← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 80/2020 du 4 juin 2020 Numéros du rôle : 6737 et 6739 En cause
: les questions préjudicielles concernant l'article 4, § 2, alinéa 2, 4°, de la loi du 19 mars
2017 « instituant un fonds budgétaire relatif à l'aide ju La Cour constitutionnelle, composée
des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 80/2020 du 4 juin 2020 Numéros du rôle : 6737 et 6739 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 4, § 2, alinéa 2, 4°, de la loi du 19 mars 2017 « instituant un fonds budgétaire relatif à l'aide ju La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen(...) | Uittreksel uit arrest nr. 80/2020 van 4 juni 2020 Rolnummers 6737 en 6739 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 4, § 2, tweede lid, 4°, van de wet van 19 maart 2017 « tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridisc Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 80/2020 du 4 juin 2020 | Uittreksel uit arrest nr. 80/2020 van 4 juni 2020 |
| Numéros du rôle : 6737 et 6739 | Rolnummers 6737 en 6739 |
| En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 4, § 2, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 4, § 2, tweede |
| alinéa 2, 4°, de la loi du 19 mars 2017 « instituant un fonds | lid, 4°, van de wet van 19 maart 2017 « tot oprichting van een |
| budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne », posées par | Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand », gesteld door |
| la Cour du travail de Liège, division Liège, et par la Cour du travail | het Arbeidshof te Luik, afdeling Luik, en door het Arbeidshof te |
| de Mons. | Bergen. |
| La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
| composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, | samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. |
| J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. | Lavrysen, J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. |
| Moerman et M. Pâques, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée | Leysen, J. Moerman en M. Pâques, bijgestaan door de griffier F. |
| par le président F. Daoût, | Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
| a. Par arrêt du 26 septembre 2017, dont l'expédition est parvenue au | a. Bij arrest van 26 september 2017, waarvan de expeditie ter griffie |
| greffe de la Cour le 4 octobre 2017, la Cour du travail de Liège, | van het Hof is ingekomen op 4 oktober 2017, heeft het Arbeidshof te |
| division Liège, a posé les questions préjudicielles suivantes : | Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
| 1. « L'article 4, § 2, alinéa 2, 4°, de la loi du 19 mars 2017 | 1. « Schendt artikel 4, § 2, tweede lid, 4°, van de wet van 19 maart |
| instituant un fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième | 2017 tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische |
| ligne viole-t-il les articles 10, 11 et 13 de la Constitution, | tweedelijnsbijstand de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, al dan |
| combinés ou non avec les articles 6 et 13 de la Convention européenne | niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees |
| des droits de l'homme et avec l'article 47 de la Charte des droits | Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 47 van het Handvest |
| fondamentaux de l'Union européenne s'il est interprété en ce sens que | van de grondrechten van de Europese Unie indien het in die zin wordt |
| la demande visée à l'article 1675/4 du Code judiciaire s'entend | geïnterpreteerd dat de vordering bedoeld in artikel 1675/4 van het |
| uniquement comme la demande qui est soumise au tribunal du travail ? | Gerechtelijk Wetboek uitsluitend wordt opgevat als de vordering die wordt voorgelegd aan de arbeidsrechtbank ? |
| L'article 4, § 2, alinéa 2, 4°, de la loi du 19 mars 2017 instituant | Schendt artikel 4, § 2, tweede lid, 4°, van de wet van 19 maart 2017 |
| un fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne | tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische |
| viole-t-il les articles 10, 11 et 13 de la Constitution, combinés ou | tweedelijnsbijstand de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, al dan |
| non avec les articles 6 et 13 de la Convention européenne des droits | niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees |
| de l'homme et avec l'article 47 de la Charte des droits fondamentaux | Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 47 van het Handvest |
| de l'Union européenne s'il est interprété en ce sens que la demande | van de grondrechten van de Europese Unie indien het in die zin wordt |
| visée à l'article 1675/4 du Code judiciaire s'entend comme la demande | geïnterpreteerd dat de vordering bedoeld in artikel 1675/4 van het |
| qui est soumise au tribunal du travail et aussi la même demande, | Gerechtelijk Wetboek wordt opgevat als de vordering die wordt |
| voorgelegd aan de arbeidsrechtbank en ook als dezelfde vordering, | |
| réitérée en degré d'appel, qui est soumise à la cour du travail ? »; | herhaald in hoger beroep, die wordt voorgelegd aan het arbeidshof ? »; |
| 2. « L'article 4, § 2, alinéa 3, de la loi du 19 mars 2017 instituant | 2. « Schendt artikel 4, § 2, derde lid, van de wet van 19 maart 2017 |
| un fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne | tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische |
| viole-t-il les articles 10, 11 et 13 de la Constitution, combinés ou | tweedelijnsbijstand de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, al dan |
| non avec les articles 6 et 13 de la Convention européenne des droits | niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees |
| de l'homme et avec l'article 47 de la Charte des droits fondamentaux | Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 47 van het Handvest |
