← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 80/2021 du 3 juin 2021 Numéro du rôle : 7376 En cause : la question
préjudicielle relative à l'article 17 du Code des droits de succession, avant son abrogation, en ce qui
concerne la Région flamande, par l'article 5.0.0 La Cour constitutionnelle, composée des présidents
L. Lavrysen et F. Daoût, et des juges T. Merc(...)"
Extrait de l'arrêt n° 80/2021 du 3 juin 2021 Numéro du rôle : 7376 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 17 du Code des droits de succession, avant son abrogation, en ce qui concerne la Région flamande, par l'article 5.0.0 La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et F. Daoût, et des juges T. Merc(...) | Uittreksel uit arrest nr. 80/2021 van 3 juni 2021 Rolnummer 7376 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 17 van het Wetboek der successierechten, vóór de opheffing ervan, voor wat betreft het Vlaamse Gewest, bij artikel 5.0.0.0.1, Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, en de rechters (...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 80/2021 du 3 juin 2021 | Uittreksel uit arrest nr. 80/2021 van 3 juni 2021 |
Numéro du rôle : 7376 | Rolnummer 7376 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 17 du Code | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 17 van het Wetboek |
des droits de succession, avant son abrogation, en ce qui concerne la | der successierechten, vóór de opheffing ervan, voor wat betreft het |
Région flamande, par l'article 5.0.0.0.1, 4°, du Code flamand de la | Vlaamse Gewest, bij artikel 5.0.0.0.1, 4°, van de Vlaamse Codex |
fiscalité du 13 décembre 2013, posée par la Cour de cassation. | Fiscaliteit van 13 december 2013, gesteld door het Hof van Cassatie. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents L. Lavrysen et F. Daoût, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, en de |
Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques, | rechters T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. |
Y. Kherbache et T. Detienne, assistée du greffier F. Meersschaut, | Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache en T. Detienne, bijgestaan door de |
présidée par le président L. Lavrysen, | griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 13 février 2020, dont l'expédition est parvenue au greffe | Bij arrest van 13 februari 2020, waarvan de expeditie ter griffie van |
de la Cour le 11 mars 2020, la Cour de cassation a posé la question | het Hof is ingekomen op 11 maart 2020, heeft het Hof van Cassatie de |
préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 17 du Code des droits de succession, avant son abrogation, | « Schendt artikel 17 van het Wetboek van Successierechten, vóór de |
en ce qui concerne la Région flamande, par l'article 5.0.0.0.1, 4°, du | opheffing ervan, voor wat betreft het Vlaamse Gewest, bij artikel |
décret du 13 décembre 2013 portant le Code flamand de la Fiscalité, | 5.0.0.0.1, 4°, van het Decreet van 13 december 2013 houdende de |
viole-t-il les articles 10, 11 et 172 de la Constitution coordonnée, | Vlaamse Codex Fiscaliteit, de artikelen 10, 11 en 172 van de |
gecoördineerde Grondwet in zoverre het erin voorziet dat voor de | |
en ce qu'il prévoit que, pour les contribuables, lorsque l'actif de la | belastingplichtigen, wanneer het actief van de nalatenschap van een |
succession d'un habitant du Royaume comprend des biens immobiliers | rijksinwoner in het buitenland gelegen onroerende goederen bevat die |
situés à l'étranger qui donnent lieu, dans le pays où ils sont situés, | in het land van de ligging ervan aanleiding geven tot het heffen van |
à la perception d'un impôt de succession, le droit de succession | een erfbelasting, het in België opvorderbare successierecht, in de |
exigible en Belgique est, dans la mesure où il frappe ces biens, | mate dat het deze goederen treft, wordt verminderd met het bedrag van |
réduit jusqu'à concurrence de l'impôt de succession prélevé dans le | de in het land van de ligging geheven erfbelasting, terwijl het niet |
pays où ces biens sont situés, alors qu'il ne prévoit pas que, pour | erin voorziet dat voor de belastingplichtigen, wanneer het actief van |
les contribuables, lorsque l'actif de la succession d'un habitant du | de nalatenschap van een rijksinwoner in het buitenland aangehouden |
Royaume comporte des biens mobiliers détenus à l'étranger qui donnent | roerende goederen bevat die in het land waar de goederen worden |
lieu, dans le pays où ces biens sont détenus, à la perception d'un | aangehouden aanleiding geven tot het heffen van een erfbelasting, het |
