Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 156/2020 du 26 novembre 2020 Numéro du rôle : 6917 En cause: le recours en annulation de l'article 233, § 2, du Code bruxellois du Logement, inséré par l'article 15 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capital La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, des juges J.-P. Moer(...)"
Extrait de l'arrêt n° 156/2020 du 26 novembre 2020 Numéro du rôle : 6917 En cause: le recours en annulation de l'article 233, § 2, du Code bruxellois du Logement, inséré par l'article 15 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capital La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, des juges J.-P. Moer(...) Uittreksel uit arrest nr. 156/2020 van 26 november 2020 Rolnummer 6917 In zake: het beroep tot vernietiging van artikel 233, § 2, van de Brusselse Huisvestingscode, ingevoegd bij artikel 15 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstede Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, de rechters J.-(...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 156/2020 du 26 novembre 2020 Uittreksel uit arrest nr. 156/2020 van 26 november 2020
Numéro du rôle : 6917 Rolnummer 6917
En cause: le recours en annulation de l'article 233, § 2, du Code In zake: het beroep tot vernietiging van artikel 233, § 2, van de
bruxellois du Logement, inséré par l'article 15 de l'ordonnance de la Brusselse Huisvestingscode, ingevoegd bij artikel 15 van de
Région de Bruxelles-Capitale du 27 juillet 2017 « visant la ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 27 juli 2017
régionalisation du bail d'habitation », introduit par l'ASBL « Chambre « houdende de regionalisering van de woninghuurovereenkomst »,
d'Arbitrage et de Médiation / Kamer van Arbitrage en Bemiddeling » et ingesteld door de vzw « Chambre d'Arbitrage et de Médiation / Kamer
Olivier Domb. van Arbitrage en Bemiddeling » en Olivier Domb.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, des juges J.-P. samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, de rechters
Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J.
Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache et T. Detienne, et, conformément à Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache en T. Detienne, en, overeenkomstig
l'article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
constitutionnelle, du président émérite A. Alen, assistée du greffier Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter A. Alen, bijgestaan door de
P.-Y. Dutilleux, présidée par le président F. Daoût, griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F.
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : Daoût, wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet du recours et procédure I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 28 Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 28 april 2018
avril 2018 et parvenue au greffe le 3 mai 2018, un recours en ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 3 mei 2018,
annulation de l'article 233, § 2, du Code bruxellois du Logement, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 233, § 2, van de
inséré par l'article 15 de l'ordonnance de la Région de Brusselse Huisvestingscode, ingevoegd bij artikel 15 van de
Bruxelles-Capitale du 27 juillet 2017 « visant la régionalisation du ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 27 juli 2017
« houdende de regionalisering van de woninghuurovereenkomst »
bail d'habitation » (publiée au Moniteur belge du 30 octobre 2017) a (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 oktober 2017) door de
été introduit par l'ASBL « Chambre d'Arbitrage et de Médiation / Kamer vzw « Chambre d'Arbitrage et de Médiation / Kamer van Arbitrage en
van Arbitrage en Bemiddeling » et Olivier Domb, assistés et Bemiddeling » en Olivier Domb, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr.
représentés par Me B. Cambier et Me A. Paternostre, avocats au barreau de Bruxelles. B. Cambier en Mr. A. Paternostre, advocaten bij de balie te Brussel.
(...) (...)
II. En droit II. In rechte
(...) (...)
Quant à la disposition attaquée et à son contexte Ten aanzien van de bestreden bepaling en de context ervan
B.1.1. L'article 15 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale B.1.1. Bij artikel 15 van de ordonnantie van het Brusselse
du 27 juillet 2017 « visant la régionalisation du bail d'habitation » Hoofdstedelijke Gewest van 27 juli 2017 « houdende de regionalisering
(ci-après : l'ordonnance du 27 juillet 2017) insère, dans le Code van de woninghuurovereenkomst » (hierna : de ordonnantie van 27 juli
bruxellois du Logement, un titre XI (« Des baux d'habitation »), dont 2017) wordt, in de Brusselse Huisvestingscode, een titel XI («
fait partie l'article 233 (« Résolution des conLits ») de ce Code, qui Woninghuurovereenkomsten ») ingevoegd, waarvan artikel 233 («
dispose : Geschillenregeling ») van dat Wetboek deel uitmaakt, dat bepaalt :
« § 1er. Sans préjudice de la saisine d'une juridiction, les parties « § 1. Onverminderd het aanhangig zijn bij een rechtbank, kunnen de
peuvent régler leur différend à l'amiable en recourant aux services partijen hun onenigheid in der minne regelen door, indien nodig, hun
d'un médiateur agréé ou à tout autre processus alternatif auquel il toevlucht te nemen tot de diensten van een erkende bemiddelaar of om
het even welke andere alternatieve procedure waarnaar verwezen wordt
est fait référence dans l'annexe visée à l'article 218, § 5. in de bijlage bedoeld in artikel 218, § 5.
