← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 15/2022 du 3 février 2022 Numéro du rôle : 7525 En cause: les
questions préjudicielles relatives au livre Ier et à l'article 136 du Code d'instruction criminelle,
posées par la chambre des mises en accusation de la Cour La Cour constitutionnelle, composée
des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges J.-P. (...)"
Extrait de l'arrêt n° 15/2022 du 3 février 2022 Numéro du rôle : 7525 En cause: les questions préjudicielles relatives au livre Ier et à l'article 136 du Code d'instruction criminelle, posées par la chambre des mises en accusation de la Cour La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges J.-P. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 15/2022 van 3 februari 2022 Rolnummer 7525 In zake: de prejudiciële vragen betreffende boek I en artikel 136 van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroe Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 15/2022 du 3 février 2022 | Uittreksel uit arrest nr. 15/2022 van 3 februari 2022 |
Numéro du rôle : 7525 | Rolnummer 7525 |
En cause: les questions préjudicielles relatives au livre Ier et à | |
l'article 136 du Code d'instruction criminelle, posées par la chambre | In zake: de prejudiciële vragen betreffende boek I en artikel 136 van |
des mises en accusation de la Cour d'appel de Gand. | het Wetboek van strafvordering, gesteld door de kamer van |
inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Gent. | |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges J.-P. | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de |
Moerman, R. Leysen, Y. Kherbache, T. Detienne et S. de Bethune, | rechters J.-P. Moerman, R. Leysen, Y. Kherbache, T. Detienne en S. de |
assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président L. | Bethune, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder |
Lavrysen, | voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par arrêt du 25 février 2021, dont l'expédition est parvenue au greffe | Bij arrest van 25 februari 2021, waarvan de expeditie ter griffie van |
de la Cour le 4 mars 2021, la chambre des mises en accusation de la | het Hof is ingekomen op 4 maart 2021, heeft de kamer van |
Cour d'appel de Gand a posé les questions préjudicielles suivantes : | inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Gent de volgende |
prejudiciële vragen gesteld : | |
« Le livre Ier du Code d'instruction criminelle viole-t-il les | « Schendt Boek 1 van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en |
articles 10 et 11 de la Constitution, lus ou non en combinaison avec | 11 van de Grondwet, al dan niet gelezen in samenhang met de artikelen |
les articles 6 et 13 de la Convention du 4 novembre 1950 de sauvegarde | 6 en 13 van het Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de |
des droits de l'homme et des libertés fondamentales, en ce qu'il ne | Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM), in zoverre |
reconnaît pas à la personne visée par une information pénale le droit | het aan de in een strafrechtelijk opsporingsonderzoek beoogde persoon |
de demander à la chambre des mises en accusation, dans le cadre d'une | niet het recht toekent om in een opsporingsonderzoek dat na een jaar |
information qui n'est pas encore clôturée après un an, qu'elle exerce, | nog niet is afgesloten aan de kamer van inbeschuldigingstelling als |
en tant que juridiction indépendante, un contrôle sur l'avancement de | een onafhankelijke rechtsinstantie te vragen een controle uit te |
cette information, alors qu'un inculpé qui fait l'objet d'une | oefenen op de voortgang van dit opsporingsonderzoek, terwijl een |
instruction qui n'est pas encore clôturée après un an bénéficie de | verdachte die het voorwerp uitmaakt van een gerechtelijk onderzoek dat |
cette possibilité ? »; | na een jaar nog niet is afgesloten wel deze mogelijkheid geniet ? »; |
« L'article 136 du Code d'instruction criminelle viole-t-il les | « Schendt artikel 136 van het Wetboek van Strafvordering de artikelen |
