← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 63/2022 du 12 mai 2022 Numéro du rôle : 7577 En cause : les
questions préjudicielles relatives à l'article 12 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale
du 23 novembre 2017 « effectuant les adaptations législativ La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen,
et des juges M. Pâq(...)"
Extrait de l'arrêt n° 63/2022 du 12 mai 2022 Numéro du rôle : 7577 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 12 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 novembre 2017 « effectuant les adaptations législativ La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges M. Pâq(...) | Uittreksel uit arrest nr. 63/2022 van 12 mei 2022 Rolnummer 7577 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 12 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 november 2017 « houdende wetgevende aanpassingen met h Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 63/2022 du 12 mai 2022 | Uittreksel uit arrest nr. 63/2022 van 12 mei 2022 |
Numéro du rôle : 7577 | Rolnummer 7577 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 12 de | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 12 van de |
l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 novembre 2017 « | ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 november |
effectuant les adaptations législatives en vue de la reprise du | 2017 « houdende wetgevende aanpassingen met het oog op de overname van |
service du précompte immobilier par la Région de Bruxelles-Capitale », | de dienst onroerende voorheffing door het Brussels Hoofdstedelijk |
posées par le Tribunal de première instance francophone de Bruxelles. | Gewest », gesteld door de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges M. | samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de |
Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters et S. de Bethune, | rechters M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters en S. de |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président P. | Bethune, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder |
Nihoul, | voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par jugement du 22 avril 2021, dont l'expédition est parvenue au | Bij vonnis van 22 april 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het |
greffe de la Cour le 17 mai 2021, le Tribunal de première instance | Hof is ingekomen op 17 mei 2021, heeft de Franstalige Rechtbank van |
francophone de Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes : | eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« - L'article 12 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du | « - Schendt artikel 12 van de ordonnantie van het Brusselse |
23 novembre 2017 effectuant les adaptations législatives en vue de la | Hoofdstedelijke Gewest van 23 november 2017 houdende wetgevende |
reprise du précompte immobilier par la Région de Bruxelles-Capitale, | aanpassingen met het oog op de overname van de dienst onroerende |
voorheffing door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in zoverre het | |
en tant qu'il prévoit que l'exonération du précompte immobilier | bepaalt dat de vrijstelling van de onroerende voorheffing die kan |
susceptible d'être appliqué au revenu cadastral des biens immobiliers | worden toegepast op het kadastraal inkomen van onroerende goederen of |
ou des parties de biens immobiliers utilisés exclusivement comme lieux | delen van onroerende goederen die uitsluitend worden gebruikt als |
où se pratique l'exercice public d'un culte d'une religion reconnue ou | plaats voor het openbaar uitoefenen van een eredienst van een erkende |
de l'assistance morale selon une conception philosophique non | godsdienst of van de morele dienstverlening op basis van een |
confessionnelle ne concerne pas les biens immobiliers ou parties de | niet-confessionele levensbeschouwing geen betrekking heeft op de |
biens immobiliers utilisés comme habitations, ou équipés pour une | onroerende goederen of delen van onroerende goederen die worden |
telle utilisation - par exemple un presbytère - viole-t-il l'article | gebruikt als woning of die zijn uitgerust voor zulk een gebruik - |
