Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 142/2020 du 22 octobre 2020 Numéro du rôle : 7282 En cause: la question préjudicielle relative à l'article 2 du décret de la Région flamande du 9 juillet 2010 « portant recouvrement de rétributions de stationnement par La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et F. Daoût, des juges J.-P. Moer(...)"
Extrait de l'arrêt n° 142/2020 du 22 octobre 2020 Numéro du rôle : 7282 En cause: la question préjudicielle relative à l'article 2 du décret de la Région flamande du 9 juillet 2010 « portant recouvrement de rétributions de stationnement par La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et F. Daoût, des juges J.-P. Moer(...) Uittreksel uit arrest nr. 142/2020 van 22 oktober 2020 Rolnummer 7282 In zake: de prejudiciële vraag betreffende artikel 2 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 9 juli 2010 « houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedri Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, de rechters J.-(...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 142/2020 du 22 octobre 2020 Uittreksel uit arrest nr. 142/2020 van 22 oktober 2020
Numéro du rôle : 7282 Rolnummer 7282
En cause: la question préjudicielle relative à l'article 2 du décret In zake: de prejudiciële vraag betreffende artikel 2 van het decreet
de la Région flamande du 9 juillet 2010 « portant recouvrement de van het Vlaamse Gewest van 9 juli 2010 « houdende de invordering van
rétributions de stationnement par des sociétés de parking », posée par parkeerheffingen door parkeerbedrijven », gesteld door de Vrederechter
le Juge de paix du canton de Furnes. van het kanton Veurne.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents L. Lavrysen et F. Daoût, des juges J.-P. samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, de rechters
Moerman, P. Nihoul, T. Giet et J. Moerman, et, conformément à J.-P. Moerman, P. Nihoul, T. Giet en J. Moerman, en, overeenkomstig
l'article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
constitutionnelle, du président émérite A. Alen, assistée du greffier Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter A. Alen, bijgestaan door de
F. Meersschaut, présidée par le président émérite A. Alen, griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par jugement du 5 novembre 2019, dont l'expédition est parvenue au Bij vonnis van 5 november 2019, waarvan de expeditie ter griffie van
greffe de la Cour le 14 novembre 2019, le Juge de paix du canton de het Hof is ingekomen op 14 november 2019, heeft de Vrederechter van
Furnes a posé la question préjudicielle suivante : het kanton Veurne de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 2 du décret du 9 juillet 2010 portant recouvrement de « Schendt artikel 2 van het decreet van 9 juli 2010 houdende de
rétributions de stationnement par des sociétés de parking (M.B. 26 invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven, (B.S. 26 juli
juillet 2010) viole-t-il les articles 10, 11, 22 et/ou 23 de la 2010), de artikelen 10, 11, 22 en/of 23 van de Grondwet in de gevallen
Constitution en ce qu'il est établi une distinction entre, d'une part, waarbij er een onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds een
les cyclomoteurs à deux roues qui doivent être stationnés en dehors de tweewielige bromfiets die buiten de rijbaan en de parkeerzones moet
la chaussée et des zones de stationnement et, d'autre part, les geparkeerd worden en anderzijds de fietsen en elektrische fietsen in
bicyclettes et les bicyclettes électriques, dès lors que les die gevallen waar een tweewielige bromfiets volgens het algemeen
cyclomoteurs à deux roues doivent, en vertu du règlement général sur reglement op de gemeentelijke parkeerkaarten en de retributies met