articles 10 et 11 de la Constitution, lus ou non en combinaison avec | 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet gelezen in samenhang met de |
les articles 6 et 13 de la Convention du 4 novembre 1950 de sauvegarde | artikelen 6 en 13 van het Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming |
des droits de l'homme et des libertés fondamentales, en ce qu'un | van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM), om |
reden dat een verdachte die het voorwerp uitmaakt van een | |
suspect qui fait l'objet d'une information qui n'est pas encore | opsporingsonderzoek dat na een jaar nog niet is afgesloten de kamer |
clôturée après un an ne peut pas saisir la chambre des mises en | van inbeschuldigingstelling niet kan vatten teneinde controle uit te |
accusation afin qu'elle exerce un contrôle sur l'avancement de la | oefenen op de voortgang van de procedure, terwijl een verdachte die |
procédure, alors qu'un inculpé qui fait l'objet d'une instruction qui | het voorwerp uitmaakt van een gerechtelijk onderzoek dat na een jaar |
n'est pas encore clôturée après un an bénéficie de cette possibilité ? ». | nog niet is afgesloten wel deze mogelijkheid geniet ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. La juridiction a quo demande à la Cour si le livre Ier du Code | B.1.1. Het verwijzende rechtscollege wenst van het Hof te vernemen of |
d'instruction criminelle et l'article 136 du même Code sont | boek I van het Wetboek van strafvordering en artikel 136 van hetzelfde |
compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en | Wetboek bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al |
combinaison ou non avec les articles 6 et 13 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'ils ne prévoient pas le droit pour le suspect dans le cadre d'une information de demander à la chambre des mises en accusation de contrôler l'avancement de cette information si celle-ci n'est pas encore clôturée après une année. B.1.2. La Cour est invitée à comparer cette situation avec celle de l'inculpé dans le cadre d'une instruction, qui, lui, bénéficie d'un tel droit. Si l'instruction n'est pas encore clôturée après une année, la chambre des mises en accusation peut en effet être saisie de | dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij niet voorzien in het recht voor de verdachte in een opsporingsonderzoek om de kamer van inbeschuldigingstelling te verzoeken controle uit te oefenen op de voortgang van dat onderzoek, als het na een jaar nog niet is afgesloten. B.1.2. Het Hof wordt verzocht die situatie te vergelijken met die van de inverdenkinggestelde in het kader van een gerechtelijk onderzoek die wel een dergelijk recht geniet. Als het gerechtelijk onderzoek na een jaar niet is afgesloten, kan de zaak immers bij de kamer van inbeschuldigingstelling aanhangig worden gemaakt op grond van artikel |
l'affaire sur la base de l'article 136 du Code d'instruction | 136 van het Wetboek van strafvordering, dat bepaalt : |
criminelle, qui dispose : | |
« La chambre des mises en accusation contrôle d'office le cours des | « De kamer van inbeschuldigingstelling houdt ambtshalve toezicht op |
instructions, peut demander des rapports sur l'état des affaires et | het verloop van de onderzoeken, kan verslag vragen over de stand van |
peut prendre connaissance des dossiers. Elle peut déléguer un de ses | zaken en kan kennis nemen van de dossiers. Zij kan een van haar leden |
membres et statuer conformément aux articles 235 et 235bis. | machtigen en uitspraak doen overeenkomstig de artikelen 235 en 235bis. |
Si l'instruction n'est pas clôturée après une année, la chambre des | Als het gerechtelijk onderzoek na een jaar niet is afgesloten, kan de |
