← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 145/2021 du 14 octobre 2021 Numéro du rôle : 7608 En cause :
la question préjudicielle relative aux articles 1675/13, § 3, et 1675/13bis, § 2, du Code
judiciaire, posée par le Tribunal du travail francophone de La Cour constitutionnelle,
chambre restreinte, composée du président émérite F. Daoût, conformém(...)"
Extrait de l'arrêt n° 145/2021 du 14 octobre 2021 Numéro du rôle : 7608 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 1675/13, § 3, et 1675/13bis, § 2, du Code judiciaire, posée par le Tribunal du travail francophone de La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président émérite F. Daoût, conformém(...) | Uittreksel uit arrest nr. 145/2021 van 14 oktober 2021 Rolnummer 7608 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1675/13, § 3, en 1675/13bis, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Franstalige Arbeidsrechtb Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit emeritus voorzitter F. Daoût, overeenko(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 145/2021 du 14 octobre 2021 | Uittreksel uit arrest nr. 145/2021 van 14 oktober 2021 |
Numéro du rôle : 7608 | Rolnummer 7608 |
En cause : la question préjudicielle relative aux articles 1675/13, § | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1675/13, § 3, |
3, et 1675/13bis, § 2, du Code judiciaire, posée par le Tribunal du | en 1675/13bis, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de |
travail francophone de Bruxelles. | Franstalige Arbeidsrechtbank te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, | Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, |
composée du président émérite F. Daoût, conformément à l'article 60bis | samengesteld uit emeritus voorzitter F. Daoût, overeenkomstig artikel |
de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, et | 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk |
des juges-rapporteurs J.-P. Moerman et J. Moerman, assistée du | Hof, en de rechters-verslaggevers J.-P. Moerman en J. Moerman, |
greffier F. Meersschaut, | bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 11 juin 2021, dont l'expédition est parvenue au greffe | Bij vonnis van 11 juni 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het |
de la Cour le 24 juin 2021, le Tribunal du travail francophone de | Hof is ingekomen op 24 juni 2021, heeft de Franstalige |
Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : | Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 1675/13, § 3 et 1675/13bis, § 2, du Code judiciaire, | « Schenden de artikelen 1675/13, § 3, en 1675/13bis, § 2, van het |
qui ne confèrent pas le statut de dette incompressible à la dette | Gerechtelijk Wetboek, die de status van onreduceerbare schuld niet |
d'indu en matière de sécurité sociale, violent-ils les articles 10 et | toekennen aan de schuld van onverschuldigde bedragen inzake sociale |
11 de la Constitution, en ce qu'ils traitent différemment : | zekerheid, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij |
voorzien in een verschil in behandeling tussen : | |
- le créancier dont la déclaration de créance porte sur une dette | - de schuldeiser wiens aangifte van schuldvordering betrekking heeft |
alimentaire; | op een onderhoudsschuld; |
- le créancier dont la déclaration de créance porte sur une dette | - de schuldeiser wiens aangifte van schuldvordering betrekking heeft |
d'indu résultant d'une fraude sociale ? | op een schuld van onverschuldigde bedragen die voortvloeit uit sociale fraude ? |
Et, plus précisément, y-a-t-il violation des articles 10 et 11 de la | En zijn, inzonderheid, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
Constitution en ce que la possibilité de recouvrement des avances | geschonden in zoverre de mogelijkheid voor de invordering van de door |
alimentaires effectuées par le SECAL, par le SPF Finances, d'une part, | de DAVO uitgevoerde voorschotten op onderhoudsgeld, door de FOD |
et des créances résultant d'une fraude sociale, par les institutions | Financiën, enerzijds, en van de schuldvorderingen die voortvloeien uit |
de sécurité sociale, d'autre part, est traitée différemment alors que, | sociale fraude, door de socialezekerheidsinstellingen, anderzijds, |
dans les deux cas, le législateur exprime sa volonté de mettre en | verschillend wordt behandeld, terwijl, in beide gevallen, de wetgever |
zijn wil uit om een daadwerkelijke invordering in te voeren om | |
place un recouvrement effectif pour des motifs budgétaires et légifère | budgettaire redenen en wetgevend optreedt door middel van wetten van |
par voie de lois d'ordre public ? ». | openbare orde ? ». |
Le 14 juillet 2021, en application de l'article 71, alinéa 1er, de la | Op 14 juli 2021 hebben de rechters-verslaggevers J.-P. Moerman en J. |
Moerman, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere | |
loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les | wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan |
juges-rapporteurs J.-P. Moerman et J. Moerman ont informé le président | in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het |
qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant en | Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te |
chambre restreinte, de rendre un arrêt déclarant que la question | wijzen waarbij de prejudiciële vraag onontvankelijk wordt verklaard. |
préjudicielle est irrecevable. | |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. L'article 1675/13 du Code judiciaire, qui est l'un des trois | B.1.1. Artikel 1675/13 van het Gerechtelijk Wetboek, een van de drie |
articles de la section 4 (« Plan de règlement judiciaire ») du | artikelen van afdeling 4 (« Gerechtelijke aanzuiveringsregeling ») van |
chapitre premier (« De la procédure de règlement collectif de dettes | hoofdstuk I (« Procedure van collectieve schuldenregeling ») van titel |
») du titre IV (« Du règlement collectif de dettes ») de la cinquième | IV (« Collectieve schuldenregeling ») van deel V (« Bewarend beslag, |
partie (« Saisies conservatoires, voies d'exécution et règlement | middelen tot tenuitvoerlegging en collectieve schuldenregeling ») van |
collectif de dettes ») de ce Code, dispose : | dat Wetboek, bepaalt : |
« § 1er [...] à la demande du débiteur, le juge peut décider toute | « § 1. [...], kan de rechter, op vraag van de schuldenaar, besluiten |
autre remise partielle de dettes, même en capital, aux conditions | tot elke andere gedeeltelijke kwijtschelding van schulden, zelfs van |
suivantes : | kapitaal onder de volgende voorwaarden : |
[...] | [...] |
§ 2. Le jugement mentionne la durée du plan de règlement judiciaire | § 2. Het vonnis duidt de looptijd van de gerechtelijke |
qui est comprise entre trois et cinq ans. [...] | aanzuiveringsregeling aan, die ligt tussen drie en vijf jaar. [...] |
§ 3. Le juge ne peut accorder de remise pour les dettes suivantes : | § 3. De rechter kan geen kwijtschelding verlenen voor volgende schulden : |
- les dettes alimentaires; | - de onderhoudsgelden; |
- les dettes constituées d'indemnités accordées pour la réparation | - de schulden die een schadevergoeding inhouden, toegestaan voor het |
d'un préjudice corporel, causé par une infraction; | herstel van een lichamelijke schade veroorzaakt door een misdrijf; |
- les dettes d'un failli subsistant après la clôture de la faillite. | - de schulden van een gefailleerde die overblijven na het sluiten van |
het faillissement. | |
[...] ». | [...] ». |
B.1.2. L'article 1675/13bis du Code judiciaire, qui constitue le seul | B.1.2. Artikel 1675/13bis van het Gerechtelijk Wetboek, het enige |
article de la section 4bis (« De la remise totale des dettes ») du | artikel van afdeling 4bis (« De totale kwijtschelding van de schulden |
chapitre précité de ce Code, dispose : | ») van het voormelde hoofdstuk van dat Wetboek, bepaalt : |
« § 1er. S'il apparaît qu'aucun plan amiable ou judiciaire n'est | « § 1. Als blijkt dat geen enkele minnelijke of gerechtelijke |
possible en raison de l'insuffisance des ressources du requérant, le | aanzuiveringsregeling mogelijk is omdat de verzoeker over onvoldoende |
médiateur consigne cette constatation dans le procès-verbal visé à | middelen beschikt, neemt de bemiddelaar deze vaststelling op in het in |
l'article 1675/11, § 1er, avec une proposition motivée justifiant | artikel 1675/11, § 1, bedoelde proces-verbaal, met een met redenen |
l'octroi d'une remise totale des dettes et les éventuelles mesures | omkleed voorstel dat de toekenning van een totale kwijtschelding van |
dont elle devrait, à son estime, être accompagnée. | de schulden en de eventuele maatregelen die er naar zijn mening mee |
gepaard moeten gaan, rechtvaardigt. | |
§ 2. Le juge peut, en pareil cas, accorder la remise totale des dettes | § 2. De rechter kan in dergelijk geval de totale kwijtschelding van de |
sans plan de règlement et sans préjudice de l'application de l'article | schulden toestaan zonder aanzuiveringsregeling en onverminderd de |
1675/13, § § 1er, alinéa 1er, premier tiret, 3 et 4. | toepassing van artikel 1675/13, [ § § ] 1, eerste lid, eerste streepje, 3 en 4. |
[...] ». | [...] ». |
B.2. Les articles 1675/13, § 3, et 1675/13bis, § 2, du Code judiciaire | B.2. De artikelen 1675/13, § 3, en 1675/13bis, § 2, van het |
énoncent des règles destinées à encadrer le pouvoir du juge compétent | Gerechtelijk Wetboek bevatten regels die het kader moeten vormen voor |
d'accorder une remise de dettes à un débiteur qui a été admis à la | de bevoegdheid van de bevoegde rechter om een kwijtschelding van |
procédure de règlement collectif de dettes. | schulden toe te kennen aan een schuldenaar die is toegelaten tot de |
procedure van collectieve schuldenregeling. | |