impôt de succession, le droit de succession exigible en Belgique est, | in België opvorderbare successierecht, in de mate dat deze goederen |
dans la mesure où il frappe ces biens, réduit jusqu'à concurrence de | treft, wordt verminderd met het bedrag van de in dat land geheven |
l'impôt de succession prélevé dans ce pays ? ». | erfbelasting ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. L'article 17 du Code des droits de succession, tel qu'il est | B.1.1. Artikel 17 van het Wetboek der successierechten, zoals van |
applicable dans l'affaire devant le juge a quo, dispose : | toepassing in het geding voor de verwijzende rechter, bepaalt : |
« Lorsque l'actif de la succession d'un habitant du royaume comprend | « Wanneer het actief der nalatenschap van een Rijksinwoner |
des immeubles situés à l'étranger qui donnent lieu à la perception, au | buitenslands gelegen onroerende goederen begrijpt, welke aanleiding |
pays de la situation, d'un impôt successoral, le droit de succession | geven tot het heffen, in het land der ligging, van een erfrecht, wordt |
exigible en Belgique est, dans la mesure où il frappe ces biens, réduit à concurrence de l'impôt prélevé par le pays de la situation, converti en euro à la date du paiement de cet impôt. La réduction dont il s'agit est subordonnée au dépôt, chez le receveur qui détient la déclaration de succession, de la quittance dûment datée des droits payés à l'étranger, ainsi que d'une copie, certifiée conforme par les autorités étrangères compétentes, de la déclaration qui leur a été remise et de la liquidation qu'elles ont établie. Si les pièces justificatives visées à l'alinéa précédent ne sont pas déposées avant l'échéance des droits, ceux-ci doivent être payés dans le délai légal, sauf restitution, le cas échéant, conformément à ce qui est prévu à l'article 135, 2° ». B.1.2. La disposition en cause doit être lue en combinaison avec | het in België opvorderbaar successierecht, in de mate waarin het deze goederen treft, verminderd met het bedrag van de in het land der ligging geheven belasting, deze omgerekend in euro op de datum van de betaling dier belasting. De vermindering, waarvan sprake, is afhankelijk gesteld van het inleveren, aan de ontvanger die de aangifte van nalatenschap onder zich heeft, van de behoorlijk gedateerde kwitantie der in het buitenland betaalde rechten, alsmede van een door de bevoegde vreemde overheden eensluidend verklaard afschrift der aangifte welke hun afgegeven werd, en van de rechtenverevening welke zij vastgesteld hebben. Indien de bij de vorige alinea bedoelde bewijsstukken vóór de betaaldag der rechten niet ingeleverd zijn, moeten deze binnen het wettelijk tijdsbestek betaald worden, behoudens teruggave, in voorkomend geval, overeenkomstig hetgeen voorzien is in artikel 135, 2° ». B.1.2. De in het geding zijnde bepaling dient in samenhang te worden |
l'article 15 du Code des droits de succession, aux termes duquel « le | gelezen met artikel 15 van het Wetboek der successierechten, naar luid |
waarvan « het successierecht [...] verschuldigd [is] op de | |
droit de succession est dû sur l'universalité des biens en quelque | algemeenheid der aan de overledene of aan de afwezige toebehorende |
lieu qu'ils se trouvent, appartenant au défunt ou à l'absent, | goederen, waar ook ze zich bevinden, na aftrekking der schulden en |
déduction faite des dettes et sauf application des articles 16 et 17 | behoudens toepassing van de artikelen 16 en 17 ». In de gevallen |
». Dans les cas où les biens recueillis d'une succession se trouvent à | waarin, zoals in het bodemgeschil, goederen uit een nalatenschap zich |
l'étranger et où un impôt de succession est prélevé sur ces biens par | in het buitenland bevinden en er door het land op wiens grondgebied de |
le pays sur le territoire duquel ils se trouvent, comme dans l'affaire | goederen zich bevinden een erfbelasting wordt geheven op die goederen, |
soumise au juge a quo, l'article 15 du Code des droits de succession | kan artikel 15 van het Wetboek der successierechten aanleiding geven |
peut donner lieu à la perception d'une double imposition successorale. | tot het heffen van een dubbele erfbelasting. |
B.1.3. Les articles 15 et 17 du Code des droits de succession ont été, | B.1.3. De artikelen 15 en 17 van het Wetboek der successierechten |
en ce qui concerne la Région flamande, abrogés à partir du 1er janvier | werden, voor wat het Vlaamse Gewest betreft, bij het decreet van 19 |
2015 par le décret du 19 décembre 2014 « portant modification du Code | december 2014 « tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 |