mises en accusation peut être saisie par requête adressée au greffe de la cour d'appel par l'inculpé ou la partie civile. La chambre des mises en accusation agit conformément à l'alinéa précédent et à l'article 136bis. La chambre des mises en accusation statue sur la requête par arrêt motivé, qui est communiqué au procureur général, à la partie requérante et aux parties entendues. Le requérant ne peut déposer de requête ayant le même objet avant l'expiration du délai de six mois à compter de la dernière décision. » B.2. La disposition précitée a été insérée dans le Code d'instruction | zaak bij de kamer van inbeschuldigingstelling worden aanhangig gemaakt door een aan de griffie van het hof van beroep gericht met redenen omkleed verzoekschrift uitgaande van de inverdenkinggestelde of de burgerlijke partij. De kamer van inbeschuldigingstelling treedt op overeenkomstig het vorige lid en artikel 136bis. De kamer van inbeschuldigingstelling doet over het verzoekschrift uitspraak bij een met redenen omkleed arrest dat wordt medegedeeld aan de procureur-generaal, de verzoekende partij en de gehoorde partijen. De verzoeker mag geen verzoekschrift met hetzelfde voorwerp indienen vooraleer een termijn van zes maanden is verstreken te rekenen van de laatste beslissing ». B.2. De voormelde bepaling werd in het Wetboek van strafvordering |
criminelle par l'article 31 de la loi du 12 mars 1998 « relative à | ingevoegd bij artikel 31 van de wet van 12 maart 1998 « tot |
l'amélioration de la procédure pénale au stade de l'information et de | verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het |
opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek ». Met betrekking | |
l'instruction ». En ce qui concerne l'article 136 du Code | tot artikel 136 van het Wetboek van strafvordering vermeldt de |
d'instruction criminelle, les travaux préparatoires mentionnent : | parlementaire voorbereiding : |
« On a [...] considéré qu'il était nécessaire d'exercer une certaine | « Het werd [...] noodzakelijk geacht een zekere vorm van toezicht uit |
forme de contrôle sur le déroulement des instructions. Ceci est | te oefenen op het verloop van de onderzoeken. Dit stemt overeen met de |
conforme à la fonction déterminante que le projet tend à attribuer à | voornamelijkste functie die het ontwerp aan de kamer van |
la chambre des mises en accusation, de même qu'avec les origines de | inbeschuldigingstelling wil toeschrijven, en met de oorsprong van deze |
cette institution qui ' constitue le centre d'instruction des affaires | instelling die ' constitue le centre d'instruction des affaires |
criminelles et correctionnelles ' (1). Le projet tend donc, en son | criminelles et correctionnelles '. Het ontwerp beoogt dus, in artikel |
article 136, de donner la possibilité à la chambre des mises en | 136, de kamer van inbeschuldigingstelling de bevoegdheid te verlenen |
accusation de contrôler d'office le déroulement des instructions, de | om ambtshalve toezicht te houden op de afhandeling van de onderzoeken, |
demander un rapport sur l'état des affaires en cours, de prendre | verslag te vragen over de stand van de lopende zaken, kennis te nemen |
connaissance des dossiers et de décider conformément aux dispositions | van de dossiers en uitspraak te doen overeenkomstig de bepalingen |
relatives aux mises en accusation (chapitre 1er du titre II du livre | betreffende de inbeschuldigingstelling (hoofdstuk 1 van titel II van |
II). Il a en outre été accordé à l'inculpé et à la partie civile la | boek II). Bovendien werd aan de inverdenkinggestelde en de burgerlijke |
possibilité de saisir la chambre des mises en accusation lorsque | partij de mogelijkheid gegeven de kamer van inbeschuldigingstelling te |
adiëren indien het gerechtelijk onderzoek na een jaar niet wordt | |
l'instruction n'est pas clôturée après une année. La chambre des mises | gesloten. De kamer van inbeschuldigingstelling zal daarnaast ook |
en accusation disposera aussi des compétences reprises dans l'article | beschikken over de bevoegdheden opgenomen in het huidige artikel |
235bis du Code d'Instruction criminelle actuel (pouvoir d'évocation). | 235bis van het Wetboek van Strafvordering (evocatierecht). Er zijn |
