← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 69/2021 du 6 mai 2021 Numéro du rôle : 7189 En cause : les questions
préjudicielles relatives à l'article 57, § 2, alinéa 1 er , 1°, de la loi du 8
juillet 1976 organique des centres publics d'action social La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et L.
Lavrysen, et des juges T. Merc(...)"
Extrait de l'arrêt n° 69/2021 du 6 mai 2021 Numéro du rôle : 7189 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 57, § 2, alinéa 1 er , 1°, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action social La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, et des juges T. Merc(...) | Uittreksel uit arrest nr. 69/2021 van 6 mei 2021 Rolnummer 7189 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 57, § 2, eerste lid, 1°, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gest Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de rechters (...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 69/2021 du 6 mai 2021 | Uittreksel uit arrest nr. 69/2021 van 6 mei 2021 |
Numéro du rôle : 7189 | Rolnummer 7189 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 57, § 2, | In zake : de prejudiciële vragen over artikel 57, § 2, eerste lid, 1°, |
alinéa 1er, 1°, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres | van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra |
publics d'action sociale, posées par la Cour du travail de Liège, | voor maatschappelijk welzijn, gesteld door het Arbeidshof te Luik, |
division de Liège. | afdeling Luik. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de |
Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques, | rechters T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. |
Y. Kherbache et T. Detienne, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, | Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache en T. Detienne, bijgestaan door de |
présidée par le président F. Daoût, | griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par arrêt du 17 mai 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe de | Bij arrest van 17 mei 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het |
la Cour le 24 mai 2019, la Cour du travail de Liège, division de | Hof is ingekomen op 24 mei 2019, heeft het Arbeidshof te Luik, |
Liège, a posé les questions préjudicielles suivantes : | afdeling Luik, de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. Schendt artikel 57, § 2, eerste lid, 1°, van de organieke wet van | |
« 1. L'article 57, § 2, alinéa 1er, 1°, de la loi du 8 juillet 1976 | 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk |
organique des centres publics d'action sociale, viole-t-il les articles 10 et 11, 22 et 23 de la Constitution, en ce qu'il prive un étranger en séjour illégal, parent d'un enfant majeur avec lequel il cohabite et lui assure depuis plusieurs années son soutien matériel et moral du fait que ledit enfant est atteint, depuis sa minorité, d'une maladie grave reconnue comme étant constitutive d'une impossibilité médicale absolue d'obtempérer à l'ordre de quitter le territoire qui leur a été notifié, alors que la présence de ce parent auprès de son enfant majeur est jugée indispensable par le corps médical en raison de la vulnérabilité découlant de son état de santé (crises drépanocytaires récidivantes et nécessité d'une intervention chirurgicale en vue d'éviter la paralysie) ? 2. En cas de réponse négative à la question énoncée ci-dessus, | welzijn de artikelen 10 en 11, 22 en 23 van de Grondwet, in zoverre het een vreemdeling die illegaal in het Rijk verblijft, ouder is van een meerderjarig kind met wie hij samenwoont en aan wie hij sedert verscheidene jaren zijn materiële en morele steun verleent wegens het feit dat het genoemde kind sinds zijn minderjarigheid is getroffen door een ernstige ziekte waarvan is erkend dat zij een absolute medische onmogelijkheid uitmaakt om gevolg te geven aan het bevel om het grondgebied te verlaten waarvan hun kennis is gegeven, [...] ontzegt, terwijl de aanwezigheid van die ouder bij zijn kind door het medisch korps onontbeerlijk wordt geacht wegens de kwetsbaarheid die voortvloeit uit zijn gezondheidstoestand (recidiverende drepanocytaire crisissen en noodzaak van een chirurgische ingreep teneinde verlamming te vermijden) ? 2. In geval van een ontkennend antwoord op de hierboven geformuleerde vraag : Schendt artikel 57, § 2, eerste lid, 1°, van de organieke wet |
l'article 57, § 2, alinéa 1er, 1°, de la loi du 8 juillet 1976 | van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk |
organique des centres publics d'action sociale, viole-t-il l'article | |
22 de la Constitution, interprété dans le sens retenu par l'arrêt | welzijn artikel 22 van de Grondwet, geïnterpreteerd in de in het |
Abdida, | arrest Abdida in aanmerking genomen zin, |
- d'une part, à la lumière des articles 7 et 12 [lire : 21] de la | - enerzijds, in het licht van de artikelen 7 en 12 [lees : 21] van het |
Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne garantissant, le | Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, waarvan het eerste |
premier, à toute personne le droit au respect de sa vie privée et | aan eenieder het recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn |
familiale, et le second prohibant toute discrimination fondée sur | familie- en gezinsleven waarborgt en het tweede iedere discriminatie |
l'âge, | op grond van leeftijd verbiedt, |
- et d'autre part, des articles 5 et 13 de la directive 2008/115/CE, | - en, anderzijds, in het licht van de artikelen 5 en 13 van de |
lus à la lumière des articles 19, § 2, et 47 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne, ainsi que de l'article 14, § 1er, b), de cette directive, en ce qu'il prive de toute aide sociale autre que l'aide médicale urgente un étranger ressortissant d'un Etat tiers, en séjour illégal sur le territoire d'un Etat membre et père d'un enfant mineur ayant atteint l'âge de la majorité durant l'exercice du recours en annulation et suspension qu'il a introduit, en son nom personnel et de représentant de cet enfant alors encore mineur, contre une décision leur ayant ordonné de quitter le territoire d'un Etat membre, alors | richtlijn 2008/115/EG, gelezen in het licht van de artikelen 19, lid 2, en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, alsook in het licht van artikel 14, lid 1, b), van die richtlijn, in zoverre het een vreemdeling, onderdaan van een derde Staat, die illegaal op het grondgebied van een lidstaat verblijft en vader is van een minderjarig kind dat de leeftijd van de meerderjarigheid heeft bereikt tijdens de uitoefening van het beroep tot nietigverklaring en tot schorsing dat hij uit persoonlijke naam en als vertegenwoordiger van dat toen nog minderjarige kind heeft ingediend tegen een beslissing waarin hun het bevel werd gegeven het grondgebied van een lidstaat te verlaten, elke andere maatschappelijke dienstverlening dan dringende medische hulp ontzegt, terwijl, enerzijds, het genoemde, thans meerderjarige kind sinds zijn minderjarigheid is getroffen door |
que, d'une part, ledit enfant aujourd'hui majeur est atteint, depuis | een ernstige ziekte waarbij het door de uitvoering van die beslissing |
sa minorité d'une maladie grave que l'exécution de cette décision est | kan worden blootgesteld aan een ernstig risico dat de ziekte op |
susceptible d'exposer à un risque sérieux de détérioration grave et | ernstige en onomkeerbare wijze verslechtert en terwijl, anderzijds, de |
irréversible et que, d'autre part, la présence de ce parent auprès de | aanwezigheid van die ouder bij dat meerderjarige kind door het medisch |
cet enfant majeur est jugée indispensable par le corps médical en | korps onontbeerlijk wordt geacht wegens diens kwetsbaarheid die |
raison de sa vulnérabilité découlant de son état de santé (crises | voortvloeit uit zijn gezondheidstoestand (recidiverende drepanocytaire |
drépanocytaires récidivantes et nécessité d'une intervention | crisissen en noodzaak van een chirurgische ingreep teneinde verlamming |
chirurgicale en vue d'éviter la paralysie) ? ». | te vermijden) ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. Par deux questions préjudicielles, la Cour est interrogée sur | B.1.1. Aan het Hof worden twee prejudiciële vragen gesteld over de |
la compatibilité de l'article 57, § 2, alinéa 1er, 1°, de la loi du 8 | bestaanbaarheid van artikel 57, § 2, eerste lid, 1°, van de organieke |
juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale avec les | wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor |
articles 10, 11, 22 et 23 de la Constitution, lus à la lumière des | maatschappelijke welzijn, met de artikelen 10, 11, 22 en 23 van de |
articles 7, 12, 19, § 2, et 47 de la Charte des droits fondamentaux de | Grondwet, gelezen in het licht van de artikelen 7, 12, 19, § 2, en 47 |
van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en van de | |
l'Union européenne et des articles 5, 13 et 14, § 1er, b), de la | artikelen 5, 13 en 14, § 1, b), van de richtlijn 2008/115/EG van het |
directive 2008/115/CE du Parlement européen et du Conseil du 16 | Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 « over |