les cartes communales de stationnement et les rétributions relatives betrekking tot het parkeren op de openbare weg wel een retributie moet
au stationnement sur la voie publique, payer une rétribution
lorsqu'ils sont stationnés sur le trottoir et que les bicyclettes betalen wanneer ze op het voetpad geparkeerd staan en de fietsen en/of
et/ou les bicyclettes électriques ne doivent pas payer de rétribution de elektrische fietsen geen retributie moeten betalen wanneer ze op
lorsqu'elles se trouvent sur le trottoir ? ». het voetpad staan ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. La question préjudicielle concerne l'article 2 du décret de la B.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 2 van het decreet van het
Région flamande du 9 juillet 2010 « portant recouvrement de Vlaamse Gewest van 9 juli 2010 « houdende de invordering van
rétributions de stationnement par des sociétés de parking » (ci-après : le décret du 9 juillet 2010), qui dispose : parkeerheffingen door parkeerbedrijven » (hierna : het decreet van 9 juli 2010), dat bepaalt :
« Dans le décret du 16 mai [2008] relatif aux règlements « In het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende
supplémentaires sur la circulation routière et sur la pose et le coût reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de
de la signalisation routière, il est inséré un chapitre V/1, rédigé comme suit : verkeerstekens wordt een hoofdstuk V/1 ingevoegd dat luidt als volgt :
' Chapitre V/1. Les règlements supplémentaires sur le stationnement ' Hoofdstuk V/1. De aanvullende reglementen inzake parkeren

Art. 10/1.Lorsque le Gouvernement flamand ou la commune arrêtent un

Art. 10/1.Wanneer de Vlaamse Regering of de gemeente een aanvullend

règlement complémentaire qui a trait aux stationnements à durée reglement vaststellen dat betrekking heeft op het parkeren voor een
limitée, aux stationnements payants et aux stationnements réservés aux beperkte tijd, het betalend parkeren en het parkeren op plaatsen
titulaires d'une carte de stationnement communale, ils peuvent établir voorbehouden aan houders van een gemeentelijke parkeerkaart, kunnen
des rétributions ou des taxes de stationnement applicables aux zij parkeerretributies of -belastingen bepalen die van toepassing zijn
véhicules à moteurs, leurs remorques ou éléments. op motorvoertuigen, hun aanhangwagens of onderdelen.
Cette disposition ne s'applique pas au stationnement alterné Deze bepaling geldt niet voor het halfmaandelijks beurtelings parkeren
semi-mensuel et à la limitation du stationnement de longue durée. en de beperking van het langdurig parkeren.

Art. 10/2.En vue de l'encaissement des rétributions ou des taxes de

Art. 10/2.Met het oog op het innen van de parkeerretributies of

stationnement, des concessions ou des contrats de gestion peuvent être -belastingen kunnen concessies of beheersovereenkomsten worden
conclus. afgesloten.
Le Gouvernement flamand, les villes et communes et leurs De Vlaamse Regering, de steden en de gemeenten en hun concessiehouders
concessionnaires et les agences autonomisées communales sont habilités en de gemeentelijke verzelfstandigde agentschappen zijn gemachtigd om
à demander l'identité du titulaire de la plaque d'immatriculation à de identiteit van de houder van de nummerplaat op te vragen bij de
l'autorité chargée de l'immatriculation des véhicules conformément à overheid die belast is met de inschrijving van de voertuigen in
la loi relative à la protection de la vie privée. overeenstemming met de wet tot bescherming van de persoonlijke
levenssfeer.

Art. 10/3.Les rétributions ou taxes visées à l'article 10/1 sont à

Art. 10/3.De in artikel 10/1 bedoelde retributies of belastingen

charge du titulaire de la plaque d'immatriculation. ' ». worden ten laste gelegd van de houder van de nummerplaat. ' ».