Il y a lieu d'insister sur le pouvoir de la chambre des mises en | redenen om vast te houden aan de bevoegdheid van de kamer van |
accusation d'exercer d'office ce contrôle » (Doc. parl., Chambre, | inbeschuldigingstelling om dit toezicht ambtshalve uit te oefenen » |
1996-1997, n° 857/1, pp. 66-67). | (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 857/1, pp. 66-67). |
Et : | En : |
« Par ailleurs, dès que l'instruction dure plus d'une année, la | « Voorts kan de kamer van inbeschuldigingstelling, zodra het onderzoek |
meer dan een jaar duurt, ook worden geadieerd door de | |
chambre des mises en accusations peut également être saisie par | inverdenkinggestelde en de burgerlijke partij. Die mogelijkheid wordt |
l'inculpé et par la partie civile. Cette possibilité est instaurée | ingevoerd voor het geval dat de procureur-generaal de kamer van |
pour le cas où le procureur général ne saisirait pas la chambre des mises en accusation. Le délai d'une année est fixé pour éviter que les parties ne compliquent, voir rendent même impossible le travail du juge d'instruction » (Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n° 857/17, p. 16). B.3. Dans la législation actuelle, la phase préparatoire du procès pénal peut prendre la forme soit d'une information, soit d'une instruction. La différence de traitement en cause, en ce qu'elle est fondée sur le critère du stade auquel se trouve la procédure pénale dans sa phase préparatoire, repose sur un critère de distinction objectif. | inbeschuldigingstelling niet zou adiëren. De termijn van een jaar is bepaald om te voorkomen dat de partijen het werk van de onderzoeksrechter zouden bemoeilijken of zelfs onmogelijk maken » (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 857/17, p. 16). B.3. In de huidige wettelijke regeling kan de voorbereidende fase van het strafproces de vorm aannemen van ofwel een opsporingsonderzoek, ofwel een gerechtelijk onderzoek. In zoverre het in het geding zijnde verschil in behandeling berust op het criterium van het stadium waarin de strafprocedure zich bevindt in haar voorbereidende fase, berust het op een objectief criterium van onderscheid. |
Il convient encore d'examiner si ce critère est pertinent au regard de | Onderzocht dient nog te worden of dat criterium pertinent is in het |
l'objectif poursuivi par l'article 136 du Code d'instruction | licht van de bij artikel 136 van het Wetboek van strafvordering |
criminelle de permettre aux parties de veiller à ce que la procédure | nagestreefde doelstelling om partijen de mogelijkheid te geven te |
pénale soit clôturée dans un délai raisonnable, sans pour autant | waken over de afronding van de strafprocedure binnen een redelijke |
rendre l'enquête pénale plus difficile, voire impossible. | termijn, zonder dat ze hiermee het strafonderzoek zouden bemoeilijken |
of onmogelijk maken. | |
B.4.1. Le droit à un procès équitable dans un délai raisonnable | B.4.1. Het recht op een eerlijk proces binnen een redelijke termijn is |
s'applique à l'ensemble de la procédure et peut déjà être | van toepassing op de gehele procedure en kan al op onherstelbare wijze |
irrémédiablement compromis au cours de l'information préliminaire | geschonden worden tijdens de fase van het strafrechtelijk |
(CEDH, 15 juillet 2002, Stratégies et communications et Dumoulin c. | vooronderzoek (EHRM, 15 juli 2002, Stratégies et communications en |
Belgique, § 39). | Dumoulin t. België, § 39). |
B.4.2. La période qui doit être prise en considération lors de | B.4.2. De periode die in beschouwing moet worden genomen voor de |
l'appréciation du délai raisonnable débute dès qu'une personne prend | |
conscience de l'accusation pénale dirigée contre elle, au sens de | redelijke termijn neemt een aanvang zodra een persoon zich bewust |
l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, ou dès | wordt van de vervolging, in de zin van artikel 6 van het Europees |
Verdrag voor de rechten van de mens, of ingrijpend geraakt wordt door | |