| de l'Union européenne s'il précise que la juridiction liquide le | van de grondrechten van de Europese Unie wanneer het preciseert dat |
| montant de la contribution au fonds dans la décision définitive qui | het rechtscollege het bedrag van de bijdrage aan het fonds vereffent |
| prononce la condamnation aux dépens, ce mécanisme étant censé | in de eindbeslissing die in de kosten verwijst, in zoverre dat |
| permettre au demandeur qui est ' gagnant ' de disposer d'un titre pour | mechanisme bedoeld is om het voor de eiser die ' winnaar ' is van de |
| obtenir du ' perdant ' le remboursement de la contribution, alors que | procedure mogelijk te maken over een titel te beschikken om van de ' |
| la condamnation aux dépens ne peut être prononcée dans le cadre d'une | verliezer ' de terugbetaling van de bijdrage te verkrijgen, terwijl |
| procédure sur requête unilatérale et que le remboursement de la | een verwijzing in de kosten niet kan worden uitgesproken in het kader |
| van een procedure op eenzijdig verzoekschrift en in dat geval geen | |
| contribution ne peut être obtenu en ce cas ? ». | terugbetaling van de bijdrage kan worden verkregen ? ». |
| b. Par arrêt du 3 octobre 2017, dont l'expédition est parvenue au | b. Bij arrest van 3 oktober 2017, waarvan de expeditie ter griffie van |
| greffe de la Cour le 9 octobre 2017, la Cour du travail de Mons a posé | het Hof is ingekomen op 9 oktober 2017, heeft het Arbeidshof te Bergen |
| la question préjudicielle suivante : | de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Interprété en ce qu'il ne vise que la demande par laquelle un | « Schendt artikel 4, § 2, tweede lid, 4°, van de wet van 19 maart 2017 |
| débiteur sollicite d'être admis au bénéfice de la procédure de | tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische |
| règlement collectif de dettes, l'article 4, § 2, alinéa 2, 4°, de la | tweedelijnsbijstand, dat de eisende partij vrijstelt van de |
| loi du 19 mars 2017 instituant un fonds budgétaire relatif à l'aide | voorafgaande betaling van de bijdrage tot stijving van het |
| juridique de deuxième ligne, qui exonère la partie demanderesse du | begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand, |
| paiement préalable de la contribution destinée à alimenter le fonds | geïnterpreteerd in die zin dat het enkel de vordering beoogt waarmee |
| budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne, ne viole-t-il | een schuldenaar verzoekt om het voordeel van de procedure van |
| pas les articles 10 et 11 de la Constitution en créant une | collectieve schuldenregeling te verkrijgen, niet de artikelen 10 en 11 |
| discrimination entre, d'une part, le débiteur qui sollicite d'être | van de Grondwet doordat het aanleiding geeft tot discriminatie tussen, |
| admis au bénéfice de la procédure de règlement collectif de dettes, | enerzijds, de schuldenaar die verzoekt om het voordeel van de |
| procedure van collectieve schuldenregeling te verkrijgen en, | |
| d'autre part, le débiteur admis au bénéfice de la procédure de | anderzijds, de schuldenaar die het voordeel van de procedure van |
| règlement collectif de dettes qui sollicite, en cours de procédure, | collectieve schuldenregeling heeft verkregen en die, in de loop van de |
| une autorisation basée sur l'article 1675/7, § 3, du Code judiciaire ? | procedure, een toestemming aanvraagt op grond van artikel 1675/7, § 3, |
| ». | van het Gerechtelijk Wetboek ? ». |
| Ces affaires, inscrites sous les numéros 6737 et 6739 du rôle de la | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6737 en 6739 van de rol van |
| Cour, ont été jointes. | het Hof, werden samengevoegd. |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| Quant à la disposition en cause et à son contexte | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling en de context ervan |
| B.1.1. La loi du 19 mars 2017 « instituant un fonds budgétaire relatif | B.1.1. De wet van 19 maart 2017 « tot oprichting van een |
| Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand » (hierna : de | |
| à l'aide juridique de deuxième ligne » (ci-après : la loi du 19 mars | wet van 19 maart 2017) richt een begrotingsfonds voor de juridische |
| 2017) institue un fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de | tweedelijnsbijstand op bij de Federale Overheidsdienst Justitie |
| deuxième ligne auprès du Service public fédéral Justice (article 2). | (artikel 2). De opbrengsten van het fonds worden gebruikt ter |
| Les recettes du fonds sont utilisées pour financer les indemnités des | financiering van de vergoedingen van de advocaten belast met de |
| avocats chargés de l'aide juridique de deuxième ligne ainsi que les | juridische tweedelijnsbijstand alsmede van de kosten verbonden aan de |
| frais liés à l'organisation des bureaux d'aide juridique (article 3). | organisatie van de bureaus voor juridische bijstand (artikel 3). De |
| Le législateur a fixé le montant de la contribution au fonds à vingt | wetgever heeft de bijdrage aan het fonds vastgesteld op twintig euro. |
| euros. Ce montant est indexé conformément à l'article 5 de la loi du | Dat bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel 5 van de wet van |
| 19 mars 2017. | 19 maart 2017. |
| B.1.2. Le fonds est alimenté par des contributions perçues dans le | B.1.2. Het fonds wordt gefinancierd met bijdragen die worden geïnd in |
| cadre de procédures judiciaires. L'article 4 de la loi du 19 mars 2017 | het kader van gerechtelijke procedures. In artikel 4 van de wet van 19 |
| détermine dans quelles affaires la contribution est due, qui doit la | maart 2017 wordt bepaald in welke zaken de bijdrage verschuldigd is, |
| payer et comment elle doit être perçue. Le législateur établit en | wie ze dient te betalen en op welke wijze ze wordt geïnd. De wetgever |
| outre une distinction entre les affaires qui sont traitées selon la | maakt hierbij een onderscheid tussen zaken die volgens de burgerlijke |