B.2. Le juge a quo demande si cette disposition viole les articles 10, B.2. De verwijzende rechter vraagt of die bepaling de artikelen 10,
11, 22 et 23 de la Constitution « en ce qu'il est établi une 11, 22 en 23 van de Grondwet schendt « in de gevallen waarbij er een
distinction entre, d'une part, les cyclomoteurs à deux roues qui onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds een tweewielige bromfiets
doivent être stationnés en dehors de la chaussée et des zones de die buiten de rijbaan en de parkeerzones moet geparkeerd worden en
stationnement et, d'autre part, les bicyclettes et les bicyclettes
électriques, dès lors que les cyclomoteurs à deux roues doivent, en anderzijds de fietsen en elektrische fietsen in die gevallen waar een
vertu du règlement général sur les cartes communales de stationnement tweewielige bromfiets volgens het algemeen reglement op de
et les rétributions relatives au stationnement sur la voie publique, gemeentelijke parkeerkaarten en de retributies met betrekking tot het
payer une rétribution lorsqu'ils sont stationnés sur le trottoir et parkeren op de openbare weg wel een retributie moet betalen wanneer ze
que les bicyclettes et/ou les bicyclettes électriques ne doivent pas op het voetpad geparkeerd staan en de fietsen en/of de elektrische
payer de rétribution lorsqu'elles se trouvent sur le trottoir ». fietsen geen retributie moeten betalen wanneer ze op het voetpad staan ».
B.3. Le Gouvernement flamand fait valoir qu'en ce qui concerne les B.3. De Vlaamse Regering voert aan dat de prejudiciële vraag, wat de
articles 10 et 11 de la Constitution, la question préjudicielle artikelen 10 en 11 van de Grondwet betreft, geen antwoord behoeft,
n'appelle pas de réponse, en ce qu'il ne découle pas de la disposition omdat uit de in het geding zijnde bepaling niet voortvloeit dat voor
en cause qu'une rétribution est due pour le stationnement de het parkeren van tweewielige bromfietsen op het voetpad een retributie
cyclomoteurs à deux roues sur le trottoir. La différence de traitement verschuldigd is. Het in die vraag beschreven verschil in behandeling
décrite dans cette question ne résulterait donc pas de la disposition zou aldus niet voortvloeien uit de in het geding zijnde bepaling, maar
en cause, mais du règlement de la ville de Nieuport, qui est uit het in de voor de verwijzende rechter hangende zaak toepasselijke
applicable dans l'affaire pendante devant le juge a quo. reglement van de stad Nieuwpoort.
B.4.1. Il ressort de la motivation de la décision de renvoi que le B.4.1. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de
verwijzende rechter, bij het stellen van zijn prejudiciële vraag,
juge a quo a posé la question préjudicielle en tenant compte des rekening heeft gehouden met de artikelen 2.16 en 23.3 van het
articles 2.16 et 23.3 de l'arrêté royal du 1er décembre 1975 « portant koninklijk besluit van 1 december 1975 « houdende algemeen reglement
règlement général sur la police de la circulation routière et de op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare
l'usage de la voie publique », tel qu'il est applicable en Région weg », zoals van toepassing in het Vlaamse Gewest (hierna : het
flamande (ci-après : l'arrêté royal du 1er décembre 1975). koninklijk besluit van 1 december 1975).
Aux termes de l'article 2.16 de cet arrêté royal, le terme « véhicule Volgens artikel 2.16 van dat koninklijk besluit dient onder het begrip
à moteur » désigne tout véhicule pourvu d'un moteur et destiné à « motorvoertuig » elk voertuig te worden begrepen dat is uitgerust met
circuler par ses moyens propres. een motor, bestemd om op eigen kracht te rijden.
Selon l'article 23.3 de cet arrêté royal, « les bicyclettes et les Volgens artikel 23.3 van dat koninklijk besluit moeten « fietsen en
cyclomoteurs à deux roues doivent être rangés en dehors de la chaussée tweewielige bromfietsen [...] buiten de rijbaan en de parkeerzones
et des zones de stationnement visées à l'article 75.2 de telle manière bedoeld in artikel 75.2 opgesteld worden zonder het verkeer van de
qu'ils ne gênent pas ou ne rendent pas dangereuse la circulation des
autres usagers, sauf aux endroits signalés conformément à l'article andere weggebruikers te hinderen of onveilig te maken, behalve op de
70.2.1.3°f ». plaatsen gesignaleerd zoals voorzien in artikel 70.2.1.3°f ».
