← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 127/2021 du 30 septembre 2021 Numéro du rôle : 7583 En cause
: le recours en annulation et la demande de suspension de la loi du 16 mars 2021 « portant assentiment
à la Décision 2020/2053 du Conseil du 14 d(...) La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président L.
Lavrysen et des juges-ra(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 127/2021 du 30 septembre 2021 Numéro du rôle : 7583 En cause : le recours en annulation et la demande de suspension de la loi du 16 mars 2021 « portant assentiment à la Décision 2020/2053 du Conseil du 14 d(...) La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président L. Lavrysen et des juges-ra(...) | Uittreksel uit arrest nr. 127/2021 van 30 september 2021 Rolnummer 7583 In zake : het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing van de wet van 16 maart 2021 « houdende instemming met het Besluit 2020/2053 van de Raad(...) Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen en de rechters-v(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 127/2021 du 30 septembre 2021 | Uittreksel uit arrest nr. 127/2021 van 30 september 2021 |
| Numéro du rôle : 7583 | Rolnummer 7583 |
| En cause : le recours en annulation et la demande de suspension de la | In zake : het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing |
| loi du 16 mars 2021 « portant assentiment à la Décision (UE, Euratom) | van de wet van 16 maart 2021 « houdende instemming met het Besluit |
| 2020/2053 du Conseil du 14 décembre 2020 relative au système des | (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende |
| ressources propres de l'Union européenne et abrogeant la Décision | het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking |
| 2014/335/UE. - Euratom », introduits par Raf Verbeke et autres. | van Besluit 2014/335/EU. - Euratom », ingesteld door Raf Verbeke en |
| La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, | anderen. Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, |
| composée du président L. Lavrysen et des juges-rapporteurs J. Moerman | samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen en de rechters-verslaggevers |
| et J.-P. Moerman, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, | J. Moerman en J.-P. Moerman, bijgestaan door de griffier P.-Y. |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
| Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 21 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 21 mei 2021 |
| ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 25 mei | |
| mai 2021 et parvenue au greffe le 25 mai 2021, un recours en | 2021, zijn een beroep tot vernietiging en een vordering tot schorsing |
| annulation et une demande de suspension de la loi du 16 mars 2021 « | van de wet van 16 maart 2021 « houdende instemming met het Besluit |
| portant assentiment à la Décision (UE, Euratom) 2020/2053 du Conseil | |
| du 14 décembre 2020 relative au système des ressources propres de | (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende |
| het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking | |
| l'Union européenne et abrogeant la Décision 2014/335/UE. - Euratom » | van Besluit 2014/335/EU. - Euratom » (bekendgemaakt in het Belgisch |
| (publiée au Moniteur belge du 23 mars 2021) ont été introduits par Raf | Staatsblad van 23 maart 2021) ingesteld door Raf Verbeke, Theo Mewis, |
| Verbeke, Theo Mewis, Elias Vlerick, Alexia Van Craeynest, Albert Bernath, Bettina Putzeys, | Elias Vlerick, Alexia Van Craeynest, Albert Bernath, Bettina Putzeys, |
| Elisabeth Vander Stichelen, Filip De Bodt, José Garcia Moreno, Marcos | Elisabeth Vander Stichelen, Filip De Bodt, José Garcia Moreno, Marcos |
| Medina Lockhart, Martine Sonck, Mathieu Verhaegen, Mats Felipe Lucia | Medina Lockhart, Martine Sonck, Mathieu Verhaegen, Mats Felipe Lucia |
| Bayer, Maxime Neys, Patrick Baekelandt, Sarah De Rocker, Simon | Bayer, Maxime Neys, Patrick Baekelandt, Sarah De Rocker, Simon |
| Clement, Stijn Timmermans, Tanguy Corbillon, Wim Christiaens, | Clement, Stijn Timmermans, Tanguy Corbillon, Wim Christiaens, |
| Véronique Lorge, l'ASBL « De Creeser » et l'ASBL « CODEWES-CADTM », | Véronique Lorge, de vzw « De Creeser » en de vzw « CODEWES-CADTM », |
| assistés et représentés par Me E. Merckx, avocat au barreau de | bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. E. Merckx, advocaat bij de |
| Louvain. | balie te Leuven. |
| Le 31 mai 2021, en application de l'article 71, alinéa 1er, de la loi | Op 31 mei 2021 hebben de rechters-verslaggevers J. Moerman en J.-P. |
| Moerman, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere | |
| spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les | wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan |
| juges-rapporteurs J. Moerman et J.-P. Moerman ont informé le président | in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het |
| qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant en | Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te |
| chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant que le recours en | wijzen waarin wordt vastgesteld dat het beroep tot vernietiging en de |
| annulation et la demande de suspension sont manifestement irrecevables. | vordering tot schorsing klaarblijkelijk niet ontvankelijk zijn. |
| (...) | (...) |
| II. En droit | II. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. Les parties requérantes demandent l'annulation et la suspension | B.1. De verzoekende partijen vragen de vernietiging en de schorsing |
| de la loi du 16 mars 2021 « portant assentiment à la décision (UE, | van de wet van 16 maart 2021 « houdende instemming met het Besluit |
| Euratom) 2020/2053 du Conseil du 14 décembre 2020 relative au système | (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende |
| des ressources propres de l'Union européenne et abrogeant la Décision | het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking |
| 2014/335/UE. - Euratom ». Cette loi a pour objet de porter assentiment | van Besluit 2014/335/EU. - Euratom ». Die wet strekt ertoe instemming |
| à la décision (UE, Euratom) 2020/2053 du Conseil du 14 décembre 2020 « | te verlenen met besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 |
| relative au système des ressources propres de l'Union européenne et | december 2020 « betreffende het stelsel van eigen middelen van de |
| abrogeant la Décision 2014/335/UE. - Euratom » (ci-après : la décision | Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom » |
| (UE, Euratom) 2020/2053). Cette décision établit les règles | (hierna : het besluit (EU, Euratom) 2020/2053). Bij dat besluit worden |
| d'attribution des ressources propres à l'Union européenne en vue | de voorschriften vastgesteld voor de toekenning van eigen middelen aan |
| d'assurer le financement du budget annuel de l'Union (article 1er). | de Europese Unie om de financiering van de jaarlijkse begroting van de |
| Son article 2 précise les catégories de ressources propres et les | Unie te waarborgen (artikel 1). Artikel 2 van het besluit heeft |
| méthodes spécifiques de leur calcul. Parmi les ressources propres de | betrekking op de categorieën van eigen middelen en op de specifieke |
| methoden voor de berekening daarvan. Bij de eigen middelen van de | |
| l'Union européenne énoncées au paragraphe 1 est prévue, au point c), | Europese Unie die in lid 1 vermeld worden, is in de bepaling onder c) |
| une nouvelle ressource propre dont les recettes proviennent « de | sprake van nieuwe eigen middelen waarvan de ontvangsten voortvloeien |
| l'application d'un taux d'appel uniforme au poid des déchets | uit « de toepassing van een uniform afdrachtpercentage op het gewicht |
| d'emballages en plastique non recyclés produits dans chaque Etat | van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval dat in elke lidstaat |
| membre ». L'article 2, paragraphe 2, de la décision (UE, Euratom) | wordt gegenereerd ». Artikel 2, lid 2, van het besluit (EU, Euratom) |
| 2020/2053 apporte diverses précisions en vue de l'application de ce | 2020/2053 bevat een aantal verduidelijkingen met het oog op de |
| régime. En ce qui concerne la mise à la disposition de la Commission | toepassing van die regeling. In verband met de terbeschikkingstelling |
| par les Etats membres des ressources propres visées à l'article 2, | aan de Commissie door de lidstaten van de eigen middelen bedoeld in |
| paragraphe 1, de la décision (UE, Euratom) 2020/2053, il est renvoyé à | artikel 2, lid 1, van het besluit (EU, Euratom) 2020/2053, wordt |
| l'article 9, paragraphe 3, de cette décision. L'article 3 règle les | verwezen naar artikel 9, lid 3, van dat besluit. In artikel 3 worden |
| plafonds des ressources propres. L'article 4 concerne l'utilisation | de maxima van de eigen middelen bepaald. Artikel 4 heeft betrekking op |
| des fonds empruntés sur les marchés des capitaux. L'article 5 porte | het gebruik van op kapitaalmarkten geleende middelen. Artikel 5 heeft |
| sur les « moyens supplémentaires extraordinaires et temporaires pour | betrekking op de « buitengewone en tijdelijke aanvullende middelen ter |
| faire face aux conséquences de la crise de la COVID-19 ». Son | |
| paragraphe 1 habilite la Commission à emprunter des fonds sur les | bestrijding van de gevolgen van de COVID-19-crisis ». Bij lid 1 van |
| marchés des capitaux au nom de l'Union européenne à hauteur d'un | dat artikel wordt de Commissie gemachtigd om namens de Europese Unie |
| montant maximal de 750 milliards d'euros aux prix de 2018, « à la | op de kapitaalmarkten tot maximaal 750 miljard euro in prijzen van |
| seule fin de faire face aux conséquences de la COVID-19 au moyen du | 2018 te lenen, doch « uitsluitend met het oog op het aanpakken van de |
| Règlement du Conseil établissant un instrument de l'Union européenne | gevolgen van de COVID-19-crisis door middel van de verordening van de |
| pour la relance et de la législation sectorielle qui y est visée ». | Raad tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie |
| L'article 6 prévoit un « relèvement extraordinaire et temporaire des | en de daarin genoemde sectorale wetgeving ». Artikel 6 voorziet in een |