| procédure civile (article 4, § 2), les affaires pénales (article 4, § | rechtspleging worden behandeld (artikel 4, § 2), strafzaken (artikel |
| 3) et les affaires portées devant le Conseil d'Etat et devant le | 4, § 3) en zaken voor de Raad van State en de Raad voor |
| Conseil du contentieux des étrangers (article 4, § 4). | Vreemdelingenbetwistingen (artikel 4, § 4). |
| B.1.3. Lors de son adoption, l'article 4, § 2, de la loi du 19 mars | B.1.3. Bij de totstandkoming ervan bepaalde artikel 4, § 2, van de wet |
| 2017 disposait : | van 19 maart 2017 : |
| « Pour les affaires qui sont traitées selon la procédure civile, une | « Voor de zaken die volgens de burgerlijke rechtspleging worden |
| contribution au fonds est due pour chaque acte introductif d'instance | behandeld, is voor elke gedinginleidende akte die op een van de rollen |
| qui est inscrit à l'un des rôles visés aux articles 711 et 712 du Code | bedoeld in de artikelen 711 en 712 van het Gerechtelijk Wetboek wordt |
| judiciaire, au moment de cette inscription, par chacune des parties | ingeschreven, op het ogenblik van die inschrijving, door elke eisende |
| demanderesses. A défaut de paiement de cette contribution, l'affaire | partij, een bijdrage aan het Fonds verschuldigd. Zonder betaling van |
| n'est pas inscrite. | |
| Aucune contribution n'est toutefois perçue dans le chef de la partie | deze bijdrage wordt de zaak niet ingeschreven. |
| demanderesse : | Geen bijdrage wordt evenwel geïnd van de eisende partij : |
| 1° si elle bénéficie de l'aide juridique de deuxième ligne ou de l'assistance judiciaire; | 1° indien zij juridische tweedelijnsbijstand of rechtsbijstand geniet; |
| 2° si elle introduit une demande visée à l'article 68 de la loi du 10 | 2° indien zij een vordering inleidt, bedoeld in artikel 68 van de |
| avril 1971 sur les accidents du travail et visée à l'article 53, | Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en bedoeld in artikel 53, |
| alinéa 2, des lois relatives à la prévention des maladies | tweede lid, van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten |
| professionnelles et à la réparation des dommages résultant de | en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, |
| celles-ci, coordonnées le 3 juin 1970; | gecoördineerd op 3 juni 1970; |
| 3° indien zij een vordering inleidt, bedoeld in de artikelen 579, 6°, | |
| 3° si elle introduit une demande visée aux articles 579, 6°, 580, 581 | 580, 581 en 582, 1° en 2° van het Gerechtelijk Wetboek betreffende |
| et 582, 1° et 2°, du Code judiciaire concernant les demandes | vorderingen ingesteld door of tegen de sociaal verzekerden |
| introduites par ou contre les assurés sociaux personnellement; | persoonlijk; |
| 4° si elle introduit une demande visée à l'article 1675/4 du Code | 4° indien zij een vordering inleidt, bedoeld in artikel 1675/4 van het |
| judiciaire; | Gerechtelijk Wetboek; |
| 5° si elle introduit en qualité de ministère public une demande visée | 5° indien zij in de hoedanigheid van openbaar ministerie een vordering |
| à l'article 138bis du Code judiciaire. | inleidt, bedoeld in artikel 138bis Gerechtelijk Wetboek. |
| Sauf si la partie succombante bénéficie de l'aide juridique de | Tenzij de in het ongelijk gestelde partij van de juridische |
| deuxième ligne ou de l'assistance judiciaire, la juridiction liquide | tweedelijnsbijstand of rechtsbijstand geniet, vereffent het |
| le montant de la contribution au fonds dans la décision définitive qui | rechtscollege het bedrag van de bijdrage aan het Fonds in de |
| prononce la condamnation aux dépens. | eindbeslissing die in de kosten verwijst. |
| Le Roi fixe les modalités de recouvrement de la contribution au fonds | De Koning bepaalt de nadere regels voor de invordering van de bijdrage |
| ». | aan het Fonds ». |
| B.1.4. Par rapport au fait que la contribution au fonds soit | B.1.4. Met betrekking tot de verplichting dat de bijdrage aan het |
| obligatoirement due par partie demanderesse ou requérante pour chaque | fonds verschuldigd is per eisende of verzoekende partij voor elke |
| acte introductif d'instance dans les affaires traitées selon la | gedinginleidende akte in zaken die volgens de burgerlijke en de |
| procédure civile et la procédure administrative, la Cour a toutefois | administratieve rechtspleging worden behandeld, heeft het Hof bij zijn |
| jugé par son arrêt n° 22/2020 du 13 février 2020 : | arrest nr. 22/2020 van 13 februari 2020 evenwel geoordeeld : |
| « B.13.2. La circonstance que chaque partie demanderesse ou requérante | « B.13.2. Het gegeven dat in beginsel elke eisende of verzoekende |
| doit en principe, pour chaque acte introductif d'instance, dans les | partij voor elke gedinginleidende akte in zaken die volgens de |
| affaires qui sont traitées selon la procédure civile ou | burgerlijke of de administratieve rechtspleging worden behandeld, de |
| administrative, payer la contribution forfaitaire au Fonds de vingt | forfaitaire bijdrage van twintig euro aan het Fonds dient te betalen, |
| euros, est objective et pertinente au regard de l'objectif mentionné | is objectief en pertinent in het licht van de doelstelling die is |
| en B.11.1 d'imposer cette contribution à chaque utilisateur du service | vermeld in B.11.1, om die bijdrage op te leggen aan elke gebruiker van |
| public de la justice. | de openbare dienst van de rechtspraak. |
| Toutefois, combinées à la circonstance que le juge liquide ce montant | Evenwel, gecombineerd met het gegeven dat de rechter dit bedrag |
| dans la décision finale qui condamne aux dépens, les dispositions | vereffent in de eindbeslissing die in de kosten verwijst, hebben de |
| attaquées ont pour conséquence que lorsqu'elle ne bénéficie pas de | bestreden bepalingen tot gevolg dat de in het ongelijk gestelde |