143, § ler, de la Constitution et l'article 1erter, de la loi spéciale | bijvoorbeeld een pastorie -, artikel 143, § 1, van de Grondwet en |
du 16 juin [lire : janvier] 1989 relative au financement des | artikel 1ter van de bijzondere wet van 16 juni [lees : januari] 1989 |
betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, in | |
communautés et régions, lus en combinaison avec les articles 174, 175, | samenhang gelezen met de artikelen 174, 175, tweede lid, 176, tweede |
al. 2, 176, al. 2, et 177, al. 2 de la Constitution, en ce qu'il : | lid, en 177, tweede lid, van de Grondwet, doordat het : |
. rendrait plus difficile l'exercice par le législateur fédéral de ses | . de uitoefening, door de federale wetgever, van diens bevoegdheden |
compétences en matière de financement des cultes reconnus et | inzake financiering van de erkende erediensten zou bemoeilijken en |
. aurait pour effet, plus que d'imposer une source de revenus (les | . tot gevolg zou hebben, méér dan het belasten van een bron van |
immeubles servant de presbytère), de grever directement le budget | inkomsten (de onroerende goederen die dienstdoen als pastorie), de |
d'une autre subdivision de l'Etat (la commune), lequel est constitué | begroting van een andere onderverdeling van de Staat (de gemeente), |
de recettes provenant d'autres impôts, et ainsi de porter atteinte à | die bestaat uit ontvangsten uit andere belastingen, rechtstreeks te |
son autonomie budgétaire ? | bezwaren en aldus afbreuk te doen aan haar budgettaire autonomie? |
- L'article 12 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du | - Schendt artikel 12 van de ordonnantie van het Brusselse |
23 novembre 2017 effectuant les adaptations législatives en vue de la reprise du précompte immobilier par la Région de Bruxelles-Capitale, en tant qu'il prévoit que l'exonération du précompte immobilier susceptible d'être appliqué au revenu cadastral des biens immobiliers ou des parties de biens immobiliers utilisés exclusivement comme lieux où se pratique l'exercice public d'un culte d'une religion reconnue ou de l'assistance morale selon une conception philosophique non confessionnelle ne concerne pas les biens immobiliers ou parties de biens immobiliers utilisés comme habitations, ou équipés pour une | Hoofdstedelijke Gewest van 23 november 2017 houdende wetgevende aanpassingen met het oog op de overname van de dienst onroerende voorheffing door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in zoverre het bepaalt dat de vrijstelling van de onroerende voorheffing die kan worden toegepast op het kadastraal inkomen van onroerende goederen of delen van onroerende goederen die uitsluitend worden gebruikt als plaats voor het openbaar uitoefenen van een eredienst van een erkende godsdienst of van de morele dienstverlening op basis van een niet-confessionele levensbeschouwing geen betrekking heeft op de onroerende goederen of delen van onroerende goederen die worden gebruikt als woning of die zijn uitgerust voor zulk een gebruik, de |
telle utilisation, viole-t-il les articles 10 et 11 de la | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang |
Constitution, le cas échéant combinés avec l'article 19 de la | gelezen met artikel 19 van de Grondwet, doordat het, wat betreft de |
Constitution, en ce qu'il traite de manière différente, s'agissant des | mogelijkheden tot vrijstelling van de onroerende voorheffing van het |
possibilités d'exonération du précompte immobilier du revenu cadastral | kadastraal inkomen van de betrokken onroerende goederen, enerzijds, de |
des immeubles concernés, d'une part les biens immobiliers utilisés | onroerende goederen die uitsluitend worden gebruikt als plaats voor |
exclusivement comme lieux où se pratique l'exercice public d'un culte | het openbaar uitoefenen van een eredienst van een erkende godsdienst |