que des mesures prises dans le cadre d'une enquête pénale ont des | maatregelen genomen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek |
répercussions importantes sur sa situation (voy. notamment CEDH, 27 | (zie onder meer EHRM, 27 februari 1980, Deweer t. België, § § 42-46; |
février 1980, Deweer c. Belgique, § § 42-46; 22 juin 2000, Coeme e.a. | |
c. Belgique, § 133; 15 juillet 2002, Stratégies et communications et | 22 juni 2000, Coeme e.a. t. België, § 133; 15 juli 2002, Stratégies et |
Dumoulin c. Belgique, § 42; 25 septembre 2007, De Clerck c. Belgique, | communications en Dumoulin t. België, § 42; 25 september 2007, De |
§ 49). | Clerck t. België, § 49). |
B.4.3. Le caractère raisonnable de la durée d'une procédure pénale | B.4.3. De redelijke termijn van een strafprocedure dient steeds te |
doit toujours s'apprécier suivant les circonstances de la cause et eu | worden beoordeeld in het licht van de omstandigheden van de zaak, |
égard aux critères suivants : la complexité de l'affaire, le | rekening houdend met de volgende criteria : de complexiteit van de |
comportement du suspect ou de l'inculpé et le comportement des | zaak, het gedrag van de verdachte en het gedrag van de bevoegde |
autorités compétentes (voy. notamment CEDH, grande chambre, 25 mars | autoriteiten (zie onder meer EHRM, grote kamer, 25 maart 1999, |
1999, Pélissier et Sassi c. France, § 67; 28 octobre 2014, Panju c. | Pélissier en Sassi t. Frankijk, § 67; 28 oktober 2014, Panju t. |
Belgique, § 81; 24 janvier 2017, J.R. c. Belgique, § 59; 14 septembre | België, § 81; 24 januari 2017, J.R. t. België, § 59; 14 september |
2021, Brus c. Belgique, § 41). | 2021, Brus t. België, § 41). |
B.5.1. L'article 13, lu en combinaison avec l'article 6, de la | B.5.1. Artikel 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de |
Convention européenne des droits de l'homme, garantit le droit à un | mens, in samenhang gelezen met artikel 6 ervan, waarborgt het recht op |
recours effectif devant une instance nationale dans le cas d'un grief | een daadwerkelijk rechtsmiddel voor een nationale instantie in geval |
défendable concernant la durée déraisonnable d'une procédure pénale. | van een verdedigbare klacht over de onredelijke duurtijd van een |
Il appartient au juge compétent, compte tenu des éléments de fait | strafrechtelijke procedure. Het komt aan de bevoegde rechter toe, |
propres au litige, de vérifier si la durée de l'enquête pénale | rekening houdend met de feitelijke elementen die eigen zijn aan het |
geschil, na te gaan of de duurtijd van het strafrechtelijk onderzoek | |
constitue prima facie un grief défendable (CEDH, 28 octobre 2014, | prima facie een verdedigbare klacht uitmaakt (EHRM, 28 oktober 2014, |
Panju c. Belgique, § 52). | Panju t. België, § 52). |
B.5.2. Un recours préventif est préférable, étant donné qu'un recours | B.5.2. Een preventief rechtsmiddel geniet de voorkeur, aangezien een |
indemnitaire permet uniquement d'obtenir une compensation pour des | compensatoir rechtsmiddel louter toelaat een schadevergoeding te |
krijgen voor vertragingen die reeds hebben plaatsgevonden en de | |
retards déjà accumulés et n'accélère pas la procédure (CEDH, 28 | procedure niet bespoedigt (EHRM, 28 oktober 2014, Panju t. België, § |
octobre 2014, Panju c. Belgique, § 53; 24 janvier 2017, J.R. c. | 53; 24 januari 2017, J.R. t. België, § 71; 24 januari 2017, Hiernaux |
Belgique, § 71; 24 janvier 2017, Hiernaux c. Belgique, § 50). | t. België, § 50). |
B.6.1. La possibilité offerte à l'inculpé par l'article 136, alinéa 2, | B.6.1. De mogelijkheid die artikel 136, tweede lid, van het Wetboek |
van strafvordering biedt aan de inverdenkinggestelde in een | |
du Code d'instruction criminelle de saisir la chambre des mises en | gerechtelijk onderzoek om de kamer van inbeschuldigingstelling te |
accusation dans le cadre d'une instruction si cette dernière n'est pas | adiëren indien dat onderzoek na een jaar niet is afgesloten, vormt een |
encore clôturée après une année constitue un recours préventif qui | preventief rechtsmiddel dat erop gericht is een lopend gerechtelijk |
