← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 73/2021 du 20 mai 2021 Numéro du rôle : 7339 En cause : la question
préjudicielle concernant l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police de
la circulation routière », tel qu'il était en vigue La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen,
et des juges J.-P. M(...)"
Extrait de l'arrêt n° 73/2021 du 20 mai 2021 Numéro du rôle : 7339 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police de la circulation routière », tel qu'il était en vigue La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, et des juges J.-P. M(...) | Uittreksel uit arrest nr. 73/2021 van 20 mei 2021 Rolnummer 7339 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer », zoals het van kracht was vóór de wijzigin Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de rechters (...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 73/2021 du 20 mai 2021 | Uittreksel uit arrest nr. 73/2021 van 20 mei 2021 |
Numéro du rôle : 7339 | Rolnummer 7339 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 38, § 6, de | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 38, § 6, van de wet van |
la loi du 16 mars 1968 « relative à la police de la circulation | 16 maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer », zoals |
routière », tel qu'il était en vigueur avant sa modification par | het van kracht was vóór de wijziging ervan bij artikel 2 van de wet |
l'article 2 de la loi du 2 septembre 2018 « modifiant la loi du 16 | van 2 september 2018 « tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 |
mars 1968 relative à la police de la circulation routière, en ce qui | betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring |
concerne la confiscation et l'immobilisation des véhicules », posée | en immobilisering van voertuigen betreft », gesteld door het Hof van |
par la Cour d'appel de Liège. | Beroep te Luik. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, et des juges J.-P. | samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de |
Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. | rechters J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. |
Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne et D. Pieters, assistée | Leysen, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne en D. |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président F. Daoût, | Pieters, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 5 décembre 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe | Bij arrest van 5 december 2019, waarvan de expeditie ter griffie van |
de la Cour le 3 janvier 2020, la Cour d'appel de Liège a posé la | het Hof is ingekomen op 3 januari 2020, heeft het Hof van Beroep te |
question préjudicielle suivante : | Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de | « Schendt artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 betreffende de |
la circulation routière, tel qu'il était en vigueur avant sa | politie over het wegverkeer, zoals het van kracht was vóór de |
modification par la loi du 2 septembre 2018 modifiant la loi du 16 | wijziging ervan bij de wet van 2 september 2018 tot wijziging van de |
wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat | |
mars 1968 relative à la police de la circulation routière, en ce qui | de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft, zo |
concerne la confiscation et l'immobilisation des véhicules interprété | geïnterpreteerd dat het van toepassing is op de beklaagde die opnieuw |
comme s'appliquant au prévenu qui commet à nouveau une infraction | een in dat artikel bedoeld misdrijf pleegt, binnen een termijn van |
visée par cet article, dans un délai de trois ans à compter du jour du | drie jaar vanaf de datum van de uitspraak van een in kracht van |
prononcé d'un jugement coulé en force de chose jugée du chef de l'une | gewijsde gegaan vonnis wegens een van de misdrijven bedoeld in artikel |
des infractions visées à l'article 38, § 6, alinéa 1er, de la loi du | 38, § 6, eerste lid, van de wet van 16 maart 1968, zonder dat dient te |
16 mars 1968 sans qu'il faille constater que les infractions | worden vastgesteld dat de nieuw gepleegde misdrijven vooraf bewezen |
nouvellement commises ont été préalablement déclarées établies par un | zijn verklaard bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, de |
jugement passé en force de chose jugée, viole-t-il les articles 12 et | artikelen 12 en 14 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen |
14 de la Constitution combinés ou non avec les articles 7.1 de la | met artikel 7, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de |
Convention européenne des droits de l'homme et 15.1 du Pacte | mens en met artikel 15, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake |
international relatif aux droits civils et politiques ? ». | burgerrechten en politieke rechten ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la disposition en cause et à son contexte | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling en de context ervan |
B.1. L'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 « relative à la | B.1. Artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de |
police de la circulation routière » (ci-après : la loi du 16 mars | politie over het wegverkeer » (hierna : de wet van 16 maart 1968) |
1968), a pour objet de régler la durée de la déchéance du droit de | strekt ertoe de duur te regelen van het verval van het recht tot het |
conduire un véhicule à moteur qu'un juge doit prononcer. | besturen van een motorvoertuig dat een rechter moet uitspreken. |
Une telle déchéance constitue une peine au sens du Code pénal. | Een dergelijk verval is een straf in de zin van het Strafwetboek. |
B.2.1. L'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 a été remplacé | B.2.1. Artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 werd in de loop |
plusieurs fois au fil des ans. | der jaren meerdere malen vervangen. |
B.2.2.1. A l'origine, l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968, | B.2.2.1. Oorspronkelijk bepaalde artikel 38, § 6, van de wet van 16 |
inséré par l'article 9, 4°, de la loi du 9 mars 2014 « modifiant la | maart 1968, ingevoegd bij artikel 9, 4°, van de wet van 9 maart 2014 « |
loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée le 16 | tot wijziging van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, |
mars 1968, la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis | gecoördineerd op 16 maart 1968, van de wet van 29 juni 1964 |
betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, van de wet van | |
et la probation, la loi du 21 juin 1985 relative aux conditions | 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig te |
techniques auxquelles doivent répondre tout véhicule de transport par | land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten |
terre, ses éléments ainsi que les accessoires de sécurité et la loi du | |
21 novembre 1989 relative à l'assurance obligatoire de la | voldoen en van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte |
responsabilité en matière de véhicules automoteurs » (ci-après : la | aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen » (hierna : de wet |
loi du 9 mars 2014), disposait : | van 9 maart 2014) : |
« Sauf dans le cas visé à l'article 37/1, alinéa 1er, le juge doit | « Behoudens in geval van artikel 37/1, eerste lid, moet de rechter het |
prononcer la déchéance du droit de conduire un véhicule à moteur pour | verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig van ten |
une période de 3 mois au moins, et subordonner la réintégration dans | minste 3 maanden uitspreken, en het herstel van het recht tot sturen |
le droit de conduire à la réussite des quatre examens visés au § 3, | afhankelijk maken van het slagen voor de vier examens en onderzoeken |
