← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 135/2021 du 7 octobre 2021 Extrait de l'arrêt n° 135/2021 du 7 octobre
2021 Numéro du rôle : 7482 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles
51bis, § 4, et 70, § § 1 er e La Cour constitutionnelle, composée
du président L. Lavrysen, des juges M. Pâques, Y. Kherbache,(...)"
Extrait de l'arrêt n° 135/2021 du 7 octobre 2021 Extrait de l'arrêt n° 135/2021 du 7 octobre 2021 Numéro du rôle : 7482 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 51bis, § 4, et 70, § § 1 er e La Cour constitutionnelle, composée du président L. Lavrysen, des juges M. Pâques, Y. Kherbache,(...) | Uittreksel uit arrest nr. 135/2021 van 7 oktober 2021 Rolnummer 7482 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 51bis, § 4, en 70, § § 1 en 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde en artik Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen, de rechters M. Pâques, Y. Kherb(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 135/2021 du 7 octobre 2021 | Uittreksel uit arrest nr. 135/2021 van 7 oktober 2021 |
Extrait de l'arrêt n° 135/2021 du 7 octobre 2021 | |
Numéro du rôle : 7482 | Rolnummer 7482 |
En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 51bis, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 51bis, § 4, |
§ 4, et 70, § § 1er et 2, du Code de la taxe sur la valeur ajoutée et | en 70, § § 1 en 2, van het Wetboek van de belasting over de |
à l'article 29, alinéa 3, du Code d'instruction criminelle, posées par | toegevoegde waarde en artikel 29, derde lid, van het Wetboek van |
le Tribunal de première instance de Flandre orientale, division de | strafvordering, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg |
Gand. La Cour constitutionnelle, | Oost-Vlaanderen, afdeling Gent. |
Het Grondwettelijk Hof, | |
composée du président L. Lavrysen, des juges M. Pâques, Y. Kherbache, | samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen, de rechters M. Pâques, Y. |
T. Detienne, D. Pieters et S. de Bethune, et, conformément à l'article | Kherbache, T. Detienne, D. Pieters en S. de Bethune, en, |
60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour | overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 |
constitutionnelle, du président émérite F. Daoût, et assistée du | op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter F. Daoût, bijgestaan |
greffier F. Meersschaut, présidée par le président L. Lavrysen, | door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par jugement du 9 novembre 2020, dont l'expédition est parvenue au | Bij vonnis van 9 november 2020, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour le 15 décembre 2020, le Tribunal de première | het Hof is ingekomen op 15 december 2020, heeft de Rechtbank van |
instance de Flandre orientale, division de Gand, a posé les questions | eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële |
préjudicielles suivantes : | vragen gesteld : |
« 1) L'article 51bis, § 4, du Code de la TVA viole-t-il les articles | |
10, 11 et 172 de la Constitution ainsi que le principe de | « 1) Schendt art. 51bis, § 4 W.BTW de artikelen 10, 11 en 172 van de |
proportionnalité qu' [ils] contien[nen]t], dès lors que cette | Grondwet en het hierin vervatte evenredigheidsbeginsel nu deze |
disposition prévoit une responsabilité entière et inconditionnelle et | bepaling voorziet in een onvoorwaardelijke algehele aansprakelijkheid |
que le juge ne peut l'apprécier en fonction de la part de chacun dans | en de rechter deze niet kan beoordelen in functie van eenieders |
la fraude fiscale ? | bijdrage aan de belastingfraude ? |
2) L'article 51bis, § 4, du Code de la TVA viole-t-il le principe de | 2) Schendt artikel 51bis, § 4 W.BTW het evenredigheidsbeginsel in de |
proportionnalité au sens des articles 10, 11 et 172 de la | zin van de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in de |
Constitution, dans l'interprétation selon laquelle l'article 51bis, § | interpretatie dat artikel 51bis, § 4 W.BTW als een strafsanctie in de |
4, du Code de la TVA doit être considéré comme une sanction pénale au | zin van art. 6.1 EVRM beschouwd moet worden, in die zin dat een |
sens de l'article 6, paragraphe 1, de la Convention européenne des | leverancier hoofdelijk aansprakelijk is voor de door zijn afnemer |
droits de l'homme, en ce sens qu'un fournisseur est solidairement | ontdoken belastingen, zelfs indien de leverancier geen enkel |
responsable des impôts éludés par son client, même si le fournisseur | |
n'a retiré aucun avantage patrimonial des faits ? | vermogensvoordeel uit de feiten heeft geput ? |
3) L'article 51bis, § 4, du Code de la TVA viole-t-il le principe de | 3) Schendt artikel 51bis, § 4 W.BTW het evenredigheidsbeginsel doordat |
proportionnalité en ce que la responsabilité solidaire s'appliquerait | |
également aux fournisseurs pour toute revente ultérieure effectuée par | de hoofdelijke aansprakelijkheid tevens zou gelden voor leveranciers |
un de ses clients et pas seulement aux clients dans le cadre du chaîne | voor iedere verdere doorverkoop door één van haar afnemers en niet |
de livraison ? | louter voor afnemers in het kader van de bevoorradingsketen ? |
4) L'article 70, § § 1er et 2, du Code de la TVA viole-t-il les | 4) Schenden de artikelen 70, § 1 en § 2 W.BTW de artikelen 10 en 11 |
articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le principe non bis in | van de Grondwet, doordat het non bis in idem-beginsel een andere |
idem trouve une autre application en matière d'impôts sur les revenus | toepassing vindt inzake inkomstenbelastingen dan in btw, waardoor |
qu'en matière de TVA, ce qui a pour effet que les contribuables qui | belastingplichtigen die het voorwerp zijn van een heffing in de |
font l'objet d'une perception à l'impôt sur les revenus et les | |
contribuables qui font l'objet d'une perception de TVA sont traités | inkomstenbelastingen en belastingplichtigen die het voorwerp zijn van |
différemment, étant donné que la Cour européenne des droits de l'homme | een btw-heffing, anders behandeld worden, aangezien het EHRM oordeelt |
juge que le principe non bis in idem reste applicable en cas de | dat het non bis in idem-beginsel van toepassing blijft bij |
procédures successives (arrêt du 19 décembre 2017, Ramda c. France), | opeenvolgende procedures (arrest van 19 december 2017, |
alors que la Cour de justice de l'Union européenne, par ses arrêts du | |
20 mars 2018 (Menci, Garlsson Real Estate SA), admet qu'il est | Ramda/Frankrijk), daar waar het EHJ bij arresten van 20 maart 2018 |
possible d'engager deux procédures distinctes et d'infliger deux | (Mend [lees : Menci], Garlsson Real Estate SA) aanvaardt dat twee |
sanctions, pourvu qu'il soit satisfait à certaines conditions ? | afzonderlijke procedures kunnen worden gevoerd en twee sancties |
5) L'article 29, alinéa 3, du Code d'instruction criminelle viole-t-il | opgelegd kunnen worden, mits voldaan wordt aan bepaalde voorwaarden ? |