d'une religion reconnue ou de l'assistance morale selon une conception philosophique non confessionnelle, répondant aux autres conditions définies par la disposition faisant l'objet de la question préjudicielle et, d'autre part, les biens immobiliers ou parties de biens immobiliers utilisés comme habitation ou équipés pour une telle utilisation, et servant ou étant destiné à servir de résidence au ministre du culte exerçant dans l'immeuble exonéré en vertu de cette disposition, alors que ces deux catégories d'immeuble sont nécessaires à l'exercice du culte et sont directement ou indirectement ' | of van de morele dienstverlening op basis van een niet-confessionele levensbeschouwing, en die voldoen aan de andere voorwaarden die zijn vastgelegd bij de bepaling die het voorwerp uitmaakt van de prejudiciële vraag, en, anderzijds, de onroerende goederen of delen van onroerende goederen die gebruikt worden als woning of die zijn uitgerust voor zulk een gebruik, en die dienstdoen als woonplaats voor de bedienaar van de eredienst die zijn functie vervult in het onroerend goed dat krachtens die bepaling is vrijgesteld of die daartoe bestemd zijn, verschillend behandelt, terwijl die twee categorieën van onroerende goederen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de eredienst en rechtstreeks of onrechtstreeks worden |
subsidiées ' par l'Etat belge ? ». | ' gesubsidieerd ' door de Belgische Staat ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Artikel 253, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen | |
B.1. L'article 253, § 2, du Code des impôts sur les revenus 1992 | 1992 (hierna : het WIB 1992), zoals het werd vervangen door het in het |
(ci-après : le CIR 1992), tel qu'il a été remplacé par l'article 12 de | geding zijnde artikel 12 van de ordonnantie van het Brusselse |
l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 novembre 2017 « | Hoofdstedelijke Gewest van 23 november 2017 « houdende wetgevende |
effectuant les adaptations législatives en vue de la reprise du | aanpassingen met het oog op de overname van de dienst onroerende |
service du précompte immobilier par la Région de Bruxelles-Capitale », | voorheffing door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest », met uitwerking |
avec effet à partir de l'exercice d'imposition 2018, dispose : | vanaf het aanslagjaar 2018 bepaalt : |
« Sur demande du contribuable, est exonéré du précompte immobilier, le | « Op verzoek van de belastingplichtige, wordt vrijgesteld van de |
revenu cadastral des biens immobiliers ou des parties de biens | onroerende voorheffing, het kadastraal inkomen van onroerende goederen |
immobiliers qui remplissent les conditions cumulatives suivantes: | of delen van onroerende goederen die aan volgende cumulatieve voorwaarden voldoen : |
a) être utilisés exclusivement comme lieu où se pratique l'exercice | a) uitsluitend worden gebruikt als plaats voor het openbaar uitoefenen |
public d'un culte d'une religion reconnue ou de l'assistance morale | van een eredienst van een erkende godsdienst of van de morele |
selon une conception philosophique non confessionnelle; | dienstverlening op basis van een niet-confessionele levensbeschouwing; |
b) être accessibles au public; | b) toegankelijk voor het publiek zijn; |
c) être utilisés fréquemment pour des évènements de culte ou | c) regelmatig worden gebruikt voor evenementen van eredienst of van |
d'assistance morale selon une conception philosophique non | morele dienstverlening op basis van een niet-confessionele |
confessionnelle; | levensbeschouwing; |
d) être gérés par un établissement local, reconnu par l'autorité | d) worden beheerd door een plaatselijke instelling, erkend door de |
compétente, chargée de la gestion du temporel du culte, ou par un | bevoegde overheid, belast met het beheer van de temporaliën van de |
établissement d'assistance morale du Conseil central laïque. | eredienst, of door een instelling voor morele dienstverlening van de |
Centrale Vrijzinnige Raad. | |
Ne sont pas visés par l'exonération mentionnée à l'alinéa précédent : | Worden niet beoogd door de vrijstelling vermeld in het vorige lid : |
a) les biens immobiliers ou parties de biens immobiliers utilisés | a) de onroerende goederen of delen van onroerende goederen gebruikt |
comme habitation, ou équipés pour une telle utilisation; | als woning of uitgerust voor zulk gebruik; |
b) les salles de fête ou de réunion, à moins que ne soit apportée la | b) de feestzalen of vergaderzalen, tenzij het bewijs wordt aangebracht |