alinéa 1er, si le coupable, dans la période de 3 ans à compter du jour | bedoeld in § 3, eerste lid, wanneer de schuldige, in de periode van 3 |
du prononcé d'un précédent jugement de condamnation coulé en force de | jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend |
vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan voor één van de | |
chose jugée du chef de l'une des infractions visées aux articles 29, § | overtredingen bedoeld in de artikelen 29, § 1, eerste lid, 29, § 3, |
1er, alinéa 1er, 29, § 3, alinéa 3, 30, § § 1er, 2 et 3, 33, § § 1er | derde lid, 30, § § 1, 2 en 3, 33, § § 1 en 2, 34, § 2, 35, 37, 37bis, |
et 2, 34, § 2, 35, 37, 37bis, § 1er, 48 et 62bis, commet à nouveau | § 1, 48 en 62bis, opnieuw één van deze overtredingen begaat. |
l'une de ces infractions. | |
Si le coupable, dans les 3 ans à compter du jour du prononcé d'un | Wanneer de schuldige binnen 3 jaar te rekenen van de dag van de |
précédent jugement de condamnation coulé en force de chose jugée du | uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde |
chef de l'une des infractions visées à l'alinéa 1er, commet à nouveau | is gegaan voor één van de in het eerste lid bedoelde overtredingen, |
deux de ces infractions, la déchéance du droit de conduire un véhicule | twee van deze overtredingen opnieuw begaat, bedraagt het verval van |
à moteur est de 6 mois au moins et la réintégration dans le droit de | het recht tot het besturen van een motorvoertuig ten minste 6 maanden |
conduire est subordonnée à la réussite des quatre examens visés au § | en is het herstel van het recht tot sturen afhankelijk van het slagen |
3, alinéa 1er. | voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid. |
Si le coupable, dans les 3 ans à compter du jour du prononcé d'un | Wanneer de schuldige binnen 3 jaar te rekenen van de dag van de |
uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde | |
précédent jugement de condamnation coulé en force de chose jugée du | is gegaan voor één van de in het eerste lid bedoelde overtredingen, |
chef de l'une des infractions visées à l'alinéa 1er, commet à nouveau | drie of meer van deze overtredingen opnieuw begaat, bedraagt het |
trois ou plus de ces infractions, la déchéance du droit de conduire un | verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig ten minste |
véhicule à moteur est de 9 mois au moins et la réintégration dans le | 9 maanden en is het herstel van het recht tot sturen afhankelijk van |
droit de conduire est subordonnée à la réussite des quatre examens | het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste |
visés au § 3, alinéa 1er ». | lid ». |
Cette disposition est entrée en vigueur le 1er janvier 2015 (article 8 | Die bepaling is in werking getreden op 1 januari 2015 (artikel 8 van |
de l'arrêté royal du 10 juin 2014 « modifiant l'arrêté royal du 21 | het koninklijk besluit van 10 juni 2014 « tot wijziging van het |
avril 2007 relatif aux appareils de test et aux appareils d'analyse de | koninklijk besluit van 21 april 2007 betreffende de ademtesttoestellen |
l'haleine », modifié par l'article 1er d'un arrêté royal du 21 juillet 2014). | en de ademanalysetoestellen », gewijzigd bij artikel 1 van een koninklijk besluit van 21 juli 2014). |
B.2.2.2. L'exposé des motifs de la loi du 9 mars 2014 indique : | B.2.2.2. In de memorie van toelichting bij de wet van 9 maart 2014 |
wordt aangegeven : | |
« De plus, la récidive des infractions les plus graves sera punie plus | « Daarnaast wordt recidive van de zwaarste overtredingen zwaarder |
sévèrement. Depuis la modification légale du 2 décembre 2011, il est | bestraft. Sedert de wetswijziging van 2 december 2011 is er reeds |
déjà question de récidive en cas de combinaison de conduite sous | sprake van recidive voor de combinatie rijden onder invloed van |
influence de l'alcool, d'ivresse et de conduite sous l'emprise de | |
drogues. A présent, c'est également le cas pour le délit de fuite, la | alcohol, dronkenschap en rijden onder invloed van drugs. Nu komt daar |
conduite sans permis de conduire, les infractions du quatrième degré, | vluchtmisdrijf, rijden zonder rijbewijs, overtredingen van de vierde |
les infractions les plus graves en matière de vitesse et l'usage d'un | graad, de zwaarste snelheidsovertredingen en het gebruik van de |
détecteur de radar. Lorsque l'on est condamné pour l'une de ces | radardetector bij. Wanneer men veroordeeld wordt voor één van deze |
infractions et que l'on commet à nouveau l'une de ces infractions dans | overtredingen en men één van deze overtredingen opnieuw begaat binnen |
une période de trois ans, le juge devra prononcer une déchéance | een periode van drie jaar, zal de rechter een verplicht verval van het |
obligatoire du droit de conduire un véhicule automobile, à côté de | recht tot het besturen van een motorvoertuig moeten uitspreken, naast |
l'obligation de repasser l'examen théorique et pratique et l'examen | het verplicht opleggen van het theoretisch en praktisch examen en het |
médical et psychologique. La durée de la déchéance obligatoire varie | geneeskundig en psychologisch onderzoek. De duur van het verplicht |
en fonction de ' l'importance ' de la récidive » (Doc. parl., Chambre, | verval varieert in functie van de ' mate ' van recidive » (Parl. St., |
2012-2013, DOC 53-2880/001, p. 4). | Kamer, 2012-2013, DOC 53-2880/001, p. 4). |
B.2.3.1. L'article 11, 6°, de la loi du 6 mars 2018 « relative à | B.2.3.1. Bij artikel 11, 6°, van de wet van 6 maart 2018 « ter |
l'amélioration de la sécurité routière » (ci-après : la loi du 6 mars | verbetering van de verkeersveiligheid » (hierna : de wet van 6 maart |
2018) remplace l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 par la | 2018) wordt artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 vervangen |
disposition suivante : | door de volgende bepaling : |
« Le juge doit prononcer la déchéance du droit de conduire un véhicule | « De rechter moet het verval van het recht tot het besturen van een |
à moteur pour une période de trois mois au moins et subordonner la | motorvoertuig van ten minste drie maanden uitspreken en het herstel |
réintégration dans le droit de conduire à la réussite des quatre | van het recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor de vier |
examens visés au § 3, alinéa 1er, si le coupable, dans la période de | examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid, wanneer de |
trois ans à compter du jour du prononcé d'un précédent jugement de | schuldige, in de periode van drie jaar te rekenen van de dag van de |
condamnation coulé en force de chose jugée du chef de l'une ou plus | uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde |
des infractions visées aux articles 29, § 1er, alinéa 1er, 29, § 3, | is gegaan voor één of meer van de overtredingen bedoeld in de |
alinéa 3, 30, § § 1er, 2 et 3, 33, § § 1er et 2, 34, § 2, 35, 37, | artikelen 29, § 1, eerste lid, 29, § 3, derde lid, 30, § § 1, 2 en 3, |
37bis, § 1er, 48, 62bis ou à l'article 22 de la loi du 21 novembre | 33, § § 1 en 2, 34, § 2, 35, 37, 37bis, § 1, 48, 62bis of artikel 22 |
1989 relative à l'assurance obligatoire de la responsabilité en | van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte |
matière de véhicules automoteurs, est à nouveau condamné du chef de | aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen opnieuw wordt |
veroordeeld voor één van deze overtredingen. | |
l'une de ces infractions. | Wanneer de schuldige binnen drie jaar te rekenen van de dag van de |
Si le coupable, dans les trois ans à compter du jour du prononcé d'un | uitspraak van een vorig veroordelend vonnis, waarin toepassing is |
précédent jugement de condamnation dans lequel il est fait application | gemaakt van het eerste lid, en dat in kracht van gewijsde is gegaan |
de l'alinéa 1er, et lequel est coulé en force de chose jugée du chef | voor één van de in het eerste lid bedoelde overtredingen, opnieuw |