| l'aide juridique de deuxième ligne ou de l'assistance judiciaire, la | partij, wanneer zij geen juridische tweedelijnsbijstand of |
| partie succombante peut se voir imposer le paiement d'une contribution | rechtsbijstand geniet, de betaling opgelegd kan krijgen van een |
| forfaitaire bien supérieure au montant de vingt euros fixé par le | forfaitaire bijdrage die heel wat hoger is dan het door de wetgever |
| vastgelegde bedrag van twintig euro. Indien verscheidene eisers of | |
| législateur. En effet, si plusieurs demandeurs ou requérants | verzoekers de vordering instellen tegen een enkele verweerder en |
| introduisent l'action contre un seul défendeur et que ce dernier | indien die laatste in het ongelijk wordt gesteld, kan het bedrag van |
| succombe, le montant de la contribution de vingt euros, multiplié par | de bijdrage van twintig euro, vermenigvuldigd met het aantal eisers of |
| le nombre de demandeurs ou de requérants, peut être mis à sa charge, | verzoekers, immers te zijnen laste worden gelegd, zonder dat enig |
| sans qu'aucun plafond ne soit fixé. | maximumbedrag wordt vastgelegd. |
| B.13.3. Les dispositions attaquées ont donc pour effet qu'il n'existe | B.13.3. De bestreden bepalingen hebben aldus tot gevolg dat geen |
| pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens | redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende |
| employés et le but visé ». | middelen en het beoogde doel ». |
| C'est pour ces motifs que la Cour a annulé, dans l'article 4, § 2, | Om die redenen heeft het Hof in artikel 4, § 2, eerste lid, van de wet |
| alinéa 1er, de la loi du 19 mars 2017, les mots « par chacune des | van 19 maart 2017 de woorden « door elke eisende partij » vernietigd, |
| parties demanderesses », ainsi que, dans l'article 4, § 4, alinéas 1er | evenals de woorden « per verzoekende partij » in artikel 4, § 4, |
| et 3, de la même loi, les mots « par partie requérante ». | eerste en derde lid, van dezelfde wet. |
| B.1.5. Du fait de l'annulation par la Cour des mots « par chacune des | B.1.5. Ingevolge de vernietiging door het Hof van de woorden « door |
| parties demanderesses » dans l'article 4, § 2, alinéa 1er, de la loi du 19 mars 2017, une seule contribution doit en principe être payée pour chaque acte introductif d'instance au moment de l'inscription au rôle, pour les affaires qui sont traitées selon la procédure civile. B.2.1. En l'espèce, la Cour est interrogée sur la contribution due pour l'aide juridique de deuxième ligne dans le cadre du règlement collectif de dettes. Une personne physique qui n'a pas la qualité de commerçant peut en principe, si elle n'est pas en état, de manière durable, de payer ses dettes exigibles ou encore à échoir et dans la mesure où elle n'a pas manifestement organisé son insolvabilité, introduire devant le juge une requête visant à obtenir un règlement collectif de dettes (article 1675/2, alinéa 1er, du Code judiciaire, tel qu'il a été modifié par | elke eisende partij » in artikel 4, § 2, eerste lid, van de wet van 19 maart 2017 dient in beginsel voor elke gedinginleidende akte één bijdrage te worden betaald op het ogenblik van de inschrijving op de rol, voor de zaken die volgens de burgerlijke rechtspleging worden behandeld. B.2.1. Te dezen wordt het Hof ondervraagd over de bijdrage voor de juridische tweedelijnsbijstand die verschuldigd is in het kader van de collectieve schuldenregeling. Een natuurlijke persoon die geen koopman is, kan in beginsel, indien hij niet in staat is om, op duurzame wijze, zijn opeisbare of nog te vervallen schulden te betalen en voor zover hij niet kennelijk zijn onvermogen heeft bewerkstelligd, bij de rechter een verzoek tot het verkrijgen van een collectieve schuldenregeling indienen (artikel 1675/2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals het is |
| l'article 136 de la loi du 16 juillet 2004 « portant le Code de droit | gewijzigd bij artikel 136 van de wet van 16 juli 2004 « houdende het |
| international privé » et par l'article 78 de la loi du 14 janvier 2013 | Wetboek van internationaal privaatrecht » en bij artikel 78 van de wet |
| « portant diverses dispositions relatives à la réduction de la charge | van 14 januari 2013 « houdende diverse bepalingen inzake |
| de travail au sein de la justice »). | werklastvermindering binnen justitie »). |
| B.2.2. Avant sa modification par l'article 27 de la loi du 14 octobre | B.2.2. Vóór de wijziging ervan bij artikel 27 van de wet van 14 |
| 2018 « modifiant le Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et | oktober 2018 « tot wijziging van het Wetboek der registratie-, |
| de greffe en vue de réformer les droits de greffe », l'article 1675/4 | hypotheek- en griffierechten teneinde de griffierechten te hervormen |
| du Code judiciaire disposait : | », bepaalde artikel 1675/4 van het Gerechtelijk Wetboek : |
| « § 1er. La demande de règlement collectif de dettes est introduite | « § 1. De vordering tot collectieve schuldenregeling wordt ingeleid |
| par requête et instruite conformément aux articles 1027 à 1034. Les | bij verzoekschrift en behandeld overeenkomstig de artikelen 1027 tot |
| pièces jointes en annexe à la requête sont déposées ou expédiées en | 1034. De als bijlage toegevoegde stukken bij het verzoekschrift worden |
| double exemplaire. | in tweevoud neergelegd of toegestuurd. |
| § 2. La requête contient les mentions suivantes : | § 2. Het verzoekschrift bevat de volgende vermeldingen : |
| 1° l'indication des jour, mois et an; | 1° de dag, de maand, en het jaar; |
| 2° les nom, prénoms, date de naissance, profession et domicile du | 2° de naam, de voornamen, de geboortedatum, het beroep en de |
| requérant, ainsi que, le cas échéant, les nom, prénoms, domicile et | woonplaats van de verzoeker en in voorkomend geval de naam, de |