B.4.2. En vertu de l'article 10/1 du décret de la Région flamande du B.4.2. Volgens artikel 10/1 van het decreet van het Vlaamse Gewest van
16 mai 2008 « relatif aux règlements supplémentaires sur la circulation routière et sur la pose et le coût de la signalisation routière » (ci-après : le décret du 16 mai 2008), tel qu'il a été inséré par l'article 2 du décret du 9 juillet 2010, lorsqu'ils arrêtent un règlement complémentaire qui a trait aux stationnements à durée limitée, aux stationnements payants et aux stationnements réservés aux titulaires d'une carte de stationnement communale, le Gouvernement flamand et les communes peuvent établir des rétributions ou des taxes de stationnement applicables aux véhicules à moteur, à leurs remorques ou à leurs éléments. Cette disposition habilite donc le Gouvernement flamand et les communes à établir des rétributions ou des taxes de stationnement, en prévoyant toutefois que ces rétributions ou ces taxes soient uniquement applicables aux « véhicules à moteur, [à] leurs remorques ou [à leurs] éléments ». 16 mei 2008 « betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens » (hierna : het decreet van 16 mei 2008), zoals ingevoegd bij artikel 2 van het decreet van 9 juli 2010, kunnen de Vlaamse Regering en de gemeenten, wanneer zij een aanvullend reglement vaststellen dat betrekking heeft op het parkeren voor een beperkte tijd, het betalend parkeren en het parkeren op plaatsen voorbehouden aan houders van een gemeentelijke parkeerkaart, parkeerretributies of -belastingen bepalen die van toepassing zijn op motorvoertuigen, hun aanhangwagens of onderdelen. Die bepaling machtigt de Vlaamse Regering en de gemeenten aldus om parkeerretributies of -belastingen in te voeren, zij het dat die retributies of belastingen uitsluitend van toepassing kunnen zijn op « motorvoertuigen, hun aanhangwagens of onderdelen ».
B.4.3. Il résulte de la motivation de la décision de renvoi et de ce B.4.3. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing en het
qui précède qu'en ce qui concerne les articles 10 et 11 de la voorgaande volgt dat de prejudiciële vraag, wat de artikelen 10 en 11
Constitution, la question préjudicielle doit être interprétée en ce
sens que la Cour est interrogée sur la compatibilité de l'article 10/1 van de Grondwet betreft, dient te worden begrepen in die zin dat het
du décret du 16 mai 2008 avec ces articles constitutionnels, en ce que Hof wordt gevraagd of artikel 10/1 van het decreet van 16 mei 2008
cette disposition habilite le Gouvernement flamand et les communes à bestaanbaar is met die grondwetsartikelen, doordat die bepaling de
établir des rétributions ou des taxes de stationnement applicables aux Vlaamse Regering en de gemeenten machtigt om parkeerretributies of
cyclomoteurs à deux roues, mais pas à établir de telles rétributions -belastingen in te voeren die van toepassing zijn op tweewielige
ou taxes applicables aux bicyclettes ou aux bicyclettes électriques, bromfietsen, maar niet om dergelijke retributies of belastingen in te
voeren die van toepassing zijn op fietsen of elektrische fietsen,
alors que, selon l'article 23.3 de l'arrêté royal du 1er décembre terwijl zowel de tweewielige bromfietsen als de fietsen, volgens
1975, tant les cyclomoteurs à deux roues que les bicyclettes doivent artikel 23.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975, in
en principe être rangés en dehors de la chaussée et des zones de beginsel buiten de rijbaan en de parkeerzones bedoeld in artikel 75.2
stationnement visées à l'article 75.2 de cet arrêté royal. van dat koninklijk besluit moeten worden opgesteld.
