaires pour les donations de parcelles de terrain | bepalingen voor schenkingen van percelen grond die volgens de |
destinées à la construction d'habitations selon les prescriptions | stedenbouwkundige voorschriften bestemd zijn voor woningbouw ' als |
d'urbanisme ' prévues à l'article 140nonies du Code des droits | vervat in artikel 140nonies van het Wetboek der Registratie-, |
d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe » (Doc. parl., Parlement | hypotheek- en griffierechten » (Parl. St., Vlaams Parlement, |
flamand, 2008-2009, n° 2011/1, p. 62). | 2008-2009, nr. 2011/1, p. 62). |
B.6.1. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | B.6.1. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet |
qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. Ce principe s'oppose, par | berust en het redelijk verantwoord is. Dat beginsel verzet er zich |
ailleurs, à ce que soient traitées de manière identique, sans | overigens tegen dat categorieën van personen, die zich ten aanzien van |
qu'apparaisse une justification raisonnable, des catégories de | de betwiste maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden, |
personnes se trouvant dans des situations qui, au regard de la mesure | op identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke |
critiquée, sont essentiellement différentes. | verantwoording bestaat. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende |
et le but visé. | middelen en het beoogde doel. |
B.6.2. L'article 172, alinéa 1er, de la Constitution est une | B.6.2. Artikel 172, eerste lid, van de Grondwet vormt, in fiscale |
application particulière, en matière fiscale, du principe d'égalité et | aangelegenheden, een bijzondere toepassing van het in de artikelen 10 |
de non-discrimination inscrit aux articles 10 et 11 de la | en 11 van de Grondwet vervatte beginsel van gelijkheid en |
Constitution. | niet-discriminatie. |
B.7.1. Le calcul de la taxe sur les bénéfices résultant de la | B.7.1. De berekening van de planbatenheffing gebeurt volgens een |
planification spatiale se fait en deux temps. Il est d'abord procédé | |
au calcul de la « plus-value présumée », puis au calcul de la taxe | tweeledige bewerking. Eerst wordt de « vermoede meerwaarde » berekend, |
proprement dite sur les bénéfices résultant de la planification | en vervolgens wordt de eigenlijke planbatenheffing berekend door de |
spatiale en soumettant cette plus-value présumée à un taux de taxation | vermoede meerwaarde te onderwerpen aan een specifiek |
spécifique selon un système de tranches. | heffingspercentage volgens een schijvensysteem. |
La plus-value présumée est obtenue en multipliant la superficie de la | De vermoede meerwaarde wordt berekend door de oppervlakte van het |
parcelle par un montant forfaitaire par m2 en fonction du type de | perceel te vermenigvuldigen met een forfaitair bedrag per m2 naar |
modification de destination. Pour certaines modifications de | gelang van het soort bestemmingswijziging. Voor bepaalde |
destination, comme en l'espèce, la superficie de la modification de | bestemmingswijzigingen, zoals in casu, wordt de oppervlakte van de |
destination est limitée, pour le calcul de la plus-value présumée, à | bestemmingswijziging voor de berekening van de vermoede meerwaarde |
une superficie maximale de 2 750 m2. | beperkt tot een maximale oppervlakte van 2 750 m2. |
B.7.2. Les montants forfaitaires de la plus-value présumée sont fondés | B.7.2. De forfaitaire bedragen van de vermoede meerwaarde zijn |
sur des études scientifiques actuelles. | gebaseerd op actuele wetenschappelijke studies. |
Les travaux préparatoires du décret du 27 mars 2009 précisent : | In de parlementaire voorbereiding van het decreet van 27 maart 2009 |
« Les montants des plus-values potentielles sont fixés par décret dans | wordt gepreciseerd : « De bedragen van de potentiële meerwaarden worden decretaal |
vastgelegd op grond van een actuele wetenschappelijke studie, in het | |
le nouvel article 91/2, § 2, alinéa 1er, du décret du 18 mai 1999 | nieuwe artikel 91/2, § 2, eerste lid, DRO. |
portant organisation de l'aménagement du territoire, sur la base d'une | Er wordt geen rekening gehouden met de thans bestaande |
étude scientifique actuelle. | |
Les coefficients d'arrondissement existants, pour lesquels les | |
fondements scientifiques disponibles sont faibles, ne sont pas pris en | arrondissementele coëfficiënten, waarvoor weinig wetenschappelijke |
compte. | basis voorhanden is. |
[...] | [...] |