| plafonds des ressources propres en vue de l'attribution des ressources | « buitengewone en tijdelijke verhoging van de maxima van de eigen |
| nécessaires pour faire face aux conséquences de la crise de la | middelen ten behoeve van de toewijzing van de voor de bestrijding van |
| COVID-19 ». La décision contient une disposition relative au principe | de gevolgen van de COVID-19-crisis benodigde middelen ». Het besluit |
| bevat voorts een bepaling betreffende het universaliteitsbeginsel | |
| d'universalité (article 7) et règle le report de l'excédent (article | (artikel 7), het regelt de overdracht van het overschot (artikel 8) en |
| 8), ainsi que les modalités de perception des ressources propres et de | voorziet in nadere regels voor de inning van de eigen middelen en de |
| leur mise à la disposition de la Commission (article 9). La décision | terbeschikkingstelling daarvan aan de Commissie (artikel 9). Het |
| traite enfin des mesures d'exécution à prendre par le Conseil (article | besluit handelt tot slot over de door de Raad vast te stellen |
| 10), prévoit des dispositions abrogatoires et transitoires (article | uitvoeringsmaatregelen (artikel 10), voorziet in intrekkings- en |
| 11), détermine les modalités de son entrée en vigueur (article 12) et | overgangsbepalingen (artikel 11), bepaalt de nadere regels voor zijn |
| énonce que les Etats membres sont les destinataires de celle-ci | inwerkingtreding (artikel 12) en stelt dat het tot de lidstaten |
| (article 13) (Doc. parl., Chambre, 2020-2021, DOC 55-1792/001, pp. | gericht is (artikel 13) (Parl. St., Kamer, 2020-2021, DOC 55-1792/001, |
| 15-16). | pp. 15-16). |
| B.2. La Constitution et la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle imposent à toute personne physique ou morale qui introduit un recours en annulation de justifier d'un intérêt. Ne justifient de l'intérêt requis que les personnes dont la situation pourrait être affectée directement et défavorablement par la norme attaquée; il s'ensuit que l'action populaire n'est pas admissible. Lorsqu'une association sans but lucratif qui n'invoque pas son intérêt personnel agit devant la Cour, il est requis que son but statutaire soit d'une nature particulière et, dès lors, distinct de l'intérêt général; qu'elle défende un intérêt collectif; que la norme attaquée soit susceptible d'affecter son but; qu'il n'apparaisse pas, enfin, que ce but n'est pas ou n'est plus réellement poursuivi. Dans leur mémoire justificatif, les parties requérantes renvoient | B.2. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt; bijgevolg is de actio popularis niet toelaatbaar. Wanneer een vereniging zonder winstoogmerk die niet haar persoonlijk belang aanvoert, voor het Hof optreedt, is vereist dat haar statutair doel van bijzondere aard is en, derhalve, onderscheiden van het algemeen belang; dat zij een collectief belang verdedigt; dat haar doel door de bestreden norm kan worden geraakt; dat ten slotte niet blijkt dat dit doel niet of niet meer werkelijk wordt nagestreefd. In hun memorie met verantwoording verwijzen de verzoekende partijen |
| expressément aux buts statutaires respectifs de l'ASBL « De Creeser » | uitdrukkelijk naar het statutair doel van respectievelijk de vzw « De |
| et de l'ASBL « CODEWES-CADTM » : | Creeser » en de vzw « CODEWES-CADTM » : |
| « Défendre la souveraineté constitutionnelle et les droits | « Opkomen voor de grondwettelijke soevereiniteit en de grondrechten |
| fondamentaux des citoyens, des ONG, des partenaires sociaux, des | van burgers, ngo's, sociale partners, (sociale) ondernemingen, |
| entreprises (sociales), des autorités et de mère nature. | overheden en moeder aarde. |
| [...] | [...] |
| - Instaurer et soutenir les contrôles des droits fondamentaux de la | - Instellen en ondersteunen van grondrechtentoetsen van wetgeving bij |
| législation exercés par la Cour constitutionnelle, par la Cour | |
| européenne de justice (Luxembourg) et par la Cour européenne des | het grondwettelijk Hof, het Europees Hof van Justitie (Luxemburg), en |
| droits de l'homme (Strasbourg), ainsi que par d'autres tribunaux »; | het Europees mensenrechten hof (Straatsburg) en andere rechtbanken »; |
| et | en |
| « Favoriser l'émergence d'un monde plus juste, dans le respect de la | « De opkomst van een meer rechtvaardige wereld te bevorderen, met |
| souveraineté des peuples, de la justice sociale et de l'égalité entre | respect voor de soevereiniteit van volkeren, sociale rechtvaardigheid, |
| les hommes et les femmes ». | gelijkheid tussen mannen en vrouwen ». |
| Dès lors que ces objectifs ne sauraient être distingués de l'intérêt | Aangezien die doelstellingen niet kunnen worden onderscheiden van het |
| général, ce que les parties requérantes ne soutiennent du reste pas | algemeen belang, wat de verzoekende partijen overigens ook niet |
| dans leur mémoire justificatif, il n'est pas satisfait à l'une des | aanvoeren in hun memorie met verantwoording, is niet voldaan aan één |