Dans cette interprétation, la différence de traitement décrite dans la In die zin begrepen, vloeit het in de prejudiciële vraag beschreven
question préjudicielle découle de la disposition en cause. Il ressort verschil in behandeling voort uit de in het geding zijnde bepaling.
des mémoires déposés à la Cour que les parties ont compris la question Uit de bij het Hof ingediende memories blijkt dat de partijen de
préjudicielle en ce sens et qu'elles ont donc pu développer une prejudiciële vraag in die zin hebben begrepen en aldus een dienstig
défense utile. verweer hebben kunnen voeren.
B.5. L'exception soulevée par le Gouvernement flamand est rejetée. B.5. De exceptie van de Vlaamse Regering wordt verworpen.
B.6.1. Ni la question préjudicielle, ni la motivation de la décision B.6.1. Noch uit de prejudiciële vraag, noch uit de motivering van de
de renvoi ne permettent de déduire de quelle manière la disposition en verwijzingsbeslissing kan worden afgeleid op welke wijze de in het
cause serait incompatible avec les articles 22 et 23 de la geding zijnde bepaling onbestaanbaar zou zijn met de artikelen 22 en
Constitution. 23 van de Grondwet.
Partant, la question préjudicielle ne contient pas, en ce qui concerne ces articles constitutionnels, les éléments nécessaires sur la base desquels la Cour pourrait se prononcer. Permettre qu'une telle question préjudicielle soit posée compromettrait le caractère contradictoire de la procédure devant la Cour, dès lors que les parties qui, le cas échéant, souhaitent intervenir à la cause devant la Cour n'ont pas la possibilité de le faire efficacement. Cela vaut en particulier pour la partie qui interviendrait pour défendre la disposition en cause et qui ne serait alors pas en mesure de fournir une défense utile. De prejudiciële vraag bevat bijgevolg, wat die grondwetsartikelen betreft, niet de noodzakelijke elementen op grond waarvan het Hof uitspraak zou kunnen doen. Het toelaten van zulk een prejudiciële vraag zou ertoe leiden dat het contradictoir karakter van de rechtspleging voor het Hof in het gedrang wordt gebracht, nu de partijen die in voorkomend geval in de zaak voor het Hof wensen tussen te komen niet in de gelegenheid worden gesteld zulks op een doeltreffende wijze te doen. Dat geldt inzonderheid voor de partij die zou opkomen voor de verdediging van de in het geding zijnde bepaling en alsdan geen dienstig verweer zou kunnen voeren.
B.6.2. En ce que la Cour est invitée à contrôler la disposition en B.6.2. In zoverre het Hof wordt gevraagd de in het geding zijnde
cause au regard des articles 22 et 23 de la Constitution, la question bepaling te toetsen aan de artikelen 22 en 23 van de Grondwet, is de
préjudicielle est irrecevable. prejudiciële vraag niet ontvankelijk.
La Cour examine dès lors uniquement la compatibilité de la disposition Het Hof onderzoekt bijgevolg enkel de bestaanbaarheid van de in het
en cause avec les articles 10 et 11 de la Constitution. geding zijnde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
B.7. L'habilitation à établir des rétributions ou des taxes de B.7. De in artikel 10/1 van het decreet van 16 mei 2008 aan de Vlaamse
stationnement, conférée au Gouvernement flamand et aux communes par Regering en de gemeenten verleende machtiging om parkeerretributies of
l'article 10/1 du décret du 16 mai 2008, porte exclusivement sur les -belastingen in te voeren, heeft uitsluitend betrekking op retributies
rétributions et les taxes « applicables aux véhicules à moteur, [à] en belastingen « die van toepassing zijn op motorvoertuigen, hun
leurs remorques ou [à leurs] éléments ». Il y a lieu de considérer, à aanhangwagens of onderdelen ». Zoals de verwijzende rechter doet,
l'instar du juge a quo, que le législateur décrétal a voulu donner à dient ervan te worden uitgegaan dat de decreetgever aan het begrip «
la notion de « véhicules à moteur » la même signification que dans motorvoertuigen » eenzelfde betekenis heeft willen verlenen als in het
l'arrêté royal du 1er décembre 1975. koninklijk besluit van 1 december 1975.