Il peut être valablement renvoyé à la légisprudence de la section de | Met recht en rede kan worden verwezen naar de adviespraktijk van de |
législation du Conseil d'Etat, selon laquelle ' en droit fiscal, | Afdeling Wetgeving van de Raad van State, conform dewelke ' in het |
fiscale recht de doeltreffendheid van de criteria en de | |
l'efficacité des critères et le coût administratif de leur application | administratieve kosten van de toepassing ervan in aanmerking moeten |
doivent être pris en considération pour apprécier s'ils sont | worden genomen bij de beoordeling van de vraag of zij op redelijke |
susceptibles d'une justification raisonnable '. En l'espèce, le | wijze kunnen worden verantwoord '. In casu oordeelde de Raad specifiek |
Conseil d'Etat a spécifiquement jugé que ' lorsque la loi fiscale vise | dat ' wanneer de fiscale wet tegelijk economische subjecten betreft |
en même temps des agents économiques dont les différentes productions | |
ont une incidence variée sur l'environnement, elle doit nécessairement | waarvan de onderscheiden produkten een verschillende weerslag hebben |
appréhender cette diversité de situations en faisant usage de | op het milieu, zij deze verscheidenheid aan toestanden |
catégories qui ne correspondent aux réalités que de manière | noodzakelijkerwijs dienen op te vangen in categorieën die slechts |
schématique et approximative ' » (Doc. parl., Parlement flamand, | schematisch en bij benadering met de werkelijkheid overeenstemmen ' » |
2008-2009, n° 2011/1, p. 63). En outre, les plus-values présumées qui figurent dans l'article | (Parl. St., Vlaams Parlement, 2008-2009, nr. 2011/1, p. 63). |
2.6.10, § 2, alinéa 1er, du Code flamand de l'aménagement du | Bovendien worden de in artikel 2.6.10, § 2, eerste lid, van de VCRO |
territoire sont actualisées tous les cinq ans. | opgenomen vermoede meerwaarden vijfjaarlijks geactualiseerd. |
B.8. Il appartient au législateur décrétal de désigner les redevables | B.8. Het komt de decreetgever toe de personen aan te wijzen die de |
de l'impôt qu'il instaure, de même que l'importance de cet impôt. Il | door hem ingevoerde belasting verschuldigd zijn, alsook de |
dispose en la matière d'une marge d'appréciation étendue. | hoegrootheid ervan. Hij beschikt ter zake over een ruime |
beoordelingsmarge. | |
Lorsque le législateur décrétal désigne les redevables de l'impôt, il | Wanneer de decreetgever de belastingschuldigen aanwijst, moet hij |
doit pouvoir faire usage de catégories qui, nécessairement, | gebruik kunnen maken van categorieën die, noodzakelijkerwijs, de |
n'appréhendent la diversité des situations qu'avec un certain degré | verscheidenheid van toestanden slechts met een zekere graad van |
d'approximation, dès lors qu'il ne peut pas prendre en compte les particularités des divers cas d'espèce et qu'il peut appréhender leur diversité de manière approximative et simplificatrice. Le recours à ce procédé n'est pas déraisonnable en soi. Il revient néanmoins à la Cour d'examiner s'il en va de même quant à la manière dont ce procédé a été mis en oeuvre. B.9.1. La taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale ne frappe pas la plus-value effectivement réalisée, mais uniquement la plus-value « potentielle » d'un bien immobilier, réputée découler d'une intervention de l'autorité compétente en matière d'aménagement du territoire. | benadering opvangen, aangezien hij geen rekening kan houden met de bijzonderheden van elk gegeven geval en hij de diversiteit ervan benaderend en vereenvoudigend vermag te omschrijven. Het gebruik van dat procedé is niet onredelijk op zich. Het komt het Hof niettemin toe te onderzoeken of hetzelfde geldt voor de wijze waarop het procedé in werking werd gesteld. B.9.1. De planbatenheffing treft niet de werkelijk gerealiseerde meerwaarde, maar slechts de « potentiële » waardevermeerdering van een onroerend goed, die geacht wordt voort te vloeien uit een optreden van |
B.9.2. La taxe sur les bénéfices résultant de la planification | de overheid bevoegd inzake ruimtelijke ordening. |
spatiale est appliquée à l'égard de quinze modifications de | B.9.2. De planbatenheffing wordt toegepast ten aanzien van vijftien |
destination (article 2.6.4 du Code flamand de l'aménagement du | bestemmingswijzigingen (artikel 2.6.4 van de VCRO), met diverse |
territoire), sachant que son calcul est soumis à des pourcentages | |
différents. En outre, l'article 2.6.5 du Code précité prévoit une | percentages voor de berekening van de planbatenheffing. Artikel 2.6.5 |