le principe de proportionnalité et le principe d'égalité consacrés par | 5) Schendt art. 29, lid 3 Sv. het evenredigheids- en |
les articles 10, 11 et 172 de la Constitution, dans l'interprétation | gelijkheidsbeginsel vastgelegd in art. 10, 11 en 172 van de Grondwet, |
selon laquelle cet article permettrait de scinder des faits procédant d'une unité d'intention, certains faits afférents à une année étant poursuivis administrativement et certains faits afférents à une autre année étant poursuivis pénalement, et selon laquelle il s'ensuit qu'un justiciable peut, dans ce cas, se voir infliger tant une sanction administrative qu'une sanction pénale, alors qu'un justiciable pour lequel il est décidé, au cours de la concertation visée à l'article 29, § 3, du Code d'instruction criminelle, d'engager seulement des poursuites pénales en raison de l'unité d'intention, se voit uniquement infliger une sanction pénale, alors que cette distinction | in de interpretatie dat dit artikel zou toelaten dat een opsplitsing gemaakt wordt tussen feiten die verbonden zijn met elkaar door een eenheid van opzet, waarbij feiten voor één jaar bestuurlijk vervolgd worden en feiten voor een ander jaar strafrechtelijk vervolgd worden, en dit tot gevolg heeft dat aan een rechtsonderhorige in dit geval zowel een administratieve sanctie als een strafrechtelijke sanctie opgelegd wordt, terwijl aan een rechtsonderhorige, voor wie tijdens het in artikel 29, lid 3 Sv. bedoelde overleg besloten wordt om enkel tot strafrechtelijke vervolging over te gaan in het kader van eenheid van opzet, slechts een strafrechtelijke sanctie opgelegd wordt, terwijl dit onderscheid niet gebaseerd is op een redelijke |
ne repose pas sur une justification raisonnable ? | verantwoording ? |
6) L'article 70, § § 1er et 2, du Code de la TVA viole-t-il le | 6) Schendt artikel 70 § 1 en § 2 W.BTW het evenredigheidsbeginsel en |
principe de proportionnalité et le principe d'égalité en ce qu'il | gelijkheidsbeginsel door een zelfde straf te bepalen voor het geval |
prévoit la même peine pour la personne qui ne paie pas la TVA que pour | iemand btw niet betaalt als voor de degene die wel de btw betaalt maar |
celle qui paie la TVA, mais qui établit des facturées erronées ? | verkeerde facturen opstelt ? |
7) L'article 70, § 1er, du Code de la TVA viole-t-il le principe | 7) Schendt artikel 70, § 1 W.BTW het gelijkheidsbeginsel en inherent |
d'égalité et le principe de proportionnalité, qui est inhérent à | |
celui-ci, ainsi que l'article 1er du Premier Protocole additionnel à | |
la Convention européenne des droits de l'homme en ce qu'il inflige une | hieraan het evenredigheidsbeginsel en artikel 1 van het eerste |
amende de 200 %, donc d'un montant incontestablement supérieur à celui | protocol bij het EVRM doordat een boete wordt opgelegd van 200 % wat |
de la TVA à récupérer ? ». | ontegensprekelijk meer is dan de btw die men wil recupereren ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant aux première, deuxième et troisième questions préjudicielles | Ten aanzien van de eerste, de tweede en de derde prejudiciële vraag |
B.1.1. Les première, deuxième et troisième questions préjudicielles | B.1.1. De eerste, de tweede en de derde prejudiciële vraag hebben |
portent sur l'article 51bis, § 4, du Code de la taxe sur la valeur | betrekking op artikel 51bis, § 4, van het Wetboek van de belasting |
ajoutée (ci-après : le Code de la TVA), qui dispose : | over de toegevoegde waarde (hierna : het BTW-Wetboek), dat bepaalt : |
« Tout assujetti est solidairement tenu d'acquitter la taxe avec la | « Elke belastingplichtige is hoofdelijk gehouden de belasting te |
personne qui en est redevable en vertu de l'article 51, § § 1er et 2, | voldoen met de persoon die er krachtens artikel 51, § § 1 en 2, |
si, au moment où il a effectué une opération, il savait ou devait | schuldenaar van is, als hij op het tijdstip waarop hij een handeling |
savoir que le non-paiement de la taxe, dans la chaîne des opérations, | heeft verricht, wist of moest weten dat de betaling van de belasting, |
in de ketting van de handelingen, niet werd gedaan of zal worden | |
est commis ou sera commis dans l'intention d'éluder la taxe ». | gedaan met de bedoeling de belasting te ontduiken ». |
B.1.2. La première question préjudicielle concerne la compatibilité de | B.1.2. De eerste prejudiciële vraag betreft de verenigbaarheid van de |
la disposition en cause avec « les articles 10, 11 et 172 de la | in het geding zijnde bepaling met « de artikelen 10, 11 en 172 van de |
Constitution ainsi [qu'avec] le principe de proportionnalité qu'[ils] | Grondwet en het hierin vervatte evenredigheidsbeginsel nu deze |
contien[nen]t, dès lors que cette disposition prévoit une | bepaling voorziet in een onvoorwaardelijke algehele aansprakelijkheid |
responsabilité entière et inconditionnelle et que le juge ne peut | en de rechter deze niet kan beoordelen in functie van eenieders |
l'apprécier en fonction de la part de chacun dans la fraude fiscale ». | bijdrage aan de belastingfraude ». |
La deuxième question préjudicielle concerne la compatibilité de la | De tweede prejudiciële vraag betreft de verenigbaarheid van de in het |
disposition en cause avec « le principe de proportionnalité au sens | geding zijnde bepaling met « het evenredigheidsbeginsel in de zin van |
des articles 10, 11 et 172 de la Constitution, dans l'interprétation | de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in de interpretatie dat |
selon laquelle l'article 51bis, § 4, [du Code de la TVA] doit être | artikel 51bis, § 4 [van het BTW-Wetboek] als een strafsanctie in de |
considéré comme une sanction pénale au sens de [l'article 6, | zin van [artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten |
paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme], en | van de mens] beschouwd moet worden, in die zin dat een leverancier |
ce sens qu'un fournisseur est solidairement responsable des impôts | hoofdelijk aansprakelijk is voor de door zijn afnemer ontdoken |
éludés par son client, même si le fournisseur n'a retiré aucun | belastingen, zelfs indien de leverancier geen enkel vermogensvoordeel |
avantage patrimonial des faits ». | uit de feiten heeft geput ». |
La troisième question préjudicielle concerne la compatibilité de la | De derde prejudiciële vraag betreft de verenigbaarheid van de in het |
disposition en cause avec « le principe de proportionnalité en ce que | geding zijnde bepaling met « het evenredigheidsbeginsel doordat de |
la responsabilité solidaire s'appliquerait également aux fournisseurs | hoofdelijke aansprakelijkheid tevens zou gelden voor leveranciers voor |
pour toute revente ultérieure effectuée par un de ses clients et pas | iedere verdere doorverkoop door één van haar afnemers en niet louter |
seulement aux clients dans le cadre de la chaîne de livraison ». | voor afnemers in het kader van de bevoorradingsketen ». |
B.2.1. En vertu de l'article 142, alinéa 2, de la Constitution et de | B.2.1. Krachtens artikel 142, tweede lid, van de Grondwet en artikel |