| exigences précitées. Ces ASBL ne justifient donc pas de l'intérêt | van de voormelde vereisten. Bijgevolg getuigen die vzw's niet van het |
| requis. | vereiste belang. |
| B.3. Les autres parties requérantes justifient d'abord leur intérêt en | B.3. De overige verzoekende partijen beroepen zich in de eerste plaats |
| leur qualité de citoyen ou de groupement d'intérêt. Elles craignent | |
| que les conséquences financières de la loi attaquée empêchent les | op hun belang als burger of belangenvereniging. Zij vrezen dat de |
| autorités compétentes de satisfaire à leurs obligations | financiële gevolgen van de bestreden wet de bevoegde overheden zullen |
| constitutionnelles en matière de droits sociaux fondamentaux, tels | verhinderen om aan hun grondwettelijke verplichtingen inzake sociale |
| qu'ils sont garantis par l'article 23 de la Constitution. Elles | grondrechten, zoals gewaarborgd bij artikel 23 van de Grondwet, te |
| allèguent en outre que la loi attaquée affecte directement un aspect | voldoen. Daarnaast voeren zij aan dat de bestreden wet rechtstreeks |
| de l'Etat de droit démocratique à ce point essentiel que sa protection | raakt aan een aspect van de democratische rechtsstaat dat dermate |
| intéresse tous les citoyens. | essentieel is dat de vrijwaring ervan alle burgers aanbelangt. |
| B.4. L'article 23 de la Constitution garantit à chacun le droit de | B.4. Artikel 23 van de Grondwet waarborgt eenieder het recht een |
| mener une vie conforme à la dignité humaine. A cette fin, les | menswaardig leven te leiden. Daartoe waarborgen de bevoegde wetgevers, |
| législateurs compétents garantissent, en tenant compte des obligations | rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de economische, |
| correspondantes, les droits économiques, sociaux et culturels et | sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de |
| déterminent les conditions de leur exercice. | uitoefening bepalen. |
| L'article 23 de la Constitution implique une obligation de standstill | Artikel 23 van de Grondwet houdt een standstill-verplichting in, die |
| qui s'oppose à ce que le législateur compétent réduise sensiblement le | eraan in de weg staat dat de bevoegde wetgever het beschermingsniveau |
| niveau de protection offert par la législation applicable, sans | dat wordt geboden door de van toepassing zijnde wetgeving in |
| qu'existent pour ce faire des motifs liés à l'intérêt général. | aanzienlijke mate vermindert, zonder dat daarvoor redenen zijn die |
| verband houden met het algemeen belang. | |
| Il ressort du texte et des travaux préparatoires de l'article 23 de la | Uit de tekst en de parlementaire voorbereiding van artikel 23 van de |
| Constitution que le Constituant entendait non seulement garantir des | Grondwet blijkt dat de Grondwetgever niet enkel rechten beoogde te |
| droits, mais également instituer des obligations, partant de l'idée | waarborgen, maar ook plichten wilde vooropstellen, uitgaande van de |
| que « le citoyen a pour devoir de collaborer au progrès social et | idee dat « het de plicht van de burger is om mee te werken aan de |
| économique de la société dans laquelle il vit » (Doc. parl., Sénat, | sociale en de economische vooruitgang van de maatschappij waarin hij |
| SE, 1991-1992, n° 100-2/4°, pp. 16-17). C'est pourquoi les | leeft » (Parl. St., Senaat, BZ 1991-1992, nr. 100-2/4°, pp. 16-17). |
| législateurs, lorsqu'ils garantissent les droits économiques, sociaux | Daarom dienen de wetgevers bij het waarborgen van de economische, |
| et culturels, doivent prendre en compte, aux termes de l'alinéa 2 de | sociale en culturele rechten, rekening te houden met de « |
| l'article 23, les « obligations correspondantes ». | overeenkomstige plichten », zoals verwoord in het tweede lid van |
| Lorsqu'ils garantissent les droits économiques, sociaux et culturels, | artikel 23. Bij het waarborgen van de economische, sociale en culturele rechten, |
| les législateurs doivent en outre tenir compte des conséquences de | dienen de wetgevers bovendien rekening te houden met de gevolgen van |
| leur politique pour les générations futures. | hun beleid voor de toekomstige generaties. |
| B.5. Ainsi qu'il ressort de l'exposé des dispositions pertinentes, la | B.5. Zoals uit het overzicht van de relevante bepalingen blijkt, |
| décision (UE, Euratom) 2020/2053 prévoit les règles d'attribution des | voorziet het besluit (EU, Euratom) 2020/2053 in voorschriften voor de |
| ressources propres à l'Union européenne en vue d'assurer le | toekenning van eigen middelen aan de Europese Unie om de financiering |
| financement du budget annuel de l'Union. A cet égard, elle prévoit | van de jaarlijkse begroting van de Unie te waarborgen. Daarbij wordt |
| notamment l'application d'un taux d'appel uniforme au poids des | onder andere voorzien in een uniform afdrachtspercentage op het |
| déchets d'emballages en plastique non recyclés produits dans chaque | gewicht van niet-gerecycleerd kunststof verpakkingsafval dat in elke |
| Etat membre. En outre, pour faire face aux conséquences économiques de | lidstaat wordt gegenereerd. Daarnaast wordt, in het kader van de |
