← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 18/2022 du 3 février 2022 Numéro du rôle : 7538 En cause : la
question préjudicielle concernant l'article 15 du décret flamand du 3 mars 1976 « réglant la protection
des monuments et des sites urbains et ruraux » La
Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges J.-P. (...)"
Extrait de l'arrêt n° 18/2022 du 3 février 2022 Numéro du rôle : 7538 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 15 du décret flamand du 3 mars 1976 « réglant la protection des monuments et des sites urbains et ruraux » La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges J.-P. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 18/2022 van 3 februari 2022 Rolnummer 7538 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 15 van het Vlaamse decreet van 3 maart 1976 « betreffende de monumenten en de stads- en dorpsgezichten » Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 18/2022 du 3 février 2022 | Uittreksel uit arrest nr. 18/2022 van 3 februari 2022 |
Numéro du rôle : 7538 | Rolnummer 7538 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 15 du décret | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 15 van het Vlaamse |
flamand du 3 mars 1976 « réglant la protection des monuments et des | decreet van 3 maart 1976 « betreffende de monumenten en de stads- en |
sites urbains et ruraux » (actuellement les articles 11.4.1 et | dorpsgezichten » (thans de artikelen 11.4.1 en volgende van het |
suivants du décret flamand du 12 juillet 2013 « relatif au patrimoine | Vlaamse decreet van 12 juli 2013 « betreffende het onroerend erfgoed |
immobilier »), posée par la Cour d'appel de Bruxelles. | »), gesteld door het Hof van Beroep te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges J.-P. | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de |
Moerman, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques et Y. Kherbache, assistée du | rechters J.-P. Moerman, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques en Y. |
greffier F. Meersschaut, présidée par le président L. Lavrysen, | Kherbache, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 15 mars 2021, dont l'expédition est parvenue au greffe de | Bij arrest van 15 maart 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het |
la Cour le 24 mars 2021, la Cour d'appel de Bruxelles a posé la | Hof is ingekomen op 24 maart 2021, heeft het Hof van Beroep te Brussel |
question préjudicielle suivante : | de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 15 du décret du 3 mars 1976 réglant la protection des | « Schendt artikel 15 van het Decreet van 3 maart 1976 tot bescherming |
monuments et des sites urbains et ruraux (actuellement les articles | van monumenten en stads- en dorpsgezichten (nu artikelen 11.4.1 en |
11.4.1 et suivants du décret du 12 juillet 2013 relatif au patrimoine | volgende van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013) de |
immobilier) viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, lus | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, voor zoveel als nodig gelezen in |
pour autant que de besoin en combinaison avec l'article 6 de la | samenhang met artikel 6 van het EVRM, doordat het geen voorafgaand |
Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il n'exige pas | |
d'avis préalable du Conseil supérieur de la politique de maintien ou | advies vereist van de Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid of van een |
d'une instance chargée d'une mission identique ou comparable, alors | instantie met een zelfde of vergelijkbare opdracht, terwijl (artikel |
que le Code flamand de l'aménagement du territoire (article 6.3.10) | 6.3.10) van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening wel een voorafgaand |
impose quant à lui un avis préalable ? ». | advies oplegt ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. La question préjudicielle porte sur l'article 15 du décret | B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 15 van het |
flamand du 3 mars 1976 « réglant la protection des monuments et des | Vlaamse decreet van 3 maart 1976 « tot bescherming van monumenten en |
sites urbains et ruraux » (ci-après : le décret du 3 mars 1976), tel | stads- en dorpsgezichten » (hierna : het decreet van 3 maart 1976), |
qu'il a été modifié par l'article 5 du décret du 21 novembre 2003 « | zoals gewijzigd bij artikel 5 van het decreet van 21 november 2003 « |