B.8. L'article 2.17, alinéa 1er, de cet arrêté royal définit ce qu'est B.8. Artikel 2.17, eerste lid, van dat koninklijk besluit bepaalt wat
un cyclomoteur et établit, à cet égard, une distinction entre un « een bromfiets is en maakt daarbij een onderscheid tussen een «
cyclomoteur classe A », un « cyclomoteur classe B » et un « speed bromfiets klasse A », een « bromfiets klasse B » en een « speed
pedelec ». Pour chacune de ces catégories de cyclomoteurs, il décrit pedelec ». Voor elk van die categorieën van bromfietsen worden de
les caractéristiques techniques qu'un véhicule doit avoir pour pouvoir technische kenmerken omschreven waaraan dient te zijn voldaan opdat
être considéré comme un cyclomoteur de la catégorie concernée. een voertuig als een bromfiets van de desbetreffende categorie kan
Le cinquième alinéa de cet article dispose que le « cyclomoteur à deux worden beschouwd. Het vijfde lid van dat artikel bepaalt dat « de niet-bereden
roues non monté n'est pas considéré comme véhicule ». tweewielige bromfiets [...] niet als voertuig [wordt] beschouwd ».
B.9.1. Aux termes de l'article 2.15.1, alinéa 1er, de l'arrêté royal B.9.1. Volgens artikel 2.15.1, eerste lid, van het koninklijk besluit
du 1er décembre 1975, la notion de « cycle » désigne « tout véhicule à van 1 december 1975 dient onder het begrip « rijwiel » te worden
begrepen : « elk voertuig met twee of meer wielen, dat wordt
deux roues ou plus, propulsé à l'aide de pédales ou de manivelles par voortbewogen door middel van pedalen of van handgrepen door één of
un ou plusieurs de ses occupants et non pourvu d'un moteur, tel une meer van de gebruikers en niet met een motor is uitgerust, zoals een
bicyclette, un tricycle ou un quadricycle ». L'adjonction d'un moteur fiets, een driewieler of een vierwieler ». De bevestiging van een
électrique d'appoint d'une puissance nominale continue maximale de elektrische hulpmotor met een nominaal continuvermogen van maximaal
0,25 kW, dont l'alimentation est réduite progressivement et finalement 0,25 kW, waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en ten
interrompue lorsque le véhicule atteint la vitesse de 25 km/h, ou plus slotte wordt onderbroken wanneer het voertuig een snelheid van 25 km/h
tôt si le conducteur arrête de pédaler, ne modifie pas la bereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen, brengt
classification de l'engin comme cycle (article 2.15.1, alinéa 2). geen wijziging in de classificatie als rijwiel (artikel 2.15.1, tweede lid).
Le troisième alinéa de cet article dispose que « le cycle non monté Het derde lid van dat artikel bepaalt dat « het niet bereden rijwiel
n'est pas considéré comme un véhicule ». [...] niet als voertuig [wordt] beschouwd ».