§ 2. Les parties peuvent convenir de soumettre leur différend à un § 2. De partijen kunnen overeenkomen om hun geschil aan een arbiter
arbitre après la naissance du différend. voor te leggen na het ontstaan van het geschil.
Toute clause d'arbitrage convenue avant la naissance du différend est Elk arbitragebeding dat vóór het ontstaan van het geschil
réputée non écrite ». overeengekomen is, wordt voor niet geschreven gehouden ».
B.1.2. Un « bail d'habitation » est un « bail portant sur un logement B.1.2. Een « woninghuurovereenkomst » is een « huurovereenkomst
à l'exclusion des hébergements touristiques au sens de l'ordonnance de betreffende een woning met uitsluiting van toeristische logies in de
zin van de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 8
la Région de Bruxelles-Capitale du 8 mai 2014 » (article 2, § 1er, mei 2014 » (artikel 2, § 1, 30°, van de Brusselse Huisvestingscode,
30°, du Code bruxellois du Logement, inséré par l'article 3 de ingevoegd bij artikel 3 van de ordonnantie van 27 juli 2017), met dien
l'ordonnance du 27 juillet 2017), étant entendu que le logement est « verstande dat de woning « het gebouw of gebouwgedeelte [is] dat
l'immeuble ou la partie d'immeuble utilisé ou affecté à l'habitation gebruikt of bestemd is om bewoond te worden door één of verscheidene
d'un ou de plusieurs ménages » (article 2, § 1er, 3°, du même Code). gezinnen » (artikel 2, § 1, 3°, van dezelfde Code).
B.2. L'article 218, § 5, 11°, du Code bruxellois du Logement impose au B.2. Artikel 218, § 5, 11°, van de Brusselse Huisvestingscode vereist
Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale de prévoir, dans une van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat zij, in een bijlage die
annexe à joindre au contrat de bail d'habitation, une « explication bij de woninghuurovereenkomst moet worden gevoegd, voorziet in een «
des dispositions légales relatives » aux « possibilités pour les uitleg over de wettelijke bepalingen met betrekking tot » de «
parties de recourir, préalablement à la saisine d'une juridiction, à mogelijkheden voor de partijen om, voorafgaand aan het aanhangig maken
des processus de règlements alternatifs de leur différend tels que la bij een rechtbank, hun toevlucht te nemen tot alternatieve procedures
médiation, l'arbitrage ou la conciliation ». voor het regelen van hun geschil zoals bemiddeling, arbitrage of verzoening ».
Quant à la recevabilité Ten aanzien van de ontvankelijkheid
En ce qui concerne l'intérêt des parties requérantes Wat betreft het belang van de verzoekende partijen
B.3. La Constitution et la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour B.3. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
constitutionnelle imposent à toute personne physique ou morale qui Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of
introduit un recours en annulation de justifier d'un intérêt. Ne rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken
justifient de l'intérêt requis que les personnes dont la situation van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de
pourrait être affectée directement et défavorablement par la norme personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en
attaquée. ongunstig zou kunnen worden geraakt.