l'article 26, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour | 26, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
constitutionnelle, la Cour est compétente pour statuer, à titre | Grondwettelijk Hof is het Hof bevoegd om bij wijze van prejudiciële |
préjudiciel, sur les questions relatives à la violation par une loi, | beslissing uitspraak te doen op vragen omtrent de schending, door een |
un décret ou une règle visée à l'article 134 de la Constitution, des | wet, een decreet of een in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel, |
règles qui sont établies par la Constitution ou en vertu de celle-ci | van de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor |
pour déterminer les compétences respectives de l'autorité fédérale, | het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de federale overheid, |
des communautés et des régions, des articles du titre II (« Des Belges | de gemeenschappen en de gewesten, van de artikelen van titel II (« De |
et de leurs droits ») et des articles 143, § 1er, 170, 172 et 191 de | Belgen en hun rechten ») en van de artikelen 143, § 1, 170, 172 en 191 |
la Constitution. | van de Grondwet. |
B.2.2. La Cour n'a pas pour mission de contrôler directement le | B.2.2. Het Hof heeft niet als opdracht de naleving, door de wetgevers, |
respect par les législateurs d'autres règles, à moins qu'elles soient | |
lues en combinaison avec les règles constitutionnelles relevant de sa | van andere regels rechtstreeks te toetsen, tenzij zij samenhangen met |
compétence, comme le principe d'égalité et de non-discrimination | de grondwettelijke regels die onder zijn bevoegdheid vallen, waaronder |
garanti par les articles 10 et 11 de la Constitution. | het door de artikelen 10 en 11 van de Grondwet gewaarborgde beginsel |
van gelijkheid en niet-discriminatie. | |
Le principe de proportionnalité n'est pas une norme qui se combine | Het evenredigheidsbeginsel is geen norm die samenhangt met de |
avec les articles 10 et 11 de la Constitution puisqu'il est déjà | artikelen 10 en 11 van de Grondwet vermits het reeds impliciet in die |
contenu implicitement dans ces dispositions. | bepalingen vervat ligt. |
B.2.3. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | B.2.3. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet |
qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. | berust en het redelijk verantwoord is. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de |
et le but visé. | aangewende middelen en het beoogde doel. |
Pour que ce contrôle au regard des articles 10 et 11 de la | Opdat die toetsing aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet kan |
Constitution puisse être exercé, les questions préjudicielles doivent | worden uitgeoefend, moeten de prejudiciële vragen verduidelijken welke |
préciser quelles catégories de personnes sont comparées. Ces | categorieën van personen met elkaar worden vergeleken. Minstens moeten |
catégories doivent à tout le moins ressortir de la motivation du | die categorieën blijken uit de motivering van het verwijzingsvonnis. |
jugement de renvoi. Si tel n'est pas le cas, la Cour ne peut pas juger | Als dat niet het geval is, kan het Hof niet oordelen of het beginsel |
si le principe d'égalité et de non-discrimination est violé. | van gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden. |
B.2.4. Les première, deuxième et troisième questions préjudicielles ne | B.2.4. De eerste, de tweede en de derde prejudiciële vraag preciseren |
précisent pas quelles catégories de personnes sont comparées. Le | niet welke categorieën van personen met elkaar worden vergeleken. Het |
jugement de renvoi n'apporte aucune précision sur ce point. Dans la | verwijzingsvonnis biedt geen verduidelijking op dat punt. In de derde |
troisième question préjudicielle, la Cour est par ailleurs invitée à | prejudiciële vraag wordt het Hof overigens verzocht rechtstreeks te |
exercer un contrôle direct au regard du principe de proportionnalité. | toetsen aan het evenredigheidsbeginsel. |
La partie demanderesse devant le juge a quo fait valoir dans son | De eisende partij voor de verwijzende rechter voert in haar memorie |
mémoire en réponse que la première question préjudicielle porte sur | van antwoord aan dat de eerste prejudiciële vraag een vergelijking |
une comparaison entre la situation visée à l'article 51bis, § 3, du | betreft tussen de situatie bedoeld in artikel 51bis, § 3, van het |
Code de la TVA et la situation visée à l'article 51bis, § 4, du même | BTW-Wetboek en die welke is bedoeld in artikel 51bis, § 4, van |
Code. Les parties devant la Cour ne peuvent modifier ou étendre la | hetzelfde Wetboek. De partijen voor het Hof vermogen de draagwijdte |
portée de la question préjudicielle en désignant d'autres catégories | van de prejudiciële vraag niet te wijzigen of uit te breiden door |
de personnes que celles qui sont mentionnées dans la question | andere categorieën van personen dan die welke zijn bepaald in de |
préjudicielle avec lesquelles il faudrait établir une comparaison dans | prejudiciële vraag aan te wijzen waarmee bij de toetsing aan de |
le cadre du contrôle au regard des articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet zou moeten worden vergeleken. |
B.2.5. Les première, deuxième et troisième questions préjudicielles ne | B.2.5. De eerste, de tweede en de derde prejudiciële vraag zijn |
sont donc pas recevables. | derhalve niet ontvankelijk. |
Quant à la cinquième question préjudicielle | Ten aanzien van de vijfde prejudiciële vraag |
B.3.1. La cinquième question préjudicielle porte sur l'article 29, | B.3.1. De vijfde prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 29, |
alinéa 3, du Code d'instruction criminelle. | derde lid, van het Wetboek van strafvordering. |
Tel qu'il était applicable avant la modification apportée par la loi | |
du 5 mai 2019 « portant des dispositions diverses en matière pénale et | In de versie ervan vóór de wijziging bij de wet van 5 mei 2019 « |
houdende diverse bepalingen in strafzaken en inzake erediensten, en | |
en matière de cultes, et modifiant la loi du 28 mai 2002 relative à | tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en |
l'euthanasie et le Code pénal social », l'article 29, alinéa 3, du | van het Sociaal Strafwetboek », bepaalde artikel 29, derde lid, van |
Code d'instruction criminelle disposait : | het Wetboek van strafvordering : |
« Le conseiller général visé à l'alinéa 2 [de l'Administration | « De in het tweede lid bedoelde adviseur-generaal [van de Algemene |
générale de la fiscalité, de l'Administration générale de la | Administratie van de Fiscaliteit, van de Algemene Administratie van de |
perception et du recouvrement, de l'Administration générale de la | Inning en de Invordering, van de Algemene Administratie van de |
documentation patrimoniale et de l'Administration générale de | Patrimoniumdocumentatie en van de Algemene Administratie van de |