de l'une des infractions visées à l'alinéa 1er, est à nouveau condamné | veroordeeld wordt voor één of meer van deze overtredingen, bedraagt |
du chef d'une ou plusieurs de ces infractions, la déchéance du droit | het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig ten |
de conduire un véhicule à moteur est de six mois au moins et la | minste zes maanden en is het herstel van het recht tot sturen |
réintégration dans le droit de conduire est subordonnée à la réussite | afhankelijk van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld |
des quatre examens visés au § 3, alinéa 1er. | in § 3, eerste lid. |
Si le coupable, dans les trois ans à compter du jour du prononcé d'un | Wanneer de schuldige binnen drie jaar te rekenen van de dag van de |
précédent jugement de condamnation dans lequel il est fait application | uitspraak van een vorig veroordelend vonnis, waarin toepassing is |
gemaakt van het tweede lid, en dat in kracht van gewijsde is gegaan | |
de l'alinéa 2, et lequel est coulé en force de chose jugée du chef de | voor één van de in het eerste lid bedoelde overtredingen, opnieuw |
l'une des infractions visées à l'alinéa 1er, est à nouveau condamné du | veroordeeld wordt voor één of meer van deze overtredingen, bedraagt |
chef d'une ou plus de ces infractions, la déchéance du droit de | het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig ten |
conduire un véhicule à moteur est de neuf mois au moins et la | minste negen maanden en is het herstel van het recht tot sturen |
réintégration dans le droit de conduire est subordonnée à la réussite | afhankelijk van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld |
des quatre examens visés au § 3, alinéa 1er ». | in § 3, eerste lid ». |
Il s'agit de la disposition en cause. | Het betreft de in het geding zijnde bepaling. |
B.2.3.2. Le commentaire relatif à cette disposition expose : | B.2.3.2. In de commentaar bij die bepaling wordt uiteengezet : |
« La formulation du paragraphe 6 est légèrement adaptée afin d'exclure | « De formulering van paragraaf 6 werd licht aangepast om |
des problèmes d'interprétation; le principe de la récidive simple | interpretatieproblemen uit te sluiten; het principe van enkelvoudige |
s'applique en cas de nouvelle condamnation dans les trois années qui | recidive geldt in geval er een nieuwe veroordeling is binnen de drie |
suivent une première condamnation. Il n'est question de double | jaar na een eerste definitieve veroordeling. Er is enkel sprake van |
récidive que si le juge condamne à nouveau après qu'il y ait déjà eu | dubbele recidive indien de rechter opnieuw veroordeelt nadat er reeds |
deux condamnations définitives. Pour qu'il y ait triple récidive, | twee definitieve veroordelingen zijn. Voordat er sprake kan zijn van |
trois condamnations précédentes sont exigées. Ce n'est donc pas le | een trippele recidive zijn drie eerdere veroordelingen vereist. Het is |
nombre de nouvelles infractions qui est pris en compte pour définir le | dus niet het aantal nieuwe overtredingen dat in aanmerking moet worden |
type de récidive (simple, double ou triple), mais bien le nombre de | genomen om het soort recidive te bepalen (enkelvoudig, dubbelvoudig, |
condamnations définitives précédentes » (Doc. parl., Chambre, | dan wel drievoudig), maar wel het aantal voorafgaande definitieve |
2017-2018, DOC 54-2868/001, p. 25). | veroordelingen » (Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-2868/001, p. 25). |
B.2.4. L'article 26, alinéa 1er, de la loi du 6 mars 2018, publiée au | B.2.4. Artikel 26, eerste lid, van de wet van 6 maart 2018, die in het |
Moniteur belge du 15 mars 2018, dispose : | Belgisch Staatsblad van 15 maart 2018 is bekendgemaakt, bepaalt : |
« La présente loi entre en vigueur le 15 février 2018, à l'exception | « Deze wet treedt in werking op 15 februari 2018, met uitzondering van |
des articles 10, 14, 16 et 20, et de l'article 25, 2°, qui entrent en | de artikelen 10, 14, 16 en 20, en artikel 25, 2°, die in werking |
vigueur le 1er juillet 2018 ». | treden op 1 juli 2018 ». |
B.2.5.1. L'article 2 de la loi du 2 septembre 2018 « modifiant la loi | B.2.5.1. Bij artikel 2 van de wet van 2 september 2018 « tot wijziging |
du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, en ce | van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het |
qui concerne la confiscation et l'immobilisation des véhicules » | wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen |
(ci-après : la loi du 2 septembre 2018) remplace la deuxième version | betreft » (hierna : de wet van 2 september 2018) wordt de tweede |
de l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 par la disposition | versie van artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 vervangen |
suivante : | door de volgende bepaling : |
« Le juge doit prononcer la déchéance du droit de conduire un véhicule | « De rechter moet het verval van het recht tot het besturen van een |
à moteur pour une période de trois mois au moins et subordonner la | motorvoertuig van ten minste drie maanden uitspreken en het herstel |
réintégration dans le droit de conduire à la réussite des quatre | van het recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor de vier |
examens visés au § 3, alinéa 1er, si le coupable, après une | examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid, wanneer de |
condamnation par application des articles 29, § 1er, alinéa 1er, 29, § | schuldige, na een veroordeling met toepassing van de artikelen 29, § |
3, alinéa 3, 30, § § 1er, 2 et 3, 33, § § 1er et 2, 34, § 2, 35, 37, | 1, eerste lid, 29, § 3, derde lid, 30, § § 1, 2 en 3, 33, § § 1 en 2, |
37bis, § 1er, 48, 62bis ou à l'article 22 de la loi du 21 novembre | 34, § 2, 35, 37, 37bis, § 1, 48, 62bis of artikel 22 van de wet van 21 |
1989 relative à l'assurance obligatoire de la responsabilité en | november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering |
inzake motorrijtuigen, één van deze bepalingen binnen drie jaar te | |
matière de véhicules automoteurs, viole à nouveau une de ces | rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis |
dispositions dans les trois ans à compter du jour du prononcé d'un | dat in kracht van gewijsde is gegaan, opnieuw overtreedt. |
précédent jugement de condamnation coulé en force de chose jugée. | In geval van herhaling binnen drie jaar na een veroordeling waarin |
En cas de récidive dans les trois ans à compter d'une condamnation | toepassing is gemaakt van het eerste lid, en die in kracht van |
dans laquelle il est fait application de l'alinéa 1er, et laquelle est | gewijsde is gegaan voor één van de in het eerste lid bedoelde |
coulée en force de chose jugée du chef de l'une des infractions visées | overtredingen, bedraagt het verval van het recht tot het besturen van |
à l'alinéa 1er, la déchéance du droit de conduire un véhicule à moteur | een motorvoertuig ten minste zes maanden en is het herstel van het |
est de six mois au moins et la réintégration dans le droit de conduire | recht tot sturen afhankelijk van het slagen voor de vier examens en |
est subordonnée à la réussite des quatre examens visés au § 3, alinéa | onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid. |
1er. En cas de nouvelle récidive dans les trois ans à compter d'une | In geval van nieuwe herhaling binnen drie jaar na een veroordeling |
condamnation dans laquelle il est fait application de l'alinéa 2 ou du | waarin toepassing is gemaakt van het tweede lid of dit lid, en die in |
présent alinéa et laquelle est coulée en force de chose jugée du chef | kracht van gewijsde is gegaan voor één van de in het eerste lid |
de l'une des infractions visées à l'alinéa 1er, la déchéance du droit | bedoelde overtredingen, bedraagt het verval van het recht tot het |
de conduire un véhicule à moteur est de neuf mois au moins et la | besturen van een motorvoertuig ten minste negen maanden en is het |