décembre 2008 « relative aux normes et procédures communes applicables | gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de |
dans les Etats membres au retour des ressortissants de pays tiers en | terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun |
séjour irrégulier ». | grondgebied verblijven ». |
L'article 57, § 2, alinéa 1er, 1°, précité énonce : | Het voormelde artikel 57, § 2, eerste lid, 1°, bepaalt : |
« Par dérogation aux autres dispositions de la présente loi, la | « In afwijking van de andere bepalingen van deze wet, is de taak van |
mission du centre public d'action sociale se limite à : | het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn beperkt tot : |
1° l'octroi de l'aide médicale urgente, à l'égard d'un étranger qui séjourne illégalement dans le Royaume ». B.1.2. Par la première question préjudicielle, le juge a quo demande si la disposition en cause est compatible avec les normes de référence précitées, en ce qu'elle prive de toute aide sociale autre que l'aide médicale urgente l'étranger en séjour illégal parent d'un enfant majeur avec lequel il cohabite et qui est entièrement dépendant de lui en raison d'une maladie grave dont il est atteint et qui rend impossible l'exécution de l'ordre de quitter le territoire les concernant. Par la seconde question préjudicielle, le juge a quo demande à la Cour de se prononcer sur la compatibilité de la disposition en cause avec les normes de référence précitées, en ce qu'elle prive de toute aide sociale autre que l'aide médicale urgente l'étranger en séjour illégal parent d'un enfant qui est atteint d'une maladie grave rendant impossible l'exécution d'un ordre de quitter le territoire leur ayant été notifié, qui est entièrement dépendant de son parent et qui est devenu majeur au cours du traitement du recours en annulation et de la demande en suspension introduits contre cet ordre de quitter le territoire. | 1° het verlenen van dringende medische hulp, wanneer het gaat om een vreemdeling die illegaal in het Rijk verblijft ». B.1.2. Met de eerste prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de voormelde referentienormen, in zoverre zij elke andere maatschappelijke dienstverlening dan dringende medische hulp ontzegt aan een vreemdeling die illegaal op het grondgebied verblijft en die de ouder is van een meerderjarig kind met wie hij samenwoont en dat volledig van hem afhankelijk is wegens een ernstige ziekte waaraan dat kind lijdt en die het onmogelijk maakt om gevolg te geven aan het bevel om het grondgebied te verlaten dat op hen betrekking heeft. Met de tweede prejudiciële vraag verzoekt de verwijzende rechter het Hof om zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de voormelde referentienormen, in zoverre zij elke andere maatschappelijke dienstverlening dan dringende medische hulp ontzegt aan een vreemdeling die illegaal op het grondgebied verblijft en die de ouder is van een kind dat getroffen is door een ernstige ziekte die het onmogelijk maakt om gevolg te geven aan een bevel om het grondgebied te verlaten waarvan hun kennis is gegeven, dat volledig afhankelijk is van zijn ouder en dat meerderjarig is geworden gedurende de behandeling van het beroep tot nietigverklaring en van de vordering tot schorsing die werden ingesteld tegen dat bevel om het grondgebied te verlaten. |
B.2. Parallèlement à ces questions préjudicielles qu'il a adressées à | B.2. Gelijktijdig met die prejudiciële vragen aan het Hof heeft de |
la Cour, le juge a quo a posé une question préjudicielle à la Cour de | verwijzende rechter een prejudiciële vraag gesteld aan het Hof van |
justice de l'Union européenne. Par son arrêt du 30 septembre 2020 en | Justitie van de Europese Unie. Bij zijn arrest van 30 september 2020 |
cause de LM c. Centre public d'action sociale de Seraing (C-402/19), | in zake LM t. Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van |
la Cour de justice de l'Union européenne a jugé : | Seraing (C-402/19), oordeelde het Hof van Justitie : |
« Les articles 5, 13 et 14 de la directive 2008/115/CE du Parlement | « De artikelen 5, 13 en 14 van richtlijn 2008/115/EG van het Europees |
européen et du Conseil, du 16 décembre 2008, relative aux normes et | Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke |
procédures communes applicables dans les Etats membres au retour des | normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen |
ressortissants de pays tiers en séjour irrégulier, lus à la lumière de | van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven, gelezen |