B.4. L'ASBL « Chambre d'Arbitrage et de Médiation / Kamer van B.4. De vzw « Chambre d'Arbitrage et de Médiation / Kamer van
Arbitrage en Bemiddeling » a pour premier objet l'arbitrage au sens de Arbitrage en Bemiddeling » heeft arbitrage in de zin van deel VI van
la sixième partie du Code judiciaire (article II des statuts, publiés het Gerechtelijk Wetboek als eerste doel (artikel II van de statuten,
aux annexes du Moniteur belge du 29 janvier 2004). bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 29
Il ressort des documents présentés à la Cour qu'avant l'adoption de januari 2004). Uit de aan het Hof voorgelegde documenten blijkt dat vele
huurovereenkomsten met betrekking tot woningen gelegen in het
l'article 233, § 2, alinéa 2, du Code bruxellois du Logement, qui Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, vóór het aannemen van artikel 233, §
constitue la disposition attaquée, nombre de baux d'habitation 2, tweede lid, van de Brusselse Huisvestingscode, dat de bestreden
d'immeubles situés dans la Région de Bruxelles-Capitale contenaient bepaling vormt, een arbitragebeding bevatten waarbij de verzoekende
une clause d'arbitrage désignant l'association requérante comme vereniging als arbiter werd aangewezen in geval van een geschil tussen
arbitre en cas de différend entre les parties à ces contrats. de partijen bij die overeenkomsten.
En réputant non écrite toute clause d'arbitrage de ce type convenue Door elk dergelijk arbitragebeding dat vóór het ontstaan van het
entre les parties à un bail d'habitation avant la naissance du geschil tussen de partijen bij een woninghuurovereenkomst is
différend, la disposition attaquée supprime l'obligation de principe, overeengekomen, voor niet-geschreven te houden, heft de bestreden
pour les parties à un bail contenant une telle clause, de se tourner bepaling de principiële verplichting op, voor de partijen bij een
vers l'association requérante en cas de différend. De ce fait, la huurovereenkomst die een dergelijk beding bevat, om zich bij een
disposition attaquée est de nature à diminuer le nombre de demandes geschil tot de verzoekende vereniging te wenden. Daardoor is de
d'arbitrage adressées à cette association. bestreden bepaling van dien aard dat zij het aantal verzoeken tot
La norme attaquée est donc susceptible d'affecter directement et arbitrage, gericht aan die vereniging, doet verminderen.
défavorablement la situation de cette association. De bestreden norm kan de situatie van die vereniging dus rechtstreeks
en ongunstig raken.
B.5. Dès lors que l'association requérante justifie d'un intérêt à B.5. Aangezien de verzoekende vereniging doet blijken van een belang
demander l'annulation de la disposition attaquée, il n'est pas om de vernietiging van de bestreden bepaling te vorderen, is het niet
nécessaire d'examiner s'il en va de même pour l'autre partie noodzakelijk te onderzoeken of dat ook geldt voor de andere
requérante. verzoekende partij.
En ce qui concerne la compétence de la Cour Wat betreft de bevoegdheid van het Hof
B.6. Le moyen est pris de la violation des articles 33, 35 et 146 de B.6. Het middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 33, 35
la Constitution, de l'article 10 de la loi spéciale du 8 août 1980 de en 146 van de Grondwet, van artikel 10 van de bijzondere wet van 8
réformes institutionnelles, lu en combinaison avec l'article 4 de la augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in samenhang gelezen
loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux Institutions met artikel 4 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking
bruxelloises, des articles 1101 et 1134 du Code civil, ainsi que des tot de Brusselse Instellingen, van de artikelen 1101 en 1134 van het
articles 1676 et suivants du Code judiciaire. Burgerlijk Wetboek en van de artikelen 1676 en volgende van het
Gerechtelijk Wetboek.
Les parties requérantes reprochent au législateur ordonnanciel de De verzoekende partijen verwijten de ordonnantiegever dat hij, door
violer la compétence du législateur fédéral, en limitant la inzake woninghuurovereenkomsten de mogelijkheid tot arbitrage te
possibilité d'arbitrage en matière de baux d'habitation. beperken, de bevoegdheid van de federale wetgever schendt.