réintégration dans le droit de conduire est subordonnée à la réussite | herstel van het recht tot sturen afhankelijk van het slagen voor de |
des quatre examens visés au § 3, alinéa 1er ». | vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid ». |
Dès lors qu'elle a été publiée au Moniteur belge du 2 octobre 2018, | Aangezien zij in het Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2018 is |
cette troisième version de l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars | bekendgemaakt, is die derde versie van artikel 38, § 6, van de wet van |
1968 est entrée en vigueur le dixième jour à compter de celui de sa | 16 maart 1968 in werking getreden op de tiende dag vanaf de dag van de |
publication, soit le 12 octobre 2018, en vertu de l'article 4 de la | bekendmaking ervan, zijnde op 12 oktober 2018, krachtens artikel 4 van |
loi du 31 mai 1961 « relative à l'emploi des langues en matière | de wet van 31 mei 1961 « betreffende het gebruik der talen in |
législative, à la présentation, à la publication et à l'entrée en | wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van |
vigueur des textes légaux et réglementaires ». | wetten en verordeningen ». |
B.2.5.2. Les travaux préparatoires de l'amendement qui est à l'origine | B.2.5.2. In de parlementaire voorbereiding van het amendement dat aan |
de l'article 2 de la loi du 2 septembre 2018 exposent : | de oorsprong ligt van artikel 2 van de wet van 2 september 2018 wordt |
uiteengezet : | |
« Le paragraphe 6 de l'article 38 traite de la récidive ' croisée ' : | « Paragraaf 6 van artikel 38 handelt over de ' gekruiste ' recidive : |
la répétition d'une des infractions les plus graves (sans que cela | het herhaald plegen van de zwaarste overtredingen (zonder dat dit |
doive toujours être la même infraction) est plus sévèrement punie. | steeds dezelfde overtreding moet zijn) wordt strenger bestraft. |
L'article 38, § 6, a donné lieu à une multitude de problèmes | Artikel 38, § 6, gaf in de rechtsleer en de rechtspraak aanleiding tot |
d'interprétation dans la doctrine et la jurisprudence, ce à quoi la | |
loi du 6 mars 2018 a voulu remédier, en dépit d'une jurisprudence | tal van interpretatieproblemen, en daaraan wou de wet van 6 maart 2018 |
antérieure claire de la Cour de cassation. Pour pouvoir faire | verhelpen, ondanks eerdere duidelijke rechtspraak van het Hof van |
application de l'article 38, § 6, de la loi sur la circulation | Cassatie. Om toepassing te kunnen maken van artikel 38, § 6, WPW is |
routière, ce n'est plus le nombre de nouvelles infractions qui doit | het niet meer het aantal nieuwe overtredingen dat in aanmerking moet |
être pris en considération, mais bien la condamnation définitive | |
antérieure pour une des infractions de roulage visées à l'article 38, | worden genomen, maar wel de eerdere definitieve veroordeling voor een |
§ 6, de la loi précitée pour l'application de l'article 38, § 6, | van de verkeersmisdrijven opgenomen in artikel 38, § 6, WPW voor de |
alinéa 1er, de la loi précitée. En cas d'une ou de plusieurs | toepassing van artikel 38, § 6, eerste lid, WPW. Bij een of meerdere |
condamnations définitives précédentes dans le cadre desquelles | vroegere definitieve veroordelingen waarin toepassing werd gemaakt van |
l'article 38, § 6, a été appliqué, il sera fait application de | artikel 38, § 6, zal dan toepassing worden gemaakt van artikel 38, § |
l'article 38, § 6, alinéa 1er, 2 ou 3 de la loi précitée, en fonction | 6, eerste, tweede of derde lid WPW, al naargelang de concrete situatie. |
de la situation concrète. | Wat in de nieuwe wet echter onduidelijkheid veroorzaakt, is het feit |
Le fait que la loi fixe désormais comme condition que le coupable doit | dat de wet thans als vereiste stelt dat de schuldige binnen drie jaar |
avoir été condamné à nouveau dans les trois ans pour un des faits | opnieuw moet worden veroordeeld voor een van de feiten omschreven in |
visés à l'article 38, § 6, suscite un manque de clarté dans la | artikel 38, § 6. Bij herhalingsregels wordt echter in principe de |
nouvelle loi. En ce qui concerne les règles en matière de récidive, | datum van het plegen van het nieuwe misdrijf in aanmerking gekomen. |
toutefois, c'est en principe la date de la commission de la nouvelle | Dit is logisch, aangezien de datum waarop het nieuwe verkeersmisdrijf |
infraction qui entre en ligne de compte. C'est logique, puisque la | werd gepleegd, duidelijk bepaalbaar is. De datum waarop de |
date à laquelle la nouvelle infraction de roulage a été commise est | veroordeling voor het nieuwe verkeersmisdrijf, dat aanleiding geeft |
clairement déterminable. Il est difficile, voire impossible, de | tot toepassing van de herhalingsregeling, wordt uitgesproken, is |
déterminer la date à laquelle sera prononcée la condamnation pour la | |
nouvelle infraction de roulage qui donne lieu à l'application du | moeilijk, zo niet onmogelijk bepaalbaar. Allicht zal de tekst van |
régime de la récidive. La rédaction de l'article 38, § 6, incitera | artikel 38, § 6, sommigen er toe aanzetten allerlei middelen aan te |
très probablement certains à mettre en oeuvre toutes sortes de moyens | wenden om de datum van veroordeling te proberen uit te stellen, om te |
pour tenter de reporter la date de condamnation afin d'échapper à | ontsnappen aan de toepassing van de herhalingsregeling. |
l'application du régime de la récidive. | |
C'est la raison pour laquelle le présent amendement parle, non pas de | Vandaar dat dit amendement nu niet spreekt over veroordelingen, maar |
condamnations, mais de la commission d'infractions. L'amendement se | |
rapproche en ce sens plus étroitement du régime de la récidive déjà | over het begaan van overtredingen. In die zin leunt het amendement |
existant et prévu à l'article 36 de la loi sur la circulation routière | nauwer aan bij de al bestaande herhalingsregeling van artikel 36 van |
et dans le droit commun » (Doc. parl., Chambre, 2017-2018, DOC | de wegverkeerswet en bij het gemeenrecht » (Parl. St., Kamer, |
54-1820/004, p. 3). | 2017-2018, DOC 54-1820/004, p. 3). |
Il est également expliqué que depuis l'entrée en vigueur de la loi du | |
6 mars 2018, « un certain nombre de nouvelles infractions ne sont plus | Ook wordt uitgelegd dat sinds de inwerkingtreding van de wet van 6 |
prises en compte, mais bien les condamnations définitives antérieures. | maart 2018 « niet meer het aantal nieuwe overtredingen in aanmerking |
Ce qui était destiné à clarifier les choses, se révélait être | [worden] genomen, maar wel de [eerdere] definitieve veroordelingen. |
inopérant dans la pratique. Des avocats se prévalaient souvent de | Wat voor meer duidelijkheid moest zorgen, deed dat in de praktijk |
cette confusion afin d'éviter à leur client d'être condamné. Aussi, | niet. Advocaten gebruikten de verwarring vaak om veroordeling van hun |
cet amendement clarifie que le délai de récidive commence à courir à | cliënt te ontlopen. Daarom maakt dit amendement duidelijker dat de |
partir de la condamnation définitive d'une infraction antérieure | herhalingstermijn loopt van de definitieve veroordeling van een eerder |
jusqu'à la date où une nouvelle infraction est commise » (Doc. parl., | misdrijf, tot de datum van het plegen van een nieuw misdrijf » (Parl. |
Chambre, 2017-2018, DOC 54-1820/005, p. 3). | St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-1820/005, p. 3). |
B.2.6. Enfin, l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 a encore | B.2.6. Artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 werd ten slotte |
été modifié par l'article 2, 1°, de la loi du 8 mai 2019 « modifiant | nog gewijzigd bij artikel 2, 1°, van de wet van 8 mei 2019 « tot |
la loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée le | wijziging van de op 16 maart 1968 gecoördineerde wet betreffende de |
16 mars 1968, et modifiant le Code d'instruction criminelle », mais | politie over het wegverkeer en tot wijziging van het Wetboek van |