portant modification du décret du 3 mars 1976 portant protection des | houdende wijziging van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming |
van monumenten en stads- en dorpsgezichten » (hierna : het decreet van | |
monuments et des sites urbains et ruraux » (ci-après : le décret du 21 | 21 november 2003) en vóór de opheffing ervan bij artikel 12.2.1, 2°, |
novembre 2003) et avant son abrogation par l'article 12.2.1, 2°, du | |
décret du 12 juillet 2013 « relatif au patrimoine immobilier ». | van het van het decreet van 12 juli 2013 « betreffende het onroerend erfgoed ». |
B.1.2. L'article 15, § 1er, du décret du 3 mars 1976, tel qu'il est | B.1.2. Artikel 15, § 1, van het decreet van 3 maart 1976, zoals van |
applicable dans le litige au fond, dispose : | toepassing in het bodemgeschil, bepaalt : |
« Sans préjudice de la pénalité et du dédommagement éventuel, le | « Onverminderd de straf en de eventuele schadeloosstelling, beveelt de |
tribunal ordonne, sur demande des fonctionnaires désignés par le | rechtbank, op vordering van de door de Vlaamse regering aangewezen |
Gouvernement flamand, de réparer [remettre] les lieux dans leur état | ambtenaren, de plaats in de oorspronkelijke toestand te herstellen. |
original. Le tribunal fixe, après pondération du délai proposé dans la demande | De rechtbank bepaalt, na overweging van de voorgestelde termijn in de |
de réparation, un délai d'au maximum 3 ans pour l'exécution des | herstelvordering, voor de uitvoering van de herstelmaatregelen een |
mesures de réparation. Après l'échéance de ce délai, le tribunal, sur | termijn van maximaal drie jaar. Na het verstrijken van die termijn, |
demande des fonctionnaires désignés par le Gouvernement flamand, peut | kan de rechtbank, op vordering van de door de Vlaamse regering |
fixer une contrainte [astreinte] par jour de retard dans l'exécution | aangewezen ambtenaren, een dwangsom per dag vertraging in de |
de la mesure de réparation. | tenuitvoerlegging van de herstelmaatregel bepalen. |
La demande de réparation doit être introduite auprès du parquet pa[r] | De herstelvordering wordt door de ambtenaren aangewezen door de |
lettre ordinaire par les fonctionnaires désignés par le Gouvernement | Vlaamse regering, in naam van het Vlaamse Gewest, bij het parket |
flamand au nom de la Région flamande. La demande mentionne au moins | ingeleid door een gewone brief. De vordering vermeldt minstens de |
les prescriptions en vigueur et une description de l'état précédant | geldende voorschriften en een omschrijving van de toestand die aan het |
[l']infraction et le délai pendant lequel la réparation [remise] en | misdrijf voorafging en de termijn binnen dewelke het herstel in de |
état original doit se faire. | oorspronkelijke staat dient te gebeuren. |
Les fonctionnaires désignés par le Gouvernement flamand notifient | De door de Vlaamse regering aangewezen ambtenaren brengen het |
également l'inspecteur urbanistique du procès-verbal de la demande de | proces-verbaal met herstelvordering eveneens ter kennis van de |
réparation ». | stedenbouwkundig inspecteur ». |
B.1.3. Le renvoi, dans la question préjudicielle, à l'article 6.3.10 | B.1.3. De verwijzing naar artikel 6.3.10 van de Vlaamse Codex |
du Code flamand de l'aménagement du territoire, coordonné le 15 mai | Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 (hierna : de VCRO) in de |
2009 (ci-après : le Code flamand de l'aménagement du territoire), | prejudiciële vraag berust op een materiële vergissing. Uit de |
repose sur une erreur matérielle. Il peut se déduire de la décision de | verwijzingsbeslissing kan worden afgeleid dat het bodemgeschil |
renvoi que le litige au fond porte sur la situation dans laquelle les | betrekking heeft op de situatie waarin dezelfde feiten zowel |
mêmes faits peuvent donner lieu tant à une action en réparation fondée | aanleiding kunnen geven tot een herstelvordering op grond van artikel |
sur l'article 15 du décret du 3 mars 1976, tel qu'il est applicable | 15 van het decreet van 3 maart 1976, zoals van toepassing op het |
dans le litige au fond, qu'à une action en réparation fondée sur | bodemgeschil, als tot een herstelvordering op grond van artikel 149, § |
l'article 149, § 1er, alinéa 1er, du décret du 18 mai 1999 « portant | 1, eerste lid, van het decreet van 18 mei 1999 « houdende de |
organisation de l'aménagement du territoire » (ci-après : le décret du | organisatie van de ruimtelijke ordening » (hierna : het decreet van 18 |