flamand de la fiscalité du 13 décembre 2013 », et remplacés | december 2013 », met ingang van 1 januari 2015, opgeheven en vervangen |
respectivement par l'article 2.7.3.2.1 et par l'article 2.7.5.0.4 du | door respectievelijk artikel 2.7.3.2.1 en artikel 2.7.5.0.4 van de |
Code flamand de la fiscalité du 13 décembre 2013. | Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013. |
B.2. La juridiction a quo interroge la Cour sur la compatibilité de | B.2. De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de |
l'article 17 du Code des droits de succession, tel qu'il est | bestaanbaarheid van artikel 17 van het Wetboek der successierechten, |
applicable dans le litige a quo, avec les articles 10, 11 et 172 de la | zoals van toepassing in het bodemgeschil, met de artikelen 10, 11 en |
Constitution, en ce que cette disposition prévoit que les | 172 van de Grondwet, in zoverre die bepaling erin voorziet dat |
contribuables qui recueillent, dans la succession d'un résident en | belastingplichtigen die uit de nalatenschap van een rijksinwoner in |
Belgique, des biens immobiliers situés à l'étranger voient le droit de | het buitenland gelegen onroerende goederen verkrijgen, het in België |
succession exigible en Belgique, frappant ces biens, être réduit | invorderbare successierecht dat die goederen treft, verminderd zien |
jusqu'à concurrence du montant de l'impôt de succession prélevé dans | met het bedrag van de in het land van de ligging geheven erfbelasting, |
le pays où ils sont situés, alors qu'elle ne prévoit pas que les | terwijl zij niet erin voorziet dat belastingplichtigen die uit de |
contribuables qui recueillent, dans la succession d'un résident en | nalatenschap van een rijksinwoner in het buitenland aangehouden |
Belgique, des biens mobiliers détenus à l'étranger peuvent voir le | roerende goederen verkrijgen, het in België invorderbare |
droit de succession exigible en Belgique être réduit jusqu'à | successierecht verminderd kunnen zien met het bedrag van de in het |
concurrence du montant de l'impôt de succession, frappant ces biens, | land van de ligging geheven erfbelasting dat die goederen treft. |
qui est prélevé dans le pays où ils sont situés. | |
B.3.1. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | B.3.1. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet |
qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. | berust en het redelijk verantwoord is. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de |
et le but visé. | aangewende middelen en het beoogde doel. |
B.3.2. L'article 172, alinéa 1er, de la Constitution constitue une | B.3.2. Artikel 172, eerste lid, van de Grondwet vormt, in fiscale |
application particulière, en matière fiscale, du principe d'égalité et | aangelegenheden, een bijzondere toepassing van het in de artikelen 10 |
de non-discrimination inscrit aux articles 10 et 11 de la | en 11 van de Grondwet vervatte beginsel van gelijkheid en |
Constitution. | niet-discriminatie. |
B.3.3. Ni les articles 10 et 11 ni l'article 172, alinéa 1er, de la | B.3.3. Noch de artikelen 10 en 11, noch artikel 172, eerste lid, van |
Constitution ne comportent une interdiction générale de la double | de Grondwet bevatten een algemeen verbod op dubbele belasting. |
imposition. B.3.4. Il relève du pouvoir d'appréciation du législateur de | B.3.4. Het behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever om, |
déterminer, lorsqu'il lève un impôt, les exonérations et les modalités | wanneer hij een belasting heft, de vrijstellingen en de modaliteiten |
de celui-ci. Le législateur ne pourrait cependant, sans violer le | daarvan te bepalen. De wetgever kan evenwel, zonder het beginsel van |
principe d'égalité et de non-discrimination, accorder des exonérations | gelijkheid en niet-discriminatie te schenden, geen vrijstellingen of |
ou des réductions de l'impôt à certains redevables et les refuser à | verminderingen van belasting verlenen aan sommige belastingplichtigen |
d'autres qui leur seraient comparables, si cette différence de | en ze weigeren aan anderen die met hen vergelijkbaar zijn, indien dat |
traitement n'est pas objectivement et raisonnablement justifiée. | verschil in behandeling niet objectief en redelijk verantwoord is. |
B.4.1. La disposition en cause comporte non pas une exonération de | B.4.1. De in het geding zijnde bepaling houdt geen vrijstelling van |
l'impôt de succession sur un bien immobilier situé à l'étranger, mais | erfbelasting in op een in het buitenland gelegen onroerend goed, maar |