l'article 7, de l'article 19, paragraphe 2, ainsi que des articles 21 | in het licht van artikel 7, artikel 19, lid 2, en de artikelen 21 en |
et 47 de la charte des droits fondamentaux de l'Union européenne, | 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, moeten |
doivent être interprétés en ce sens qu'ils s'opposent à une | aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale |
législation nationale qui ne prévoit pas la prise en charge, dans la | wettelijke regeling die niet bepaalt dat er in de mate van het |
mesure du possible, des besoins de base d'un ressortissant d'un pays | mogelijke wordt voorzien in de elementaire levensbehoeften van een |
tiers lorsque : | derdelander, wanneer : |
- celui-ci a exercé un recours contre une décision de retour prise à | - deze derdelander beroep heeft ingesteld tegen een jegens hem genomen |
son égard; | terugkeerbesluit; |
- l'enfant majeur de ce ressortissant d'un pays tiers est atteint | - het meerderjarige kind van deze derdelander aan een ernstige ziekte |
d'une grave maladie; | lijdt; |
- la présence dudit ressortissant d'un pays tiers auprès de cet enfant | - de aanwezigheid van die derdelander bij dit meerderjarige kind |
majeur est indispensable; | onmisbaar is; |
- un recours a été exercé pour le compte dudit enfant majeur contre | - er namens dat meerderjarige kind beroep is ingesteld tegen een |
une décision de retour prise à son égard et dont l'exécution serait | jegens hem genomen terugkeerbesluit, waarvan de uitvoering voor dat |
susceptible d'exposer ce dernier à un risque sérieux de détérioration | kind een ernstig risico inhoudt dat zijn gezondheidstoestand op |
grave et irréversible de son état de santé, et que | ernstige en onomkeerbare wijze verslechtert, en |
- le même ressortissant d'un pays tiers est dépourvu des moyens lui | - die derdelander niet over de middelen beschikt om in zijn eigen |
permettant de pourvoir lui-même à ses besoins ». | onderhoud te voorzien ». |
B.3. Il ressort de la décision de renvoi que, le 25 février 2016, | B.3. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat de Dienst |
l'Office des étrangers a notifié à D. L.M., partie appelante devant le | Vreemdelingenzaken op 25 februari 2016 aan D. L.M., appellant voor de |
juge a quo, la décision du 9 février 2016 de refus de la demande | verwijzende rechter, kennis heeft gegeven van de beslissing van 9 |
d'autorisation de séjour qu'il avait introduite pour lui-même et pour | februari 2016 waarbij de aanvraag om machtiging tot verblijf die hij |
voor hemzelf en zijn dochter had ingediend werd geweigerd op grond van | |
sa fille sur la base de l'article 9ter de la loi du 15 décembre 1980 « | artikel 9ter van de wet van 15 december 1980 « betreffende de toegang |
sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement | tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van |
des étrangers », après que cette demande avait été déclarée recevable | vreemdelingen », nadat die aanvraag op 6 maart 2013 ontvankelijk werd |
le 6 mars 2013. | verklaard. |
La notification était assortie d'un ordre de quitter le territoire | De kennisgeving ging gepaard met een bevel om binnen een termijn van |
dans les 30 jours. Le CPAS de Seraing a considéré qu'après | 30 dagen het grondgebied te verlaten. Het OCMW van Seraing is ervan |
l'expiration de ce délai, soit le 26 mars 2016, D. L.M. était en | uitgegaan dat D. L.M. na het verstrijken van die termijn, op 26 maart |
séjour illégal dans le Royaume et qu'aucune aide sociale autre que | 2016, illegaal in het Rijk verbleef, en dat hem daardoor, |
l'aide médicale urgente ne pouvait dès lors lui être octroyée, | overeenkomstig de in het geding zijnde bepaling, geen andere |
conformément à la disposition en cause. | maatschappelijke dienstverlening dan dringende medische hulp kon |
worden verleend. | |
B.4. Par un jugement du 16 avril 2018, le Tribunal du travail de Liège | B.4. Bij vonnis van 16 april 2018 heeft de Arbeidsrechtbank te Luik |
a condamné le CPAS de Seraing au paiement à D. L.M. d'une aide sociale | het OCMW van Seraing ertoe veroordeeld aan D. L.M. maatschappelijke |
dienstverlening toe te kennen die gelijkwaardig is aan het leefloon | |
équivalente au revenu d'intégration d'une personne vivant avec un | van een persoon die leeft met een minderjarig kind ten laste, vanaf 26 |
enfant mineur à charge, à partir du 26 mars 2016 et jusqu'au jour de | maart 2016 en tot de dag van de meerderjarigheid van de dochter van D. |
