← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 72/2021 du 20 mai 2021 Numéro du rôle : 7314 En cause : la question
préjudicielle relative à l'article 15, § 5, du Code de la nationalité belge, posée par le tribunal
de la famille du Tribunal de première instance d composée des
présidents F. Daoût et L. Lavrysen, et des juges T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Gie(...)"
Extrait de l'arrêt n° 72/2021 du 20 mai 2021 Numéro du rôle : 7314 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 15, § 5, du Code de la nationalité belge, posée par le tribunal de la famille du Tribunal de première instance d composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, et des juges T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Gie(...) | Uittreksel uit arrest nr. 72/2021 van 20 mei 2021 Rolnummer 7314 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 15, § 5, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, gesteld door de familierechtbank van de Rechtbank van eerste aa Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de rechters (...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 72/2021 du 20 mai 2021 | Uittreksel uit arrest nr. 72/2021 van 20 mei 2021 |
Numéro du rôle : 7314 | Rolnummer 7314 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 15, § 5, du | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 15, § 5, van het |
Code de la nationalité belge, posée par le tribunal de la famille du | Wetboek van de Belgische nationaliteit, gesteld door de |
Tribunal de première instance du Luxembourg, division d'Arlon. | familierechtbank van de Rechtbank van eerste aanleg Luxemburg, |
afdeling Aarlen. | |
Het Grondwettelijk Hof, | |
composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de |
Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques, | rechters T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. |
Y. Kherbache et T. Detienne, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, | Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache en T. Detienne, bijgestaan door de |
présidée par le président F. Daoût, | griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 29 novembre 2019, dont l'expédition est parvenue au | Bij vonnis van 29 november 2019, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour le 2 décembre 2019, le tribunal de la famille du | het Hof is ingekomen op 2 december 2019, heeft de familierechtbank van |
Tribunal de première instance du Luxembourg, division d'Arlon, a posé | de Rechtbank van eerste aanleg Luxemburg, afdeling Aarlen, de volgende |
la question préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 15, § 5, du Code de la nationalité belge, interprété comme | « Schendt artikel 15, § 5, van het Wetboek van de Belgische |
instituant une procédure unilatérale à laquelle le Procureur du Roi | nationaliteit, in die zin geïnterpreteerd dat daarbij een eenzijdige |
n'est pas partie, mais dans laquelle il n'intervient qu'à titre | procedure wordt ingesteld waarin de procureur des Konings geen partij |
d'avis, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce | is, maar waarin hij enkel advies verleent, de artikelen 10 en 11 van |
qu'il ôte au demandeur le droit d'obtenir la prise en charge de ses | de Grondwet, in zoverre het de aanvrager het recht ontzegt de |
tenlasteneming te verkrijgen van zijn kosten, met inbegrip van een | |
dépens, en ce compris une indemnité de procédure, par l'autorité | rechtsplegingsvergoeding, door de openbare overheid waarvan hij de |
publique dont il conteste la décision, alors que ce droit est donné | beslissing betwist, terwijl dat recht wordt verleend aan de |
aux justiciables contestant devant le Conseil d'Etat des décisions | rechtzoekenden die bij de Raad van State administratieve beslissingen |
administratives (article 30/1 des Lois coordonnées sur le Conseil | betwisten (artikel 30/1 van de gecoördineerde wetten op de Raad van |
d'Etat) et aux justiciables contestant devant les cours et tribunaux | State) en aan de rechtzoekenden die volgens de burgerrechtelijke |
des décisions d'autorités publiques portant sur leurs droits civils | procedure van gemeen recht bij de hoven en rechtbanken beslissingen |