| la crise de la COVID-19, la Commission européenne est habilitée, à | respons op de economische impact van de COVID-19-crisis, aan de |
| Europese Commissie op uitzonderlijke grond een tijdelijke machtiging | |
| titre exceptionnel, à emprunter temporairement sur les marchés des | verleend om namens de Unie op de kapitaalmarkten leningen aan te gaan |
| capitaux au nom de l'Union jusqu'à 750 milliards d'euros. Jusqu'à 360 | tot maximaal 750 miljard euro. Van dat bedrag zou maximaal 360 miljard |
| milliards d'euros seraient utilisés exclusivement pour accorder des | uitsluitend worden gebruikt voor het verstrekken van leningen en |
| prêts et jusqu'à 390 milliards des fonds empruntés seraient utilisés | maximaal 390 miljard van de geleende middelen worden gebruikt voor |
| pour des dépenses, le tout à la seule fin de faire face aux | uitgaven, in beide gevallen enkel ter bestrijding van de gevolgen van |
| conséquences de la crise de la COVID-19 (considérant 14 et article 5). | de COVID-19-crisis (overweging 14 en artikel 5). |
| En approuvant la loi attaquée, le législateur a donné son assentiment | Door de bestreden wet goed te keuren, heeft de wetgever zijn |
| aux mécanismes précités, ainsi qu'au régime prévu en ce qui concerne | instemming verleend met de voormelde mechanismen, alsook met de |
| le remboursement des emprunts contractés sur la base de la décision | regeling waarin is voorzien inzake de terugbetaling van de op grond |
| (UE, Euratom) 2020/2053. | van het besluit (EU, Euratom) 2020/2053 aangegane leningen. |
| Par son assentiment à la décision (UE, Euratom) 2020/2053, le | Door zijn instemming met het besluit (EU, Euratom) 2020/2053 is de |
| législateur fédéral est tenu, dans le cadre de l'approbation annuelle | federale wetgever, bij de jaarlijkse goedkeuring van zijn begroting, |
| de son budget, de veiller au respect des engagements contractés. Ces | ertoe gehouden de naleving van de aangegane verbintenissen te bewaken. |
| engagements ne concernent toutefois pas immédiatement les choix de fond que les autorités respectives peuvent opérer dans les domaines politiques qui leur ont été attribués. B.6. Les conséquences financières qui pourraient découler des engagements précités ne suffisent pas pour démontrer un lien suffisamment individualisé entre la situation personnelle des parties requérantes et les dispositions qu'elles contestent. La situation individuelle ou le but statutaire des parties requérantes ne sauraient dès lors être affectés directement et défavorablement par les dispositions attaquées. Tel ne serait le cas que si un législateur ou une autre autorité compétente prenait une mesure portant atteinte aux droits et garanties dont les parties requérantes bénéficient ou dont elles poursuivent la défense. B.7. Cette conclusion s'impose également à l'égard des parties requérantes qui invoquent leur intérêt en leur qualité de représentant, porte-parole, travailleur ou membre d'un groupement d'intérêts ou d'un mouvement politique. Sans qu'il faille examiner leur pouvoir de représentation, il est en effet établi qu'elles ne pourraient être affectées directement et défavorablement que par des mesures concrètes que le législateur prendrait dans le cadre de la réalisation des engagements contractés. | Die verbintenissen hebben echter geen onmiddellijke betrekking op de inhoudelijke keuzes die de verschillende overheden, binnen de hun toegewezen beleidsdomeinen, vermogen te maken. B.6. De mogelijke financiële gevolgen van de voormelde verbintenissen volstaan niet om een voldoende geïndividualiseerd verband aan te tonen tussen de persoonlijke situatie van de verzoekende partijen en de bepalingen die zij bestrijden. De individuele situatie of het statutair doel van de verzoekende partijen kan bijgevolg niet rechtstreeks en ongunstig door de bestreden bepalingen worden geraakt. Dat zou pas het geval zijn wanneer een wetgever of een andere bevoegde overheid een maatregel zou nemen die afbreuk zou doen aan de rechten en waarborgen die zij genieten of waarvan zij de behartiging nastreven. B.7. Dezelfde conclusie geldt ten aanzien van de verzoekende partijen die zich beroepen op hun belang als vertegenwoordiger, woordvoerder, werknemer of lid van een belangenvereniging of politieke beweging. Zonder dat hun vertegenwoordigingsbevoegdheid moet worden onderzocht, staat immers vast dat zij slechts rechtstreeks en ongunstig zouden kunnen worden geraakt door concrete maatregelen die de wetgever zou nemen in het kader van de verwezenlijking van de aangegane verbintenissen. |
| B.8. La huitième partie requérante invoque son intérêt en sa qualité | B.8. De achtste verzoekende partij beroept zich op haar belang als |
| de membre du conseil communal de la commune de Herzele. | gemeenteraadslid van de gemeente Herzele. |
| En cette seule qualité, un membre du conseil communal ne justifie pas | Een gemeenteraadslid doet niet, in die enkele hoedanigheid, blijken |
| de l'intérêt requis pour agir devant la Cour. Ceci n'exclut pas qu'un | van het vereiste belang om voor het Hof op te treden. Dit sluit niet |