seulement une réduction de l'impôt de succession dû en Belgique | impliceert enkel een vermindering van de in België verschuldigde |
jusqu'à concurrence de l'impôt de succession payé à l'étranger sur ce | erfbelasting met de in het buitenland betaalde erfbelasting op |
même bien. Si l'impôt de succession payé à l'étranger est inférieur à | datzelfde goed. Indien de in het buitenland betaalde erfbelasting |
l'impôt de succession dû en Belgique, un impôt de succession doit | lager is dan de in België verschuldigde erfbelasting, dan dient nog |
encore être payé partiellement en Belgique. Ce n'est que dans le cas | gedeeltelijk een erfbelasting in België te worden betaald. Het is |
où l'impôt de succession payé à l'étranger est égal ou supérieur à | enkel in het geval dat de in het buitenland betaalde erfbelasting |
l'impôt de succession dû en Belgique que plus rien n'est dû en | gelijk is aan of hoger is dan de in België verschuldigde erfbelasting, |
Belgique sur le bien immobilier situé à l'étranger. Si un impôt de | dat er in België niets meer verschuldigd is op het in het buitenland |
succession plus élevé a été payé à l'étranger, le montant qui dépasse | gelegen onroerend goed. Werd in het buitenland meer erfbelasting |
l'impôt de succession dû en Belgique ne peut pas être déduit de | betaald, dan mag het bedrag dat de in België verschuldigde |
l'impôt de succession dû en Belgique. | erfbelasting overschrijdt niet worden afgetrokken van de in België |
verschuldigde erfbelasting. | |
L'imputation de l'impôt de succession prélevé à l'étranger requiert | De verrekening van de in het buitenland geheven erfbelasting vereist |
que les héritiers fournissent la preuve que des droits successoraux | dat de erfgenamen het bewijs leveren dat ook daadwerkelijk erfrechten |
ont effectivement été payés. A cet effet, ils doivent soumettre une | werden betaald. Zij dienen daartoe een behoorlijk gedateerd |
preuve de paiement dûment datée, ainsi qu'une copie de la déclaration | betalingsbewijs voor te leggen, samen met een door de bevoegde |
certifiée conforme par l'autorité étrangère compétente et le calcul de | buitenlandse overheid eensluidend verklaard afschrift van de aangifte |
l'impôt de succession étranger. | en de berekening van de buitenlandse erfbelasting. |
B.4.2. L'article 17 du Code des droits de succession a été instauré | B.4.2. Artikel 17 van het Wetboek der successierechten werd ingevoerd |
par la loi du 10 août 1923 « apportant des modifications aux lois sur les droits de timbre, d'enregistrement, de greffe, d'hypothèque et de succession ». Dans les travaux préparatoires, cette législation est justifiée comme suit : « Dans cet état de notre législation, les immeubles situés hors de nos frontières et qui sont transmis par le décès d'un habitant du Royaume sont, en règle, soumis à une double perception : l'une en Belgique, l'autre au pays de la situation des biens. Cette double perception pour un même fait est évidemment rigoureuse et a donné lieu à de fréquentes et légitimes protestations. [...] Il importe de faire disparaître le grief que soulève à cet égard notre législation. Tel est le but de la disposition qui est l'objet de | bij de wet van 10 augustus 1923 « tot wijziging der wetten op de zegel-, registratie-, griffie- en successierechten ». In de parlementaire voorbereiding wordt die wetgeving als volgt verantwoord : « In dezen stand onzer wetgeving zijn de buiten onze grenzen gelegen onroerende goederen, die ten gevolge van het overlijden van eenen inwoner des Rijks overgedragen worden, in den regel aan eene dubbele heffing onderworpen : eene in België, eene andere in het land van de ligging der goederen. Deze dubbele heffing voor eenzelfde feit is natuurlijk al te streng en heeft herhaalde en wettige protesten uitgelokt. [...] De bezwaren welke onze wetgeving te dien opzichte baarde, dienen ondervangen te worden. Zulks is het doel van het bepaalde bij artikel |