preuve qu'il s'agit là du lieu principal d'exercice public du culte ou de l'assistance morale et que des évènements de culte ou d'assistance morale s'y tiennent en moyenne au moins trois fois par semaine ». B.2. Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de cette disposition, en ce qu'elle prévoit que l'exonération du précompte immobilier du revenu cadastral des immeubles utilisés exclusivement comme lieu où se pratique l'exercice du culte d'une religion reconnue ou de l'assistance morale selon une conception philosophique non confessionnelle ne concerne pas les immeubles utilisés comme habitation ou équipés pour une telle utilisation, avec le principe de la loyauté fédérale (première question préjudicielle) et avec le principe d'égalité et de non-discrimination, lu en combinaison avec la liberté des cultes (seconde question préjudicielle). | dat het gaat over de hoofdplaats van de openbare uitoefening van de eredienst of de morele dienstverlening en dat evenementen van de eredienst of de morele dienstverlening er gemiddeld minstens drie keer per week worden gehouden ». B.2. De verwijzende rechter stelt het Hof vragen over de bestaanbaarheid van die bepaling, in zoverre zij erin voorziet dat de vrijstelling van de onroerende voorheffing voor het kadastraal inkomen van onroerende goederen die uitsluitend worden gebruikt als plaats voor het uitoefenen van de eredienst van een erkende godsdienst of van de morele dienstverlening op basis van een niet-confessionele levensbeschouwing geen betrekking heeft op onroerende goederen die worden gebruikt als woning of die zijn uitgerust voor zulk een gebruik, met het beginsel van de federale loyauteit (eerste prejudiciële vraag) en met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, in samenhang gelezen met de vrijheid van eredienst (tweede prejudiciële vraag). |
B.3. L'ASBL « Uniprobel » demande à la Cour de reformuler les | B.3. De vzw « Uniprobel » verzoekt het Hof om de prejudiciële vragen |
questions préjudicielles afin d'en étendre l'objet à des aspects non | te herformuleren, teneinde het onderwerp ervan uit te breiden tot |
visés par le juge a quo et d'inclure dans l'examen des questions | aspecten die niet door de verwijzende rechter worden beoogd en |
plusieurs dispositions de la Constitution non visées par le juge a | verschillende bepalingen van de Grondwet die niet door de verwijzende |
quo. | rechter worden beoogd, op te nemen in het onderzoek van de vragen. |
A cet égard, l'ASBL « Uniprobel » expose notamment que l'immeuble dont | In dat verband zet de vzw « Uniprobel » onder meer uiteen dat het |
elle est propriétaire n'est pas géré par un établissement local, | onroerend goed waarvan zij eigenaar is, niet wordt beheerd door een |
reconnu par l'autorité compétente, chargé de la gestion du temporel du | door de bevoegde overheid erkende plaatselijke instelling die is |
belast met het beheer van de temporaliën van de eredienst, in de zin | |
culte, au sens de l'article 253, § 2, alinéa 1er, d), du CIR 1992. | van artikel 253, § 2, eerste lid, d), van het WIB 1992. Zij vraagt het |
Elle demande à la Cour de se prononcer sur la constitutionnalité de cette condition. | Hof om zich uit te spreken over de grondwettigheid van die voorwaarde. |
B.4. Les parties ne peuvent modifier ou faire modifier la portée des | B.4. De partijen mogen de draagwijdte van de door de verwijzende |
questions préjudicielles posées par le juge a quo. Dès lors que la | rechter gestelde prejudiciële vragen niet wijzigen of laten wijzigen. |
demande de reformulation des questions préjudicielles aboutit à en | Wanneer het verzoek tot herformulering van de prejudiciële vragen |
modifier la portée, la Cour ne peut y donner suite. | leidt tot een wijziging van de draagwijdte ervan, kan het Hof er geen |
B.5.1. Il apparaît que la demande de reformulation faite par l'ASBL « | gevolg aan geven. B.5.1. Het blijkt dat het verzoek van de vzw « Uniprobel » tot |
Uniprobel » est en partie liée au point de savoir si les questions | herformulering gedeeltelijk verband houdt met de vraag of de |
préjudicielles sont utiles à la solution du litige. | prejudiciële vragen nuttig zijn voor de oplossing van het geschil. |