B.3. Lorsque le médiateur de dettes considère que ce débiteur a | B.3. Wanneer de schuldbemiddelaar van oordeel is dat die schuldenaar |
zijn onvermogen heeft georganiseerd, kan hij die rechter verzoeken om | |
organisé son insolvabilité, il peut demander à ce juge de prononcer la | de herroeping uit te spreken van de beschikking van toelaatbaarheid |
révocation de la décision d'admissibilité du débiteur au règlement | van die schuldenaar tot de collectieve schuldenregeling (artikel |
collectif de dettes (article 1675/15, § 1er, 4°, du Code judiciaire). | 1675/15, § 1, 4°, van het Gerechtelijk Wetboek). |
Si le juge fait droit à une telle demande de révocation, la procédure | Indien de rechter ingaat op een dergelijk verzoek tot herroeping, |
de règlement collectif de dettes prend fin. | eindigt de procedure van collectieve schuldenregeling. |
B.4. Il ressort des motifs de la décision de renvoi, ainsi que du | B.4. Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing, alsook uit het |
proces-verbaal dat de schuldbemiddelaar met toepassing van artikel | |
procès-verbal déposé le 22 décembre 2020 par la médiatrice de dettes | 1675/11, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek op 22 december 2020 heeft |
en application de l'article 1675/11, § 1er, du Code judiciaire, que, | neergelegd, blijkt dat, in de zaak die aanleiding heeft gegeven tot de |
dans la cause qui est à l'origine de la question préjudicielle, le | prejudiciële vraag, de schuldbemiddelaar aan de Franstalige |
médiateur de dettes demande explicitement au Tribunal francophone du | Arbeidsrechtbank te Brussel uitdrukkelijk vraagt om de herroeping van |
travail de Bruxelles de prononcer la révocation de la décision | de beschikking van toelaatbaarheid uit te spreken met toepassing van |
d'admissibilité en application de l'article 1675/15, § 1er, 4°, du | artikel 1675/15, § 1, 4°, van het Gerechtelijk Wetboek. |
Code judiciaire. | |
Si le Tribunal juge que cette demande est fondée et qu'il y a donc | Indien de Rechtbank oordeelt dat dat verzoek gegrond is en dat de |
lieu de révoquer la décision par laquelle le débiteur en cause a été | beschikking waarbij de in het geding zijnde schuldenaar tot de |
admis au règlement collectif de dettes, la procédure de règlement | collectieve schuldenregeling is toegelaten, derhalve dient te worden |
collectif de dettes prendra fin, de sorte que la question d'une | herroepen, dan zal de procedure van collectieve schuldenregeling |
éventuelle remise de dettes, que ce soit en application de l'article | eindigen, zodat de kwestie van een eventuele kwijtschelding van |
1675/13, § 3, du Code judiciaire (dans le cadre d'un plan de règlement | schulden, zij het met toepassing van artikel 1675/13, § 3, van het |
Gerechtelijk Wetboek (in het kader van een gerechtelijke | |
judiciaire) ou en application de l'article 1675/13bis, § 2, du même | aanzuiveringsregeling), zij het met toepassing van artikel 1675/13bis, |
Code (s'il apparaît qu'aucun plan amiable ou judiciaire n'est possible | § 2, van hetzelfde Wetboek (wanneer blijkt dat geen enkele minnelijke |
en raison de l'insuffisance des ressources du débiteur), ne se posera plus. | of gerechtelijke regeling mogelijk is wegens de ontoereikendheid van |
B.5. Il ressort de la décision de renvoi que le Tribunal n'a pas | de middelen van de schuldenaar), niet meer aan de orde zal zijn. |
encore statué sur la demande de révocation de la décision d'admissibilité, qui est formulée par le médiateur de dettes. A ce stade de la procédure de règlement collectif de dettes, les dispositions législatives en cause ne sont donc pas applicables au litige et pourraient ne jamais l'être si le Tribunal faisait droit à la demande de révocation formulée par le médiateur de dettes quant à la décision d'admissibilité. La question préjudicielle est donc prématurée et n'appelle pas de réponse. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l'unanimité des voix, dit pour droit : La question préjudicielle n'appelle pas de réponse. Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | B.5. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat de Rechtbank zich nog niet heeft uitgesproken over het verzoek tot herroeping van de beschikking van toelaatbaarheid, die de schuldbemiddelaar heeft geformuleerd. In dat stadium van de procedure van collectieve schuldenregeling, zijn de in het geding zijnde wetsbepalingen dus niet van toepassing op het geschil en zouden ze dat mogelijk nooit zijn indien de Rechtbank zou ingaan op het verzoek tot herroeping van de beschikking van toelaatbaarheid dat de schuldbemiddelaar heeft geformuleerd. De prejudiciële vraag is dus voorbarig en behoeft geen antwoord. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, zegt voor recht : De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 14 octobre 2021. | op 14 oktober 2021. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
F. Daoût | F. Daoût |