18 mai 1999), tel qu'il a été modifié par l'article 8 du décret du 4 | mei 1999), zoals gewijzigd bij artikel 8 van het decreet van 4 juni |
juin 2003 « modifiant le décret du 18 mai 1999 portant organisation de | 2003 « houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de |
l'aménagement du territoire en ce qui concerne la politique de | organisatie van de ruimtelijke ordening, wat het handhavingsbeleid |
maintien ». La Cour limite son examen à cette hypothèse. | betreft ». Het Hof beperkt zijn onderzoek tot deze hypothese. |
B.2.1. Le juge a quo compare les personnes qui sont visées par une | B.2.1. De verwijzende rechter vergelijkt de personen die het voorwerp |
action en réparation conformément à l'article 15 du décret du 3 mars | uitmaken van een herstelvordering overeenkomstig artikel 15 van het |
1976, tel qu'il est applicable dans le litige au fond, avec les | decreet van 3 maart 1976, zoals van toepassing in het bodemgeschil, |
personnes qui, pour des faits identiques, sont visées par une action | met personen die, voor identieke feiten, het voorwerp uitmaken van een |
en réparation conformément à l'article 149, § 1er, alinéa 1er, du | herstelvordering overeenkomstig artikel 149, § 1, eerste lid, van het |
décret du 18 mai 1999, tel qu'il est applicable dans le litige au | decreet van 18 mei 1999, zoals van toepassing in het bodemgeschil. In |
fond. Dans le second cas, l'action en réparation n'est possible | het tweede geval is de herstelvordering slechts mogelijk na een |
qu'après avis favorable du Conseil supérieur de la politique de | positief advies van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid, terwijl een |
réparation, alors qu'un tel avis ou un avis d'une instance chargée | dergelijk advies of een advies van een instantie met een zelfde of |
d'une mission identique ou comparable ne sont pas requis dans le | vergelijkbare opdracht niet vereist is in het eerste geval. Het Hof |
premier cas. La Cour est interrogée sur la compatibilité de cette | wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van dat verschil in |
différence de traitement avec les articles 10 et 11 de la | behandeling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in |
Constitution, lus en combinaison ou non avec l'article 6 de la | samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de |
Convention européenne des droits de l'homme. | rechten van de mens. |
B.2.2. L'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme | B.2.2. Artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
garantit le droit d'accès au juge. Ni la question préjudicielle ni la | waarborgt het recht op toegang tot de rechter. Noch uit de |
décision de renvoi ne permettent de déduire en quoi la disposition en | prejudiciële vraag, noch uit de verwijzingsbeslissing kan worden |
afgeleid op welke wijze de in het geding zijnde bepaling het recht op | |
cause violerait le droit d'accès au juge. La Cour limite dès lors son | toegang tot de rechter zou schenden. Het Hof beperkt zijn onderzoek |
examen à la compatibilité de la disposition en cause avec les articles | bijgevolg tot de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling |
10 et 11 de la Constitution. | met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
B.3.1. La Cour est interrogée sur la situation dans laquelle non | B.3.1. Het Hof wordt ondervraagd over de situatie waarin niet enkel |
seulement une infraction a été constatée sur la base du décret du 3 | een misdrijf op grond van het decreet van 3 maart 1976, zoals van |
mars 1976, tel qu'il est applicable dans le litige au fond, mais dans | toepassing in het bodemgeschil, werd vastgesteld, maar waarin eveneens |
laquelle une infraction urbanistique a aussi été constatée. | een stedenbouwkundige inbreuk werd vastgesteld. |
Des mesures de réparation pouvaient être réclamées sur la base tant du | Tegen de personen die zich in een dergelijke situatie bevonden, konden |
décret du 3 mars 1976 que du décret du 18 mai 1999 à l'égard des | zowel herstelmaatregelen op basis van het decreet van 3 maart 1976 als |