cette modification est sans incidence sur l'affaire présentement | Strafvordering », maar die wijziging heeft geen invloed op de |
examinée. | onderhavige zaak. |
Quant au fond | Ten gronde |
B.3.1. La question préjudicielle concerne la deuxième version - citée | B.3.1. De prejudiciële vraag betreft de tweede versie - aangehaald in |
en B.2.3.1 - de l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968, qui | B.2.3.1 - van artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968, die van |
était en vigueur du 15 février 2018 au 11 octobre 2018. | kracht was van 15 februari 2018 tot 11 oktober 2018. |
B.3.2. Selon cette deuxième version de l'article 38, § 6, alinéa 1er, | B.3.2. Volgens die tweede versie van artikel 38, § 6, eerste lid, van |
de la loi du 16 mars 1968, le juge doit prononcer la déchéance du | de wet van 16 maart 1968 moet de rechter het verval van het recht tot |
droit de conduire un véhicule à moteur pour une période de trois mois | het besturen van een motorvoertuig van ten minste drie maanden |
au moins et subordonner la réintégration dans le droit de conduire à | uitspreken en het herstel van het recht tot sturen afhankelijk maken |
la réussite des quatre examens visés au paragraphe 3, alinéa 1er, de | van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in |
cet article, si le coupable, dans la période de trois ans à compter du | paragraaf 3, eerste lid, van dat artikel, wanneer de schuldige, in de |
jour du prononcé d'un précédent jugement de condamnation coulé en | periode van drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een |
vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan voor | |
force de chose jugée du chef d'une ou de plusieurs infractions visées | een of meer van de overtredingen bedoeld in de in die bepaling |
aux articles énumérés dans cette disposition, « est à nouveau condamné | opgesomde artikelen, « opnieuw wordt veroordeeld » voor een van die |
» du chef de l'une de ces infractions. | overtredingen. |
Selon la première et la troisième versions de l'article 38, § 6, | Volgens de eerste en de derde versie van artikel 38, § 6, eerste lid, |
alinéa 1er, de la loi du 16 mars 1968, le juge doit prononcer la | van de wet van 16 maart 1968 moet de rechter het verval van het recht |
déchéance du droit de conduire un véhicule à moteur pour une période | tot het besturen van een motorvoertuig van ten minste drie maanden |
de trois mois au moins et subordonner la réintégration dans le droit | uitspreken en het herstel van het recht tot sturen afhankelijk maken |
de conduire à la réussite des examens y afférents si l'intéressé, dans | van het slagen voor de desbetreffende examens en onderzoeken, wanneer |
la période précitée de trois ans, commet à nouveau une infraction à | de betrokkene, in de voormelde periode van drie jaar, een van de in |
l'un des articles énumérés dans cette disposition. | die bepaling opgesomde artikelen opnieuw overtreedt. |
B.3.3.1. Selon la lecture littérale de la deuxième version de | B.3.3.1. Volgens de letterlijke lezing van de tweede versie van |
l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968, la réponse à la question | artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 is het antwoord op de |
de savoir s'il y a récidive ou non dépend ainsi du moment où le | vraag of er al dan niet sprake is van herhaling aldus afhankelijk van |
prévenu est à nouveau condamné, alors que, selon la première et la | het tijdstip waarop de beklaagde opnieuw wordt veroordeeld, terwijl |
troisième versions de cet article, la réponse à cette question dépend | het antwoord op die vraag volgens de eerste en de derde versie van dat |
du moment où une nouvelle infraction est commise. | artikel afhankelijk is van het tijdstip waarop een nieuwe overtreding wordt begaan. |
B.3.3.2. Le juge a quo soumet cependant à la Cour la deuxième version | B.3.3.2. De verwijzende rechter legt de tweede versie van artikel 38, |
de l'article 38, § 6, alinéa 1er, de la loi du 16 mars 1968 dans | § 6, eerste lid, van de wet van 16 maart 1968 evenwel aan het Hof |
l'interprétation selon laquelle il y a récidive lorsque la nouvelle | voor, in de interpretatie dat er sprake is van herhaling wanneer de |
infraction est commise dans la période de trois ans à compter du jour | nieuwe overtreding wordt begaan in de periode van drie jaar te rekenen |
du prononcé d'un précédent jugement de condamnation coulé en force de | van de dag van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van |
chose jugée. Il ressort de la décision de renvoi que cette | gewijsde is gegaan. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat die |
interprétation est fondée sur la jurisprudence de la Cour de cassation | interpretatie is gebaseerd op rechtspraak van het Hof van Cassatie |
(Cass., 30 janvier 2019, P.18.0879.F; 3 avril 2019, P.18.1224.F; 9 | (Cass., 30 januari 2019, P.18.0879.F; 3 april 2019, P.18.1224.F; 9 |
avril 2019, P.18.1208.N). | april 2019, P.18.1208.N). |
B.4.1. Il est demandé à la Cour si, dans l'interprétation précitée, la | B.4.1. Aan het Hof wordt gevraagd of de in het geding zijnde bepaling, |
in de voormelde interpretatie, al dan niet bestaanbaar is met de | |
disposition en cause est compatible ou non avec les articles 12 et 14 | artikelen 12 en 14 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen |
de la Constitution, lus ou non en combinaison avec l'article 7, | met artikel 7, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de |
paragraphe 1, de la Convention européenne de droits de l'homme et avec | mens en met artikel 15, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake |
l'article 15, paragraphe 1, du Pacte international relatif aux droits | burgerrechten en politieke rechten, in zoverre zij zou toelaten dat de |
civils et politiques, en ce qu'elle permettrait que le prévenu devant | beklaagde voor de verwijzende rechter wordt veroordeeld in staat van |
le juge a quo soit condamné en état de récidive étant donné qu'il a | herhaling, daar hij de bedoelde overtredingen heeft begaan minder dan |
commis les infractions visées moins de trois ans après le prononcé | drie jaar na de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in |
d'un précédent jugement de condamnation coulé en force de chose jugée, | kracht van gewijsde is gegaan, terwijl uit de duidelijke bewoordingen |
alors qu'il ressort du libellé clair de la deuxième version de | van de tweede versie van artikel 38, § 6, eerste lid, van de wet van |
l'article 38, § 6, alinéa 1er, de la loi du 16 mars 1968 qu'une | 16 maart 1968 blijkt dat een nieuwe veroordeling moest plaatshebben |
nouvelle condamnation devait intervenir dans ce délai de trois ans. | binnen die termijn van drie jaar. |
B.4.2. Il ressort de la motivation de la décision de renvoi que le | B.4.2. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de |
prévenu devant le juge a quo a commis les infractions en cause dans la | beklaagde voor de verwijzende rechter de in het geding zijnde |
période durant laquelle la première version de l'article 38, § 6, de | overtredingen heeft begaan in de periode tijdens welke de eerste |
la loi du 16 mars 1968 était applicable. | versie van artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 van |
toepassing was. | |
La Cour limite son examen à cette hypothèse. | Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die hypothese. |
B.5.1. L'article 12, alinéa 2, de la Constitution dispose : | B.5.1. Artikel 12, tweede lid, van de Grondwet bepaalt : |
« Nul ne peut être poursuivi que dans les cas prévus par la loi, et | « Niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaalt en |
dans la forme qu'elle prescrit ». | in de vorm die zij voorschrijft ». |