van openbare overheden betwisten die betrekking hebben op hun | |
selon la procédure civile de droit commun (articles 1017 et 1022 du | burgerlijke rechten (artikelen 1017 en 1022 van het Gerechtelijk |
Code judiciaire) ? ». | Wetboek) ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. Le litige pendant devant le juge a quo concerne une procédure | B.1.1. Het geschil dat voor de verwijzende rechter hangende is, |
betreft een procedure van nationaliteitsverklaring, die, naast het | |
de déclaration de nationalité, qui constitue, à côté de la demande de | verzoek tot naturalisatie, een van de wijzen is waarop de Belgische |
naturalisation, l'un des modes d'acquisition de la nationalité belge. | nationaliteit kan worden verkregen. De vreemdeling moet daartoe aan |
A cette fin, l'étranger doit remplir certaines conditions, mentionnées | bepaalde voorwaarden voldoen, vermeld in artikel 12bis van het Wetboek |
à l'article 12bis du Code de la nationalité belge, et faire devant | van de Belgische nationaliteit, en voor de ambtenaar van de |
l'officier de l'état civil de sa résidence principale la déclaration | burgerlijke stand van zijn hoofdverblijfplaats de verklaring afleggen, |
prévue à l'article 15, § 1er, alinéa 1er, du même Code. L'officier de | bedoeld in artikel 15, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek. De |
l'état civil transmet, pour avis, une copie de l'intégralité du | ambtenaar van de burgerlijke stand zendt een afschrift van het |
dossier au procureur du Roi du tribunal de première instance du | volledige dossier voor advies aan de procureur des Konings van de |
ressort (article 15, § 2, alinéa 8, du Code précité). Ce dernier peut | rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied (artikel 15, § 2, |
achtste lid, van het voormelde Wetboek). Die laatste kan een negatief | |
émettre un avis négatif sur l'acquisition de la nationalité belge | advies uitbrengen inzake de verkrijging van de Belgische nationaliteit |
lorsqu'il estime qu'il existe un empêchement résultant de faits | wanneer hij meent dat er een beletsel is wegens gewichtige feiten |
personnels graves (article 15, § 3, du Code précité). C'est cet avis | eigen aan de persoon (artikel 15, § 3, van het voormelde Wetboek). Dat |
négatif qui fait l'objet de la contestation devant le juge a quo. | negatief advies maakt het voorwerp uit van de betwisting voor de |
verwijzende rechter. | |
B.1.2. La question préjudicielle porte sur l'article 15, § 5, du Code | B.1.2. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 15, § 5, van |
de la nationalité belge, qui dispose : | het Wetboek van de Belgische nationaliteit, dat bepaalt : |
« L'intéressé peut inviter l'officier de l'état civil, par lettre | « De belanghebbende kan bij een aangetekende brief aan de ambtenaar |
recommandée, à transmettre son dossier au tribunal de la famille dans | van de burgerlijke stand vragen zijn dossier aan de familierechtbank |
les quinze jours suivant la réception de l'avis négatif visé au | over te zenden, binnen vijftien dagen na de ontvangst van het |
paragraphe 3 ou du non-établissement de l'acte de nationalité visé au paragraphe 3, alinéa 4, dernière phrase. Après avoir entendu ou appelé l'intéressé, le tribunal de la famille statue par voie de décision motivée sur le bien-fondé de l'absence d'établissement de l'acte de nationalité visée au paragraphe 3, alinéa 4, dernière phrase ou sur l'avis négatif visé au paragraphe 3. La décision est notifiée à l'intéressé et au parquet par le greffe. Dans les quinze jours de la notification, l'intéressé et le procureur du Roi peuvent interjeter appel de la décision par requête adressée à la chambre de la famille de la cour d'appel. La prorogation des délais en raison des vacances judiciaires a lieu conformément à l'article 50, alinéa 2, du Code judiciaire. La cour d'appel statue, après avis du procureur général, et après avoir entendu ou appelé l'intéressé. | negatieve advies bedoeld in paragraaf 3 of van het niet opmaken van de akte van nationaliteit zoals bedoeld in paragraaf 3, vierde lid, laatste zin. De familierechtbank doet, na de belanghebbende te hebben gehoord