série de cas concrets dans lesquels aucune taxe sur les bénéfices | van de VCRO stelt daarnaast een aantal concrete gevallen vast waarin |
résultant de la planification spatiale n'est due, et l'article 2.6.6 | geen planbatenheffing verschuldigd is en artikel 2.6.6 van de VCRO |
du même Code fixe les conditions auxquelles les parcelles qui sont | bepaalt de voorwaarden waaronder percelen die worden onteigend of |
expropriées ou cédées à l'amiable pour cause d'utilité publique sont | worden overgedragen in der minne ten algemenen nutte van de |
exemptées de cette taxe. | planbatenheffing worden vrijgesteld. |
L'article 2.6.10, § 3, du Code flamand de l'aménagement du territoire | Bovendien wordt in artikel 2.6.10, § 3, van de VCRO in een |
prévoit par ailleurs un mécanisme de correction pour les parcelles qui | |
ont été établies comme zones d'occupation permanente de résidences | correctiemechanisme voorzien voor percelen die als zones voor |
secondaires et qui constituent une solution planologique pour les | permanente bewoning voor tweede verblijven zijn vastgesteld en een |
zones abritant des « résidences de week-end ». | planologische oplossing vormen voor zones met weekendverblijven. |
Enfin, le montant dû au titre de la taxe sur les bénéfices résultant | Ten slotte kan het verschuldigde bedrag van de planbatenheffing nog |
de la planification spatiale peut encore être réduit lorsque le | |
contribuable recourt à la règle de la bonification prévue à l'article | worden verminderd wanneer de belastingplichtige gebruik maakt van de |
2.6.15 du Code flamand de l'aménagement du territoire. | bonificatieregeling in artikel 2.6.15 van de VCRO. |
B.9.3. Le montant dû au titre de la taxe sur les bénéfices résultant | B.9.3. Het verschuldigde bedrag van de planbatenheffing kan dus sterk |
de la planification spatiale peut ainsi fortement varier, dès lors que | verschillen, aangezien de hoegrootheid ervan niet alleen afhankelijk |
son importance dépend non seulement de la nature de la modification de | is van de aard van de bestemmingswijziging, maar ook van de vermoede |
destination, mais également de la plus-value présumée, du système de tranches, des diverses exceptions, exemptions et suspensions possibles, ainsi que de la bonification. Eu égard à son large pouvoir d'appréciation et à sa faculté d'appréhender la diversité des situations avec seulement un certain degré d'approximation, le législateur décrétal pouvait dès lors raisonnablement décider d'imposer la plus-value potentielle à l'aide d'une « plus-value présumée » fixée forfaitairement, cette dernière tenant compte de certaines destinations, sans devoir opérer à cet égard une distinction selon les possibles sous-catégories des destinations. Par conséquent, il n'est pas déraisonnable que le législateur décrétal ait prévu une base imposable forfaitaire, par laquelle une même plus-value présumée s'applique pour tous les contribuables, lors du calcul de la base imposable, en cas de modification de la destination | meerwaarde, het schijvensysteem, de onderscheiden mogelijke uitzonderingen, vrijstellingen, opschortingen en de bonificatie. Gelet op de ruime beoordelingsvrijheid van de decreetgever en zijn bevoegdheid om de verscheidenheid aan toestanden slechts met een zekere graad van benadering op te vangen, kon de decreetgever derhalve in redelijkheid beslissen om de potentiële meerwaarde te belasten aan de hand van een forfaitair bepaalde « vermoede meerwaarde », die rekening houdt met bepaalde bestemmingen, zonder daarbij een onderscheid te moeten maken naar gelang van mogelijke subcategorieën van de bestemmingen. Het is bijgevolg niet onredelijk dat de decreetgever in een forfaitaire belastbare grondslag heeft voorzien, waarbij voor alle belastingplichtigen bij de berekening van de belastbare grondslag eenzelfde vermoede meerwaarde wordt gehanteerd bij een |
de la parcelle imposable la faisant passer d'une zone « agriculture » | bestemmingswijziging van het belastbaar perceel van « landbouw » naar |
à une zone « habiter ». | « wonen ». |
B.10. Les articles 2.6.4, 2°, et 2.6.10, §§ 1er et 2, du Code flamand | B.10. De artikelen 2.6.4, 2°, en 2.6.10, §§ 1 en 2, van de VCRO zijn |
de l'aménagement du territoire ne sont pas incompatibles avec les | |
articles 10, 11 et 172 de la Constitution, en ce que, lors du calcul | niet onbestaanbaar met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, |
de la base imposable de la taxe sur les bénéfices résultant de la | doordat bij de berekening van de belastbare grondslag van de |
