← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 186/2021 du 16 décembre 2021 Numéro du rôle : 7517 En cause
: la question préjudicielle concernant l'article II.225, § 3, lu ou non en combinaison avec l'article
I.3, 23°, du Code flamand de l'enseignement supérieur La
Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges M. Pâq(...)"
Extrait de l'arrêt n° 186/2021 du 16 décembre 2021 Numéro du rôle : 7517 En cause : la question préjudicielle concernant l'article II.225, § 3, lu ou non en combinaison avec l'article I.3, 23°, du Code flamand de l'enseignement supérieur La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges M. Pâq(...) | }Uittreksel uit arrest nr. 186/2021 van 16 december 2021 Rolnummer 7517 In zake : de prejudiciële vraag over artikel II.225, § 3, al dan niet in samenhang gelezen met artikel I.3, 23°, van de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs, gecoördineerd Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 186/2021 du 16 décembre 2021 | }Uittreksel uit arrest nr. 186/2021 van 16 december 2021 |
Numéro du rôle : 7517 | Rolnummer 7517 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article II.225, § 3, | In zake : de prejudiciële vraag over artikel II.225, § 3, al dan niet |
lu ou non en combinaison avec l'article I.3, 23°, du Code flamand de | in samenhang gelezen met artikel I.3, 23°, van de Vlaamse Codex Hoger |
l'enseignement supérieur, coordonné par l'arrêté du Gouvernement | Onderwijs, gecoördineerd bij besluit van de Vlaamse Regering van 11 |
flamand du 11 octobre 2013 « portant codification des dispositions | oktober 2013 « tot codificatie van de decretale bepalingen betreffende |
décrétales relatives à l'enseignement supérieur », posée par le | het hoger onderwijs », gesteld door de Raad voor betwistingen inzake |
Conseil pour les contestations relatives aux décisions sur la | |
progression des études. | studievoortgangsbeslissingen. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges M. | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de |
Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters et S. de Bethune, | rechters M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters en S. de |
assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président L. | Bethune, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder |
Lavrysen, | voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 5 février 2021, dont l'expédition est parvenue au greffe | Bij arrest van 5 februari 2021, waarvan de expeditie ter griffie van |
de la Cour le 23 février 2021, le Conseil pour les contestations | het Hof is ingekomen op 23 februari 2021, heeft de Raad voor |
relatives aux décisions sur la progression des études a posé la | betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen de volgende |
question préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article II.225, § 3, du Code flamand de l'enseignement supérieur, | « Schendt artikel II.225, § 3 van de Codex Hoger Onderwijs, al dan |
lu ou non en combinaison avec l'article I.3, 23°, de ce Code, | niet samen gelezen met artikel I.3, 23° van die Codex, de artikelen 10 |
viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'un | en 11 van de Grondwet, doordat een student een credit binnen de |
étudiant peut valoriser sans limite de temps (en vue d'une dispense) | betrokken opleiding aan de instelling waar die werd behaald onbeperkt |
un crédit dans la formation concernée de l'institution où celui-ci a | in de tijd (voor een vrijstelling) kan valoriseren zonder dat die |
été obtenu, sans que ce crédit puisse être soumis à un ' examen | credit aan een actualiteitsonderzoek kan worden onderworpen, terwijl |
d'actualisation ', alors qu'un crédit relatif à la même subdivision de | een credit voor hetzelfde opleidingsonderdeel behaald in dezelfde |
formation qui a été obtenu dans la même formation d'une autre | opleiding aan een andere instelling, wel aan een actualiteitsonderzoek |