B.7. En vertu de l'article 142, alinéa 2, de la Constitution et de B.7. Krachtens artikel 142, tweede lid, van de Grondwet en artikel 1
l'article 1er de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof is
constitutionnelle, la Cour est compétente pour statuer sur les recours
en annulation d'une loi, d'un décret ou d'une règle visée à l'article het Hof bevoegd om uitspraak te doen op de beroepen tot vernietiging
134 de la Constitution pour cause de violation des règles qui sont van een wet, een decreet of een in artikel 134 van de Grondwet
bedoelde regel, wegens schending van de regels die door of krachtens
établies par la Constitution ou en vertu de celle-ci pour déterminer de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden
les compétences respectives de l'autorité fédérale, des communautés et bevoegdheid van de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten
des régions et pour cause de violation des articles du titre II (« Des en wegens schending van de artikelen van titel II (« De Belgen en hun
Belges et de leurs droits ») et des articles 143, § 1er, 170, 172 et rechten ») en van de artikelen 143, § 1, 170, 172 en 191 van de
191 de la Constitution. Grondwet.
B.8. L'article 35 de la Constitution dispose : B.8. Artikel 35 van de Grondwet bepaalt :
« L'autorité fédérale n'a de compétences que dans les matières que lui « De federale overheid is slechts bevoegd voor de aangelegenheden die
attribuent formellement la Constitution et les lois portées en vertu de Grondwet en de wetten, krachtens de Grondwet zelf uitgevaardigd,
de la Constitution même. haar uitdrukkelijk toekennen.
Les communautés ou les régions, chacune pour ce qui la concerne, sont De gemeenschappen of de gewesten zijn, ieder wat hem betreft, bevoegd
compétentes pour les autres matières, dans les conditions et selon les voor de overige aangelegenheden onder de voorwaarden en op de wijze
modalités fixées par la loi. Cette loi doit être adoptée à la majorité bepaald door de wet. Deze wet moet worden aangenomen met de
prévue à l'article 4, dernier alinéa. meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid.
Disposition transitoire Overgangsbepaling
La loi visée à l'alinéa 2 détermine la date à laquelle le présent De wet bedoeld in het tweede lid bepaalt de dag waarop dit artikel in
article entre en vigueur. Cette date ne peut pas être antérieure à la werking treedt. Deze dag kan niet voorafgaan aan de dag waarop het
date d'entrée en vigueur du nouvel article à insérer au titre III de nieuw in titel III van de Grondwet in te voegen artikel in werking
la Constitution, déterminant les compétences exclusives de l'autorité treedt dat de exclusieve bevoegdheden van de federale overheid bepaalt
fédérale ». ».
La loi visée au deuxième alinéa de l'article 35 de la Constitution n'a De in het tweede lid van artikel 35 van de Grondwet bedoelde wet is
pas encore été adoptée. Cette disposition constitutionnelle n'est donc nog niet aangenomen. Die grondwetsbepaling is dus nooit in werking
jamais entrée en vigueur, de sorte que la Cour n'est pas compétente getreden, zodat het Hof niet bevoegd is om uitspraak te doen over haar
pour statuer sur son respect. inachtneming.
B.9.1. L'article 33 de la Constitution dispose : B.9.1. Artikel 33 van de Grondwet bepaalt :
« Tous les pouvoirs émanent de la Nation. « Alle machten gaan uit van de Natie.
Ils sont exercés de la manière établie par la Constitution ». Zij worden uitgeoefend op de wijze bij de Grondwet bepaald ».
B.9.2. L'article 1101 du Code civil dispose : B.9.2. Artikel 1101 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt :
« Le contrat est une convention par laquelle une ou plusieurs « Een contract is een overeenkomst waarbij een of meer personen zich
personnes s'obligent, envers une ou plusieurs autres, à donner, à jegens een of meer andere verbinden iets te geven, te doen, of niet te
faire ou à ne pas faire quelque chose ». doen ».
B.9.3. L'article 1134 du Code civil dispose : B.9.3. Artikel 1134 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt :
« Les conventions légalement formées tiennent lieu de loi à ceux qui « Alle overeenkomsten die wettig zijn aangegaan, strekken degenen die
les ont faites. deze hebben aangegaan, tot wet.
Elles ne peuvent être révoquées que de leur consentement mutuel, ou Zij kunnen niet herroepen worden dan met hun wederzijdse toestemming
pour les causes que la loi autorise. of op de gronden door de wet erkend.
Elles doivent être exécutées de bonne foi ». Zij moeten te goeder trouw worden ten uitvoer gebracht ».