vise à accélérer une instruction en cours (CEDH, 24 janvier 2017, | onderzoek te doen versnellen (EHRM, 24 januari 2017, Hiernaux t. |
Hiernaux c. Belgique, § 51; 24 janvier 2017, J.R. c. Belgique, § 77). | België, § 51; 24 januari 2017, J.R. t. België, § 77). |
B.6.2. Lorsqu'elle contrôle des enquêtes de longue durée, la chambre | B.6.2. Bij het toezicht op langdurige onderzoeken kan de kamer van |
des mises en accusation peut prendre des mesures visant à accélérer la | inbeschuldigingstelling maatregelen nemen om de procedure te |
procédure, conformément aux articles 136, 136bis, 235 et 235bis du | bespoedigen, overeenkomstig de artikelen 136, 136bis, 235 en 235bis |
Code d'instruction criminelle. Il en résulte notamment qu'elle peut | van het Wetboek van strafvordering. Dit houdt onder meer in dat zij de |
charger le juge d'instruction de prendre certaines mesures ou qu'elle | onderzoeksrechter kan opdragen bepaalde maatregelen te nemen of, in |
peut, dans des situations graves, évoquer l'affaire (article 235 du | ernstige situaties, de zaak aan zich kan trekken (artikel 235 van het |
Code d'instruction criminelle) et purger le dossier (article 235bis du | Wetboek van strafvordering) en het dossier kan zuiveren (artikel |
Code d'instruction criminelle). De plus, elle peut entendre le juge | 235bis van het Wetboek van strafvordering). Voorts kan zij de |
d'instruction, ainsi que la partie civile, l'inculpé et leurs conseils | onderzoeksrechter, evenals de burgerlijke partij, de |
(article 136bis, alinéa 5, du Code d'instruction criminelle). | inverdenkinggestelde en hun advocaten horen (artikel 136bis, vijfde |
lid, van het Wetboek van strafvordering). | |
B.6.3. Une telle voie de recours peut se révéler efficace dans le | B.6.3. Een dergelijk rechtsmiddel kan doeltreffend zijn bij een |
cadre d'un grief défendable relatif à la durée déraisonnable d'une | verdedigbare klacht over de onredelijke duurtijd van een |
enquête pénale, mais son effectivité pour ce qui est d'accélérer une | strafrechtelijk onderzoek, al dient de doeltreffendheid ervan om een |
enquête en cours doit être démontrée dans les circonstances de | lopend onderzoek te bespoedigen, in de omstandigheden van het |
l'espèce (CEDH, 24 janvier 2017, Hiernaux c. Belgique, § 52; 24 | voorliggende geval, te worden aangetoond (EHRM, 24 januari 2017, |
janvier 2017, J.R. c. Belgique, § § 78-79). | Hiernaux t. België, § 52; 24 januari 2017, J.R. t. België, § § 78-79). |
B.7.1. Le droit à un procès équitable dans un délai raisonnable peut | B.7.1. Het recht op een eerlijk proces binnen een redelijke termijn |
être irrémédiablement compromis au cours de la phase préparatoire du | kan op onherstelbare wijze worden geschonden tijdens de voorbereidende |
procès pénal (cf. B.3), que celle-ci prenne la forme d'une information | fase van het strafproces (cf. B.3), ongeacht of zulks de vorm aanneemt |
van een opsporingsonderzoek dan wel van een gerechtelijk onderzoek. In | |
ou d'une instruction. Dans les deux cas, cette enquête peut en effet | beide gevallen kan dat onderzoek immers ingrijpende gevolgen hebben |
avoir des répercussions importantes sur les droits fondamentaux des | voor de fundamentele rechten van de beoogde personen, wat des te meer |
personnes visées, d'autant plus si elle n'est pas clôturée dans un | het geval zal zijn indien het niet wordt afgerond binnen een redelijke |
délai raisonnable. | termijn. |
B.7.2. En outre, il ne saurait être admis que l'information soit par | B.7.2. Daarenboven kan niet worden aangenomen dat |
définition moins complexe de nature et qu'elle ne puisse dès lors | opsporingsonderzoeken per definitie minder complex van aard zijn en |
durer déraisonnablement longtemps. Ainsi, le procureur du Roi peut, en | daardoor geen onredelijk lange duurtijd zouden kunnen kennen. Zo kan |
vertu de l'article 28septies du Code d'instruction criminelle, qui | de procureur des Konings, krachtens artikel 28septies van het Wetboek |