| membre du conseil communal invoque un intérêt fonctionnel lorsque les | uit dat een gemeenteraadslid zich op een functioneel belang beroept |
| dispositions attaquées portent atteinte aux prérogatives qui sont | wanneer de bestreden bepalingen zouden raken aan prerogatieven die |
| propres à l'exercice individuel de son mandat. Rien ne fait toutefois apparaître que les dispositions attaquées affectent de telles prérogatives. B.9. Enfin, les parties requérantes invoquent leur intérêt en leur qualité d'électeur. La loi attaquée diminuerait l'emprise des organes représentatifs élus sur la politique budgétaire et, par conséquent, également l'influence des électeurs de ces organes représentatifs. Les dispositions attaquées n'affectent pas directement le droit électoral des parties requérantes. Par ailleurs, l'intérêt qu'a un citoyen ou un électeur d'être administré par l'autorité compétente en vertu de la Constitution ne diffère pas de l'intérêt qu'a toute personne à ce que la loi soit respectée en toute matière. La Cour doit cependant encore examiner si les dispositions attaquées portent directement atteinte à un autre aspect de l'Etat de droit démocratique qui est à ce point essentiel que sa défense justifierait un intérêt à agir dans le chef de tous les citoyens. | eigen zijn aan de individuele uitoefening van zijn mandaat. Uit geen enkel gegeven blijkt evenwel dat de bestreden bepalingen aan dergelijke prerogatieven raken. B.9. Ten slotte beroepen de verzoekende partijen zich op hun belang als stemgerechtigde. De bestreden wet zou de greep van de verkozen vertegenwoordigende organen op het begrotingsbeleid verminderen en bijgevolg ook de invloed van de kiezers van die vertegenwoordigende organen. De bestreden bepalingen raken niet rechtstreeks aan het kiesrecht van de verzoekende partijen. Bovendien verschilt het belang dat een burger of een kiezer heeft om door de krachtens de Grondwet bevoegde overheid te worden bestuurd, niet van het belang dat iedere persoon erbij heeft dat de wet in alle aangelegenheden in acht wordt genomen. Het Hof dient evenwel na te gaan of de bestreden bepalingen rechtstreeks raken aan een ander aspect van de democratische rechtsstaat dat dermate essentieel is dat de vrijwaring ervan alle burgers aanbelangt. |
| B.10. L'article 174 de la Constitution dispose que la Chambre des représentants approuve annuellement le budget. Dans le budget, les recettes et dépenses pour l'année à venir sont estimées et il est conféré, pour cette année-là, une habilitation à réaliser ces recettes et dépenses, conformément aux lois et arrêtés en vigueur. Une loi contenant le budget général des dépenses pour une année budgétaire déterminée est une règle législative par laquelle une assemblée législative démocratiquement élue, seule compétente à cette fin, fixe, pour chaque article budgétaire, le montant maximum pouvant être dépensé par l'organe exécutif. Il appartient dès lors à la Chambre des représentants d'exercer cette compétence budgétaire. Lorsqu'il détermine sa politique en matière socio-économique, en particulier en matière de budget et de gestion de la dette, le législateur dispose d'un large pouvoir d'appréciation. Il appartient à l'assemblée législative démocratiquement élue non seulement d'approuver annuellement le budget, mais aussi - elle est compétente par excellence pour le faire - de fixer les objectifs budgétaires à moyen terme. Elle peut contracter ces engagements en concertation, notamment en donnant assentiment à une décision contenant les dispositions qui sont applicables au système des ressources propres à | B.10. Artikel 174 van de Grondwet bepaalt dat de Kamer van volksvertegenwoordigers elk jaar de begroting goedkeurt. In de begroting worden de ontvangsten en de uitgaven voor het komende jaar geraamd en wordt voor dat jaar de machtiging verleend om die ontvangsten en uitgaven te verwezenlijken overeenkomstig de wetten en besluiten die van kracht zijn. Een wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor een bepaald begrotingsjaar is een wetskrachtige regel waarbij een democratisch verkozen wetgevende vergadering, die daartoe exclusief bevoegd is, bepaalt wat het maximumbedrag is dat het uitvoerende orgaan per begrotingsartikel mag uitgeven. Het komt derhalve aan de Kamer van volksvertegenwoordigers toe om de begrotingsbevoegdheid uit te oefenen. Bij het bepalen van zijn beleid in sociaaleconomische aangelegenheden, inzonderheid inzake begroting en schuldbeheer, beschikt de wetgever over een ruime beoordelingsbevoegdheid. Het komt de democratisch verkozen wetgevende vergadering niet enkel toe jaarlijks de begroting goed te keuren, zij is ook bij uitstek bevoegd de begrotingsdoelstellingen op middellange termijn vast te stellen. Zij vermag die verbintenissen in samenspraak aan te gaan, met name door instemming te verlenen met een besluit houdende de bepalingen die van |
| l'Union européenne. Cette façon de procéder peut être particulièrement | toepassing zijn op het stelsel van eigen middelen van de Europese |