of opgeroepen, bij een met reden omklede beslissing uitspraak over de gegrondheid van het niet opmaken van de akte van nationaliteit bedoeld in paragraaf 3, vierde lid, laatste zin of het negatief advies bedoeld in paragraaf 3. De beslissing wordt aan de belanghebbende en het parket ter kennis gebracht door toedoen van de griffie. De belanghebbende en de procureur des Konings kunnen, binnen vijftien dagen na de kennisgeving, bij een aan de familiekamer van het hof van beroep gericht verzoekschrift, hiertegen hoger beroep instellen. De verlenging van de termijnen wegens de gerechtelijke vakantie geschiedt overeenkomstig artikel 50, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek. Het hof van beroep doet uitspraak na het advies van de procureur-generaal en na de belanghebbende te hebben gehoord of opgeroepen. |
Les notifications sont effectuées conformément à l'article 1030 du | De kennisgevingen gebeuren overeenkomstig artikel 1030 van het |
Code judiciaire. Le calcul des délais en cas de notification a lieu | Gerechtelijk Wetboek. De berekening van de termijnen in geval van |
conformément aux articles 52 et suivants du Code judiciaire. | kennisgeving geschiedt overeenkomstig artikel 52 en volgende van het |
Le greffier transmet immédiatement à l'officier de l'état civil via la | Gerechtelijk Wetboek. De griffier stuurt onmiddellijk de gegevens van de in kracht van |
BAEC, les données de la décision passée en force de chose jugée par | gewijsde gegane beslissing waarbij het negatieve advies ongegrond |
laquelle l'avis négatif est déclaré non fondé, nécessaires à | wordt verklaard, nodig voor de opmaak van de akte van nationaliteit |
l'établissement de l'acte de nationalité. Celui-ci établit l'acte de | via de DABS naar de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand. Deze |
nationalité, conformément à l'article 22, § 4. | maakt de akte van nationaliteit op overeenkomstig artikel 22, § 4. |
La déclaration a effet à compter de l'établissement de l'acte de | De verklaring heeft gevolg vanaf de opmaak van de akte van |
nationalité ». B.2.1. Dans l'interprétation soumise par le juge a quo, la disposition en cause organise une procédure juridictionnelle unilatérale à laquelle le ministère public n'est pas partie, mais dans laquelle il intervient parce qu'il a émis un avis. B.2.2. Sous réserve d'une lecture manifestement erronée des dispositions en cause, il revient en règle à la juridiction a quo d'interpréter les dispositions qu'elle applique. L'interprétation mentionnée en B.2.1, qui est également celle qui est le plus souvent donnée dans la jurisprudence, n'est pas manifestement erronée à défaut de précision, dans la disposition en cause, du rôle du ministère public dans la procédure organisée par l'article 15, § 5, du Code de | nationaliteit ». B.2.1. In de interpretatie die door de verwijzende rechter wordt voorgelegd, wordt bij de in het geding zijnde bepaling een eenzijdige jurisdictionele procedure georganiseerd waarin het openbaar ministerie geen partij is, maar waarin het optreedt omdat het een advies heeft uitgebracht. B.2.2. Onder voorbehoud van een klaarblijkelijk verkeerde lezing van de in het geding zijnde bepalingen, komt het in de regel het verwijzende rechtscollege toe de bepalingen te interpreteren die het toepast. De in B.2.1 vermelde interpretatie, die ook die is welke meestal in de rechtspraak wordt gegeven, is niet klaarblijkelijk verkeerd, bij gebrek aan precisering, in de in het geding zijnde bepaling, over de rol van het openbaar ministerie in de procedure geregeld bij artikel 15, § 5, van het Wetboek van de Belgische |
la nationalité belge. La Cour répond dès lors à la question | nationaliteit. Het Hof beantwoordt de prejudiciële vraag bijgevolg in |
préjudicielle dans cette interprétation. | die interpretatie. |
B.3. La Cour est invitée à se prononcer sur la compatibilité de | B.3. Het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de |
l'article 15, § 5, du Code de la nationalité belge avec les articles | bestaanbaarheid van artikel 15, § 5, van het Wetboek van de Belgische |
10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il ferait naître une différence | nationaliteit met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre |
de traitement entre le déclarant qui conteste l'avis négatif du | het een verschil in behandeling zou doen ontstaan tussen de aangever |
ministère public par le biais de la procédure organisée par la | die het negatief advies van het openbaar ministerie betwist via de bij |
disposition en cause et le justiciable qui conteste une décision de | de in het geding zijnde bepaling geregelde procedure, en de |
l'autorité publique devant les cours et tribunaux ou devant le Conseil | rechtzoekende die een beslissing van de overheid betwist voor de hoven |
d'Etat. Le premier justiciable, au contraire du second, ne peut faire | en rechtbanken of voor de Raad van State. De eerste rechtzoekende kan, |
in tegenstelling tot de tweede, de Staat niet doen veroordelen tot de | |
condamner l'Etat au paiement des dépens, y compris de l'indemnité de | betaling van de kosten, met inbegrip van de rechtsplegingsvergoeding, |
procédure, faute de partie adverse à la cause. | bij gebrek aan een tegenpartij in de zaak. |
B.4.1. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | B.4.1. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet |
qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. | berust en het redelijk verantwoord is. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de |
et le but visé. | aangewende middelen en het beoogde doel. |
B.4.2. Par ailleurs, la différence de traitement entre certaines | B.4.2. Daarenboven houdt het verschil in behandeling tussen bepaalde |
catégories de personnes qui découle de l'application de règles | categorieën van personen dat voortvloeit uit de toepassing van |
procédurales différentes dans des circonstances différentes n'est pas | verschillende procedureregels in verschillende omstandigheden op zich |
discriminatoire en soi. Il ne pourrait être question de discrimination | geen discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake zijn |
que si la différence de traitement qui découle de l'application de ces | indien het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing |
règles de procédure entraînait une limitation disproportionnée des | van die procedureregels een onevenredige beperking van de rechten van |
droits des personnes concernées. | de daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. |
B.5.1. L'article 15 du Code de la nationalité belge organise une | B.5.1. Artikel 15 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit |
voorziet in een procedure van administratieve aard waarvoor specifieke | |
procédure de nature administrative qui obéit à des règles spécifiques, | regels gelden, die onder meer betrekking hebben op de termijnen binnen |
relatives, notamment, aux délais dans lesquels la déclaration de | welke de nationaliteitsverklaring wordt behandeld. De persoon die |
nationalité est traitée. La personne soumise aux règles décrites dans | onderworpen is aan de regels van die bepaling, kan niet worden |
cette disposition ne peut être comparée à celle qui doit se conformer | vergeleken met diegene die zich in het kader van een burgerlijk proces |
aux règles du Code judiciaire dans le cadre d'un procès civil ni à | moet houden aan de regels van het Gerechtelijk Wetboek, noch met |
celle qui doit se conformer aux règles de la procédure devant le | diegene die zich moet houden aan de regels van de rechtspleging voor |
Conseil d'Etat. | de Raad van State. |
B.5.2. Toutefois, l'article 15, § 5, organise, après la phase | B.5.2. Artikel 15, § 5, voorziet evenwel, na de administratieve fase, |