instaure ce qu'il est convenu d'appeler la « mini-instruction », | van strafvordering, dat het zogenoemde « mini-onderzoek » invoert, van |
requérir du juge d'instruction l'accomplissement d'actes d'instruction | de onderzoeksrechter vorderen onderzoekshandelingen te verrichten |
pour lesquels seul ce juge est compétent, sans qu'une instruction soit | waarvoor alleen die rechter bevoegd is, zonder dat een gerechtelijk |
ouverte. | onderzoek wordt ingesteld. |
B.7.3. L'absence d'une voie de recours préventive pour le suspect dans | B.7.3. Het ontbreken van een preventief rechtsmiddel voor de verdachte |
le cadre d'une information de longue durée, alors qu'un tel recours | bij een langdurig opsporingsonderzoek, terwijl wel daarin voorzien is |
est prévu pour l'inculpé dans le cadre d'une instruction, n'est dès | voor de inverdenkinggestelde in het kader van een gerechtelijk |
lors pas pertinente. | onderzoek, is bijgevolg niet pertinent. |
B.8.1. Dès lors, il appartient au législateur d'organiser une telle | B.8.1. Het komt bijgevolg de wetgever toe te voorzien in een dergelijk |
voie de recours préventive, dans le cadre de laquelle il doit veiller | preventief rechtsmiddel waarbij hij in het bijzonder erop dient toe te |
en particulier à ce qu'elle soit effective et à ce que les mesures qui | zien dat het doeltreffend is en dat de maatregelen die kunnen worden |
peuvent être prises dans le cadre d'une enquête pénale de longue durée | genomen in het kader van een langdurig strafrechtelijk onderzoek, |
visent spécifiquement à accélérer l'avancement de l'enquête en cours | specifiek gericht zijn op het bespoedigen van de voortgang van het |
(voy. CEDH, 28 octobre 2014, Panju c. Belgique, § 72). | lopende onderzoek (zie EHRM, 28 oktober 2014, Panju t. België, § 72). |
B.8.2. Dès lors que le constat de la lacune qui a été fait en B.7.3 | B.8.2. Aangezien de in B.7.3 gedane vaststelling van de lacune is |
est exprimé en des termes suffisamment précis et complets qui | uitgedrukt in voldoende precieze en volledige bewoordingen die |
permettent l'application de la disposition en cause dans le respect | toelaten de in het geding zijnde bepaling toe te passen met |
des normes de référence sur la base desquelles la Cour exerce son | inachtneming van de referentienormen op grond waarvan het Hof zijn |
contrôle, il appartient toutefois à la juridiction a quo, dans | toetsingsbevoegdheid uitoefent, komt het evenwel, in afwachting van |
l'attente de l'intervention du législateur, de mettre fin à la | het optreden van de wetgever, het verwijzende rechtscollege toe een |
violation de ces normes, en appliquant par analogie, dans le cadre | einde te maken aan de schending van die normen, door artikel 136, |
d'une information, l'article 136, alinéa 2, du Code d'instruction | tweede lid, van het Wetboek van strafvordering bij analogie toe te |
criminelle. | passen in het kader van een opsporingsonderzoek. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 136, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle viole les | Artikel 136, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering schendt de |
articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec les | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de |
articles 6 et 13 de la Convention européenne des droits de l'homme, en | artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de |
ce qu'il ne prévoit pas pour le suspect une voie de recours préventive | mens, in zoverre het niet voorziet in een daadwerkelijk preventief |
effective qui vise à accélérer une information en cours si cette | rechtsmiddel voor de verdachte, dat erop gericht is een lopend |
information n'est pas encore clôturée après une année. | opsporingsonderzoek te doen versnellen, indien dat onderzoek na een |
jaar niet is afgesloten. | |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 3 février 2022. | op 3 februari 2022. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
L. Lavrysen | L. Lavrysen |