personnes qui se trouvaient dans une telle situation, de sorte que le législateur décrétal n'a pas instauré une différence de traitement en ce qui concerne le fait d'imposer des mesures de réparation. B.3.2. Dès lors que les personnes relevant de ces deux catégories sont visées par une action en réparation sur la base de faits identiques, les personnes qui, dans cette situation, sont visées par la première action en réparation sont suffisamment comparables aux personnes qui, dans cette même situation, sont visées par la seconde action en réparation. B.4. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | op basis van het decreet van 18 mei 1999 worden gevorderd, zodat de decreetgever inzake het opleggen van herstelmaatregelen geen verschil in behandeling heeft ingevoerd. B.3.2. Aangezien beide categorieën van personen het voorwerp uitmaken van een herstelvordering op grond van identieke feiten, zijn de personen die in dat geval het voorwerp uitmaken van de eerste herstelvordering, voldoende vergelijkbaar met de personen die in dat geval het voorwerp uitmaken van de tweede herstelvordering. B.4. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de |
et le but visé. | aangewende middelen en het beoogde doel. |
B.5.1. En vertu de l'article 15 du décret du 3 mars 1976, tel qu'il | B.5.1. Op grond van artikel 15 van het decreet van 3 maart 1976, zoals |
est applicable dans le litige au fond, le juge ordonne, à la demande | van toepassing in het bodemgeschil, beveelt de rechter, op vordering |
des fonctionnaires du patrimoine immobilier désignés, de remettre le | van de gemachtigde ambtenaren Onroerend Erfgoed, de plaats in de |
lieu dans son état initial. Il ressort des travaux préparatoires de | oorspronkelijke toestand te herstellen. Uit de parlementaire |
l'article 15 du décret du 3 mars 1976 que le législateur décrétal a | voorbereiding bij artikel 15 van het decreet van 3 maart 1976 blijkt |
délibérément choisi, contrairement à ce qui était le cas en matière | dat de decreetgever er bewust voor heeft gekozen om, in tegenstelling |
d'aménagement du territoire, de ne pas prévoir d'autres mesures de | tot wat het geval was inzake ruimtelijke ordening, niet in andere |
réparation, et ce, en raison de l'importance de l'authenticité en | herstelmaatregelen te voorzien, op grond van het belang van de |
matière de patrimoine immobilier : | authenticiteit inzake onroerend erfgoed : |
« Au § 1er, l'action en réparation directe est accordée par analogie | « In § 1 wordt de rechtstreekse herstelvordering toegekend naar |
avec l'article 149 du décret du 18 mai 1999 portant organisation de | analogie met artikel 149 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de |
l'aménagement du territoire, tel qu'il a été modifié. | organisatie van de ruimtelijke ordening, zoals gewijzigd. |
Notez que le juge ne peut imposer qu'une seule mesure de réparation, à | Merk op dat de rechter slechts één herstelmaatregel kan opleggen, |
savoir la remise du lieu dans son état initial. | namelijk herstel in de oorspronkelijke toestand. |
Cette mesure aussi était déjà prévue dans le décret existant du 3 mars | |
1976 et elle est maintenue dans le texte présentement examiné. La | Dit was ook al voorzien in het bestaande decreet van 3 maart 1976 en |
raison de cette distinction par rapport à l'aménagement du territoire | wordt in de voorliggende tekst behouden. De reden van dit onderscheid |
est à chercher du côté de l'accent sur l'authenticité qu'il y a lieu | met ruimtelijke ordening is de nadruk die voor monumenten, stads- en |
de mettre pour les monuments et les sites urbains et ruraux. | dorpsgezichten dient te worden gelegd op de authenticiteit. |
[...] | [...] |
Au § 1er, il est désormais aussi établi par décret, aux fins d'une | In § 1 wordt nu ook, in het kader van beter bestuurlijk beleid, |
meilleure politique administrative, que s'il s'agit également d'une | decretaal vastgelegd dat, indien het ook een inbreuk op de ruimtelijke |
infraction à l'aménagement du territoire, le procès-verbal dressant | ordening betreft, het proces-verbaal met herstelvordering ter kennis |
l'action en réparation est notifié à l'inspecteur urbanistique, qui | gebracht wordt van de stedenbouwkundig inspecteur, die dan eventueel |
peut alors éventuellement réagir. Toutefois, les fonctionnaires | kan reageren. De ambtenaren bevoegd om de inbreuken op het decreet van |
compétents pour constater les infractions au décret du 3 mars 1976 | 3 maart 1976 vast te stellen, behouden evenwel het laatste woord |
gardent le dernier mot pour ce qui est de la remise dans l'état | inzake het herstel in de oorspronkelijke staat » (Parl. St., Vlaams |