l'Inspection spéciale des Impôts] ou le fonctionnaire qu'il désigne | Bijzondere Belastinginspectie] of de ambtenaar die hij aanwijst, kan |
peut, dans le cadre de la lutte contre la fraude fiscale, se concerter | in het kader van de strijd tegen de fiscale fraude over concrete |
sur des dossiers concrets avec le procureur du Roi. Le procureur du | dossiers overleg plegen met de procureur des Konings. De procureur des |
Roi peut poursuivre les faits pénalement punissables dont il a pris | Konings kan de strafrechtelijk strafbare feiten waarvan hij kennis |
connaissance lors de la concertation. La concertation peut aussi avoir | heeft genomen tijdens het overleg, vervolgen. Het overleg kan ook |
lieu à l'initiative du procureur du Roi. Les autorités policières | plaatsvinden op initiatief van de procureur des Konings. De bevoegde |
compétentes peuvent participer à la concertation ». | politionele overheden kunnen deelnemen aan het overleg ». |
B.3.2. Cette disposition a été justifiée comme suit dans les travaux | B.3.2. Die bepaling werd tijdens de parlementaire voorbereiding als |
préparatoires : | volgt verantwoord : |
« La lutte contre la fraude fiscale requiert une concertation mutuelle | « De strijd tegen de fiscale fraude vereist een wederkerig overleg |
entre le directeur régional et les magistrats du ministère public qui | tussen de gewestelijke directeur en de magistraten van het openbaar |
exercent les poursuites, et leurs collaborateurs respectifs. Dès lors | ministerie die de vervolging uitoefenen, en hun respectieve |
que ce type de fraude fiscale se manifeste dans des dossiers concrets, | medewerkers. De voornoemde fiscale fraude manifesteert zich in |
pour garantir l'efficacité et l'effectivité de cette concertation en | concrete dossiers zodat, om de efficiëntie en de effectiviteit van dit |
fonction de la lutte contre la fraude, cette concertation doit pouvoir | overleg in functie van de fraudebestrijding te garanderen, dit overleg |
avoir lieu sur la base de dossiers concrets. | dient te kunnen gebeuren op basis van concrete dossiers. Met dit |
Cet article permet cette concertation mutuelle. Cette concertation | artikel wordt dit wederzijds overleg mogelijk gemaakt. |
vise à permettre au procureur du Roi d'apprécier, en vertu de son | Dit overleg dient om de procureur des Konings vanuit zijn |
pouvoir constitutionnel, la nécessité de procéder à une information ou | grondwettelijke bevoegdheid in staat te stellen een oordeel te vormen |
de requérir instruction, et de déterminer si les faits peuvent donner | over de noodzaak om een opsporingsonderzoek op te starten of een |
lieu à des poursuites individuelles dans le cadre du dossier de fraude | gerechtelijk onderzoek te vorderen en of dat de feiten kunnen leiden |
fiscale. A l'issue de cette concertation, il sera déterminé, | tot individuele vervolgingen in het fiscale fraudedossier. Na dit |
conformément au principe ' una via ', si le dossier de fraude suivra | overleg zal volgens het ' una via '-principe bepaald worden of het |
la voie administrative ou la voie pénale. | fraudedossier de administratieve weg, dan wel de strafrechtelijke weg |
Si on suit la voie administrative, les administrations fiscales | zal volgen. Bij het volgen van de administratieve weg zullen de fiscale |
poursuivront et sanctionneront elles-mêmes la fraude dans un dossier | administraties de fraude in een fiscaal dossier zelf aanpakken en |
fiscal. Si on suit la voie pénale, c'est le ministère public qui | beboeten. Bij het volgen van de strafrechtelijke weg zal het openbaar |
enquêtera sur la fraude fiscale et la poursuivra sur le plan pénal. | ministerie de fiscale fraude strafrechtelijk onderzoeken en vervolgen. |
Dans ce cas, les administrations fiscales se limiteront à constater la | Op dat moment zullen de fiscale administraties zich beperken tot het |
dette fiscale, sans appliquer de sanctions administratives. | vaststellen van de fiscale schuld, zonder administratieve sancties toe |
La concertation nécessaire ne peut toutefois être considérée comme un | te passen. Het noodzakelijke overleg kan echter niet als een element van de |
élément de la procédure, ni limiter le pouvoir d'appréciation du | procedure beschouwd worden, noch de beoordelingsbevoegdheid van het |
ministère public. | openbaar ministerie beperken. |
La concertation doit donc être considérée comme une concertation de | Het overleg dient dus beschouwd te worden als een werkoverleg dat |
travail qui a lieu préalablement à la prise de mesures effectives | plaatsvindt voorafgaand aan de effectieve aanpak van de fiscale |
contre l'infraction fiscale et donc pas comme un acte de procédure » | overtreding en dus niet als een akte van rechtspleging » (Parl. St., |
(Doc. parl., Chambre, 2011-2012, DOC 53-1973/001, p. 9). | Kamer, 2011-2012, DOC 53-1973/001, p. 9). |
B.4.1. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 29, alinéa 3, du | B.4.1. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel |
Code d'instruction criminelle porte atteinte aux articles 10, 11 et | 29, derde lid, van het Wetboek van strafvordering afbreuk doet aan de |
172 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle cette | artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in de interpretatie dat die |
disposition permettrait d'effectuer entre des faits procédant d'une | bepaling zou toelaten dat een opsplitsing wordt gemaakt tussen feiten |
unité d'intention une scission dans le cadre de laquelle certains | die verbonden zijn met elkaar door een eenheid van opzet, waarbij |
faits afférents à une année sont poursuivis administrativement et certains faits afférents à une autre année sont poursuivis pénalement. Dans cette interprétation, la disposition en cause ferait naître une différence de traitement injustifiée entre, d'une part, un justiciable qui, dans le cas précité, se voit infliger tant une sanction administrative qu'une sanction pénale et, d'autre part, un justiciable à l'encontre duquel il est décidé, au cours de la concertation visée à l'article 29, § 3, du Code d'instruction criminelle, que seules des poursuites pénales seront engagées dans le cadre d'une unité d'intention et auquel une sanction pénale est infligée. B.4.2. Cette différence de traitement ne peut être imputée à la | feiten met betrekking tot een bepaald jaar bestuurlijk worden vervolgd en feiten met betrekking tot een ander jaar strafrechtelijk worden vervolgd. In die lezing zou de in het geding zijnde bepaling een onverantwoord verschil in behandeling in het leven roepen tussen, enerzijds, een rechtsonderhorige die in het voormelde geval zowel een administratieve sanctie als een strafrechtelijke sanctie opgelegd krijgt en, anderzijds, een rechtsonderhorige voor wie tijdens het in artikel 29, derde lid, van het Wetboek van strafvordering bedoelde overleg wordt besloten enkel tot strafrechtelijke vervolging over te gaan in het kader van eenheid van opzet en aan wie een strafrechtelijke sanctie wordt opgelegd. B.4.2. Dat verschil in behandeling kan niet worden toegeschreven aan |