l'article 33 du projet. Cette disposition exempte, en fait, du droit de succession la partie du montant net de l'héritage qui est fournie par des immeubles situés hors de notre territoire, et ce à concurrence du droit similaire que les héritiers ou légataires justifieront avoir payé du chef des dits immeubles dans le pays de leur situation. C'est dire qu'il y aura remise totale du droit dû en Belgique d'après la loi existante, lorsque le droit perçu par l'Etat étranger sera égal ou supérieur, et que la remise sera d'une somme égale à ce dernier droit dans l'hypothèse contraire » (Doc. parl., Chambre, 1922-1923, n° 138, p. 9). B.4.3. Au cours des discussions relatives au projet de loi qui a | 33 van het ontwerp. Dit artikel ontslaat, in feite, van het erfenisrecht, het deel van het zuiver bedrag der erfenis, dat gevormd wordt door de buiten ons grondgebied gelegen onroerende goederen en zulks ten beloope van het gelijksoortig recht waarvan de betaling, uit hoofde van gemelde onroerende goederen in het land hunner ligging, door de erfgenamen of legatarissen bewezen wordt. Dit beteekent dat geheele kwijtschelding van het in België volgens de bestaande wetgeving verschuldigd recht toegestaan wordt, wanneer het door den vreemden Staat geheven recht gelijk of hooger is, en dat, in de tegenovergestelde veronderstelling, de ontlasting aan laatstgenoemd recht gelijk zal zijn » (Parl. St., Kamer, 1922-1923, nr. 138, p. 10). |
abouti à la loi du 10 août 1923, il a été demandé au sein de la | B.4.3. Tijdens de bespreking van het wetsontwerp dat tot de wet van 10 |
augustus 1923 heeft geleid, werd in de Kamercommissie de vraag gesteld | |
commission de la Chambre si la réduction de l'impôt de succession ne | of de vermindering van de erfbelasting ook niet de erfbelasting |
devait pas aussi intégrer l'impôt de succession payé pour les biens mobiliers détenus à l'étranger. Toutefois, le rapporteur a répondu ce qui suit : « Il n'a pas été possible [...] de vérifier si et dans quelle mesure des pays étrangers perçoivent des droits de succession sur les valeurs mobilières qui dépendent de la succession d'un habitant de notre pays. Il est, en général, admis, que la succession est, en droit civil, régie quant aux meubles tant corporels qu'incorporels par la loi du domicile de leur propriétaire. Donc, on peut soutenir qu'il est juste d'intégralement appliquer le tarif successoral belge à l'ensemble du patrimoine mobilier délaissé | betaald voor de in het buitenland aangehouden roerende goederen diende te omvatten. De verslaggever antwoordde evenwel dat « het [hem] niet mogelijk [was] te onderzoeken of, en in welke mate, in het buitenland successierechten geheven worden op de roerende waarden die behooren tot de nalatenschap van een inwoner van ons land. Over het algemeen wordt aangenomen dat de nalatenschap in burgerlijk recht, wordt beheerscht, zoo voor de lichamelijke als de niet lichamelijke roerende goederen, door de wet van de woonplaats van den eigenaar. Men mag dus zeggen dat het billijk is het Belgisch tarief van successierechten in zijn geheel toe te passen op het gansche roerend |
par un habitant du Royaume » (Doc. parl., Chambre, 1922-1923, n° 279, | vermogen door een inwoner van het Rijk nagelaten » (Parl. St., Kamer, |
p. 31). | 1922-1923, nr. 279, p. 35). |
B.5.1. Comme il est dit en B.4.2, l'introduction de la disposition en | B.5.1. Zoals in B.4.2 is vermeld, had de invoering van de in het |
cause visait à éviter une double imposition successorale. Cet objectif | geding zijnde bepaling tot doel een dubbele erfbelasting te vermijden. |
est légitime. | Die doelstelling is legitiem. |
B.5.2. La différence de traitement repose également sur un critère de | B.5.2. Het verschil in behandeling berust eveneens op een objectief |
distinction objectif, à savoir le caractère immobilier ou mobilier du | criterium van onderscheid, namelijk het onroerend dan wel roerend |
bien qui fait partie de la succession. | karakter van het goed dat deel uitmaakt van de nalatenschap. |
B.5.3. Ainsi qu'il ressort des travaux préparatoires mentionnés en | B.5.3. Zoals blijkt uit de in B.4.3 vermelde parlementaire |
B.4.3, lors de l'introduction de l'article 17 du Code des droits de succession, l'exclusion des biens mobiliers détenus à l'étranger a été estimée justifiée pour deux raisons. D'une part, il a été souligné que c'est le droit du domicile du défunt qui détermine la transmission successorale en droit civil. D'autre part, il aurait été difficile à ce moment-là de déterminer si ces pays prélevaient un impôt de succession sur des biens mobiliers détenus à l'étranger. B.5.4. Pour justifier la différence de traitement sur laquelle la Cour est interrogée, le Gouvernement flamand fait encore valoir que la disposition en cause vise à éviter la fraude fiscale. B.6.1. Indépendamment du fait que d'autres pays prélevaient ou non en | voorbereiding, werd bij de invoering van artikel 17 van het Wetboek der successierechten de uitsluiting van de in het buitenland aangehouden roerende goederen verantwoord geacht om twee redenen. Enerzijds, werd erop gewezen dat de vererving op het vlak van het burgerlijk recht bepaald wordt door het recht van de woonplaats van de overledene. Anderzijds, zou het op dat ogenblik moeilijk zijn gebleken te achterhalen of op in het buitenland aangehouden roerende goederen erfbelasting door die landen werd geheven. B.5.4. De Vlaamse Regering voert ter verantwoording van het verschil in behandeling waarover het Hof wordt ondervraagd nog aan dat de in het geding zijnde bepaling beoogt belastingontduiking te voorkomen. |