B.5.2. En attribuant au pouvoir législatif la compétence pour déterminer dans quels cas des poursuites pénales sont possibles, l'article 12, alinéa 2, de la Constitution garantit à tout justiciable qu'aucun comportement ne sera punissable qu'en vertu de règles adoptées par une assemblée délibérante, démocratiquement élue. En outre, le principe de légalité en matière pénale qui découle de la disposition constitutionnelle précitée procède de l'idée que la loi pénale doit être formulée en des termes qui permettent à chacun de savoir, au moment où il adopte un comportement, si celui-ci est ou non punissable. Il exige que le législateur indique, en des termes suffisamment précis, clairs et offrant la sécurité juridique, quels faits sont sanctionnés, afin, d'une part, que celui qui adopte un comportement puisse évaluer préalablement, de manière satisfaisante, quelle sera la conséquence pénale de ce comportement et afin, d'autre part, que ne soit pas laissé au juge un trop grand pouvoir d'appréciation. Toutefois, le principe de légalité en matière pénale n'empêche pas que la loi attribue un pouvoir d'appréciation au juge. Il faut en effet tenir compte du caractère de généralité des lois, de la diversité des situations auxquelles elles s'appliquent et de l'évolution des comportements qu'elles répriment. La condition qu'une infraction doit être clairement définie par la loi se trouve remplie lorsque le justiciable peut savoir, à partir du | B.5.2. Door aan de wetgevende macht de bevoegdheid te verlenen om te bepalen in welke gevallen strafvervolging mogelijk is, waarborgt artikel 12, tweede lid, van de Grondwet aan elke rechtsonderhorige dat geen enkele gedraging strafbaar zal worden gesteld dan krachtens regels aangenomen door een democratisch verkozen beraadslagende vergadering. Het wettigheidsbeginsel in strafzaken dat uit de voormelde grondwetsbepaling voortvloeit, gaat bovendien uit van de idee dat de strafwet moet worden geformuleerd in bewoordingen op grond waarvan eenieder, op het ogenblik waarop hij een gedrag aanneemt, kan uitmaken of dat gedrag al dan niet strafbaar is. Het vereist dat de wetgever in voldoende nauwkeurige, duidelijke en rechtszekerheid biedende bewoordingen bepaalt welke feiten strafbaar worden gesteld, zodat, enerzijds, diegene die een gedrag aanneemt, vooraf op afdoende wijze kan inschatten wat het strafrechtelijke gevolg van dat gedrag zal zijn en, anderzijds, aan de rechter geen al te grote beoordelingsbevoegdheid wordt gelaten. Het wettigheidsbeginsel in strafzaken staat evenwel niet eraan in de weg dat de wet aan de rechter een beoordelingsbevoegdheid toekent. Er dient immers rekening te worden gehouden met het algemene karakter van de wetten, de uiteenlopende situaties waarop zij van toepassing zijn en de evolutie van de gedragingen die zij bestraffen. Aan het vereiste dat een misdrijf duidelijk moet worden omschreven in de wet is voldaan wanneer de rechtzoekende, op basis van de bewoordingen van de relevante bepaling en, indien nodig, met behulp |
libellé de la disposition pertinente et, au besoin, à l'aide de son | van de interpretatie daarvan door de rechtscolleges, kan weten voor |
interprétation par les juridictions, quels actes et omissions engagent | welke handelingen en welke verzuimen hij strafrechtelijk aansprakelijk |
sa responsabilité pénale. | kan worden gesteld. |
Ce n'est qu'en examinant une disposition pénale spécifique qu'il est | Enkel bij het onderzoek van een specifieke strafbepaling is het |
possible de déterminer, en tenant compte des éléments propres aux | mogelijk om, rekening houdend met de elementen eigen aan de misdrijven |
infractions qu'elle entend réprimer, si les termes généraux utilisés | die zij wil bestraffen, te bepalen of de door de wetgever gehanteerde |
par le législateur sont à ce point vagues qu'ils méconnaîtraient le | algemene bewoordingen zo vaag zijn dat ze het strafrechtelijk |
principe de légalité en matière pénale. | wettigheidsbeginsel zouden schenden. |
B.5.3. En ce qu'il vise à permettre à celui qui adopte un comportement | B.5.3. In zoverre het bij artikel 12, tweede lid, van de Grondwet |
d'évaluer préalablement, de manière satisfaisante, quelle sera la | gewaarborgde wettigheidsbeginsel, zoals is vermeld in B.5.2, beoogt |
conséquence pénale de ce comportement, comme il est dit en B.5.2, le | diegene die een gedrag aanneemt, in staat te stellen om vooraf op |
principe de légalité garanti par l'article 12, alinéa 2, de la | afdoende wijze te kunnen inschatten wat het strafrechtelijke gevolg |
Constitution est étroitement lié au principe de légalité garanti par | van dat gedrag zal zijn, hangt dat beginsel nauw samen met het |
l'article 14 de la Constitution, qui dispose : | wettigheidsbeginsel, gewaarborgd bij artikel 14 van de Grondwet, dat |
« Nulle peine ne peut être établie ni appliquée qu'en vertu de la loi ». | bepaalt : « Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet ». |
B.6.1. L'article 7, paragraphe 1, de la Convention européenne des | B.6.1. Artikel 7, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van |
droits de l'homme dispose : | de mens bepaalt : |
« Nul ne peut être condamné pour une action ou une omission qui, au | « Niemand kan worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten, dat |
moment où elle a été commise, ne constituait pas une infraction | geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte |
d'après le droit national ou international. De même il n'est infligé | ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde. Evenmin zal een |
aucune peine plus forte que celle qui était applicable au moment où | zwaardere straf worden opgelegd dan die welke ten tijde van het begaan |
l'infraction a été commise ». | van het strafbare feit van toepassing was ». |
L'article 15, paragraphe 1, du Pacte international relatif aux droits | Artikel 15, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten |
civils et politiques dispose : | en politieke rechten bepaalt : |
« Nul ne sera condamné pour des actions ou omissions qui ne | « Niemand kan worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten, dat |
constituaient pas un acte délictueux d'après le droit national ou | geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte |
international au moment où elles ont été commises. De même, il ne sera | ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde. Evenmin, mag een |
infligé aucune peine plus forte que celle qui était applicable au | zwaardere straf worden opgelegd dan die welke ten tijde van het begaan |
moment où l'infraction a été commise. Si, postérieurement à cette | van het strafbare feit van toepassing was. Indien, na het begaan van |
infraction, la loi prévoit l'application d'une peine plus légère, le | het strafbare feit de wet mocht voorzien in de oplegging van een |
délinquant doit en bénéficier ». | lichtere straf, dient de overtreder daarvan te profiteren ». |
B.6.2. Il résulte notamment des dispositions conventionnelles | B.6.2. Uit de voormelde verdragsbepalingen vloeit onder meer voort dat |
précitées que le prévenu ne saurait se voir infliger, du chef d'une | de beklaagde van een misdrijf niet kan worden onderworpen aan een |
infraction, une peine plus forte que celle qui était applicable au | zwaardere straf dan die welke ten tijde van het begaan van het |
moment où l'infraction a été commise et que, si le législateur a, par | strafbare feit van toepassing was en dat, indien de wetgever nadien de |
la suite, réduit la peine fixée pour cette infraction, le juge est | voor dat misdrijf vastgelegde straf heeft verminderd, de rechter ertoe |
tenu de prononcer la peine la plus légère. Ces dispositions ont ainsi | gehouden is de lichtste straf uit te spreken. Die bepalingen hebben |
une portée similaire à celle de l'article 2, alinéa 2, du Code pénal, | aldus een gelijksoortige draagwijdte als artikel 2, tweede lid, van |
qui dispose : | het Strafwetboek, dat bepaalt : |
« Si la peine établie au temps du jugement diffère de celle qui était | « Indien de straf, ten tijde van het vonnis bepaald, verschilt van die |