disposition attaquée. Elle peut découler des circonstances de fait | de bestreden bepaling. Het kan het gevolg zijn van de feitelijke |
dans lesquelles les infractions ont été commises et de l'exercice par | omstandigheden waarin de overtredingen hebben plaatsgevonden en van de |
le Procureur du Roi de son pouvoir constitutionnel d'apprécier | uitoefening door de procureur des Konings van zijn grondwettelijke |
l'opportunité d'engager des poursuites pénales. Il appartient au juge | bevoegdheid om te beoordelen of het opportuun is de strafvervolging in |
compétent de veiller au respect du principe de proportionnalité et du | te stellen. Het komt de bevoegde rechter toe te waken over de naleving |
principe non bis in idem. | van het evenredigheidsbeginsel en het beginsel non bis in idem. |
B.4.3. La cinquième question préjudicielle appelle une réponse | B.4.3. De vijfde prejudiciële vraag dient ontkennend te worden |
négative. | beantwoord. |
Quant aux quatrième, sixième et septième questions préjudicielles | Ten aanzien van de vierde, de zesde en de zevende prejudiciële vraag |
B.5. Les quatrième, sixième et septième questions préjudicielles | B.5. De vierde, de zesde en de zevende prejudiciële vraag hebben |
portent sur l'article 70, § § 1er et 2, du Code de la TVA, qui dispose | betrekking op artikel 70, § § 1 en 2, van het BTW-Wetboek, dat bepaalt |
: | : |
« § 1er. Pour toute infraction à l'obligation d'acquitter la taxe, il | « § 1. Voor iedere overtreding van de verplichting de belasting te |
est encouru une amende égale à deux fois la taxe éludée ou payée | voldoen, wordt een geldboete opgelegd gelijk aan het dubbel van de |
tardivement. | ontdoken of niet tijdig betaalde belasting. |
Cette amende est due individuellement par chacune des personnes qui, | Die geldboete is verschuldigd individueel door ieder die krachtens de |
en vertu des articles 51, §§ 1er, 2 et 4, 51bis, 52, 53, 53ter, | artikelen 51, § § 1, 2 en 4, 51bis, 52, 53, 53ter, 53nonies, 54, 55 en |
53nonies, 54, 55 et 58 ou des arrêtés pris en exécution de ces | 58, of krachtens de ter uitvoering ervan genomen besluiten, gehouden |
articles, sont tenues au paiement de la taxe. | is tot voldoening van de belasting. |
[...] | [...] |
§ 2. Lorsque la facture ou le document en tenant lieu, dont l'émission | § 2. Wanneer de factuur of het als zodanig geldend stuk, waarvan de |
ou l'établissement est prescrit par les articles 53, 53decies et 54, | uitreiking is voorgeschreven door de artikelen 53, 53decies en 54, of |
ou par les arrêtés pris en exécution de ces articles, n'a pas été émis | door de ter uitvoering ervan genomen besluiten, niet is uitgereikt of |
ou établi ou qu'il contient des indications inexactes quant au numéro | onjuiste vermeldingen bevat ten aanzien van het identificatienummer, |
d'identification, au nom ou à l'adresse des parties intéressées à | de naam of het adres van de bij de handeling betrokken partijen, de |
l'opération, à la nature ou à la quantité des biens livrés ou des | aard of de hoeveelheid van de geleverde goederen of verstrekte |
services fournis, au prix ou à ses accessoires, il est encouru une | diensten, de prijs of het toebehoren ervan, wordt een geldboete |
amende égale à deux fois la taxe due sur l'opération, avec un minimum | opgelegd gelijk aan het dubbel van de op de handeling verschuldigde |
de 50 euros. | belasting, zonder dat ze minder mag bedragen dan 50 euro. |
Cette amende est due individuellement par le fournisseur et par son | Die geldboete is verschuldigd individueel door de leverancier of de |
cocontractant. Elle n'est cependant pas applicable lorsque les | dienstverrichter en door zijn medecontractant. Ze is evenwel niet |
irrégularités peuvent être considérées comme purement accidentelles, | verschuldigd wanneer de overtredingen als louter toevallig kunnen |
notamment eu égard au nombre et à l'importance des opérations non | worden aangemerkt, inzonderheid op grond van het aantal en het belang |
constatées par des documents réguliers, comparés au nombre et à | van de handelingen waarvoor geen regelmatig stuk is uitgereikt, |
l'importance des opérations qui ont fait l'objet de documents | vergeleken met het aantal en het bedrag van de handelingen waarvoor |
réguliers, ou lorsque le fournisseur n'avait pas de raison sérieuse de | wel een regelmatig stuk is uitgereikt of wanneer de leverancier of de |
dienstverrichter geen ernstige reden had om te twijfelen aan de | |
douter de la qualité de non-assujetti du cocontractant. | niet-belastingplichtigheid van de medecontractant. |
Quand une personne encourt, pour une même infraction, à la fois | Ingeval een persoon wegens eenzelfde overtreding zowel de in § 1 als |
l'amende prévue au § 1er et l'amende prévue au § 2, seule cette | de in § 2 bepaalde geldboete oploopt, is alleen de laatste |
dernière est applicable ». | verschuldigd ». |
B.6.1. Par sa quatrième question préjudicielle, le juge a quo demande | B.6.1. Met zijn vierde prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter |
à la Cour si l'article 70, § § 1er et 2, en cause, du Code de la TVA | van het Hof te vernemen of het in het geding zijnde artikel 70, § § 1 |
viole les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que le principe | en 2, van het BTW-Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
non bis in idem trouverait en matière d'impôts sur les revenus une | schendt, doordat het beginsel non bis in idem een andere toepassing |
application autre qu'en matière de TVA, en raison des différences qui | zou vinden inzake inkomstenbelasting dan inzake btw ingevolge de |
existent entre la jurisprudence de la Cour européenne des droits de | verschillende respectieve rechtspraak van het Europees Hof voor de |
l'homme, d'une part, et celle de la Cour de justice, d'autre part. | Rechten van de Mens en het Hof van Justitie. |
B.6.2. La Cour n'est pas compétente pour se prononcer sur une | B.6.2. Het Hof is niet bevoegd om zich uit te spreken over een |
différence de traitement qui ne trouve pas son origine dans la | verschil in behandeling dat niet zijn oorsprong vindt in de in het |
disposition en cause, mais qui découlerait de différences entre la | geding zijnde bepaling, doch zou voortvloeien uit verschillen tussen |
jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme et celle de | de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en van |
la Cour de justice. | het Hof van Justitie. |
B.6.3. La quatrième question préjudicielle n'est pas recevable. | B.6.3. De vierde prejudiciële vraag is niet ontvankelijk. |
B.7. Par sa sixième question préjudicielle, le juge a quo demande à la | B.7. Met zijn zesde prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter |
Cour si l'article 70, § § 1er et 2, en cause, du Code de la TVA viole | van het Hof te vernemen of het in het geding zijnde artikel 70, § § 1 |