| qualité de ses représentants légaux; | voornamen, de woonplaats en de hoedanigheid van zijn wettelijke |
| vertegenwoordigers; | |
| 3° l'objet et l'indication sommaire des motifs de la demande; | 3° het onderwerp en in het kort de gronden van de vordering; |
| 4° la désignation du juge qui doit en connaître; | 4° de aanwijzing van de rechter die ervan kennis moet nemen; |
| 5° l'identité du médiateur de dettes éventuellement proposé; | 5° de identiteit van de eventueel voorgestelde schuldbemiddelaar; |
| 6° les nom, prénoms, profession, domicile et date de naissance du | 6° naam, voornamen, beroep, woonplaats en geboortedatum van de |
| conjoint du requérant ou de la ou des personnes cohabitant avec le | echtgenoot van de verzoeker of de met de verzoeker samenwonende(n), |
| requérant, le cas échéant, leur régime matrimonial ainsi que la | desgevallend hun huwelijksvermogensstelsel evenals de samenstelling |
| composition du ménage; | van het gezin; |
| 7° un état détaillé et estimatif des éléments actifs et passifs du patrimoine du requérant, du patrimoine commun s'il est marié sous un régime de communauté et du patrimoine du conjoint ou de la ou des personnes cohabitant avec lui; 8° un état détaillé et estimatif des biens faisant partie des patrimoines visés au 7°, aliénés au cours des six mois précédant l'introduction de la requête; 9° les nom, prénoms et domicile ou, s'il s'agit d'une personne morale, la dénomination et le siège, des créanciers du requérant et le cas | 7° een gedetailleerde staat en raming van de baten en de lasten van het vermogen van de verzoeker, van het gemeenschappelijk vermogen indien hij gehuwd is onder een stelsel van gemeenschap van goederen en van het vermogen van de echtgenoot of de met de verzoeker samenwonende(n); 8° een gedetailleerde staat en raming van de, binnen de zes maanden voorafgaand aan de inleiding van het verzoekschrift, vervreemde goederen die deel uitmaakten van de vermogens bedoeld in 7°; 9° de naam, de voornamen en de woonplaats of, wanneer het een rechtspersoon betreft, de benaming en de zetel van de schuldeisers van de verzoeker en in voorkomend geval van de schuldenaars van de |
| échéant, des débiteurs du requérant et des personnes qui ont constitué | verzoeker en van de personen die voor hem een persoonlijke zekerheid |
| pour lui une sûreté personnelle; | hebben gesteld; |
| 10° le cas échéant, les dettes contestées en tout ou en partie ainsi | 10° in voorkomend geval de geheel of gedeeltelijk betwiste schulden en |
| que les motifs de contestation; | de gronden van betwisting; |
| 11° les procédures d'octroi de délais de grâce visées à l'article | 11° de procedures tot het verkrijgen van uitstel van betaling, bedoeld |
| in artikel 1334, en die tot het verkrijgen van betalingsfaciliteiten, | |
| 1334, d'octroi de facilités de paiement visées à l'article 1337bis et | bedoeld in artikel 1337bis en in artikel 59, § 1, tweede lid, van de |
| à l'article 59, § 1er, alinéa 2, de la loi du 4 août 1992 relative au | wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet, waarin de |
| crédit hypothécaire dans lesquelles le requérant est engagé; | verzoeker betrokken is; |
| 12° les raisons de l'impossibilité de rembourser ses dettes; | 12° de redenen van de onmogelijkheid om zijn schulden terug te betalen; |
| 13° la signature du requérant ou de son avocat. | 13° de handtekening van de verzoeker of van zijn advocaat. |
| § 3. Si les mentions sont incomplètes, le juge invite le requérant | § 3. Als de vermeldingen onvolledig zijn, vraagt de rechter binnen |
| dans les huit jours à compléter sa requête ». | acht dagen de verzoeker om zijn verzoekschrift aan te vullen ». |
| B.2.3. Sur la base de la requête visée à l'article 1675/4 du Code | B.2.3. Op basis van het verzoekschrift bedoeld in artikel 1675/4 van |
| judiciaire, le juge saisi d'une demande mentionnée dans le même | het Gerechtelijk Wetboek moet de rechter bij wie een vordering vermeld |
| article doit, en premier lieu, statuer sur l'admissibilité de la | in hetzelfde artikel is ingeleid, in de eerste plaats uitspraak doen |
| demande visant à obtenir un règlement collectif de dettes (article | over de toelaatbaarheid van de vordering tot het verkrijgen van een |
| collectieve schuldenregeling (artikel 1675/5 van het Gerechtelijk | |
| 1675/5 du Code judiciaire, avant sa modification par l'article 35 de | Wetboek, vóór de wijziging ervan bij artikel 35 van de wet van 5 mei |
| la loi du 5 mai 2019 « portant dispositions diverses en matière | 2019 « houdende diverse bepalingen inzake informatisering van |
| d'information de la Justice, de modernisation du statut des juges | Justitie, modernisering van het statuut van rechters in |
| consulaires et relativement à la banque des actes notariés »; article | ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank »; artikel 1675/6, § |
| 1675/6, § 1er, du Code judiciaire, avant son remplacement par | 1, van het Gerechtelijk Wetboek vóór de vervanging ervan bij artikel |
| l'article 36, 1°, de la loi du 5 mai 2019). | 36, 1°, van de wet van 5 mei 2019). |
| Si ce juge déclare cette demande admissible, il prend une « décision | Indien die rechter die vordering toelaatbaar verklaart, neemt hij een |
| d'admissibilité » (article 1675/7, § 1er, alinéa 1er, du Code | « beschikking van toelaatbaarheid » (artikel 1675/7, § 1, eerste lid, |
| judiciaire). | van het Gerechtelijk Wetboek). |
| Quant aux questions préjudicielles dans l'affaire n° 6737 | Ten aanzien van de prejudiciële vragen in de zaak nr. 6737 |
| B.3. Par la première question préjudicielle, le juge a quo dans | B.3. Met de eerste prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter in |
| l'affaire n° 6737 demande à la Cour si l'article 4, § 2, alinéa 2, 4°, | de zaak nr. 6737 van het Hof te vernemen of artikel 4, § 2, tweede |
| de la loi du 19 mars 2017 est compatible avec les articles 10, 11 et | lid, 4°, van de wet van 19 maart 2017 bestaanbaar is met de artikelen |