B.5.2. C'est en règle à la juridiction a quo qu'il appartient | B.5.2. In de regel komt het de verwijzende rechter toe te oordelen of |
d'apprécier si la réponse à la question préjudicielle est utile à la | het antwoord op de prejudiciële vraag nuttig is voor het oplossen van |
solution du litige. Ce n'est que lorsque tel n'est manifestement pas | het geschil. Alleen indien dat klaarblijkelijk niet het geval is, kan |
le cas que la Cour peut décider que la question n'appelle pas de | het Hof beslissen dat de vraag geen antwoord behoeft. |
réponse. B.5.3. Pour pouvoir faire l'objet d'une exonération du précompte | B.5.3. Om te kunnen worden vrijgesteld van de onroerende voorheffing, |
immobilier, l'immeuble concerné doit remplir plusieurs conditions | dient het betrokken onroerend goed te voldoen aan verschillende |
cumulatives énoncées à l'article 253, § 2, alinéa 1er, du CIR 1992. | cumulatieve voorwaarden die zijn vermeld in artikel 253, § 2, eerste |
Parmi ces conditions figure l'exigence selon laquelle l'immeuble doit | lid, van het WIB 1992. Een van die voorwaarden is dat het onroerend |
être géré par un établissement local, reconnu par l'autorité | goed moet worden beheerd door een plaatselijke instelling, erkend door |
compétente, chargé de la gestion du temporel du culte, ou par un | de bevoegde overheid, belast met het beheer van de temporaliën van de |
établissement d'assistance morale du Conseil central laïque (article | eredienst, of door een instelling voor morele dienstverlening van de |
253, § 2, alinéa 1er, d)). | Centrale Vrijzinnige Raad (artikel 253, § 2, eerste lid, d)). |
Les questions préjudicielles posées par le juge a quo ne portent pas | De door de verwijzende rechter gestelde prejudiciële vragen hebben |
sur cette exigence. | geen betrekking op dat vereiste. |
Dès lors que la condition, prévue à l'article 253, § 2, alinéa 1er, | Aangezien de voorwaarde, bepaald in artikel 253, § 2, eerste lid, d), |
d), du CIR 1992, selon laquelle l'immeuble doit être géré par un | van het WIB 1992, volgens welke het onroerend goed moet worden beheerd |
établissement local, reconnu par l'autorité compétente, chargé de la | door een door de bevoegde overheid erkende plaatselijke instelling die |
gestion du temporel du culte, ou par un établissement d'assistance | is belast met het beheer van de temporaliën van de eredienst, of door |
morale du Conseil central laïque, n'est pas remplie dans le litige | een instelling voor morele dienstverlening van de Centrale Vrijzinnige |
soumis au juge a quo, d'après les déclarations de l'ASBL « Uniprobel » | Raad, volgens de verklaringen van de vzw « Uniprobel » zelf, niet is |
elle-même, cette dernière ne pourrait en tout état de cause pas | vervuld in het bodemgeschil, zou die laatste hoe dan ook niet de |
bénéficier de l'exonération du précompte immobilier, indépendamment | vrijstelling van de onroerende voorheffing kunnen genieten, los van de |
des réponses que la Cour pourrait apporter aux questions | antwoorden die het Hof zou kunnen geven op de door de verwijzende |
préjudicielles posées par le juge a quo sur la constitutionnalité de | rechter gestelde prejudiciële vragen over de grondwettigheid van de |
l'exclusion de l'exonération du précompte immobilier pour les | uitsluiting van de vrijstelling van de onroerende voorheffing voor |
immeubles qui sont utilisés comme habitation ou qui sont équipés pour | onroerende goederen die als woning worden gebruikt of die zijn |
une telle utilisation. | uitgerust voor zulk een gebruik. |
Les réponses aux questions préjudicielles sont donc manifestement | De antwoorden op de prejudiciële vragen zijn aldus kennelijk zonder |
inutiles à la solution du litige soumis au juge a quo. | nut voor de oplossing van het bodemgeschil. |
B.6. Les questions préjudicielles n'appellent pas de réponse. | B.6. De prejudiciële vragen behoeven geen antwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
Les questions préjudicielles n'appellent pas de réponse. | De prejudiciële vragen behoeven geen antwoord. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 12 mai 2022. | op 12 mei 2022. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
P. Nihoul | P. Nihoul |