initial » (Doc. parl., Parlement flamand, 2002-2003, n° 1727/1, p. 6). | Parlement, 2002-2003, nr. 1727/1, p. 6). |
B.5.2. L'introduction d'une action en réparation fondée sur l'article | B.5.2. Het instellen van een herstelvordering op grond van artikel |
149, § 1er, alinéa 1er, du décret du 18 mai 1999, tel qu'il est | 149, § 1, eerste lid, van het decreet van 18 mei 1999, zoals van |
applicable dans le litige au fond, est subordonnée à un avis positif | toepassing in het bodemgeschil, is afhankelijk van een positief advies |
du Conseil supérieur de la politique de réparation. Ainsi qu'il | van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid. Zoals blijkt uit de |
ressort des travaux préparatoires du décret du 4 juin 2003, le | parlementaire voorbereiding bij het decreet van 4 juni 2003 « houdende |
législateur décrétal flamand a instauré cette obligation de | wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van |
consultation en vue d'assurer la cohérence de la politique de | de ruimtelijke ordening, wat het handhavingsbeleid betreft », heeft de |
réparation en cas d'infractions à la réglementation en matière | Vlaamse decreetgever die adviesverplichting ingevoerd met het oog op |
d'aménagement du territoire. Dès lors qu'en vertu de cette | de coherentie van het herstelbeleid bij inbreuken op de regelgeving |
réglementation, l'inspecteur urbaniste a le choix entre différentes | inzake ruimtelijke ordening. Aangezien de stedenbouwkundige inspecteur |
mesures de réparation et qu'il peut donc ordonner des mesures autres | op grond van die regelgeving de keuze heeft tussen verschillende |
que la seule remise dans l'état initial, le législateur décrétal a | herstelbeslissingen, en dus niet enkel het herstel in oorspronkelijke |
estimé qu'il était nécessaire de créer « un organe autonome et | staat kan vorderen, was er volgens de decreetgever nood « aan een |
indépendant, libre de toute influence politique, qui évalue les | autonoom en onafhankelijk orgaan, los van politieke beïnvloeding, dat |
décisions de l'inspecteur urbaniste régional et contrôle celles-ci au | de beslissingen van de gewestelijke stedenbouwkundig inspecteur |
regard du principe d'égalité et de proportionnalité » (Doc. parl., | evalueert en toetst aan het gelijkheids- en redelijkheidsbeginsel » |
Parlement flamand, 2002-2003, n° 1566/1, p. 7). | (Parl. St., Vlaams Parlement, 2002-2003, nr. 1566/1, p. 7). |
B.5.3. A la lumière de ces éléments, le législateur décrétal pouvait | B.5.3. In het licht van die elementen kon de decreetgever |
raisonnablement considérer qu'il n'était pas nécessaire d'instaurer | redelijkerwijze oordelen dat er inzake de herstelvordering op grond |
une obligation de consultation préalable similaire pour l'action en | van artikel 15 van het decreet van 3 maart 1976 geen nood was aan een |
réparation fondée sur l'article 15 du décret du 3 mars 1976. | soortgelijke voorafgaande adviesverplichting. |
B.6. Il ressort de ce qui précède que l'article 15 du décret du 3 mars | B.6. Uit hetgeen voorafgaat blijkt dat artikel 15 van het decreet van |
1976, tel qu'il est applicable dans le litige au fond, ne viole pas | 3 maart 1976, zoals van toepassing in het geding ten gronde, de |
les articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schendt. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 15 du décret flamand du 3 mars 1976 « réglant la protection | Artikel 15 van het Vlaamse decreet van 3 maart 1976 « tot bescherming |
des monuments et des sites urbains et ruraux », tel qu'il a été | van monumenten en stads- en dorpsgezichten », zoals gewijzigd bij |
modifié par l'article 5 du décret du 21 novembre 2003 « portant | artikel 5 van het decreet van 21 november 2003 « houdende wijziging |
modification du décret du 3 mars 1976 portant protection des monuments | van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en |
et des sites urbains et ruraux » et tel qu'il était applicable avant | stads- en dorpsgezichten » en vóór de opheffing ervan bij artikel |
son abrogation par l'article 12.2.1, 2°, du décret du 12 juillet 2013 | 12.2.1, 2°, van het decreet van 12 juli 2013 « betreffende het |
« relatif au patrimoine immobilier », ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | onroerend erfgoed », schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof |
la Cour constitutionnelle, le 3 février 2022. | op 3 februari 2022. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
L. Lavrysen | L. Lavrysen |