B.9.2. Aux termes de l'article 2.15.3, alinéas 1er et 2, de l'arrêté B.9.2. Volgens artikel 2.15.3, eerste en tweede lid, van het
royal du 1er décembre 1975, la notion de « cycle motorisé » désigne koninklijk besluit van 1 december 1975 is een « gemotoriseerd rijwiel
tout véhicule à deux, trois ou quatre roues à pédales, équipé d'un », elk twee-, drie- of vierwielig voertuig met pedalen, uitgerust met
mode de propulsion auxiliaire dans le but premier d'aider au pédalage een hulpaandrijving met als hoofddoel trapondersteuning waarvan de
et dont l'alimentation du système auxiliaire de propulsion est aandrijfkracht wordt onderbroken bij een voertuigsnelheid van maximum
interrompue lorsque le véhicule atteint une vitesse maximale de 25 25 km/h, met uitsluiting van de rijwielen bedoeld in artikel 2.15.1,
km/h, à l'exclusion des cycles visés à l'article 2.15.1, alinéa 2. La
cylindrée d'un moteur à combustion interne est inférieure ou égale à tweede lid. De cilinderinhoud van een motor met inwendige verbranding
50 cm3 et la puissance nette maximale ne dépasse pas 1 kW. Pour un bedraagt ten hoogste 50 cm3 en het nettomaximumvermogen 1 kW. Voor een
moteur électrique, la puissance nominale continue maximale est elektrische motor bedraagt het nominaal continumaximumvermogen ten
inférieure ou égale à 1 kW. hoogste 1 kW.
Le troisième alinéa de cet article dispose que « le cycle motorisé non Het derde lid van dat artikel bepaalt dat « het niet bereden
monté n'est pas considéré comme un véhicule ». gemotoriseerd rijwiel [...] niet als een voertuig [wordt] beschouwd ».
B.10.1. Dès lors que ni les cyclomoteurs à deux roues non montés, ni B.10.1. Daar zowel de niet-bereden tweewielige bromfietsen, als de
les cycles et les cycles motorisés non montés ne sont considérés comme niet-bereden rijwielen en gemotoriseerde rijwielen niet als voertuigen
des véhicules, ils ne peuvent pas non plus être considérés comme des worden beschouwd, kunnen zij evenmin als motorvoertuigen worden
véhicules à moteur. Selon l'article 2.16 de l'arrêté royal du 1er aangemerkt. Volgens artikel 2.16 van het koninklijk besluit van 1
décembre 1975, en effet, un véhicule à moteur est un « véhicule » december 1975 is een motorvoertuig immers een « voertuig » uitgerust
pourvu d'un moteur et destiné à circuler par ses moyens propres. met een motor, bestemd om op eigen kracht te rijden.
B.10.2. Il résulte de ce qui précède que l'article 10/1 du décret du B.10.2. Uit het voorgaande volgt dat artikel 10/1 van het decreet van
16 mai 2008 n'habilite pas le Gouvernement flamand et les communes à 16 mei 2008 de Vlaamse Regering en de gemeenten niet machtigt om
établir des rétributions ou des taxes de stationnement applicables aux parkeerretributies of -belastingen in te voeren die van toepassing
cyclomoteurs à deux roues et qu'il ne les habilite pas non plus à zijn op tweewielige bromfietsen en evenmin om dergelijke retributies
établir de telles rétributions ou taxes applicables aux bicyclettes et of belastingen in te voeren die van toepassing zijn op fietsen en
aux bicyclettes électriques. elektrische fietsen.
Cette disposition ne fait donc pas naître la différence de traitement Die bepaling roept aldus het in de prejudiciële vraag vermelde
mentionnée dans la question préjudicielle. verschil in behandeling niet in het leven.
B.11. La question préjudicielle appelle une réponse négative. B.11. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 10/1 du décret de la Région flamande du 16 mai 2008 « Artikel 10/1 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 16 mei 2008 «
relatif aux règlements supplémentaires sur la circulation routière et betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de
sur la pose et le coût de la signalisation routière », inséré par plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens », ingevoegd bij
l'article 2 du décret du 9 juillet 2010 « portant recouvrement de artikel 2 van het decreet van 9 juli 2010 « houdende de invordering
rétributions de stationnement par des sociétés de parking », ne viole van parkeerheffingen door parkeerbedrijven », schendt de artikelen 10
pas les articles 10 et 11 de la Constitution. en 11 van de Grondwet niet.
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof,
la Cour constitutionnelle, le 22 octobre 2020. op 22 oktober 2020.
Le greffier, De griffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
Le président, De voorzitter,
A. Alen A. Alen
^