administrative, le traitement judiciaire d'une demande qui concerne un droit subjectif. A ce stade, les juridictions chargées de connaître de la déclaration de nationalité, d'une part, et des litiges civils de droit commun, d'autre part, sont les mêmes. Les catégories visées dans la question préjudicielle sont suffisamment comparables. B.6.1. Le Code de la nationalité belge ne prévoit aucune règle spécifique quant à la condamnation aux dépens, y compris à une indemnité de procédure. A défaut de règle particulière, il convient d'appliquer les dispositions du Code judiciaire. L'article 1017, alinéa 1er, du Code judiciaire dispose : « Tout jugement définitif prononce, même d'office, la condamnation aux dépens contre la partie qui a succombé, à moins que des lois | in een gerechtelijke behandeling van een aanvraag die betrekking heeft op een subjectief recht. In dat stadium zijn de rechtscolleges die belast zijn met de kennisneming van de nationaliteitsverklaring, enerzijds, en van de burgerlijke geschillen van gemeen recht, anderzijds, dezelfde. De in de prejudiciële vraag beoogde categorieën zijn voldoende vergelijkbaar. B.6.1. Bij het Wetboek van de Belgische nationaliteit is niet voorzien in enige specifieke regel ten aanzien van de verwijzing in de kosten, inclusief een rechtsplegingsvergoeding. Bij gebrek aan een bijzondere regel dienen de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek te worden toegepast. Artikel 1017, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : « Tenzij bijzondere wetten anders bepalen, verwijst ieder eindvonnis, zelfs ambtshalve, de in het ongelijk gestelde partij in de kosten, |
particulières n'en disposent autrement et sans préjudice de l'accord | onverminderd de overeenkomst tussen partijen, die het eventueel |
des parties que, le cas échéant, le jugement décrète. Toutefois, les | |
frais inutiles, y compris l'indemnité de procédure visée à l'article | bekrachtigt. Niettemin worden nutteloze kosten, met inbegrip van de |
1022, sont mis à charge, même d'office, de la partie qui les a causés | rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022, zelfs ambtshalve ten |
fautivement ». | laste gelegd van de partij die ze foutief heeft veroorzaakt ». |
B.6.2. La différence de traitement repose sur un critère objectif, à | B.6.2. Het verschil in behandeling berust op een objectief criterium, |
savoir la présence à la cause ou non du ministère public, qui implique | namelijk het al dan niet aanwezig zijn van het openbaar ministerie bij |
que ce dernier, lorsqu'il n'est pas considéré comme étant partie à la | de zaak, dat impliceert dat dat laatste, wanneer het niet als partij |
cause, ne peut être condamné aux dépens, faute de partie succombante. | in de zaak wordt beschouwd, niet kan worden verwezen in de kosten, bij |
gebrek aan een in het ongelijk gestelde partij. | |
B.7. Il ne ressort pas des travaux préparatoires de la disposition en | B.7. Uit de parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde |
cause que le législateur entendait expressément exclure le ministère | bepaling blijkt niet dat de wetgever het openbaar ministerie |
public d'une condamnation aux dépens, y compris à l'indemnité de | uitdrukkelijk wenste uit te sluiten van een verwijzing in de kosten, |
procédure. La possibilité de mettre cette indemnité à charge de l'Etat | inclusief de rechtsplegingsvergoeding. De mogelijkheid om die |
n'a en effet été introduite dans le Code judiciaire que | vergoeding ten laste te leggen van de Staat is immers pas in het |
postérieurement à la création du régime de la déclaration de | Gerechtelijk Wetboek ingevoerd nadat de regeling van de |
nationalité. | nationaliteitsverklaring in het leven werd geroepen. |
B.8.1. Le principe désormais établi par les articles 1017 à 1022 du | B.8.1. Het voortaan bij de artikelen 1017 tot 1022 van het |
Code judiciaire est que toute partie qui succombe est tenue au | Gerechtelijk Wetboek gevestigde beginsel luidt dat iedere partij die |
paiement des dépens et de l'indemnité de procédure, laquelle est une | in het ongelijk wordt gesteld, gehouden is tot de betaling van de |
intervention forfaitaire dans les frais et honoraires d'avocat de la | kosten en van de rechtsplegingsvergoeding, die een forfaitaire |
partie ayant obtenu gain de cause. | tegemoetkoming is in de kosten en erelonen van de advocaat van de |
partij die in het gelijk is gesteld. | |
B.8.2. Lorsqu'il a élaboré la répétibilité des frais et honoraires | B.8.2. De wetgever heeft, wanneer hij de verhaalbaarheid van de kosten |
d'avocat devant les juridictions civiles, le législateur s'est laissé | en erelonen van advocaten voor de burgerlijke rechtscolleges tot stand |
guider par le principe de l'application des dispositions relatives à | heeft gebracht, zich laten leiden door het beginsel van de toepassing |