1923 un impôt de succession sur des biens mobiliers détenus par des | B.6.1. Ongeacht of in 1923 door andere landen al dan niet een |
erfbelasting werd geheven op roerende goederen die op hun grondgebied | |
non-résidents sur leur territoire, il apparaît qu'à l'heure actuelle, | werden aangehouden door niet-inwoners, blijkt dat thans verschillende |
plusieurs pays dont l'Espagne prélèvent un tel impôt de succession. | landen, waaronder Spanje, een dergelijke erfbelasting heffen. |
En outre, la mobilité internationale tant des personnes que des biens | Bovendien is de internationale mobiliteit van zowel personen als |
et des capitaux a sensiblement augmenté depuis 1923. De ce fait, les | goederen en kapitalen sedert 1923 aanzienlijk toegenomen. Daardoor |
Belges détiennent actuellement beaucoup plus de biens mobiliers à | houden Belgen thans veel meer roerende goederen in het buitenland aan |
l'étranger qu'au moment de l'adoption de la disposition en cause. Ces | dan bij de totstandkoming van de in het geding zijnde bepaling het |
biens peuvent avoir une valeur considérable, notamment lorsqu'il | geval was. Die goederen kunnen een aanzienlijke waarde hebben, met |
s'agit d'avoirs bancaires ou d'actions. | name wanneer het om banktegoeden of aandelen gaat. |
B.6.2. En droit civil, le droit du domicile du défunt détermine en | B.6.2. Naar burgerlijk recht wordt niet alleen de grensoverschrijdende |
règle générale non seulement la transmission successorale | vererving van roerende goederen, maar evenzeer die van onroerende |
transfrontalière de biens mobiliers, mais aussi celle de biens | goederen, doorgaans bepaald door het recht van de woonplaats van de |
immobiliers. Par ailleurs, ce principe de droit civil n'a pas de | erflater. Dat burgerrechtelijke beginsel houdt overigens geen verband |
rapport avec le traitement fiscal de ces biens, qui repose sur une | met de fiscale behandeling van die goederen, die op een eigen fiscale |
logique fiscale propre. | logica stoelt. |
B.6.3. La mobilité inhérente aux biens mobiliers et la possibilité de | B.6.3. De inherente mobiliteit van roerende goederen en de |
transférer ceux-ci vers l'étranger après le décès du défunt pour | mogelijkheid om hen na het overlijden van de erflater naar het |
échapper à l'impôt de succession en Belgique n'empêche pas que la | buitenland over te brengen om aan de erfbelasting in België te |
disposition en cause ne règle pas une exonération fiscale, mais une | ontsnappen, neemt niet weg dat de in het geding zijnde bepaling geen |
simple imputation. Rien ne justifie que le législateur compétent | belastingvrijstelling, maar een loutere verrekening regelt. Niets |
continue à traiter le contribuable qui hérite de biens mobiliers | verantwoordt dat de bevoegde wetgever nog langer de belastingplichtige |
différemment du contribuable qui hérite de biens immobiliers. B.6.4. Selon le Gouvernement flamand, l'extension de la disposition en cause aux biens mobiliers qui sont détenus à l'étranger pourrait donner lieu à une fraude fiscale, au motif que les héritiers seraient incités, après le décès du défunt, à déplacer des biens mobiliers à l'étranger afin d'échapper à l'impôt de succession belge. La disposition en cause ne peut porter que sur des biens qui se trouvent déjà à l'étranger au moment du décès du défunt. En outre, le risque de voir certains contribuables se rendre coupable de fraude fiscale ne saurait justifier, en tant que tel, que des contribuables qui sont de bonne foi soient exclus du bénéfice de la disposition en cause. Si le champ d'application de la disposition en cause était étendu aux biens mobiliers détenus à l'étranger, les héritiers devraient apporter la preuve, pour pouvoir bénéficier de l'imputation de l'impôt de succession, qu'un impôt de succession a effectivement été payé dans un autre pays, ce qui implique nécessairement qu'ils | erfgenaam van roerende goederen anders behandelt dan de belastingplichtige erfgenaam van onroerende goederen. B.6.4 Volgens de Vlaamse Regering zou de uitbreiding van de in het geding zijnde bepaling tot roerende goederen die in het buitenland worden aangehouden, aanleiding kunnen geven tot belastingontduiking, doordat de erfgenamen ertoe aangezet zouden worden na het