| 10, 11 en 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de | |
| 13 de la Constitution, lus ou non en combinaison avec les articles 6 | artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
| et 13 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec | |
| l'article 47 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union | en met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese |
| européenne, en ce que la dispense de la contribution obligatoire de | Unie, in zoverre de vrijstelling van de verplichte bijdrage van |
| twintig euro aan het begrotingsfonds voor de juridische | |
| vingt euros au fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième | tweedelijnsbijstand voor « de vordering [...] bedoeld in artikel |
| ligne pour « la demande visée à l'article 1675/4 du Code judiciaire » | 1675/4 van het Gerechtelijk Wetboek » enkel betrekking zou hebben op |
| ne porterait que sur la demande d'admission au règlement collectif de | de vordering inzake de toelating tot de collectieve schuldenregeling |
| dettes introduite auprès du tribunal du travail (première branche), ou | ingeleid bij de arbeidsrechtbank (eerste onderdeel), of in zoverre die |
| en ce que celle-ci porterait également sur la demande d'admission au | ook betrekking zou hebben op de vordering inzake de toelating tot de |
| règlement collectif de dettes introduite auprès de la cour du travail | collectieve schuldenregeling ingeleid bij het arbeidshof (tweede |
| (seconde branche). | onderdeel). |
| Par la deuxième question préjudicielle, le juge a quo demande à la | Met de tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het |
| Cour si l'article 4, § 2, alinéa 3, de la loi du 19 mars 2017 est | Hof te vernemen of artikel 4, § 2, derde lid, van de wet van 19 maart |
| compatible avec les normes de référence précitées, en ce qu'une | 2017 bestaanbaar is met de voormelde referentienormen, in zoverre een |
| condamnation aux dépens ne peut pas être prononcée dans le cadre d'une | verwijzing in de kosten niet kan worden uitgesproken in het kader van |
| demande de règlement collectif de dettes introduite par requête | een vordering tot collectieve schuldenregeling die wordt ingeleid bij |
| unilatérale, ce qui signifie qu'il serait impossible d'obtenir le | eenzijdig verzoekschrift, waardoor geen terugbetaling van de |
| remboursement de la contribution obligatoire de vingt euros versée au | verplichte bijdrage van twintig euro betaald aan het begrotingsfonds |
| fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne. | voor de juridische tweedelijnsbijstand zou kunnen worden verkregen. |
| B.4.1. L'article 13 de la Constitution implique un droit d'accès au | B.4.1. Artikel 13 van de Grondwet houdt een recht in op toegang tot de |
| juge compétent. Le droit d'accès au juge est également garanti par les | bevoegde rechter. Het recht op toegang tot de rechter wordt eveneens |
| articles 6 et 13 de la Convention européenne des droits de l'homme et | gewaarborgd bij de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de |
| par l'article 47 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union | rechten van de mens en bij artikel 47 van het Handvest van de |
| européenne. | grondrechten van de Europese Unie. |
| B.4.2. De bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met | |
| B.4.2. La compatibilité de la disposition en cause avec l'article 47 | artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, |
| de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne, lu en | |
| combinaison avec les articles 10, 11 et 13 de la Constitution, ne peut | in samenhang gelezen met de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, |
| être examinée par la Cour qu'en ce que la disposition en cause met en | kan slechts door het Hof worden onderzocht in zoverre de in het geding |
| oeuvre le droit de l'Union conformément à l'article 51, paragraphe 1, | zijnde bepaling het Unierecht ten uitvoer brengt overeenkomstig |
| de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne (CJUE, | artikel 51, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de |
| grande chambre, 26 février 2013, C-617/10, Aklagaren, points 17 et | Europese Unie (HvJ, grote kamer, 26 februari 2013, C-617/10, |
| suivants). | Aklagaren, punten 17 e.v.). |
| Etant donné qu'il n'y a pas de lien de rattachement avec la mise en | Aangezien niet blijkt dat er een aanknopingspunt is met de |
| oeuvre du droit de l'Union, les questions préjudicielles sont | tenuitvoerlegging van het Unierecht, zijn de prejudiciële vragen niet |
| irrecevables en ce que le juge a quo souhaite savoir si la disposition | ontvankelijk in zoverre de verwijzende rechter wenst te vernemen of de |
| en cause est compatible avec la Charte des droits fondamentaux de | in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met het Handvest van de |
| l'Union européenne. | grondrechten van de Europese Unie. |
| B.4.3. Le droit d'accès au juge constitue un aspect essentiel du droit | B.4.3. Het recht op toegang tot de rechter vormt een wezenlijk aspect |
| van het recht op een eerlijk proces en is fundamenteel in een | |
| à un procès équitable et est fondamental dans un Etat de droit. De | rechtsstaat. Het recht om zich tot een rechter te wenden, heeft |
| plus, le droit de s'adresser à un juge concerne tout autant le droit | bovendien zowel betrekking op het recht om in rechte op te treden als |
| d'agir en justice que celui de se défendre. | op het recht om zich te verdedigen. |
| B.4.4. Le droit d'accès au juge n'est cependant pas absolu. Il peut | B.4.4. Het recht op toegang tot een rechter is evenwel niet absoluut. |
| faire l'objet de restrictions financières pour autant que celles-ci ne | Het kan het voorwerp uitmaken van financiële beperkingen, voor zover |