l'indemnité de procédure à toutes les parties, qu'il s'agisse de | van de bepalingen met betrekking tot de rechtsplegingsvergoeding op |
alle partijen, ongeacht of het gaat om privépersonen dan wel om | |
personnes privées ou d'autorités publiques agissant dans l'intérêt | overheden die handelen in het algemeen belang. Het Hof heeft dat |
général. La Cour a réaffirmé ce principe par l'arrêt n° 68/2015 du 21 | beginsel herbevestigd in het arrest nr. 68/2015 van 21 mei 2015, met |
mai 2015, notamment pour des raisons de sécurité juridique et de | name om reden van de rechtszekerheid en de samenhang van de wetgeving |
cohérence législative et en vue d'atteindre les objectifs d'efficacité | en teneinde de doelstellingen van procedurele doeltreffendheid en |
et d'équité procédurales. Bien qu'il poursuive une mission d'intérêt | billijkheid te bereiken. Hoewel het een opdracht van algemeen belang |
général, le ministère public, qu'il soit partie demanderesse ou | nastreeft, kan het openbaar ministerie, ongeacht het eisende of |
défenderesse dans le cadre d'un litige civil, peut être soumis au | verwerende partij is in het kader van een burgerlijk geschil, worden |
régime de l'indemnité de procédure. B.9.1. Bien que la procédure en cause déroge au titre V du Code judiciaire en ce qu'elle ne requiert pas l'intervention d'un avocat pour être valablement introduite, il ne peut être présumé que le déclarant mène en principe seul les débats, sans l'assistance d'un avocat. L'intérêt d'obtenir une intervention dans les frais et honoraires engendrés par une procédure judiciaire est tout aussi réel et légitime pour les candidats à la nationalité belge qui contestent avec succès l'avis négatif du ministère public que pour les justiciables qui contestent devant les cours et tribunaux une décision de l'autorité publique et obtiennent gain de cause. C'est d'autant plus vrai que la procédure organisée par la disposition en cause constitue l'unique moyen pour le candidat qui souhaite obtenir la nationalité belge par déclaration de contester l'avis négatif du | onderworpen aan de regeling van de rechtsplegingsvergoeding. B.9.1. Hoewel de in het geding zijnde procedure afwijkt van titel V van het Gerechtelijk Wetboek in zoverre zij niet het optreden van een advocaat vereist om rechtsgeldig te worden ingesteld, kan niet worden vermoed dat de aangever in beginsel de debatten alleen voert zonder de bijstand van een advocaat. Het belang om een tegemoetkoming te verkrijgen in de door een gerechtelijke procedure veroorzaakte kosten en erelonen is voor de kandidaat-Belgen die het negatief advies van het openbaar ministerie met succes betwisten, even reëel en gewettigd als voor de rechtzoekenden die voor de hoven en rechtbanken een beslissing van de overheid betwisten en in het gelijk worden gesteld. Dat geldt des te meer omdat de procedure geregeld bij de in het geding zijnde bepaling, voor de kandidaat die de Belgische nationaliteit wenst te verkrijgen door nationaliteitsverklaring, het enige middel vormt om het negatief advies van het openbaar ministerie inzake het |
ministère public relatif à l'obtention de la nationalité, dès lors que | verkrijgen van de nationaliteit te betwisten, aangezien de ambtenaar |
l'officier de l'état civil ne peut lui-même lever l'avis négatif. Il | van de burgerlijke stand het negatief advies niet zelf kan opheffen. |
ressort des travaux préparatoires de la loi qui est à l'origine de la | Uit de parlementaire voorbereiding van de wet die aan de oorsprong |
déclaration de nationalité que l'avis négatif du ministère public doit | ligt van de nationaliteitsverklaring, blijkt dat het negatief advies |
en effet être compris comme une décision d'opposition à l'acquisition | van het openbaar ministerie immers moet worden begrepen als een |
beslissing om zich te verzetten tegen het verkrijgen van de | |
de la nationalité (Doc. parl., Chambre, 1990-1991, n° 1314/7, pp. 4 et | nationaliteit (Parl. St., Kamer, 1990-1991, nr. 1314/7, pp. 4 en 27). |
27). B.9.2. Le fait que le ministère public n'ait pas la qualité de partie | B.9.2. Het feit dat het openbaar ministerie niet de hoedanigheid heeft |