institution peut, quant à lui, être soumis à un 'examen | |
d'actualisation' et que, de ce fait, la valorisation de ce crédit à | kan worden onderworpen en ten gevolge daarvan de inzet van die credit |
titre de ' qualification acquise antérieurement ' peut être refusée ? ». | als een ' eerder verworven kwalificatie ' kan worden geweigerd ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. La juridiction a quo interroge la Cour sur l'article II.225, § | B.1.1. Het verwijzende rechtscollege ondervraagt het Hof over artikel |
3, du Code flamand de l'enseignement supérieur, coordonné par l'arrêté | II.225, § 3, van de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs, gecoördineerd bij |
du Gouvernement flamand du 11 octobre 2013 « portant codification des | besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2013 « tot codificatie |
dispositions décrétales relatives à l'enseignement supérieur » | van de decretale bepalingen betreffende het hoger onderwijs » (hierna |
(ci-après : le Code flamand de l'enseignement supérieur), lu ou non en | : Vlaamse Codex Hoger Onderwijs), al dan niet in samenhang gelezen met |
combinaison avec l'article I.3, 23°, de ce même Code. | artikel I.3, 23°, van diezelfde Codex. |
La juridiction a quo demande à la Cour si ces dispositions violent les | Het verwijzende rechtscollege wenst van het Hof te vernemen of die |
articles 10 et 11 de la Constitution « en ce qu'un étudiant peut | bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden « doordat |
valoriser sans limite de temps (en vue d'une dispense) un crédit dans | een student een credit binnen de betrokken opleiding aan de instelling |
la formation concernée de l'institution où celui-ci a été obtenu, sans | waar die werd behaald onbeperkt in de tijd (voor een vrijstelling) kan |
que ce crédit puisse être soumis à un ' examen d'actualisation ', | valoriseren zonder dat die credit aan een actualiteitsonderzoek kan |
alors qu'un crédit relatif à la même subdivision de formation qui a | worden onderworpen, terwijl een credit voor hetzelfde |
été obtenu pour la même formation dans une autre institution peut, | opleidingsonderdeel behaald in dezelfde opleiding aan een andere |
quant à lui, être soumis à un ' examen d'actualisation ' et que, de ce | instelling, wel aan een actualiteitsonderzoek kan worden onderworpen |
fait, la valorisation de ce crédit à titre de 'qualification acquise | en ten gevolge daarvan de inzet van die credit als een ' eerder |
antérieurement' peut être refusée ». | verworven kwalificatie ' kan worden geweigerd ». |
B.1.2. Le Code flamand de l'enseignement supérieur prévoit deux types | B.1.2. De Vlaamse Codex Hoger Onderwijs voorziet in twee types van |
de progression des études : d'une part, la progression des études sur | studievoortgang : enerzijds, de studievoortgang op grond van examens |
la base d'examens et, d'autre part, la progression des études sur la | en, anderzijds, de studievoortgang op grond van « eerder verworven |
base des « compétences acquises antérieurement » et des « | competenties » (hierna : EVC) en « eerder verworven kwalificaties » |
qualifications acquises antérieurement ». | (hierna : EVK). |
B.1.3. En ce qui concerne la progression des études sur la base | B.1.3. Inzake de studievoortgang op grond van examens bepaalt het in |
d'examens, l'article II.225, § 3, en cause, du Code flamand de | het geding zijnde artikel II.225, § 3, van de Vlaamse Codex Hoger |
l'enseignement supérieur, tel qu'il a été modifié par l'article 16, | Onderwijs, zoals gewijzigd bij artikel 16, 2°, van het decreet van 21 |
2°, du décret du 21 mars 2014 « modifiant un certain nombre de | maart 2014 « tot aanpassing van enkele hogeronderwijsbepalingen die de |
dispositions afférentes à l'enseignement supérieur en vue de la | organisatie en controle van het onderwijs faciliteren en de plan- en |
facilitation de l'organisation et du contrôle de l'enseignement et de | |