la majorité de la fille de D. L.M., à savoir le 11 avril 2017. A cet | L.M., te weten op 11 april 2017. De Arbeidsrechtbank verwees daarbij |
égard, le Tribunal du travail s'est référé à l'arrêt de la Cour de | |
justice de l'Union européenne du 18 décembre 2014 dans l'affaire | naar het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 18 |
Abdida (C-562/13). | december 2014 in zake Abdida (C-562/13). |
D. L.M. a interjeté appel de ce jugement devant le juge a quo, en ce | D. L.M. heeft tegen dat vonnis hoger beroep ingesteld bij de |
verwijzende rechter, voor zover de gevorderde maatschappelijke | |
que l'aide sociale réclamée ne lui a pas été octroyée à partir du 11 | dienstverlening hem niet werd toegekend vanaf 11 april 2017, zijnde de |
avril 2017, à savoir le jour de la majorité de sa fille. | dag van de meerderjarigheid van zijn dochter. |
B.5. Par son arrêt n° 227.370 du 11 octobre 2019, le Conseil du | B.5. Bij zijn arrest nr. 227.370 van 11 oktober 2019 heeft de Raad |
contentieux des étrangers a annulé la décision de l'Office des | voor Vreemdelingenbetwistingen de in B.3 vermelde beslissing van de |
étrangers du 9 février 2016 mentionnée en B.3. Du fait de la | Dienst Vreemdelingenzaken van 9 februari 2016 vernietigd. Door de |
rétroactivité de cet arrêt, D. L.M. est dès lors rétabli, en ce qui | terugwerkende kracht van dat arrest werd D. L.M., wat zijn |
concerne son statut de séjour, dans la situation antérieure à la | verblijfsstatuut betreft, dan ook teruggeplaatst in de situatie van |
décision de refus du 9 février 2016, par laquelle l'Office des | vóór de weigeringsbeslissing van 9 februari 2016, waarbij de Dienst |
étrangers avait déclaré la demande d'autorisation de séjour recevable, | Vreemdelingenzaken de aanvraag om machtiging tot verblijf ontvankelijk |
sans toutefois prendre encore une décision définitive à ce sujet, de | had verklaard zonder evenwel daarover een definitieve beslissing te |
sorte que D. L.M. devait donc être considéré - tant que sa demande | nemen, zodat D. L.M. aldus - zolang zijn aanvraag hangende was - moest |
était pendante - comme séjournant légalement dans le Royaume. Selon | |
les informations communiquées par le Conseil des ministres à la | worden beschouwd legaal in het Rijk te verblijven. Volgens de |
demande de la Cour, D. L.M. et sa fille ont obtenu un droit de séjour | informatie die de Ministerraad op verzoek van het Hof heeft verstrekt, |
définitif le 4 mai 2020 et se sont vu délivrer une carte de séjour B | hebben D. L.M. en zijn dochter op 4 mei 2020 een definitief |
le 23 juin 2020. | verblijfsrecht verkregen, en werd hen op 23 juni 2020 een |
verblijfskaart B afgeleverd. | |
Il n'apparaît donc pas que D. L.M. ait séjourné illégalement dans le | Het blijkt dus niet dat D. L.M. illegaal in het Rijk heeft verbleven |
Royaume pendant la période qui s'est écoulée depuis le 11 avril 2017, | gedurende de periode die verstreken is sinds 11 april 2017, waarvoor |
pour laquelle il réclame une aide sociale dans le litige au fond. | hij maatschappelijke dienstverlening eist in het bodemgeschil. |
B.6. Dans ces circonstances, il n'apparaît pas que la disposition en | B.6. In die omstandigheden blijkt niet dat de in het geding zijnde |
cause, qui limite l'aide sociale à l'octroi de l'aide médicale urgente | bepaling, die de maatschappelijke dienstverlening beperkt tot het |
à l'égard « d'un étranger qui séjourne illégalement dans le Royaume », | verlenen van dringende medische hulp ten aanzien van « een vreemdeling |
die illegaal in het Rijk verblijft », nog van toepassing kan zijn op | |
puisse encore être applicable au litige au fond, ni que la réponse de | het bodemgeschil, noch dat het antwoord van het Hof op de prejudiciële |
la Cour aux questions préjudicielles soit encore utile à la solution | vragen nog nuttig is voor de oplossing van het geschil voor de |
du litige devant le juge a quo. | verwijzende rechter. |
B.7. Il y a lieu de renvoyer l'affaire devant le juge a quo, afin | B.7. De zaak dient te worden teruggezonden naar de verwijzende |
qu'il vérifie si, compte tenu de ce qui est dit en B.5 et en B.6, les | rechter, opdat hij nagaat of de prejudiciële vragen, gelet op hetgeen |
questions préjudicielles appellent encore une réponse. | is vermeld in B.5 en B.6, nog een antwoord behoeven. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
renvoie l'affaire au juge a quo. | zendt de zaak terug naar de verwijzende rechter. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 6 mai 2021. | op 6 mei 2021. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
F. Daoût | F. Daoût |