défenderesse dans la procédure judiciaire organisée par la disposition | van verwerende partij in de gerechtelijke procedure waarin is voorzien |
bij de in het geding zijnde bepaling, stemt niet overeen met de | |
en cause ne correspond pas à la réalité de son rôle dans la | werkelijkheid van zijn rol in het kader van de |
déclaration de nationalité. Le ministère public est en effet l'auteur | nationaliteitsverklaring. Het openbaar ministerie is immers de auteur |
de l'avis contesté, il intervient à l'audience pour y défendre sa | van het betwiste advies, het treedt op de terechtzitting op om er zijn |
position et, au besoin, pour ajouter des éléments au dossier. En | standpunt te verdedigen en om zo nodig elementen aan het dossier toe |
outre, en vertu de l'article 15, § 5, alinéa 3, du Code de la | te voegen. Bovendien kan het, krachtens artikel 15, § 5, derde lid, |
nationalité belge, il lui est possible d'interjeter appel de la | van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, bij het hof van beroep |
décision déclarant son avis non fondé, devant la cour d'appel. | hoger beroep instellen tegen de beslissing waarbij zijn advies |
B.10. Il résulte de ce qui précède que le fait que le ministère public | niet-gegrond wordt verklaard. B.10. Uit het voorgaande volgt dat het feit dat het openbaar |
n'est pas considéré comme étant partie à la procédure organisée par | ministerie niet wordt beschouwd als een partij in de procedure waarin |
l'article 15, § 5, du Code de la nationalité belge prive de manière | is voorzien bij artikel 15, § 5, van het Wetboek van de Belgische |
disproportionnée la partie demanderesse dans ladite procédure du | nationaliteit, de eisende partij in diezelfde procedure op |
bénéfice des articles 1017 à 1022 du Code judiciaire. | onevenredige wijze het voordeel van de artikelen 1017 tot 1022 van het |
Gerechtelijk Wetboek ontzegt. | |
B.11. En ce qu'il ne considère pas le ministère public comme étant | B.11. In zoverre artikel 15, § 5, van het Wetboek van de Belgische |
nationaliteit het openbaar ministerie niet beschouwt als zijnde partij | |
partie à la procédure judiciaire en contestation de l'avis négatif | in de gerechtelijke procedure ter betwisting van het door het openbaar |
rendu par celui-ci et en ce qu'il fait dès lors obstacle à | ministerie uitgebrachte negatief advies, en in zoverre dat artikel |
l'application des articles 1017 à 1022 du Code judiciaire, l'article | bijgevolg de toepassing van de artikelen 1017 tot 1022 van het |
15, § 5, du Code de la nationalité belge n'est pas compatible avec les | Gerechtelijk Wetboek in de weg staat, is het niet bestaanbaar met de |
articles 10 et 11 de la Constitution. B.12.1. La disposition en cause peut toutefois aussi recevoir une autre interprétation, selon laquelle le ministère public est effectivement partie à la procédure judiciaire, prévue par cette disposition, en contestation de l'avis négatif rendu par celui-ci. Le ministère public intervient en effet dans cette procédure en tant qu'auteur de la décision qui est l'objet de la contestation devant le tribunal compétent. La procédure judiciaire en cause constitue par ailleurs la seule possibilité pour le déclarant de contester l'opposition du ministère public. Ce dernier est présent lors de la procédure devant le tribunal, afin de défendre sa décision, et il peut interjeter appel du jugement du tribunal déclarant non fondé l'avis négatif qu'il a émis. A défaut de précision dans la disposition en cause quant à la qualité de l'intervention du ministère public, la procédure en cause constitue une procédure spécifique qui concerne un litige impliquant une autorité publique porté devant une juridiction de l'ordre judiciaire. B.12.2. Dès lors que le Code de la nationalité belge ne prévoit aucune règle spécifique quant à la condamnation aux dépens, y compris à une indemnité de procédure, il convient d'appliquer les dispositions du Code judiciaire. Dans cette interprétation, la disposition en cause n'empêche pas le ministère public qui succombe dans un litige porté devant le juge civil sur la base de l'article 15, § 5, du Code de la