la réduction des charges de mise en oeuvre et de planning » (ci-après : le décret du 21 mars 2014), dispose : | implementatielasten verminderen » (hierna : het decreet van 21 maart 2014) : |
« Une attestation de crédits reste valable sans limite de temps pour | « Een creditbewijs blijft onbeperkt geldig binnen de betrokken |
la formation concernée [dans] l'institution où l'attestation a été obtenue ». | opleiding aan de instelling waar dit werd behaald ». |
Une attestation de crédits est « la reconnaissance du fait, qu'un | Een creditbewijs is « de erkenning van het feit dat een student |
étudiant a acquis, moyennant un examen, les compétences liées à une | blijkens een examen de competenties, verbonden aan een |
subdivision de formation » (article I.3, 17°, du Code flamand de | opleidingsonderdeel, heeft verworven » (artikel I.3, 17°, van de |
l'enseignement supérieur). Un étudiant obtient une attestation de | Vlaamse Codex Hoger Onderwijs). Een student behaalt een creditbewijs |
crédits en réussissant une subdivision de formation (article II.225, § | door te slagen voor een opleidingsonderdeel (artikel II.225, § 1, van |
1er, du Code flamand de l'enseignement supérieur). | de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs). |
B.1.4. Avant son abrogation par l'article 16, 2°, précité, du décret | B.1.4. Vóór de opheffing daarvan bij het voormelde artikel 16, 2°, van |
du 21 mars 2014, un second alinéa figurait dans l'article II.225, § 3, | het decreet van 21 maart 2014, bevatte artikel II.225, § 3, een tweede |
libellé ainsi : | lid, dat luidde : |
« Un programme d'actualisation ne peut être imposé que lorsqu'au moins | « Een actualiseringsprogramma kan slechts worden opgelegd wanneer ten |
5 années calendaires sont échues depuis l'obtention de l'attestation | minste 5 kalenderjaren verstreken zijn sedert het behalen van het |
de crédits. Le délai de 5 années calendaires est calculé à partir du | creditbewijs. De termijn van 5 kalenderjaren wordt berekend vanaf de |
premier jour du mois d'octobre suivant le mois dans lequel | eerste dag van de maand oktober die volgt op de maand waarin het |
l'attestation de crédits a été obtenue ». | creditbewijs werd behaald ». |
Dans les travaux préparatoires du décret du 21 mars 2014, l'abrogation | In de parlementaire voorbereiding van het decreet van 21 maart 2014 |
de cette disposition était justifiée comme suit : | werd de opheffing van die bepaling als volgt verantwoord : |
« Une attestation de crédits est valable sans limite de temps. | « Een creditbewijs is onbeperkt geldig. Enkel ingeval vijf |
Actuellement, ce n'est que si cinq années calendaires se sont écoulées qu'il est possible d'imposer une actualisation du contenu. Cependant, le législateur décrétal n'a pas fourni de définition concrète à cette fin et n'a pas fixé de modalités de mise en oeuvre (contenu, étendue, etc.). Le contenu d'un programme d'actualisation pose des problèmes à l'institution. Dans la pratique, aucun programme de ce type n'a été conçu depuis l'introduction de la flexibilisation, car les institutions aperçoivent difficilement comment un tel concept doit être concrétisé. L'élaboration d'un tel programme d'actualisation pour toutes les subdivisions de formation possibles représenterait d'ailleurs une charge administrative énorme pour les institutions. Ce problème se posait avec moins d'acuité dans le passé, mais plus le temps passe depuis l'introduction de la flexibilité, plus ces questions se posent. Dans la pratique, les étudiants visés sont généralement invités à repasser la subdivision de formation, ce qui est en contradiction avec le contexte décrétal actuel selon lequel une attestation de crédits est valable sans limite de temps et permet seulement l'actualisation. Comme, en pratique, il est difficile d'intégrer l'actualisation d'une subdivision de formation dans un programme d'études adapté, cette disposition est supprimée dans le décret. La validité