overlijden van de erflater roerende goederen over te brengen naar het buitenland om aan de Belgische erfbelasting te ontsnappen. De in het geding zijnde bepaling kan enkel betrekking hebben op goederen die zich op het ogenblik van de overlijden van de erflater reeds in het buitenland bevinden. Het risico dat sommige belastingplichtigen zich schuldig zouden maken aan belastingontduiking, kan overigens op zich niet verantwoorden dat belastingplichtigen die te goeder trouw zijn van het voordeel van de in het geding zijnde bepaling worden uitgesloten. Wanneer het toepassingsgebied van de in het geding zijnde bepaling zou worden uitgebreid tot de in het buitenland aangehouden roerende goederen, dienen de erfgenamen, om de verrekening van de erfbelasting te kunnen genieten, het bewijs te leveren dat daadwerkelijk een erfbelasting in een ander land werd betaald, wat noodzakelijkerwijze impliceert dat |
devraient informer les diverses autorités fiscales de l'existence des | zij het bestaan van de in het buitenland aangehouden roerende goederen |
biens mobiliers détenus à l'étranger. | aan de onderscheiden belastingoverheden kenbaar zouden moeten maken. |
B.7. Comme il est dit en B.4.2, la disposition en cause a été | B.7. Zoals is vermeld in B.4.2, werd de in het geding zijnde bepaling |
instaurée pour tempérer la sévérité d'une double imposition | ingevoerd om de gestrengheid van een dubbele erfbelasting te temperen |
successorale et elle a été inspirée par un souci d'équité. Au regard | en is zij ingegeven door billijkheidsoverwegingen. In het licht van |
de cet objectif et compte tenu de ce qui est dit en B.6, il n'apparaît | die doelstelling en rekening houdend met hetgeen in B.6 is vermeld, |
pas que la différence de traitement qui découle de l'article 17 du Code des droits de succession, selon que l'impôt de succession porte sur des biens immobiliers ou mobiliers, repose sur un critère de distinction pertinent. Par conséquent, la différence de traitement en cause n'est pas raisonnablement justifiée. B.8. La question préjudicielle appelle une réponse affirmative. Dans l'attente d'une intervention du législateur, il appartient au juge a quo de mettre fin à l'inconstitutionnalité constatée par la Cour, étant donné que ce constat est exprimé en des termes suffisamment clairs et complets pour permettre que la disposition en | blijkt niet dat het verschil in behandeling dat voortvloeit uit artikel 17 van het Wetboek der successierechten, naargelang de erfbelasting betrekking heeft op onroerende dan wel roerende goederen, berust op een pertinent criterium van onderscheid. Bijgevolg is het in het geding zijnde verschil in behandeling niet redelijk verantwoord. B.8. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. In afwachting van het optreden van de wetgever staat het aan de verwijzende rechter een einde te maken aan de door het Hof vastgestelde ongrondwettigheid, aangezien die vaststelling wordt uitgedrukt in voldoende duidelijke en volledige bewoordingen om toe te laten dat de in het geding zijnde bepaling wordt toegepast met |
cause soit appliquée dans le respect des articles 10 et 11 de la | inachtneming van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Constitution. Quant au maintien des effets | Ten aanzien van de handhaving van de gevolgen |
B.9.1. A titre subsidiaire, le Gouvernement flamand demande, en cas de | B.9.1. De Vlaamse Regering vraagt in ondergeschikte orde dat in geval |
constat d'inconstitutionnalité, de maintenir les effets de la | van een vaststelling van ongrondwettigheid, de gevolgen van de in het |
geding zijnde bepaling zouden worden gehandhaafd voor het verleden, | |
disposition en cause pour le passé, afin de garantir la sécurité | teneinde de rechtszekerheid te waarborgen. Zij voert aan dat, indien |
juridique. Il soutient que si la disposition en cause est purement et | de in het geding zijnde bepaling zonder meer ongrondwettig wordt |
simplement déclarée inconstitutionnelle, des contestations peuvent | verklaard, er betwistingen kunnen ontstaan over de toepasselijkheid |
naître concernant l'applicabilité de l'article 17 du Code des droits | van artikel 17 van het Wetboek der successierechten op nalatenschappen |
de succession à des successions comprenant des biens immobiliers | met in het buitenland gelegen onroerende goederen waarin de |
situés à l'étranger, où l'impôt de succession dû a été perçu depuis | verschuldigde erfbelasting reeds geruime tijd geleden werd geïnd |
longtemps, ainsi que concernant les refus d'appliquer cet article à | alsook over de weigeringen om dat artikel toe te passen op |