planification spatiale, une même plus-value présumée s'applique en cas | planbatenheffing eenzelfde vermoede meerwaarde wordt gehanteerd bij |
de modification de la destination de la parcelle imposable la faisant | een bestemmingswijziging van het belastbaar perceel van « landbouw » |
passer d'une zone « agriculture » à une zone « habiter ». | naar « wonen ». |
Quant à la deuxième question préjudicielle | Wat betreft de tweede prejudiciële vraag |
B.11. Dans la deuxième question préjudicielle, il est demandé à la | B.11. In de tweede prejudiciële vraag wordt het Hof gevraagd of de |
Cour si les articles 2.6.4, 2°, et 2.6.10 du Code flamand de | artikelen 2.6.4, 2°, en 2.6.10 van de VCRO bestaanbaar zijn met de |
l'aménagement du territoire sont compatibles avec les articles 10, 11 et 172 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 16 de la Constitution et avec l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme, « en ce que les propriétaires d'une parcelle pour laquelle est due une taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale que les contribuables considèrent comme incorrecte ne peuvent pas exercer leurs droits dans une procédure d'expropriation de la même manière que les propriétaires qui ne sont pas redevables d'une taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale (ou qui sont redevables d'une telle taxe qui est correcte) et qui sont également concernés par une procédure d'expropriation ». | artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 16 van de Grondwet en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, « doordat eigenaars van een perceel waarvoor een volgens de heffingsplichtige incorrecte planbatenheffing verschuldigd is, in een onteigeningsprocedure niet op gelijke wijze hun rechten kunnen uitoefenen als eigenaars die geen (of een correcte) planbatenheffing verschuldigd zijn en eveneens in een onteigeningsprocedure betrokken zijn ». |
B.12. Les articles en cause du Code flamand de l'aménagement du territoire ne limitent en aucun cas les droits des propriétaires d'un bien immobilier dans une procédure d'expropriation, dès lors que ces articles prévoient uniquement des règles pour calculer la taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale. Le simple fait que le propriétaire d'un bien immobilier qui fait l'objet d'une procédure d'expropriation conteste l'exactitude du montant de la taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale n'a aucune incidence sur les droits que ce propriétaire peut, le cas échéant, exercer dans le cadre des phases administrative et judiciaire de la procédure d'expropriation. | B.12. De in het geding zijnde artikelen van de VCRO beperken in geen geval de rechten van de eigenaars van een onroerend goed in een onteigeningsprocedure, aangezien die artikelen enkel een regeling inzake de berekening van de planbatenheffing omvatten. Het loutere feit dat een eigenaar van een onroerend goed dat het voorwerp uitmaakt van een onteigenings procedure, de juistheid van het bedrag van de planbatenheffing betwist, heeft geen weerslag op de rechten die deze eigenaar in voorkomend geval kan uitoefenen in het kader van de bestuurlijke en gerechtelijke fase van de onteigeningsprocedure. |
B.13. La différence de traitement soulevée dans la deuxième question | B.13. Het in de tweede prejudiciële vraag opgeworpen verschil in |
préjudicielle n'existe pas. La question appelle par conséquent une | behandeling bestaat niet. De prejudiciële vraag dient bijgevolg |
réponse négative. | ontkennend te worden beantwoord. |
Quant à la troisième question préjudicielle | Wat betreft de derde prejudiciële vraag |
B.14. Dans la troisième question préjudicielle, il est demandé à la | B.14. In de derde prejudiciële vraag wordt het Hof gevraagd of artikel |
Cour si l'article 2.6.15 du Code flamand de l'aménagement du | |
territoire est compatible avec les articles 10, 11 et 172 de la | 2.6.15 van de VCRO bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 172 van |
Constitution, en ce que le contribuable « qui ne se trouve pas dans | |
une procédure d'expropriation (ou qui n'est pas sous la menace d'une | |
expropriation) peut bénéficier de l'avantage de la règle de | de Grondwet, doordat de belastingplichtige « die niet in een (dreiging |
bonification, alors que le contribuable qui se trouve dans une | tot) onteigening zit het voordeel van de bonificatieregeling kan |
procédure d'expropriation (ou qui est sous la menace d'une | genieten terwijl de belastingplichtige die wel in een (dreiging tot) |