les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il prévoit la même peine pour la personne qui ne paie pas la TVA que pour celle qui paie effectivement la TVA, mais qui établit des facturées erronées. B.8.1. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. Ce principe s'oppose, par ailleurs, à ce que soient traitées de manière identique, sans qu'apparaisse une justification raisonnable, des catégories de personnes se trouvant dans des situations qui, au regard de la mesure critiquée, sont essentiellement différentes. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | en 2, van het BTW-Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, doordat het voorziet in eenzelfde straf voor iemand die geen btw betaalt als voor iemand die wel de btw betaalt maar verkeerde facturen opstelt. B.8.1. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Dat beginsel verzet er zich overigens tegen dat categorieën van personen, die zich ten aanzien van de betwiste maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden, op identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende |
et le but visé. | middelen en het beoogde doel. |
B.8.2. Les amendes visées à l'article 70 du Code de la TVA ont été | B.8.2. De geldboeten bedoeld in artikel 70 van het BTW-Wetboek zijn |
explicitement conçues par le législateur comme des amendes | door de wetgever uitdrukkelijk opgevat als administratieve geldboeten |
administratives (article 72 du Code de la TVA). | (artikel 72 van het BTW-Wetboek). |
Ces amendes sont proportionnelles à la taxe éludée ou payée | Die geldboeten zijn proportioneel aan de ontdoken of niet-tijdig |
tardivement ( § 1er) ou - si, pour une opération, le redevable n'a pas | betaalde belasting ( § 1), dan wel - indien voor een handeling geen |
établi de factures ou a établi des factures comportant des indications | facturen of facturen met onjuiste vermeldingen werden opgesteld - aan |
inexactes -, à la taxe due sur l'opération ( § 2). Dans les deux cas, | de op de handeling verschuldigde belasting ( § 2). In beide gevallen |
l'amende s'élève en principe à deux fois la taxe concernée. | bedraagt de geldboete in beginsel het dubbele van de betrokken |
L'article 70, § § 1er et 2, en cause, du Code de la TVA traite donc de | belasting. Aldus behandelt het in het geding zijnde artikel 70, § § 1 en 2, van |
la même manière, en ce qui concerne le calcul du montant de l'amende, | het BTW-Wetboek diegenen die de verschuldigde belasting niet of |
ceux qui ne paient pas la taxe due ou qui la paient tardivement et | laattijdig betalen en diegenen die geen facturen of facturen met |
ceux qui n'établissent pas de factures ou qui établissent des factures | onjuiste vermeldingen opstellen, op identieke wijze wat de berekening |
comportant des indications inexactes. | van het bedrag van de geldboete betreft. |
B.8.3. Les amendes fiscales visées à l'article 70 du Code de la TVA ont pour but de prévenir et de sanctionner les infractions commises par tous les redevables, sans distinction aucune, qui ne respectent pas les obligations imposées par ce Code. Le redevable, qui connaît à l'avance la sanction qu'il risque d'encourir, est incité à respecter ses obligations. B.8.4. La facture occupe une place centrale dans la taxe sur la valeur ajoutée, entre autres parce que le droit du redevable à la déduction est subordonné à l'existence d'un tel document. C'est la raison pour laquelle celui-ci est l'objet d'une réglementation stricte. Il est raisonnablement justifié que le non-respect de ces obligations soit sanctionné par une même amende proportionnelle que le non-paiement de la TVA. Eu égard à l'objectif mentionné en B.8.3, les catégories précitées ne se trouvent en effet pas dans des situations fondamentalement différentes, dès lors qu'elles ont toutes deux manqué aux obligations qui sont contenues dans le Code de la TVA, avec pour conséquence qu'elles ont commis une fraude fiscale. La disposition en cause ne produit par ailleurs pas des effets disproportionnés, dans la mesure où l'article 70, § 2, alinéa 2, du | B.8.3. De in artikel 70 van het BTW-Wetboek bedoelde fiscale geldboeten hebben tot doel de inbreuken begaan door alle belastingplichtigen, zonder enig onderscheid, die de bij dat Wetboek opgelegde verplichtingen niet naleven, te voorkomen en te bestraffen. De belastingplichtige, die vooraf de sanctie kent die hij riskeert op te lopen, wordt ertoe aangezet zijn verplichtingen na te komen. B.8.4. De factuur neemt binnen de belasting over de toegevoegde waarde een centrale plaats in, mede doordat het recht op aftrek door de belastingplichtige afhankelijk is van het bestaan van een dergelijk document. Om die reden worden aan dat document stringente eisen gesteld. Het is redelijk verantwoord dat de niet-naleving van die verplichtingen met eenzelfde proportionele geldboete wordt bestraft als de niet-betaling van de btw. Ten aanzien van het in B.8.3 vermelde doel bevinden de voormelde categorieën zich immers niet in fundamenteel verschillende situaties, aangezien zij beiden inbreuk hebben gepleegd op de verplichtingen die zijn neergelegd in het BTW-Wetboek hetgeen het ontduiken van belastingen tot gevolg heeft. De in het geding zijnde bepaling heeft bovendien geen onevenredige gevolgen, in zoverre artikel 70, § 2, tweede lid, van het BTW-Wetboek |
Code de la TVA prévoit que l'amende n'est pas applicable lorsque les | bepaalt dat de geldboete niet verschuldigd is wanneer de overtredingen |
irrégularités relatives à la facture « peuvent être considérées comme | met betrekking tot de factuur « als louter toevallig kunnen worden |
purement accidentelles, notamment eu égard au nombre et à l'importance | aangemerkt, inzonderheid op grond van het aantal en het belang van de |
des opérations non constatées par des documents réguliers, comparés au | handelingen waarvoor geen regelmatig stuk is uitgereikt, vergeleken |
met het aantal en het bedrag van de handelingen waarvoor wel een | |
nombre et à l'importance des opérations qui ont fait l'objet de | regelmatig stuk is uitgereikt of wanneer de leverancier of de |
documents réguliers, ou lorsque le fournisseur n'avait pas de raison | dienstverrichter geen ernstige reden had om te twijfelen aan de |
sérieuse de douter de la qualité de non-assujetti du cocontractant ». | niet-belastingplichtigheid van de medecontractant ». Voorts voorziet |
De plus, l'article 84, alinéa 3, du Code de la TVA prévoit la | artikel 84, derde lid, van het BTW-Wetboek in de mogelijkheid om de in |
possibilité de remplacer les amendes fixées par la loi par des amendes | de wet bepaalde boeten te vervangen door verminderde proportionele |
proportionnelles réduites, fixées selon une échelle dont les | boeten, bepaald volgens een schaal waarvan de trappen door de Koning |
graduations sont déterminées par le Roi. Cette échelle a été fixée par | worden vastgesteld. Die schaal werd vastgesteld bij het koninklijk |
l'arrêté royal n° 41 du 30 janvier 1987 « fixant le montant des | besluit nr. 41 van 30 januari 1987 « tot vaststelling van het bedrag |