B.9.4. Les articles 1676 à 1723 du Code judiciaire, qui composent la B.9.4. De artikelen 1676 tot 1723 van het Gerechtelijk Wetboek, die
sixième partie de ce Code, ont pour objet de régler l'« arbitrage », deel VI van dat Wetboek vormen, strekken ertoe de « arbitrage » te
qui constitue un mode particulier de règlement des différends. regelen, die een bijzondere wijze van geschillenbeslechting is.
B.10. Aucune des dispositions constitutionnelles ou législatives B.10. Geen van de in B.9 vermelde grondwets- of wetsbepalingen strekt
mentionnées en B.9 n'a pour objet de déterminer les compétences ertoe de onderscheiden bevoegdheid van de federale overheid en de
respectives de l'autorité fédérale et des entités fédérées. deelentiteiten te bepalen.
La Cour n'est donc pas compétente pour statuer sur le respect des Het Hof is dus niet bevoegd om uitspraak te doen over de inachtneming
règles que ces dispositions énoncent. van de regels die in die bepalingen worden vermeld.
B.11. En ce qu'il est pris de la violation des articles 33 et 35 de la B.11. In zoverre het is afgeleid uit de schending van de artikelen 33
Constitution, des articles 1101 et 1134 du Code civil, ainsi que des en 35 van de Grondwet, van de artikelen 1101 en 1134 van het
articles 1676 et suivants du Code judiciaire, le moyen est Burgerlijk Wetboek en van de artikelen 1676 en volgende van het
irrecevable. Gerechtelijk Wetboek, is het middel onontvankelijk.
Quant au fond Ten gronde
B.12. Les parties requérantes font valoir que l'article 233, § 2, B.12. De verzoekende partijen voeren aan dat artikel 233, § 2, tweede
alinéa 2, du Code bruxellois du Logement règle une matière fédérale, lid, van de Brusselse Huisvestingscode een federale aangelegenheid
sans que les conditions d'exercice du pouvoir attribué aux régions par regelt, zonder dat de voorwaarden voor de uitoefening van de
l'article 10 de la loi spéciale du 8 août 1980 soient réunies. bevoegdheid die bij artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus
B.13.1. L'arbitrage est un mode de règlement des conflits qui repose 1980 aan de gewesten is toegewezen, vervuld zijn.
sur l'autonomie des parties, qui décident de confier à un ou plusieurs B.13.1. Arbitrage is een manier van geschillenbeslechting die steunt
arbitres le pouvoir de dire le droit en vue de mettre définitivement op de autonomie van de partijen, die beslissen om de bevoegdheid om
recht te spreken toe te vertrouwen aan een of meer arbiters teneinde
definitief een einde te maken aan een geschil tussen hen. Krachtens
fin au différend qui les oppose. En vertu de l'article 1681 du Code artikel 1681 van het Gerechtelijk Wetboek is « een
judiciaire, « une convention d'arbitrage est une convention par arbitrageovereenkomst [...] een overeenkomst waarin de partijen alle
laquelle les parties soumettent à l'arbitrage tous les différends ou geschillen of sommige geschillen die tussen hen gerezen zijn of zouden
certains des différends qui sont nés ou pourraient naître entre elles kunnen rijzen met betrekking tot een bepaalde, al dan niet
au sujet d'un rapport de droit déterminé, contractuel ou non contractuele, rechtsverhouding aan arbitrage voorleggen ». Met
contractuel ». En application de l'article 1682, § 1er, du même Code, toepassing van artikel 1682, § 1, van hetzelfde Wetboek verklaart « de
« le juge saisi d'un différend faisant l'objet d'une convention rechter bij wie een geding aanhangig is gemaakt waarop een
d'arbitrage se déclare sans juridiction à la demande d'une partie, à arbitrageovereenkomst betrekking heeft, [...] zich, op verzoek van een
moins qu'en ce qui concerne ce différend, la convention ne soit pas partij, zonder rechtsmacht, tenzij de overeenkomst ten aanzien van dat
valable ou n'ait pris fin ». geschil niet geldig is of geëindigd is ».