| portent pas atteinte à l'essence même de ce droit. Les restrictions à | die beperkingen geen afbreuk doen aan de essentie zelf van dat recht. |
| ce droit doivent être raisonnablement proportionnées au but légitime | De beperkingen van dat recht moeten redelijk evenredig zijn met het |
| qu'elles poursuivent (CEDH, 7 juillet 2009, Stagno c. Belgique, § 25). | gewettigde doel dat zij nastreven (EHRM, 7 juli 2009, Stagno t. |
| La réglementation à cet égard doit servir les buts de sécurité | België, § 25). De reglementering dienaangaande moet de rechtszekerheid |
| juridique et de bonne administration de la justice et ne peut donc | en de goede rechtsbedeling nastreven en mag dus geen beperkingen |
| induire des restrictions empêchant le justiciable de voir la substance | opleveren die de rechtzoekende verhinderen de inhoud van zijn geschil |
| de son litige tranchée par la juridiction compétente (CEDH, 7 juillet | voor de bevoegde rechter te brengen (EHRM, 7 juli 2009, Stagno t. |
| 2009, Stagno c. Belgique, § 25; 29 mars 2011, RTBF c. Belgique, § 69). | België, § 25; 29 maart 2011, RTBF t. België, § 69). |
| B.5.1. La contribution forfaitaire au fonds budgétaire relatif à | B.5.1. De forfaitaire bijdrage aan het begrotingsfonds voor de |
| l'aide juridique de deuxième ligne vise à financer complémentairement | juridische tweedelijnsbijstand beoogt de juridische |
| l'aide juridique de deuxième ligne, en particulier eu égard à | tweedelijnsbijstand bijkomend te financieren, in het bijzonder gelet |
| l'augmentation permanente du nombre de dossiers (Doc. parl., Chambre, | op de aanhoudende stijging van het aantal dossiers (Parl. St., Kamer, |
| 2015-2016, DOC 54-1851/001, p. 3; Doc. parl., Chambre, 2016-2017, DOC | 2015-2016, DOC 54-1851/001, p. 3; Parl. St., Kamer, 2016-2017, DOC |
| 54-1851/006, p. 8). Ainsi qu'il est prévu à l'article 3 de la loi du | 54-1851/006, p. 8). Zoals is bepaald in artikel 3 van de wet van 19 |
| 19 mars 2017, les recettes du fonds sont utilisées pour financer les | maart 2017, worden de opbrengsten van het fonds gebruikt ter |
| financiering van de vergoedingen van de advocaten belast met de | |
| indemnités des avocats chargés de l'aide juridique de deuxième ligne | juridische tweedelijnsbijstand alsmede de kosten verbonden aan de |
| ainsi que les frais liés à l'organisation des bureaux d'aide | organisatie van de bureaus voor juridische bijstand. |
| juridique. L'effectivité de l'aide juridique de deuxième ligne est un but | De doeltreffendheid van de juridische tweedelijnsbijstand is een |
| légitime qui rencontre l'obligation du législateur, inscrite à | legitiem doel, dat tegemoetkomt aan de verplichting van de wetgever, |
| l'article 23, alinéa 3, 2°, de la Constitution, de garantir l'aide | opgenomen in artikel 23, derde lid, 2°, van de Grondwet, om de |
| juridische bijstand te waarborgen voor diegenen die anders hun | |
| juridique à ceux qui en ont besoin pour assurer leur droit fondamental | fundamenteel recht op toegang tot de rechter niet zouden kunnen |
| à l'accès à la justice. | uitoefenen. |
| B.5.2. La contribution forfaitaire au fonds budgétaire relatif à | B.5.2. De betwiste forfaitaire bijdrage aan het begrotingsfonds voor |
| l'aide juridique de deuxième ligne, qui est contestée, s'élève à vingt | de juridische tweedelijnsbijstand is vastgesteld op twintig euro, |
| euros, montant qui est indexé (article 5 de la loi du 19 mars 2017). | onverminderd indexering (artikel 5 van de wet van 19 maart 2017). |
| L'obligation de payer la contribution connaît toutefois des | De verplichting om de bijdrage te betalen, gaat evenwel gepaard met |
| exceptions. Dans les affaires qui sont traitées selon la procédure | uitzonderingen. In zaken die volgens de burgerlijke rechtspleging |
| civile, la contribution ne peut en aucun cas être due par des | worden behandeld, kan de bijdrage nooit verschuldigd zijn door |
| personnes qui bénéficient de l'aide juridique de deuxième ligne ou de | personen die juridische tweedelijnsbijstand of rechtsbijstand genieten |
| l'assistance judiciaire (article 4, § 2, alinéa 2, 1°, de la loi du 19 | (artikel 4, § 2, tweede lid, 1°, van de wet van 19 maart 2017). |
| mars 2017). B.5.3. L'accès à l'aide juridique de deuxième ligne et à l'assistance | B.5.3. De toegang tot de juridische tweedelijnsbijstand en tot de |
| judiciaire est accordé au demandeur qui ne dispose pas de moyens | rechtsbijstand wordt toegekend aan de aanvrager die niet beschikt over |
| d'existence suffisants pour payer les services de son avocat et les | voldoende bestaansmiddelen om de diensten van zijn advocaat en de |
| frais de justice. En dispensant ces personnes de la contribution | gerechtskosten te betalen. Door die personen van de betwiste bijdrage |
| litigieuse, le législateur a ainsi voulu préserver le droit d'accès au | vrij te stellen, heeft de wetgever aldus het recht op toegang tot de |
| juge pour les plus démunis. | rechter willen vrijwaren voor de meest behoeftigen. |
| B.5.4. Par rapport aux personnes qui introduisent une demande en vue | B.5.4. Met betrekking tot personen die een vordering inleiden om een |
| d'obtenir un règlement collectif de dettes, l'article 1675/6, § 3, du | collectieve schuldenregeling te verkrijgen, bepaalt artikel 1675/6, § |
| Code judiciaire prévoit que le juge qui statue sur l'admissibilité de | 3, van het Gerechtelijk Wetboek dat de rechter die uitspraak doet over |
| cette demande statue d'office, dans sa décision, sur l'octroi | de toelaatbaarheid van die vordering in zijn beschikking ambtshalve |
| éventuel, en tout ou en partie, de l'assistance judiciaire. | uitspraak doet over de eventuele toekenning van volledige of |
| gedeeltelijke rechtsbijstand. | |
| B.5.5. Le fait de statuer d'office, dans le cadre de l'admission au | B.5.5. De ambtshalve uitspraak, in het kader van de toelating tot de |