nationalité belge d'être condamné au paiement des dépens, y compris de l'indemnité de procédure, au profit de la personne qui a introduit un recours contre sa décision d'émettre un avis négatif quant à une déclaration de nationalité. Dans cette interprétation, la différence de traitement soulevée dans | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. B.12.1. De in het geding zijnde bepaling kan evenwel een andere interpretatie krijgen, volgens welke het openbaar ministerie wel degelijk een partij is in de bij die bepaling ingestelde gerechtelijke procedure ter betwisting van het door hem uitgebrachte negatief advies. Het openbaar ministerie treedt in die procedure immers op als auteur van de beslissing die het voorwerp is van de betwisting voor de bevoegde rechtbank. De in het geding zijnde gerechtelijke procedure vormt daarenboven de enige mogelijkheid voor de aangever om het verzet van het openbaar ministerie te betwisten. Dat laatste is aanwezig bij de procedure voor de rechtbank, teneinde zijn beslissing te verdedigen, en het kan hoger beroep instellen tegen het vonnis van de rechtbank waarbij het negatief advies dat het heeft uitgebracht, niet-gegrond wordt verklaard. Bij gebrek aan precisering, in de in het geding zijnde bepaling, ten aanzien van de hoedanigheid van het optreden van het openbaar ministerie vormt de in het geding zijnde procedure een specifieke procedure die betrekking heeft op een geschil waarin een overheid betrokken is, dat voor een rechtscollege van de rechterlijke orde wordt gebracht. B.12.2. Aangezien bij het Wetboek van de Belgische nationaliteit niet is voorzien in enige specifieke regel ten aanzien van de verwijzing in de kosten, inclusief een rechtsplegingsvergoeding, dienen de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek te worden toegepast. In die interpretatie belet de in het geding zijnde bepaling niet dat het openbaar ministerie, wanneer het in het ongelijk wordt gesteld in een geschil dat voor de burgerlijke rechter is gebracht op grond van artikel 15, § 5, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, wordt veroordeeld tot de betaling van de kosten, met inbegrip van de rechtsplegingsvergoeding, ten gunste van de persoon die een beroep heeft ingesteld tegen zijn beslissing om ten aanzien van een nationaliteitsverklaring een negatief advies uit te brengen. In die interpretatie is het in de prejudiciële vraag opgeworpen |
la question préjudicielle est inexistante. | verschil in behandeling onbestaande. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
- L'article 15, § 5, du Code de la nationalité belge, interprété en ce | - Artikel 15, § 5, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, zo |
sens qu'il ne considère pas le ministère public comme étant partie à | geïnterpreteerd dat het openbaar ministerie niet wordt beschouwd als |
la procédure judiciaire en contestation de l'avis négatif rendu par | zijnde partij in de gerechtelijke procedure ter betwisting van het |
celui-ci et qu'il fait dès lors obstacle à l'application des articles | door het openbaar ministerie uitgebrachte negatief advies en die |
1017 à 1022 du Code judiciaire, viole les articles 10 et 11 de la | bepaling bijgevolg de toepassing van de artikelen 1017 tot 1022 van |
het Gerechtelijk Wetboek in de weg staat, schendt de artikelen 10 en | |
Constitution. | 11 van de Grondwet. |
- La même disposition, interprétée en ce sens qu'elle considère le | - Dezelfde bepaling, zo geïnterpreteerd dat het openbaar ministerie |
ministère public comme étant partie à la procédure judiciaire en | wordt beschouwd als zijnde partij in de gerechtelijke procedure ter |
betwisting van het door het openbaar ministerie uitgebrachte negatief | |
contestation de l'avis négatif rendu par celui-ci et qu'elle ne fait | advies en die bepaling bijgevolg de toepassing van de artikelen 1017 |
dès lors pas obstacle à l'application des articles 1017 à 1022 du Code | tot 1022 van het Gerechtelijk Wetboek niet in de weg staat, schendt de |
judiciaire, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 20 mai 2021. | op 20 mei 2021. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
F. Daoût | F. Daoût |