expropriation) ne peut de facto pas en bénéficier ». | onteigening zit dit de facto niet kan ». |
B.15. L'article 2.6.15 du Code flamand de l'aménagement du territoire dispose : | B.15. Artikel 2.6.15 van de VCRO bepaalt : |
« Une bonification est octroyée au redevable qui paie la taxe sur les | « Een bonificatie wordt verleend aan de heffingsplichtige die de |
bénéfices résultant de la planification spatiale dans l'année suivant | planbatenheffing betaalt binnen het jaar na de datum waarop het |
la date d'envoi de l'avis d'imposition, alors que le montant de la | aanslagbiljet is verstuurd, terwijl het heffingsbedrag in de periode |
taxe ne devait pas encore être payé dans la période entre la date | tussen de verzending van het aanslagbiljet en de betaling nog niet |
d'envoi de l'avis d'imposition et le paiement : 1° soit parce qu'au moment du paiement, aucun acte juridique mentionné dans l'article 2.6.14, § 1er, premier alinéa, n'avait encore été posé; 2° soit parce que la taxe était suspendue au moment du paiement à la suite d'une des raisons mentionnées dans l'article 2.6.7. La bonification s'élève à quinze pour cent du montant du versement anticipé. Le Gouvernement flamand peut déterminer des modalités plus précises pour l'application de cette réglementation relative à la bonification ». B.16. Rien n'empêche le propriétaire d'un bien immobilier qui fait l'objet d'une procédure d'expropriation de procéder au paiement de la | moest worden betaald : 1° ofwel omdat op het ogenblik van de betaling nog geen rechtshandelingen, vermeld in artikel 2.6.14, § 1, eerste lid, werden gesteld; 2° ofwel omdat de heffing op het ogenblik van de betaling opgeschort was ingevolge een van de redenen, vermeld in artikel 2.6.7. De bonificatie bedraagt vijftien procent van het bedrag van deze voorafbetaling. De Vlaamse Regering kan nadere regelen bepalen voor de toepassing van deze bonificatieregeling ». B.16. Niets belet een eigenaar van een onroerend goed dat het voorwerp uitmaakt van een onteigeningsprocedure om over te gaan tot de betaling |
taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale dans | van de planbatenheffing binnen het jaar na de datum waarop het |
l'année suivant la date d'envoi de l'avis d'imposition, de sorte qu'il | aanslagbiljet is verstuurd, zodat hij de bonificatie kan genieten en |
peut bénéficier de la bonification et, le cas échéant, encore être | in voorkomend geval alsnog van de planbatenheffing kan worden |
exempté de la taxe. | vrijgesteld. |
A cet égard, l'article 2.6.6, alinéa 2, du Code flamand de l'aménagement du territoire, tel qu'il est applicable dans l'affaire devant la juridiction a quo, dispose que les montants déjà payés sont remboursés « si l'expropriation ou la cession à l'amiable pour cause d'utilité publique a lieu après que la taxe ou une partie de la taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale a déjà été payée ». B.17. La différence de traitement soulevée dans la troisième question préjudicielle ne découle dès lors pas de la disposition en cause, mais du choix du contribuable. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | Dienaangaande bepaalt artikel 2.6.6, tweede lid, van de VCRO, zoals van toepassing in de zaak voor het verwijzende rechtscollege, dat reeds betaalde bedragen worden terugbetaald « indien de onteigening of de overdracht in der minne ten algemenen nutte plaatsvindt nadat de planbatenheffing, of een gedeelte ervan, reeds is betaald ». B.17. Het in de derde prejudiciële vraag opgeworpen verschil in behandeling vloeit bijgevolg niet voort uit de in het geding zijnde bepaling, maar uit de keuze van de belastingplichtige. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
Les articles 2.6.4, 2°, 2.6.10, §§ 1er et 2, et 2.6.15 du Code flamand | De artikelen 2.6.4, 2°, 2.6.10, §§ 1 en 2, en 2.6.15 van de Vlaamse |
de l'aménagement du territoire ne violent pas les articles 10, 11 et | Codex Ruimtelijke Ordening schenden niet de artikelen 10, 11 en 172 |
172 de la Constitution, lus ou non en combinaison avec l'article 16 de | van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 16 van |
la Constitution et avec l'article 1er du Premier Protocole additionnel | de Grondwet en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij |
à la Convention européenne des droits de l'homme. | het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 12 mai 2022. | op 12 mei 2022. |
Le greffier, Le président, | De griffier, De voorzitter, |
P.-Y. Dutilleux L. Lavrysen | P.-Y. Dutilleux L. Lavrysen |