portée au temps de l'infraction, la peine la moins forte sera | welke ten tijde van het misdrijf was bepaald, wordt de minst zware |
appliquée ». | straf toegepast ». |
B.7. Les faits qui sont mis à charge du prévenu devant le juge a quo | B.7. De feiten die de beklaagde voor de verwijzende rechter ten laste |
ont été commis le 2 octobre 2016 et le jugement du Tribunal | worden gelegd, werden gepleegd op 2 oktober 2016 en het vonnis van de |
correctionnel de Liège, division Liège, qui a condamné le prévenu pour | Correctionele rechtbank Luik, afdeling Luik, die de beklaagde voor die |
ces faits, a été prononcé le 13 octobre 2017, dates auxquelles la | feiten heeft veroordeeld, is uitgesproken op 13 oktober 2017, data |
première version de l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 était | waarop de eerste versie van artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart |
1968 van toepassing was. De verwijzende rechter dient zich in hoger | |
beroep over de ten laste gelegde feiten uit te spreken na de | |
applicable. C'est après l'entrée en vigueur de l'article 2 de la loi | inwerkingtreding van het in B.2.5.1 vermelde artikel 2 van de wet van |
du 2 septembre 2018, mentionné en B.2.5.1, qui contient la troisième | 2 september 2018, dat de derde versie van artikel 38, § 6, van de wet |
version de l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968, que le juge a | van 16 maart 1968 bevat. |
quo doit se prononcer en appel sur les faits reprochés. | |
B.8.1. En ce qui concerne la deuxième version de l'article 38, § 6, de | B.8.1. Met betrekking tot de tweede versie van artikel 38, § 6, van de |
la loi du 16 mars 1968, la Cour de cassation a jugé : | wet van 16 maart 1968 heeft het Hof van Cassatie geoordeeld : |
« Il ressort des travaux préparatoires de la loi modificative du 6 | « Uit de parlementaire voorbereiding van de wijzigende wet van 6 maart |
mars 2018 que le législateur entendait, d'une part, ajouter une | 2018 blijkt de bedoeling van de wetgever om, eensdeels, aan de lijst |
nouvelle infraction à la liste des infractions, à savoir l'infraction | van overtredingen een nieuwe overtreding toe te voegen, namelijk de |
à l'article 22 de la loi du 21 novembre 1989 ' relative à l'assurance | inbreuk op artikel 22 [van de wet van 21 november 1989 ' betreffende |
obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs ' et, d'autre part, supprimer l'exception dans le cas où le juge fait application de l'article 37/1 de la loi relative à la police de la circulation routière. Il en ressort également que le législateur a jugé opportun d'adapter légèrement la formulation de la disposition afin d'éviter des problèmes d'application et a ainsi décidé que ce n'était pas le nombre d'infractions qui devait être pris en compte pour définir le degré d'aggravation de la peine (simple, double, triple), mais bien le nombre de condamnations précédentes. Les travaux préparatoires de la loi modificative du 2 septembre 2018 indiquent expressément que le législateur a considéré qu'une nouvelle | de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen '], en, anderdeels, de uitzondering te schrappen ingeval de rechter artikel 37/1 Wegverkeerswet toepast. Ook blijkt dat de wetgever het nodig vond om de formulering van de bepaling licht aan te passen teneinde toepassingsproblemen te vermijden en aldus besliste dat niet het aantal overtredingen in aanmerking diende te worden genomen om de aard van de strafverzwaring (enkelvoudig, dubbel, driedubbel) te bepalen, maar wel het aantal voorafgaande veroordelingen. |
adaptation de l'article 38, § 6, alinéa 1er, de la loi relative à la | Uit de parlementaire voorbereiding van de wijzigende wet van 2 |
police de la circulation routière s'imposait, pour le motif que la | september 2018 blijkt expliciet dat de wetgever een nieuwe aanpassing |
modification précédente avait suscité un manque de clarté en faisant | van artikel 38, § 6, eerste lid, Wegverkeerswet nodig achtte omdat de |
de la nouvelle condamnation, et non de la commission d'une nouvelle | voorgaande wijziging had geleid tot een gebrek aan duidelijkheid door |
infraction, la seconde condition de l'état de récidive. | als tweede voorwaarde voor de toestand van strafverzwaring een nieuwe |
Il résulte de l'ensemble des travaux préparatoires mentionnés que le | veroordeling te eisen en niet het begaan van een nieuwe overtreding. |
législateur n'a pas eu l'intention que ce soit un jugement de | Uit het geheel van de vermelde parlementaire voorbereidingen volgt dat |
condamnation, dans une période de moins de trois ans, du chef de l'une | de wetgever niet de bedoeling had om het aannemen van de toestand van |
des infractions mentionnées qui détermine l'état de récidive. Il | strafverzwaring afhankelijk te maken van een veroordelend vonnis |
n'apparaît donc pas que le législateur ait changé de conception en ce | wegens een van de vermelde overtredingen dat niet ouder is dan drie |
qui concerne les conditions qui déterminent l'aggravation de la peine | jaar. Er blijkt dus geen gewijzigd inzicht van de wetgever voor wat |
» (Cass., 9 avril 2019, P.18.1208.N, traduction libre. Dans un sens | betreft de voorwaarden voor strafverzwaring » (Cass., 9 april 2019, |
comparable : Cass., 30 janvier 2019, P.18.0879.F; 3 avril 2019, | P.18.1208.N. In vergelijkbare zin : Cass., 30 januari 2019, |
P.18.1224.F). | P.18.0879.F; 3 april 2019, P.18.1224.F). |
B.8.2. La jurisprudence contenue dans les arrêts cités de la Cour de | B.8.2. De in de aangehaalde arresten van het Hof van Cassatie vervatte |
cassation portait sur la condamnation d'un prévenu, au moment où la | rechtspraak had betrekking op de veroordeling van een beklaagde op het |
deuxième ou la troisième version de l'article 38, § 6, de la loi du 16 | ogenblik dat de tweede, dan wel de derde versie van artikel 38, § 6, |
mars 1968 était applicable, du chef de nouveaux faits commis dans la | van de wet van 16 maart 1968 van toepassing was, voor nieuwe feiten |
période durant laquelle la première version de cet article était | gepleegd in de periode waarin de eerste versie van dat artikel van |
applicable. | toepassing was. |
B.8.3. En ce qui concerne le droit à l'application de la disposition | B.8.3. Met betrekking tot het recht op de toepassing van de meest |
pénale la plus favorable, tel qu'il est garanti par l'article 2, | gunstige strafbepaling, zoals gewaarborgd bij artikel 2, tweede lid, |
alinéa 2, du Code pénal, par l'article 7, paragraphe 1, de la | van het Strafwetboek, bij artikel 7, lid 1, van het Europees Verdrag |
Convention européenne des droits de l'homme et par l'article 15, | voor de rechten van de mens en bij artikel 15, lid 1, van het |
paragraphe 1, du Pacte international relatif aux droits civils et | Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, |
politiques, la Cour de cassation a jugé, par ses arrêts du 30 janvier | heeft het Hof van Cassatie bij zijn arresten van 30 januari 2019 en 3 |
2019 et du 3 avril 2019, que le prévenu ne peut se prévaloir | april 2019 geoordeeld dat de beklaagde zich niet retroactief kan |
rétroactivement de la loi qui apparaît plus favorable, si la | beroepen op de wet die lijkt te voorzien in een gunstigere regeling, |
modification des conditions de fond de la récidive qui en découle est | wanneer de wijziging van de voorwaarden voor het vaststellen van de |
due à une erreur de formulation du texte que le législateur a par la | herhaling het gevolg is van een vergissing in de formulering van de |
suite rectifiée (Cass., 30 janvier 2019, P.18.0879.F; 3 avril 2019, | wettekst, die de wetgever nadien heeft rechtgezet (Cass., 30 januari |
P.18.1224.F). | 2019, P.18.0879.F; 3 april 2019, P.18.1224.F). |
Dans un sens analogue, la Cour de cassation a jugé, par son arrêt du 9 | In soortgelijke zin heeft het Hof van Cassatie bij zijn arrest van 9 |