| indiquée lorsque les Etats concernés ont une monnaie commune (article | Unie. Die werkwijze kan inzonderheid aangewezen zijn wanneer de |
| 3, paragraphe 4, du Traité sur l'Union européenne) et mènent une | betrokken Staten een gezamenlijke munt hebben (artikel 3, lid 4, van |
| politique économique coordonnée, fondée sur le principe de finances | het Verdrag betreffende de Europese Unie) en een gecoördineerd |
| economisch beleid voeren, steunend op het beginsel van gezonde | |
| publiques et de conditions monétaires saines (article 119 du Traité | overheidsfinanciën en monetaire condities (artikel 119 van het Verdrag |
| sur le fonctionnement de l'Union européenne) et sur la volonté | betreffende de werking van de Europese Unie) en het vermijden van |
| d'éviter les déficits publics excessifs (article 126, paragraphe 1, du | buitensporige overheidstekorten (artikel 126, lid 1, van het |
| Traité cité en dernier). | laatstgenoemde Verdrag). |
| Lorsqu'il porte assentiment à une décision adoptée sur la base d'un | Wanneer hij instemt met een op grond van een verdrag aangenomen |
| traité, le législateur ne peut porter atteinte aux garanties prévues | besluit mag de wetgever geen afbreuk doen aan de waarborgen waarin de |
| par la Constitution. Le Constituant, qui interdit au législateur | |
| d'adopter des normes législatives contraires aux normes visées à | Grondwet voorziet. De Grondwetgever, die verbiedt dat de wetgever |
| l'article 142 de la Constitution, ne peut en effet être réputé | wettelijke normen aanneemt die in strijd zijn met de in artikel 142 |
| autoriser ce législateur à adopter indirectement de telles normes, en | van de Grondwet bedoelde normen, kan immers niet worden geacht die |
| donnant assentiment à une décision adoptée sur la base d'un traité | wetgever toe te staan dat onrechtstreeks te doen, via de instemming |
| international. | met een op grond van een internationaal verdrag aangenomen besluit. |
| B.11. La décision (UE, Euratom) 2020/2053 prévoit certes de nouvelles | B.11. Het besluit (EU, Euratom) 2020/2053 voorziet weliswaar in nieuwe |
| obligations financières pour les Etats membres vis-à-vis de l'Union | financiële verplichtingen van de lidstaten ten aanzien van de Europese |
| européenne, mais laisse entièrement aux parlements nationaux le soin | Unie, maar laat de concrete invulling en goedkeuring van de begroting |
| de concrétiser et d'approuver le budget. Elle ne porte dès lors pas | geheel over aan de nationale parlementen. Het doet bijgevolg geen |
| atteinte aux garanties prévues par l'article 174 de la Constitution. | afbreuk aan de waarborgen waarin artikel 174 van de Grondwet voorziet. |
| En effet, la compétence exclusive des parlements ne s'assimile pas à | De exclusieve bevoegdheid van de parlementen staat immers niet gelijk |
| une compétence illimitée. Les parlements doivent tenir compte non | aan een onbeperkte bevoegdheid. Zij dienen niet alleen rekening te |
| seulement du contexte économique, mais également des normes juridiques | houden met de economische context, doch eveneens met de hogere |
| supérieures et des engagements contractés, tant sur le plan national | rechtsnormen en met de aangegane verbintenissen, zowel op het |
| que sur le plan international. L'approbation annuelle du budget | internrechtelijke als op het internationaalrechtelijke vlak. De |
| n'empêche pas les parlements de contracter des engagements | jaarlijkse goedkeuring van de begroting verhindert de parlementen niet |
| pluriannuels, pour autant que ces engagements soient pris en compte | om verbintenissen voor meerdere jaren aan te gaan voor zover die |
| annuellement dans l'estimation et l'autorisation. | verbintenissen jaarlijks in de raming en machtiging worden verrekend. |
| B.12. Les parties requérantes soutiennent également que la décision | B.12. De verzoekende partijen voeren eveneens aan dat het besluit (EU, |
| (UE, Euratom) 2020/2053 confie à la Commission européenne la | Euratom) 2020/2053 aan de Europese Commissie de bevoegdheid overdraagt |
| compétence de prendre les dispositions nécessaires aux fins de la | om de noodzakelijke regelingen te treffen voor het beheer van de |
| gestion des opérations d'emprunt (article 5, paragraphe 3). | transacties tot het opnemen van de leningen (artikel 5, lid 3). |
| Lorsque le législateur donne assentiment à une décision adoptée sur la | Wanneer de wetgever instemt met een op grond van een verdrag |
| base d'un traité qui a une telle portée, il doit respecter l'article | aangenomen besluit dat een dergelijke draagwijdte heeft, dient hij |
| 34 de la Constitution. En vertu de cette disposition, l'exercice de | artikel 34 van de Grondwet te eerbiedigen. Krachtens die bepaling kan |
| pouvoirs déterminés peut être attribué par un traité ou par une loi à | de uitoefening van bepaalde machten door een verdrag of door een wet |
| des institutions de droit international public. Il est vrai que ces | aan volkenrechtelijke instellingen worden opgedragen. Weliswaar kunnen |
| institutions peuvent ensuite décider de manière autonome comment elles | die instellingen vervolgens autonoom beslissen over de wijze waarop |