illimitée d'une attestation de crédits obtenue dans une formation déterminée et dans une institution donnée reste donc valable même après cinq ans. Pour les institutions, ce changement signifie une réduction des charges administratives car elles ne doivent plus concevoir des | kalenderjaren zijn verstreken is het momenteel mogelijk een actualisering van de inhoud op te leggen. De decreetgever heeft hiertoe echter geen inhoudelijke definitie gegeven en heeft geen uitvoeringsmodaliteiten (inhoudelijk, omvang enzovoort) vastgelegd. De inhoudelijke invulling van een actualiseringsprogramma stelt problemen bij de instelling. Er zijn in de praktijk sinds de invoering van de flexibilisering nog geen dergelijke programma's ontworpen omdat men niet goed ziet hoe een dergelijk concept inhoudelijk moet worden vormgegeven. Het zou ook een enorme administratieve last betekenen voor de instellingen om voor alle mogelijke opleidingsonderdelen een dergelijk geactualiseerd programma te ontwerpen. In het verleden stelde dit probleem zich minder prangend, maar hoe langer flexibilisering is ingevoerd hoe meer dergelijke vragen zich stellen. Deze studenten worden in de praktijk doorgaans gevraagd om het opleidingsonderdeel opnieuw af te leggen, wat in tegenspraak is met de huidige decretale context die stelt dat een creditbewijs onbeperkt geldig is en enkel actualisering toelaat. Aangezien het actualiseren van een opleidingsonderdeel in de praktijk moeilijk in een aangepast studieprogramma kan worden verwerkt, wordt dit geschrapt in het decreet. De onbeperkte geldigheid van een creditbewijs binnen een bepaalde opleiding en instelling blijft dus gelden ook nadat vijf jaar zijn verstreken. Voor de instellingen betekent de aanpassing een vermindering van de administratieve lasten doordat zij niet langer |
programmes d'actualisation. Quant aux étudiants, ils ont plus de | actualiseringsprogramma's moeten ontwerpen. Voor de studenten betekent |
certitude quant à la validité de leur attestation de crédits » (Doc. | het meer zekerheid wat de geldigheid van hun creditbewijs betreft » |
parl., Parlement flamand, 2013-2014, n° 2399/1, p. 22). | (Parl. St., Vlaams Parlement, 2013-2014, nr. 2399/1, p. 22). |
Un « programme d'actualisation » a été défini dans l'article I.3, 4°, | Een « actualiseringsprogramma » werd in artikel I.3, 4°, van de |
du Code flamand de l'enseignement supérieur comme « un programme | Vlaamse Codex Hoger Onderwijs gedefinieerd als « een programma dat kan |
pouvant être imposé aux étudiants qui désirent transiter dans | |
l'enseignement supérieur sur la base d'une attestation de crédits, | worden opgelegd aan studenten die in het hoger onderwijs wensen door |
d'une qualification acquise antérieurement] ou d'un certificat | te stromen op grond van een creditbewijs, EVK's of een bewijs van |
d'aptitude obtenu au moins 5 années calendaires avant ». Cette | bekwaamheid dat ten minste 5 kalenderjaren eerder werd behaald ». Die |
définition a elle aussi été abrogée par le décret précité du 21 mars | definitie werd eveneens opgeheven bij het voormelde decreet van 21 |
2014. | maart 2014. |
B.1.5. Une qualification acquise antérieurement est définie dans | B.1.5. Een EVK wordt in het in het geding zijnde artikel I.3, 23°, van |
l'article I.3, 23°, en cause, du Code flamand de l'enseignement | de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs gedefinieerd als « een eerder |
supérieur comme « tout titre [national ou étranger] indiquant qu'un | verworven kwalificatie, zijnde elk binnenlands of buitenlands |
parcours formel de formation, au sein de l'enseignement ou non, a été | studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, al dan niet |
achevé avec succès, pour autant qu'il ne s'agisse pas d'une | binnen onderwijs, met goed gevolg werd doorlopen, voor zover het niet |
attestation de crédits obtenue [dans] l'institution et dans la | gaat om een creditbewijs dat werd behaald binnen de instelling en |
