← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 101/2021 du 1 er juillet 2021 Numéro du rôle : 7550 En
cause: le recours en annulation d'arrêtés ministériels portant des mesures d'urgence pour limiter, dans
l'enseignement, la propagation du coronavirus COVI La
Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président L. Lavrysen et des juges-ra(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 101/2021 du 1 er juillet 2021 Numéro du rôle : 7550 En cause: le recours en annulation d'arrêtés ministériels portant des mesures d'urgence pour limiter, dans l'enseignement, la propagation du coronavirus COVI La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président L. Lavrysen et des juges-ra(...) | Uittreksel uit arrest nr. 101/2021 van 1 juli 2021 Rolnummer : 7550 In zake: het beroep tot vernietiging van ministeriële besluiten houdende dringende maatregelen om, in het onderwijs, de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen en de rechters-v(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 101/2021 du 1er juillet 2021 | Uittreksel uit arrest nr. 101/2021 van 1 juli 2021 |
| Numéro du rôle : 7550 | Rolnummer : 7550 |
| En cause: le recours en annulation d'arrêtés ministériels portant des | In zake: het beroep tot vernietiging van ministeriële besluiten |
| mesures d'urgence pour limiter, dans l'enseignement, la propagation du | houdende dringende maatregelen om, in het onderwijs, de verspreiding |
| coronavirus COVID-19, introduit par Jessica Michielsen et Gilles | van het coronavirus COVID-19 te beperken, ingesteld door Jessica |
| Verlé. | Michielsen en Gilles Verlé. |
| La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, | Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, |
| composée du président L. Lavrysen et des juges-rapporteurs R. Leysen | samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen en de rechters-verslaggevers |
| et T. Detienne, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, | R. Leysen en T. Detienne, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
| Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 1er | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 1 april 2021 |
| avril 2021 et parvenue au greffe le 2 avril 2021, un recours en | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 2 april |
| annulation d'arrêtés ministériels portant des mesures d'urgence pour | 2021, is beroep tot vernietiging van ministeriële besluiten houdende |
| dringende maatregelen om, in het onderwijs, de verspreiding van het | |
| limiter, dans l'enseignement, la propagation du coronavirus COVID-19 a | coronavirus COVID-19 te beperken, ingesteld door Jessica Michielsen en |
| été introduit par Jessica Michielsen et Gilles Verlé. | Gilles Verlé. |
| Le 21 avril 2021, en application de l'article 71, alinéa 1er, de la | Op 21 april 2021 hebben de rechters-verslaggevers R. Leysen en T. |
| Detienne, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere | |
| loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les | wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan |
| juges-rapporteurs R. Leysen et T. Detienne ont informé le président | in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het |
| qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant en | Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te |
| chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant que le recours en | wijzen waarin wordt vastgesteld dat het beroep tot vernietiging |
| annulation ne relève manifestement pas de la compétence de la Cour et | klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof behoort en |
| est dès lors irrecevable. | bijgevolg onontvankelijk is. |
| (...) | (...) |
| II. En droit | II. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. Les parties requérantes demandent l'annulation de tous les | B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van alle |
| arrêtés ministériels portant des mesures d'urgence pour limiter, dans | ministeriële besluiten houdende dringende maatregelen om, in het |
| l'enseignement, la propagation du coronavirus COVID-19, ainsi que des | onderwijs, de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, |
| mesures fondées sur ces arrêtés, en ce qu'ils seraient contraires aux | alsook van de daarop gebaseerde maatregelen, doordat zij in strijd |
| articles 10, 11, 22bis et 24 de la Constitution, lus en combinaison | zouden zijn met de artikelen 10, 11, 22bis en 24 van de Grondwet, in |
| avec les articles 1er et 28 de la Convention relative aux droits de | samenhang gelezen met de artikelen 1 en 28 van het Verdrag inzake de |
| l'enfant. B.2. En vertu de l'article 142, alinéa 2, de la Constitution et de l'article 1er de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, la Cour est compétente pour statuer sur les recours en annulation d'une loi, d'un décret ou d'une règle visée à l'article 134 de la Constitution pour cause de violation des règles qui sont établies par la Constitution ou en vertu de celle-ci pour déterminer les compétences respectives de l'autorité fédérale, des communautés et des régions et pour cause de violation des articles du titre II (« Des Belges et de leurs droits ») et des articles 143, § 1er, 170, 172 et 191 de la Constitution. B.3. La Cour n'est pas compétente pour se prononcer sur un recours en annulation dirigé contre des arrêtés ministériels et contre les mesures fondées sur ces arrêtés, qui ne sont pas des normes législatives. B.4. Le recours en annulation ne relève manifestement pas de la compétence de la Cour et est dès lors irrecevable. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l'unanimité des voix, rejette le recours. Ainsi rendu en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 1er juillet 2021. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président, | rechten van het kind. B.2. Krachtens artikel 142, tweede lid, van de Grondwet en artikel 1 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof is het Hof bevoegd om uitspraak te doen op de beroepen tot vernietiging van een wet, een decreet of een in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel, wegens schending van de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten en wegens schending van de artikelen van titel II (« De Belgen en hun rechten ») en van de artikelen 143, § 1, 170, 172 en 191 van de Grondwet. B.3. Het Hof is niet bevoegd om te oordelen over een beroep tot vernietiging dat gericht is tegen ministeriële besluiten en tegen de daarop gebaseerde maatregelen, die geen wetskrachtige normen zijn. B.4. Het beroep tot vernietiging behoort klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof en is bijgevolg onontvankelijk. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verwerpt het beroep. Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 1 juli 2021. De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, |
| L. Lavrysen | L. Lavrysen |