avril 2019, qui portait sur la condamnation d'un prévenu, au moment où | april 2019, dat betrekking had op de veroordeling van een beklaagde op |
het ogenblik dat de derde versie van artikel 38, § 6, van de wet van | |
la troisième version de l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 | 16 maart 1968 van toepassing was voor feiten gepleegd op het ogenblik |
était applicable, du chef de faits commis au moment où la première | dat de eerste versie van dat artikel van toepassing was, geoordeeld |
version de cet article était applicable, qu'« un prévenu ne peut se | dat « een beklaagde [...] enkel retroactief aanspraak [kan] maken op |
prévaloir rétroactivement du régime plus favorable de la loi | het gunstiger regime van de tussenliggende wet, wanneer uit de |
intermédiaire que lorsqu'il appert de la réglementation modifiée | gewijzigde regelgeving blijkt dat zij het resultaat is van een |
qu'elle est le fruit d'une conception modifiée du législateur quant | gewijzigd inzicht van de wetgever over de voorwaarden voor |
aux conditions qui déterminent l'aggravation de la peine » (Cass., 9 | strafverzwaring » (Cass., 9 april 2019, P.18.1208.N). |
avril 2019, P.18.1208.N, traduction libre). | |
La Cour de cassation a ensuite déduit des travaux préparatoires des | Uit de parlementaire voorbereiding van de wetten van 6 maart 2018 en |
lois du 6 mars 2018 et du 2 septembre 2018, dans les trois arrêts | van 2 september 2018 heeft het Hof van Cassatie in de drie voormelde |
précités, que le législateur n'avait pas eu l'intention de faire | arresten vervolgens afgeleid dat de wetgever niet de bedoeling heeft |
dépendre l'état de récidive simple de la date à laquelle le prévenu | gehad de enkelvoudige herhaling afhankelijk te maken van het tijdstip |
est à nouveau condamné, de sorte qu'« il n'apparaît [...] pas que le | waarop de beklaagde opnieuw wordt veroordeeld, zodat er « geen |
législateur ait changé de conception en ce qui concerne les conditions | gewijzigd inzicht van de wetgever [blijkt] voor wat betreft de |
qui déterminent l'aggravation de la peine ». | voorwaarden voor strafverzwaring ». |
B.9. Les faits qui sont à l'origine de la jurisprudence précitée de la | B.9. De feiten die aan de voormelde rechtspraak van het Hof van |
Cour de cassation sont analogues à ceux qui ont donné lieu à l'affaire | Cassatie ten grondslag liggen, zijn soortgelijk aan die welke ten |
pendante devant le juge a quo, en ce sens que les personnes qui, dans | grondslag liggen aan de zaak die hangende is voor de verwijzende |
la période durant laquelle la première version de l'article 38, § 6, | rechter in die zin dat de personen die, in de periode waarin de eerste |
de la loi du 16 mars 1968 était applicable, ont commis des faits | versie van artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 van |
auxquels cette version de cet article pouvait être appliquée, ne | toepassing was, feiten hebben gepleegd waarop die versie van dat |
artikel kon worden toegepast, op het ogenblik van het plegen van die | |
pouvaient pas considérer, au moment de la commission de ces faits et | feiten niet op basis van de bewoordingen van die versie van dat |
sur la base des termes de cette version de cet article, que l'état de | artikel ervan konden uitgaan dat de vaststelling van de herhaling |
récidive était déterminé par la date de la condamnation du chef des | afhankelijk is van de datum van de veroordeling voor de nieuw |
nouveaux faits commis. | gepleegde feiten. |
Il en résulte que le prévenu qui, par un jugement prononcé le 5 mars | Daaruit vloeit voort dat de beklaagde die, bij een vonnis dat op 5 |
2015 et passé en force de chose jugée, a été condamné en raison de | maart 2015 is uitgesproken en in kracht van gewijsde is gegaan, voor |
een van de in dat artikel bedoelde overtredingen is veroordeeld en die | |
l'une des infractions visées par cet article et qui commet, le 2 | op 2 oktober 2016 een in dat artikel bedoelde nieuwe overtreding |
octobre 2016, une nouvelle infraction visée par cet article doit être | begaat, vervallen moet worden verklaard van het recht tot het besturen |
déchu du droit de conduire un véhicule à moteur pour une période de | van een motorvoertuig voor een periode van ten minste drie maanden, |
trois mois au moins, même s'il est jugé pour ces faits plus de trois | zelfs indien hij meer dan drie jaar na het vorige vonnis voor die |
ans après le précédent jugement. | feiten wordt berecht. |
Il découle en effet de la jurisprudence citée en B.8.3 que, dans de | Uit de in B.8.3 aangehaalde rechtspraak vloeit immers voort dat een |
telles circonstances, un prévenu ne peut se prévaloir de la deuxième | beklaagde zich in dergelijke omstandigheden niet kan beroepen op de |
version de l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968. | tweede versie van artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968. |
B.10. En outre, dès lors que les faits pour lesquels le prévenu devant | B.10. Bovendien, aangezien de feiten waarvoor de beklaagde voor de |
le juge a quo est jugé ont été commis dans la période durant laquelle | verwijzende rechter wordt berecht, zijn gepleegd in de periode waarin |
la première version de l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 | de eerste versie van artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 van |
était applicable, il ne pouvait pas considérer, au moment de la | toepassing was, kon hij op het ogenblik van het plegen van die feiten |
commission de ces faits et sur la base des termes de cette version de | en op basis van de bewoordingen van die versie van dat artikel niet |
cet article, que l'état de récidive était déterminé par la date de la | ervan uitgaan dat de vaststelling van de herhaling afhankelijk is van |
condamnation du chef des nouveaux faits commis. | de datum van de veroordeling voor de nieuw gepleegde feiten. |
La disposition en cause ne porte donc pas atteinte à la sécurité | De in het geding zijnde bepaling doet dus geen afbreuk aan de |
juridique et au principe de légalité en matière pénale. | rechtszekerheid en aan het wettigheidsbeginsel in strafzaken. |
B.11. Il s'ensuit que la disposition en cause est compatible avec les | B.11. Hieruit vloeit voort dat de in het geding zijnde bepaling |
articles 12 et 14 de la Constitution, lus ou non en combinaison avec | bestaanbaar is met de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, al dan niet |
l'article 7, paragraphe 1, de la Convention européenne de droits de | in samenhang gelezen met artikel 7, lid 1, van het Europees Verdrag |
l'homme et avec l'article 15, paragraphe 1, du Pacte international | voor de rechten van de mens en met artikel 15, lid 1, van het |
relatif aux droits civils et politiques. | Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 38, § 6, alinéa 1er, de la loi du 16 mars 1968 « relative à | Artikel 38, § 6, eerste lid, van de wet van 16 maart 1968 « |
la police de la circulation routière », tel qu'il a été remplacé par | betreffende de politie over het wegverkeer », zoals vervangen bij |
l'article 11, 6°, de la loi du 6 mars 2018 « relative à l'amélioration | artikel 11, 6°, van de wet van 6 maart 2018 « ter verbetering van de |
de la sécurité routière », ne viole pas les articles 12 et 14 de la | verkeersveiligheid », schendt niet de artikelen 12 en 14 van de |
Constitution, lus en combinaison avec l'article 7, paragraphe 1, de la | Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 7, lid 1, van het Europees |
Convention européenne de droits de l'homme et avec l'article 15, | Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 15, lid 1, van het |
paragraphe 1, du Pacte international relatif aux droits civils et | Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. |
politiques. Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 20 mai 2021. | op 20 mei 2021. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
F. Daoût | F. Daoût |