| exercent les pouvoirs qui leur sont attribués, mais l'article 34 de la | zij de opgedragen bevoegdheden uitoefenen, maar artikel 34 van de |
| Constitution ne peut être réputé conférer un blanc-seing généralisé, | Grondwet kan niet worden geacht een veralgemeende vrijbrief te |
| ni au législateur, lorsqu'il donne son assentiment à une décision | verlenen, noch aan de wetgever, wanneer hij zijn instemming verleent |
| adoptée sur la base du traité, ni aux institutions concernées, | met een op grond van het verdrag aangenomen besluit, noch aan de |
| lorsqu'elles exercent les compétences qui leur ont été attribuées. | betrokken instellingen, wanneer zij de hun toegewezen bevoegdheden |
| L'article 34 de la Constitution n'autorise en aucun cas qu'il soit | uitoefenen. In geen geval staat artikel 34 van de Grondwet toe dat op |
| porté une atteinte discriminatoire à l'identité nationale inhérente | discriminerende wijze afbreuk wordt gedaan aan de nationale identiteit |
| aux structures fondamentales, politiques et constitutionnelles ou aux | die besloten ligt in de politieke en constitutionele basisstructuren |
| valeurs fondamentales de la protection que la Constitution confère aux | of aan de kernwaarden van de bescherming die de Grondwet aan de |
| sujets de droit. | rechtsonderhorigen verleent. |
| B.13. La décision (UE, Euratom) 2020/2053 confie certes à la | B.13. Het besluit (EU, Euratom) 2020/2053 draagt weliswaar aan de |
| Commission européenne la compétence de prendre les dispositions | Europese Commissie op om de noodzakelijke regelingen te treffen voor |
| nécessaires aux fins de la gestion des opérations d'emprunt. Ceci ne | het beheer van de transacties tot het opnemen van de leningen. Dit |
| porte toutefois pas atteinte au libre choix du législateur quant à la | doet echter geen afbreuk aan de keuzevrijheid van de wetgever inzake |
| manière dont il ferait usage des possibilités créées par ces emprunts, | de wijze waarop hij gebruik zou maken van de mogelijkheden die deze |
| ni à sa liberté de choix en ce qui concerne la manière dont il | leningen creëren, noch aan de keuzevrijheid inzake de wijze waarop hij |
| intégrera dans le budget les obligations financières éventuelles qui | eventuele daaruit volgende financiële verplichtingen inpast in de |
| en découleraient. | begroting. |
| B.14. Aucun argument invoqué par les parties requérantes ne fait apparaître que les dispositions attaquées portent directement atteinte à un aspect de l'Etat de droit démocratique qui est à ce point essentiel que sa défense justifierait un intérêt à agir dans le chef de tous les citoyens. B.15. Il résulte manifestement de ce qui précède qu'aucune partie requérante ne justifie de l'intérêt requis à demander l'annulation de la norme législative attaquée. Elles ne justifient donc pas non plus de l'intérêt requis à demander la suspension de cette norme. Enfin, contrairement à ce que les 23 parties requérantes soutiennent dans leur mémoire justificatif faisant suite aux conclusions des juges-rapporteurs, il ne saurait être déduit de l'ampleur de l'examen de l'intérêt de toutes ces parties requérantes qu'il ne peut pas être fait application de l'article 71 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle. B.16. Le recours en annulation et la demande de suspension sont manifestement irrecevables, faute de l'intérêt requis. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l'unanimité des voix, rejette le recours en annulation et la demande de suspension. Ainsi rendu en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 30 septembre 2021. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président, | B.14. Uit geen enkel door de verzoekende partijen aangevoerd argument blijkt dat de bestreden bepalingen rechtstreeks raken aan een aspect van de democratische rechtsstaat dat dermate essentieel is dat de vrijwaring ervan alle burgers aanbelangt. B.15. Uit hetgeen voorafgaat, volgt klaarblijkelijk dat geen van de verzoekende partijen doet blijken van het vereiste belang om de vernietiging van de bestreden wetskrachtige norm te vorderen. Bijgevolg doen zij evenmin blijken van het vereiste belang om de schorsing van die norm te vorderen. In tegenstelling tot wat de 23 verzoekende partijen aanvoeren in hun memorie met verantwoording naar aanleiding van de conclusies van de rechters-verslaggevers, kan tot slot niet uit de omvang van het onderzoek van het belang van al die verzoekende partijen worden afgeleid dat er geen toepassing kan worden gemaakt van artikel 71 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof. B.16. Het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing zijn klaarblijkelijk niet ontvankelijk wegens ontstentenis van het vereiste belang. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verwerpt het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing. Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 30 september 2021. De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, |
| L. Lavrysen | L. Lavrysen |