des successions contenant des biens mobiliers détenus à l'étranger. | |
Par ailleurs, le Gouvernement flamand attire aussi l'attention sur le | nalatenschappen met in het buitenland aangehouden roerende goederen. |
fait que l'article 2.7.5.0.4 du Code flamand de la fiscalité comporte | De Vlaamse Regering wijst voorts ook erop dat artikel 2.7.5.0.4 van de |
à l'heure actuelle un régime identique à celui qui figurait dans la | Vlaamse Codex Fiscaliteit thans een identieke regeling bevat als die |
disposition en cause. | welke was opgenomen in de in het geding zijnde bepaling. |
B.9.2. Le maintien des effets doit être considéré comme une exception | B.9.2. De handhaving van de gevolgen dient als een uitzondering op de |
à la nature déclaratoire de l'arrêt rendu au contentieux préjudiciel. | declaratoire aard van het in het prejudiciële contentieux gewezen |
Avant de décider de maintenir les effets de la disposition en cause, | arrest te worden beschouwd. Alvorens te beslissen de gevolgen van de |
in het geding zijnde bepaling te handhaven, moet het Hof vaststellen | |
la Cour doit constater que l'avantage tiré de l'effet du constat | dat het voordeel dat uit de niet-gemoduleerde vaststelling van |
d'inconstitutionnalité non modulé est disproportionné par rapport à la | ongrondwettigheid voortvloeit, buiten verhouding staat tot de |
perturbation qu'il impliquerait pour l'ordre juridique. | verstoring die zij voor de rechtsorde met zich zou meebrengen. |
B.9.3. Il convient d'abord d'observer que la Cour ne peut pas se | B.9.3. In de eerste plaats dient te worden opgemerkt dat het Hof zich |
prononcer sur le maintien des effets de l'article 2.7.5.0.4 du Code | niet kan uitspreken over de handhaving van de gevolgen van artikel |
flamand de la fiscalité, étant donné que cette disposition n'est pas | 2.7.5.0.4 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, nu die bepaling in de |
en cause dans la présente affaire. | voorliggende zaak niet in het geding is. |
B.9.4. En ce qui concerne l'article 17 du Code des droits de succession, le Gouvernement flamand ne démontre pas qu'un constat, non modulé, d'inconstitutionnalité pourrait à ce point compromettre la sécurité juridique que, lorsqu'elle répond à la question préjudicielle, la Cour doive décider de maintenir les effets de cette disposition. Par ailleurs, en ce qui concerne la Région flamande, la disposition en cause n'est plus applicable depuis le 1er janvier 2015. B.9.5. La demande de maintien des effets doit dès lors être rejetée. Par ces motifs, la Cour | B.9.4. Met betrekking tot artikel 17 van het Wetboek der successierechten, toont de Vlaamse Regering niet aan dat een niet-gemoduleerde vaststelling van ongrondwettigheid de rechtszekerheid in die mate in het gedrang zou kunnen brengen, dat bij de beantwoording van de prejudiciële vraag tot een handhaving van de gevolgen van die bepaling moet worden besloten. Overigens is de in het geding zijnde bepaling, voor wat het Vlaamse Gewest betreft, niet meer van toepassing sinds 1 januari 2015. B.9.5. Het verzoek tot handhaving van de gevolgen dient bijgevolg te worden afgewezen. Om die redenen, het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 17 du Code des droits de succession, avant son abrogation, | Artikel 17 van het Wetboek der successierechten, vóór de opheffing |
en ce qui concerne la Région flamande, par l'article 5.0.0.0.1, 4°, du | ervan, voor wat betreft het Vlaamse Gewest, bij artikel 5.0.0.0.1, 4°, |
Code flamand de la fiscalité du 13 décembre 2013, viole les articles | van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, schendt de |
10, 11 et 172 de la Constitution, en ce qu'il ne prévoit pas que les | artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre het niet erin |
contribuables qui recueillent, dans la succession d'un résident en | voorziet dat belastingplichtigen die uit de nalatenschap van een |
Belgique, des biens mobiliers détenus à l'étranger peuvent voir le | rijksinwoner in het buitenland aangehouden roerende goederen |
droit de succession exigible en Belgique, qui frappe ces biens, être | verkrijgen, het in België opvorderbare successierecht dat die goederen |
réduit jusqu'à concurrence du montant de l'impôt de succession prélevé | treft, verminderd kunnen zien met het bedrag van de erfbelasting |
dans le pays où ces biens sont détenus. | geheven in het land waar die goederen worden aangehouden. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 3 juin 2021. | op 3 juni 2021. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
L. Lavrysen | L. Lavrysen |