B.13.2. Selon la disposition attaquée, les parties à un bail B.13.2. Volgens de bestreden bepaling kunnen de partijen bij een
d'habitation peuvent convenir de soumettre leur litige à un arbitre woninghuurovereenkomst overeenkomen om hun geschil aan een arbiter
après la naissance du différend, mais une clause d'arbitrage convenue voor te leggen na het ontstaan van het geschil maar wordt een
avant la naissance du différend est réputée non écrite. arbitragebeding dat vóór het ontstaan van het geschil is
overeengekomen voor niet-geschreven gehouden.
B.13.3. La compétence relative à la location de biens ou de parties de B.13.3. De in artikel 6, § 1, IV, van de bijzondere wet van 8 augustus
biens destinés à l'habitation qui est attribuée aux régions par 1980 aan de gewesten toegewezen bevoegdheid betreffende de huur van
l'article 6, § 1er, IV, de la loi spéciale du 8 août 1980 ne permet voor bewoning bestemde goederen of delen ervan laat niet toe om de
pas de régler la compétence des cours et tribunaux, puisqu'en en vertu bevoegdheid van de hoven en rechtbanken te regelen, aangezien die
de l'article 146 de la Constitution, cette matière relève de la aangelegenheid op grond van artikel 146 van de Grondwet tot de
compétence du législateur fédéral. La réglementation de la possibilité bevoegdheid van de federale wetgever behoort. Ook de regeling van de
de conclure une convention d'arbitrage, qui a une incidence sur la mogelijkheid om een arbitrageovereenkomst te sluiten, wat een invloed
compétence des cours et tribunaux, relève également de la compétence heeft op de bevoegdheid van de hoven en rechtbanken, behoort tot de
de l'autorité fédérale. bevoegdheid van de federale overheid.
B.14.1. L'article 10 de la loi spéciale du 8 août 1980, lu en combinaison avec l'article 4, alinéa 1er, de la loi spéciale du 12 janvier 1989 permet néanmoins à la Région de Bruxelles-Capitale d'adopter des dispositions ordonnancielles dans une matière qui relève de la compétence de l'autorité fédérale, à condition que ces dispositions soient nécessaires à l'exercice des compétences de la Région, que cette matière se prête à un règlement différencié et que l'incidence de ces dispositions sur la matière fédérale ne soit que marginale. B.14.2. Il ressort des travaux préparatoires que le législateur ordonnanciel a adopté la disposition attaquée dans le but d'éviter que des conventions d'arbitrage puissent constituer un obstacle financier à la résolution de conflits locatifs : « Il est en effet fréquent que les contrats de bail contiennent des clauses d'arbitrage contraignant les parties à soumettre leurs litiges à un arbitre précisément désigné, sans toutefois que les parties ne perçoivent toutes les implications et conséquences, notamment pratiques et financières, qui découlent de l'insertion d'une telle clause au sein du contrat de bail. En outre, ce type de clause est régulièrement utilisé pour faire échec à la compétence des juges de paix, qui sont pourtant les juges naturels des litiges locatifs. Par conséquent, l'objectif de l'article 233, § 2, est d'éviter les abus qui résultent fréquemment de la pratique consistant à insérer de manière automatique des clauses d'arbitrage dans les contrats de bail. Pour cette raison, les parties au contrat pourront convenir de soumettre leur différend à un ou plusieurs arbitres, mais ceci ne pourra être convenu de commun accord qu'à partir du moment où le différend qui les oppose survient » (Doc. parl., Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale, 2016/2017, n° A-488/1, p. 35). B.14.3. La disposition attaquée cadre donc avec l'objectif de rendre l'accès au juge le plus simple et le moins coûteux possible, dans des différends relatifs à des baux conclus pour des résidences principales et pour des logements d'étudiants. A la lumière de cet objectif, dans le cadre de l'exercice de la compétence relative à la location de biens ou de parties de biens destinés à l'habitation qui lui a été attribuée, le législateur ordonnanciel a pu estimer qu'il était nécessaire d'éviter que l'impact financier éventuel d'une procédure d'arbitrage puisse constituer un obstacle à la résolution de conflits locatifs. B.14.4. En vertu de l'article 1676, § 1er, du Code judiciaire, toute cause de nature patrimoniale, de même que toute cause de nature non patrimoniale sur laquelle il est permis de transiger, peut faire l'objet d'un arbitrage. Conformément à l'article 1676, § 4, du même Code, cette disposition est applicable