van de proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting | |
amendes fiscales proportionnelles en matière de taxe sur la valeur | over de toegevoegde waarde » en maakt het mogelijk dat de boeten |
ajoutée » et permet que les amendes prévues à l'article 70, § 2, du | waarin artikel 70, § § 1 en 2, van het BTW-Wetboek voorziet, worden |
Code de la TVA soient réduites, à condition que ces irrégularités | verminderd, op voorwaarde dat die overtredingen niet werden begaan met |
n'aient pas été commises dans l'intention d'éluder ou de permettre | het oogmerk de belasting te ontduiken of de ontduiking ervan mogelijk |
d'éluder la taxe (article 1er, alinéa 1er, 3°, et alinéa 2, et tableau | te maken (artikel 1, eerste lid, 3°, en tweede lid, en bijgevoegde |
C annexé). Enfin, le ministre des Finances ou son délégué peuvent, à | tabel C). Tot slot kan de minister van Financiën of diens gedelegeerde |
la demande de l'intéressé, remettre totalement ou partiellement | op verzoek van de betrokkene de geldboete volledig of gedeeltelijk |
l'amende (article 9 de l'arrêté du Régent du 18 mars 1831 organique de | kwijtschelden (artikel 9 van het organiek besluit van de Regent van 18 |
l'administration des finances). | maart 1831 « van het bestuer van 's lands middelen »). |
B.8.5. La sixième question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.8.5. De zesde prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
B.9. Par sa septième question préjudicielle, le juge a quo demande à | B.9. Met zijn zevende prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter |
la Cour si l'article 70, § 1er, en cause, du Code de la TVA viole les | van het Hof te vernemen of het in het geding zijnde artikel 70, § 1, |
articles 10 et 11 de la Constitution et l'article 1er du Premier | van het BTW-Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en artikel 1 |
Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de | van het Eerste Aanvullende Protocol bij het Europees Verdrag voor de |
l'homme, en ce qu'il prévoit une amende dont le montant s'élève à deux | rechten van de mens schendt, doordat het voorziet in een boete ten |
fois la TVA due. | |
B.10.1. Comme il est dit en B.8.3, les amendes fiscales visées à | bedrage van het dubbele van de verschuldigde btw. |
l'article 70 du Code de la TVA ont pour but de prévenir et de | B.10.1. Zoals is vermeld in B.8.3, hebben de in artikel 70 van het |
sanctionner les infractions commises par tous les redevables, sans | BTW-Wetboek bedoelde fiscale geldboeten tot doel de inbreuken begaan |
distinction aucune, qui ne respectent pas les obligations imposées par | door alle belastingplichtigen, zonder enig onderscheid, die de bij dat |
Wetboek opgelegde verplichtingen niet naleven, te voorkomen en te | |
ce Code. Elles ont donc un caractère répressif et sont de nature | bestraffen. Zij hebben derhalve een repressief karakter en zijn |
pénale au sens de l'article 6 de la Convention européenne des droits | strafrechtelijk in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag voor |
de l'homme. | de rechten van de mens. |
La Cour doit dès lors prendre en compte, dans le contrôle qu'elle | |
exerce au regard des articles 10 et 11 de la Constitution, les | Het Hof dient bijgevolg, bij de toetsing aan de artikelen 10 en 11 van |
garanties contenues dans cet article 6 et, notamment, la garantie qu'un juge indépendant et impartial puisse exercer un contrôle de pleine juridiction sur l'amende infligée par l'autorité administrative compétente. B.10.2. Il appartient au législateur d'apprécier s'il est souhaitable de contraindre l'administration et le juge à la sévérité quand une infraction nuit particulièrement à l'intérêt général, spécialement dans une matière qui, comme en l'espèce, donne lieu à une fraude importante. Cette sévérité peut concerner entre autres le niveau de la peine pécuniaire. La Cour ne pourrait censurer pareil choix que si celui-ci était manifestement déraisonnable notamment parce qu'il porterait une atteinte disproportionnée au principe général qui exige qu'en matière | de Grondwet, rekening te houden met de waarborgen vervat in dat artikel 6 en, met name, de waarborg dat een onafhankelijke en onpartijdige rechter een controle met volle rechtsmacht kan uitoefenen op de door de bevoegde administratieve overheid opgelegde geldboete. B.10.2. Het staat aan de wetgever te oordelen of het wenselijk is de administratie en de rechter te dwingen tot gestrengheid wanneer een inbreuk het algemeen belang schaadt, vooral in een aangelegenheid die, zoals te dezen, aanleiding geeft tot een aanzienlijke fraude. Die gestrengheid kan onder meer de omvang van de geldboete betreffen. Het Hof zou een dergelijke keuze alleen kunnen afkeuren indien die kennelijk onredelijk zou zijn, met name doordat zij op onevenredige wijze afbreuk zou doen aan het algemene beginsel volgens hetwelk |
de sanctions rien de ce qui appartient au pouvoir d'appréciation de | inzake sancties niets wat onder de beoordelingsbevoegdheid van de |
l'administration n'échappe au contrôle du juge, ou au droit au respect | administratie valt, ontsnapt aan de toetsing van de rechter, of aan |
des biens lorsque la loi prévoit un montant disproportionné et n'offre | het recht op het ongestoorde genot van de eigendom, wanneer de wet in |
pas un choix qui se situerait entre cette peine, en tant que peine | een onevenredig bedrag voorziet en niet de mogelijkheid biedt van een |
maximale, et une peine minimale. | spreiding tussen die straf als maximumstraf en een minimumstraf. |
B.10.3. Par son arrêt n° 22/99 du 24 février 1999, la Cour a jugé, en | B.10.3. Bij zijn arrest nr. 22/99 van 24 februari 1999 heeft het Hof |
inzake het in het geding zijnde artikel 70 van het BTW-Wetboek | |
ce qui concerne l'article 70, en cause, du Code de la TVA, que « le | geoordeeld dat « de tekst van [die bepaling] zich niet ertegen verzet |
texte [de cette disposition] ne s'oppose pas à ce que le juge, saisi | dat de rechter bij wie een verzet tegen dwangbevel aanhangig is, een |
d'une opposition à contrainte, exerce une compétence de pleine | bevoegdheid van volle rechtsmacht uitoefent die hem ertoe in staat |
juridiction lui permettant de contrôler tout ce qui relève de | stelt te controleren al wat onder de beoordeling van de administratie |
l'appréciation de l'administration en matière d'amende fiscale. Dans | valt inzake fiscale boete. In die interpretatie is er geen |
cette interprétation, il n'y a pas de discrimination ». | discriminatie ». |
Par son arrêt n° 79/2008 du 15 mai 2008, la Cour a en outre jugé, en | Voorts heeft het Hof bij zijn arrest nr. 79/2008 van 15 mei 2008 |
ce qui concerne la même disposition : | inzake diezelfde bepaling geoordeeld : |
« B.6.2. Il s'ensuit que l'article 70 du Code de la TVA est | « B.6.2. Hieruit volgt dat artikel 70 van het BTW-Wetboek niet |
incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en | bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang |
combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, s'il est interprété en ce sens qu'il n'autorise pas le juge à exercer un contrôle de pleine juridiction sur la décision administrative refusant la remise ou la réduction d'une amende fiscale. Ce contrôle doit permettre au juge de vérifier si cette décision est justifiée en fait et en droit et si elle respecte l'ensemble des dispositions législatives et des principes généraux qui s'imposent à l'administration, parmi lesquels le principe de proportionnalité. B.6.3. Ainsi, lorsqu'il est saisi d'un recours contre une décision | gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, indien het in die zin wordt geïnterpreteerd dat het de rechter niet toestaat met volle rechtsmacht toezicht uit te oefenen op de administratieve beslissing tot weigering van de kwijtschelding of de vermindering van een fiscale geldboete. Dat toezicht moet het de rechter mogelijk maken na te gaan of die beslissing in feite en in rechte verantwoord is en of zij alle wetsbepalingen en algemene beginselen naleeft die de administratie in acht moet nemen, waaronder het evenredigheidsbeginsel. B.6.3. Wanneer bij de rechter een beroep wordt ingesteld tegen een beslissing die de minister van Financiën of diens gedelegeerde op |
prise, en vertu de l'article 9 de l'arrêté du Régent du 18 mars 1831, | grond van artikel 9 van het besluit van de Regent van 18 maart 1831 |
par le ministre des Finances ou son délégué, le juge doit pouvoir | heeft genomen, moet die rechter, zoals de minister van Financiën of |
remettre ou réduire l'amende au même titre que le ministre des Finances ou son délégué. | diens gedelegeerde, de geldboete kunnen kwijtschelden of verminderen. |
B.7. Dans l'interprétation mentionnée en B.6.2, la question | B.7. In de in B.6.2 vermelde interpretatie dient de prejudiciële vraag |
préjudicielle appelle une réponse affirmative. | bevestigend te worden beantwoord. |
B.8. L'article 70 du Code de la TVA peut cependant recevoir une autre | B.8. Artikel 70 van het BTW-Wetboek kan evenwel anders worden |
interprétation, selon laquelle cette disposition ne s'oppose pas à ce | geïnterpreteerd, waarbij die bepaling zich niet ertegen verzet dat de |
que le juge, saisi d'un recours contre la décision prise, en vertu de | rechter, bij wie een beroep is ingesteld tegen de beslissing die de |
l'article 9 de l'arrêté du Régent du 18 mars 1831, par le ministre des | minister van Financiën of diens gedelegeerde op grond van artikel 9 |
Finances ou son délégué, exerce une compétence de pleine juridiction | van het besluit van de Regent van 18 maart 1831 heeft genomen, een |
bevoegdheid met volle rechtsmacht uitoefent die hem in staat stelt om | |
lui permettant de contrôler tout ce qui relève de l'appréciation de | toe te zien op al wat onder de beoordeling van de administratie valt |
l'administration ». | ». |
B.10.4. En l'espèce, il y a lieu d'admettre que la sanction dont le | B.10.4. Te dezen dient te worden aangenomen dat de sanctie ten bedrage |
montant s'élève à deux fois la taxe éludée ou à deux fois la taxe | van het dubbele van de ontdoken of niet-tijdig betaalde belasting niet |
payée tardivement n'est pas disproportionnée à l'infraction commise, | onevenredig is ten aanzien van het gepleegde misdrijf, rekening |
compte tenu des répercussions que la fraude fiscale peut avoir sur le | houdend met de weerslag die de belastingontduiking kan hebben op de |
Trésor et des distorsions de concurrence qui peuvent en découler pour | Schatkist en de concurrentieverstoringen die daaruit kunnen |
les entreprises qui remplissent leurs obligations fiscales, de la | voortvloeien voor de bedrijven die wel hun fiscale verplichtingen |
possibilité de remplacer l'amende prévue par la loi par une amende | nakomen, met de mogelijkheid om de in de wet bepaalde boete te |
proportionnelle réduite ou de faire remettre totalement ou | vervangen door een verminderde proportionele boete of geheel of |
partiellement l'amende (article 84, alinéa 3, du Code de la TVA, | gedeeltelijk te laten kwijtschelden (artikel 84, derde lid, van het |
article 1er, alinéa 1er, 1°, et alinéa 2, de l'arrêté royal n° 41 du | BTW-Wetboek, artikel 1, eerste lid, 1°, en tweede lid van het |
30 janvier 1987 et article 9 de l'arrêté du Régent du 18 mars 1831 | koninklijk besluit nr. 41 van 30 januari 1987 en artikel 9 van het |
organiek besluit van de Regent van 18 maart 1831 « van het bestuer van | |
organique de l'administration des finances) et de la compétence des | 's lands middelen ») en met de bij de voormelde arresten vermelde |
tribunaux, mentionnée dans les arrêts précités, d'exercer un contrôle | bevoegdheid van de rechtbanken om met volle rechtsmacht toe te zien op |
de pleine juridiction sur tout ce qui relève de l'appréciation de | al wat onder de beoordeling van de administratie valt. De door die |
l'administration. L'ingérence causée par ces amendes dans le droit au | geldboeten veroorzaakte inmenging in het recht op het ongestoorde |
respect des biens, lequel est garanti par l'article 1er du Premier | genot van de eigendom, dat gewaarborgd is bij artikel 1 van het Eerste |
Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de | Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de |
l'homme, est donc proportionnée et raisonnablement justifiée. | mens, is bijgevolg evenredig en redelijk verantwoord. |
B.10.5. La septième question préjudicielle appelle une réponse | B.10.5. De zevende prejudiciële vraag dient ontkennend te worden |
négative. | beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit: | zegt voor recht : |
- Les première, deuxième, troisième et quatrième questions | - De eerste, de tweede, de derde en de vierde prejudiciële vraag zijn |
préjudicielles ne sont pas recevables. | niet ontvankelijk. |
- L'article 29, alinéa 3, du Code d'instruction criminelle ne viole | - Artikel 29, derde lid, van het Wetboek van strafvordering schendt de |
pas les articles 10, 11 et 172 de la Constitution. | artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet niet. |
- L'article 70, § § 1er et 2, du Code de la taxe sur la valeur ajoutée | - Artikel 70, § § 1 en 2, van het Wetboek van de belasting over de |
ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | toegevoegde waarde schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
- L'article 70, § 1er, du Code de la taxe sur la valeur ajoutée ne | - Artikel 70, § 1, van het Wetboek van de belasting over de |
viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison | toegevoegde waarde schendt niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
avec l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention | in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol |
européenne des droits de l'homme. | bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale sur la Cour | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
constitutionnelle, le 7 octobre 2021. | op 7 oktober 2021. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
L. Lavrysen | L. Lavrysen |