formation pour lesquelles l'on veut faire valoir la qualification ». | opleiding waarbinnen men de kwalificatie wenst te laten gelden ». |
L'article II.241, § 1er, du Code flamand de l'enseignement supérieur | Artikel II.241, § 1, van de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs bepaalt dat |
dispose que la direction de l'institution accorde une dispense sur la | het instellingsbestuur op grond van EVK's en/of een bewijs van |
base d'une qualification acquise antérieurement et/ou d'un certificat | bekwaamheid een vrijstelling verleent. Krachtens artikel II.242 leggen |
d'aptitude. En vertu de l'article II.242, les associations fixent dans | de associaties in een reglement algemene voorschriften vast voor het |
un règlement les conditions générales pour l'octroi de dispenses. Ces | verlenen van vrijstellingen. Die voorschriften bevatten een nadere |
conditions précisent en détail, entre autres, « les conditions | |
d'octroi au vu de l'alignement, au niveau du contenu, entre la | |
subdivision de formation concernée ou une partie de celle-ci et les ' | uitwerking van onder meer « de toekenningsvoorwaarden op grond van de |
[qualifications acquises antérieurement] ' et/ ou ' [compétences | inhoudelijke aansluiting tussen het betrokken opleidingsonderdeel, of |
acquises antérieurement] ' attestées ». Compte tenu de ces | het deel ervan, en de geattesteerde EVK's en/of EVC's ». Rekening |
dispositions, la direction de l'institution élabore plus en détail | houdend met die voorschriften, werkt het instellingsbestuur de nadere |
dans le règlement des études et des examens les règles relatives à | regelen inzake het verlenen van vrijstellingen uit in het onderwijs- |
l'octroi de dispenses. | en examenreglement. |
B.2. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 225, § 3, en cause, | B.2. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of het in |
du Code flamand de l'enseignement supérieur, lu ou non en combinaison | het geding zijnde artikel 225, § 3, van de Vlaamse Codex Hoger |
avec l'article I.3, 23°, du même Code, crée une différence de | Onderwijs, al dan niet in samenhang gelezen met artikel I.3, 23°, van |
traitement injustifiée entre un étudiant qui souhaite valoriser un | dezelfde Codex, een onverantwoord verschil in behandeling instelt |
crédit relatif à une subdivision de formation dans la formation | tussen een student die een credit voor een opleidingsonderdeel wenst |
concernée de l'institution où ce crédit a été obtenu et un étudiant | te valoriseren binnen de betrokken opleiding aan de instelling waar |
qui souhaite valoriser, à titre de « qualification acquise | die credit werd behaald en een student die een credit voor hetzelfde |
antérieurement », un crédit relatif à la même subdivision de formation | opleidingsonderdeel behaald in dezelfde opleiding doch aan een andere |
obtenu dans la même formation mais dans une autre institution. Alors | instelling als een « eerder verworven kwalificatie » wenst te |
que le premier étudiant pourrait valoriser ce crédit sans limite de | valoriseren. Terwijl de eerstgenoemde student die credit onbeperkt in |
temps et sans que ce crédit puisse être soumis à un examen | de tijd zou kunnen valoriseren zonder dat die credit aan een |
d'actualisation, le crédit du second étudiant pourrait en revanche | actualiteitsonderzoek kan worden onderworpen, zou de credit van die |
être soumis à un examen d'actualisation et, du fait de cet examen, la | tweede student wel aan een actualiteitsonderzoek kunnen worden |
valorisation de ce crédit à titre de « qualification acquise | onderworpen en zou ten gevolge van dat onderzoek de inzet van die |
antérieurement » pourrait être refusée. | credit als een « eerder verworven kwalificatie » kunnen worden |
B.3.1. La partie défenderesse devant la juridiction a quo fait valoir | geweigerd. B.3.1. De verwerende partij voor het verwijzende rechtscollege voert |