sauf lorsque la loi en dispose autrement. Dès lors que le législateur fédéral permet ainsi explicitement d'exclure certains différends de l'arbitrage, il apparaît que la matière réglée se prête à un règlement différencié. B.14.5. Etant donné que la disposition attaquée concerne uniquement les différends relatifs aux baux d'habitation, l'incidence sur la matière fédérale est marginale. B.14.6. Il est par conséquent satisfait aux conditions d'application de l'article 10 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, de sorte que le législateur ordonnanciel n'a pas excédé sa compétence en adoptant la disposition attaquée. B.15. Le moyen n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi rendu en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 26 novembre 2020. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président, B.14.1. Artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, in samenhang gelezen met artikel 4, eerste lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989, staat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest echter wel toe ordonnantiebepalingen aan te nemen in een aangelegenheid die tot de bevoegdheid van de federale wetgever behoort, op voorwaarde dat die bepalingen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheden van het Gewest, dat die aangelegenheid zich leent tot een gedifferentieerde regeling en dat de weerslag van die bepalingen op de federale aangelegenheid slechts marginaal is. B.14.2. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de ordonnantiegever de bestreden bepaling heeft aangenomen met de bedoeling te vermijden dat arbitrageovereenkomsten een financiële drempel kunnen vormen voor de oplossing van huurgeschillen : « Het komt immers vaak voor dat de huurovereenkomsten arbitrageclausules bevatten die de partijen dwingen om hun geschillen voor te leggen aan een nauwkeurig aangeduide bemiddelaar, zonder dat de partijen echter alle implicaties en gevolgen kennen, met name op praktisch en financieel vlak, die uit de inlassing van een dergelijke clausule in de huurovereenkomst voortvloeien. Bovendien wordt dat type clausule regelmatig gebruikt om de bevoegdheid van de vrederechters te dwarsbomen, die nochtans de natuurlijke rechters zijn voor geschillen aangaande verhuringen. Bijgevolg is het doel van het artikel 233, § 2, om misbruiken te vermijden die vaak het gevolg van zijn van de praktijk om automatisch arbitrageclausules in huurovereenkomsten op te nemen. Om die reden kunnen de partijen in het contract overeenkomen om hun geschil voor te leggen aan een of meerdere bemiddelaars, maar over de aanduiding ervan kan pas in overleg beslist worden op het moment dat het geschil zich voordoet » (Parl. St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2016-2017, nr. A-488/1, p. 35). B.14.3. De bestreden bepaling past aldus in de doelstelling om de toegang tot de rechter in geschillen omtrent huurovereenkomsten voor hoofdverblijfplaatsen en voor studentenwoningen zo eenvoudig en laagdrempelig mogelijk te maken. In het licht van die doelstelling kon de ordonnantiegever, bij de uitoefening van de hem toegewezen bevoegdheid betreffende de huur van voor bewoning bestemde goederen of delen ervan, het noodzakelijk achten te vermijden dat de mogelijke financiële impact van een arbitrageprocedure een drempel zou vormen voor de beslechting van huurgeschillen. B.14.4. Krachtens artikel 1676, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek kan ieder geschil van vermogensrechtelijke aard evenals elk niet-vermogensrechtelijk geschil dat vatbaar is voor dading, het voorwerp van een arbitrage uitmaken. Overeenkomstig artikel 1676, § 4, geldt die bepaling tenzij de wet anders voorziet. In zoverre de federale wetgever aldus uitdrukkelijk toelaat om bepaalde geschillen van arbitrage uit te sluiten, blijkt dat de geregelde aangelegenheid zich tot een gedifferentieerde regeling leent. B.14.5. Aangezien de bestreden bepaling enkel betrekking heeft op de geschillen inzake woninghuurovereenkomsten, is de weerslag op de federale aangelegenheid marginaal. B.14.6. Aan de toepassingsvoorwaarden van artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen is bijgevolg voldaan, zodat de ordonnantiegever zijn bevoegdheid niet heeft overschreden door de bestreden bepaling aan te nemen. B.15. Het middel is niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 26 november 2020. De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter,
F. Daoût F. Daoût
^