que la question préjudicielle n'appelle pas de réponse, étant donné | aan dat de prejudiciële vraag geen antwoord behoeft, aangezien het in |
que la différence de traitement en cause ne découle pas de l'article | het geding zijnde verschil in behandeling niet voortvloeit uit het in |
225, § 3, en cause, du Code flamand de l'enseignement supérieur. | het geding zijnde artikel 225, § 3, van de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs. |
B.3.2. L'article 225, § 3, en cause, du Code flamand de l'enseignement | B.3.2. Het in het geding zijnde artikel 225, § 3, van de Vlaamse Codex |
supérieur, qui dispose simplement qu'une attestation de crédits reste | Hoger Onderwijs, dat louter bepaalt dat een creditbewijs onbeperkt |
valable sans limite de temps dans la formation concernée de | geldig blijft binnen de betrokken opleiding aan de instelling waar dit |
l'institution où cette attestation a été obtenue, n'implique pas | werd behaald, impliceert niet dat een EVK aan een |
qu'une qualification acquise antérieurement doive être soumise à un | actualiteitsonderzoek dient te worden onderworpen voor de toekenning |
examen d'actualisation pour l'octroi d'une dispense. Une telle | van een vrijstelling. Evenmin kan zulks worden afgeleid uit het in het |
conclusion ne peut pas non plus être tirée de l'article I.3, 23°, en | geding zijnde artikel I.3, 23°, van de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs, |
cause, du Code flamand de l'enseignement supérieur, qui se contente de | |
définir la notion de « qualification acquise antérieurement ». | dat louter het begrip « EVK » definieert. |
L'article II.242, § 1er, du Code flamand de l'enseignement supérieur, | Artikel II.242, § 1, van de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs, dat niet in |
qui n'est pas en cause, dispose que les conditions d'octroi d'une | het geding is, bepaalt dat de voorwaarden voor de toekenning van een |
dispense portent sur l'alignement, au niveau du contenu, entre la | vrijstelling betrekking hebben op de inhoudelijke aansluiting tussen |
subdivision de formation concernée et la qualification acquise | het betrokken opleidingsonderdeel en de EVK. Die voorwaarden dienen |
antérieurement. Ces conditions doivent être élaborées plus en détail | verder te worden uitgewerkt in een reglement van de associaties en |
dans un règlement des associations et ensuite dans le règlement des | vervolgens in het onderwijs- en examenreglement van het instellingsbestuur. |
études et des examens de la direction de l'institution. | Het verschil in behandeling waarover het Hof wordt ondervraagd, vloeit |
La différence de traitement dont la Cour est saisie ne découle dès | bijgevolg niet voort uit de in het geding zijnde bepalingen, doch wel |
lors pas des dispositions en cause, mais du règlement précité des | uit het voormelde reglement van de associaties of het onderwijs- en |
associations ou du règlement des études et des examens de la direction | examenreglement van het instellingsbestuur, dan wel uit de toepassing |
de l'institution, ou encore de l'application qui en est faite. Il | die daarvan wordt gemaakt. Het komt aan het verwijzende rechtscollege |
appartient à la juridiction a quo d'apprécier ces règlements et | toe die reglementen en de toepassing die daarvan wordt gemaakt te |
l'application qui en est faite au regard des normes juridiques | beoordelen ten aanzien van de hogere rechtsnormen, waaronder de |
supérieures, parmi lesquelles les articles 10 et 11 de la | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Constitution. | |
B.4. La question préjudicielle n'appelle pas de réponse. | B.4. De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
La question préjudicielle n'appelle pas de réponse. | De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 16 décembre 2021. | op 16 december 2021. |
Le greffier, Le président, | De griffier, F. Meersschaut |
F. Meersschaut L. Lavrysen | De voorzitter, L. Lavrysen |