| règlement collectif de dettes, sur l'octroi éventuel, en tout ou en | collectieve schuldenregeling, over de eventuele toekenning van |
| partie, de l'assistance judiciaire, déroge au régime de droit commun | volledige of gedeeltelijke rechtsbijstand wijkt af van de |
| gemeenrechtelijke regeling die uitgaat van een verzoek om | |
| qui suppose une demande d'assistance judiciaire (articles 664 et | rechtsbijstand (artikelen 664 en volgende van het Gerechtelijk |
| suivants du Code judiciaire). | Wetboek). |
| Cela permet de garantir que les personnes souhaitant accéder au | Op die manier wordt gewaarborgd dat de personen die wensen toe te |
| règlement collectif de dettes bénéficient de l'assistance judiciaire | treden tot de collectieve schuldenregeling rechtsbijstand genieten |
| si elles entrent dans les conditions, même si elles n'ont introduit | indien zij hiervoor in aanmerking komen, ook al dienen zij hiertoe |
| aucune demande en ce sens. En effet, il peut être admis que ces | geen verzoek in. Er kan immers worden aangenomen dat die personen |
| personnes ne disposent généralement pas des moyens d'existence | doorgaans niet over de nodige bestaansmiddelen beschikken om de |
| nécessaires pour supporter les frais de procédure. Le législateur | rechtsplegingskosten te dragen. De wetgever verlaagt aldus de |
| abaisse ainsi le seuil financier pour les personnes qui demandent à | financiële drempel voor personen die verzoeken om te worden toegelaten |
| bénéficier d'un règlement collectif de dettes. | tot een collectieve schuldenregeling. |
| B.6.1. Les personnes en règlement collectif de dettes ne sont | B.6.1. Niet alle personen die zich bevinden in een collectieve |
| cependant pas toutes admissibles à l'aide juridique de deuxième ligne | schuldenregeling komen evenwel in aanmerking voor juridische |
| ou à l'assistance judiciaire et ne peuvent donc pas toujours | tweedelijnsbijstand of voor rechtsbijstand, en zij kunnen derhalve |
| bénéficier de la dispense énoncée par l'article 4, § 2, alinéa 2, 1°, | niet steeds de vrijstelling genieten die is vermeld in artikel 4, § 2, |
| de la loi du 19 mars 2017. | tweede lid, 1°, van de wet van 19 maart 2017. |
| B.6.2. Les personnes qui introduisent une demande visée à l'article | B.6.2. Personen die een vordering inleiden inzake de toelating tot de |
| 1675/4 du Code judiciaire en vue d'être admises au règlement collectif | collectieve schuldenregeling, bedoeld in artikel 1675/4 van het |
| de dettes sont dispensées du paiement de la contribution au fonds | Gerechtelijk Wetboek, worden vrijgesteld van de betaling van de |
| budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne en vertu de | bijdrage aan het begrotingsfonds voor de juridische |
| l'article 4, § 2, alinéa 2, 4°, de la loi du 19 mars 2017. | tweedelijnsbijstand krachtens artikel 4, § 2, tweede lid, 4°, van de wet van 19 maart 2017. |
| B.6.3. Dans son avis relatif à un amendement à la proposition de loi | B.6.3. In haar advies met betrekking tot een amendement op het |
| ayant conduit à l'adoption de la loi litigieuse, la section de | wetsvoorstel dat tot de betwiste wet heeft geleid, heeft de afdeling |
| législation du Conseil d'Etat a observé ce qui suit à propos de la | wetgeving van de Raad van State over de in het geding zijnde bepaling |
| disposition en cause : | opgemerkt : |
| « Le fait qu'il faudrait payer une contribution au Fonds lors de | « Het spoort moeilijk met artikel 1675/6, § 3, van het Gerechtelijk |
| l'introduction de la demande de règlement collectif de dettes est | Wetboek dat bij het inleiden van de vordering tot collectieve |
| difficilement conciliable avec l'article 1675/6, § 3, du Code | schuldenregeling een bijdrage aan het Fonds zou moeten worden betaald |
| judiciaire, compte tenu de la règle énoncée dans cette disposition | gelet op de in die bepaling opgenomen regel dat de rechter, wanneer |
| selon laquelle le juge, lorsqu'il estime cette demande admissible, | hij zo een vordering toelaatbaar acht, ambtshalve uitspraak doet over |
| statue d'office sur l'octroi, en tout ou en partie, de l'assistance | het toekennen van volledige of gedeeltelijke rechtsbijstand. Het |
| judiciaire. La proposition de loi amendée sera également adaptée sur | geamendeerde wetsvoorstel dient ook op dit vlak te worden bijgestuurd |
| ce point » (Doc. parl., Chambre, 2016-2017, DOC 54-1851/008, p. 14). | » (Parl. St., Kamer, 2016-2017, DOC 54-1851/008, p. 14). |
| B.6.4. Pour répondre à cette observation, le législateur a prévu | B.6.4. Om tegemoet te komen aan die opmerking, heeft de wetgever |
| qu'aucune contribution n'est due par la partie demanderesse qui | bepaald dat er geen bijdrage wordt geïnd van de eisende partij die een |
| introduit une demande d'admission au règlement collectif de dettes, | vordering inzake de toelating tot de collectieve schuldenregeling |
| visée à l'article 1675/4 du Code judiciaire (Doc. parl., Chambre, | inleidt, bedoeld in artikel 1675/4 van het Gerechtelijk Wetboek (Parl |
| 2016-2017, DOC 54-1851/009, p. 12). | St., Kamer, 2016-2017, DOC 54-1851/009, p. 12). |
| B.7.1. Il ressort de l'article 4, § 2, alinéa 2, 4°, de la loi du 19 | B.7.1. Uit artikel 4, § 2, tweede lid, 4°, van de wet van 19 maart |
| mars 2017 que le législateur n'a pas eu pour objectif de dispenser de | 2017 blijkt dat de wetgever niet heeft beoogd alle gedinginleidende |
| l'obligation de verser la contribution au fonds budgétaire relatif à | akten inzake de collectieve schuldenregeling vrij te stellen van de |
| l'aide juridique de deuxième ligne tous les actes introductifs | verplichte bijdrage aan het begrotingsfonds voor de juridische |
| d'instance en matière de règlement collectif de dettes, mais seulement | tweedelijnsbijstand, maar enkel de gedinginleidende akte inzake de |
| l'acte introductif d'instance relatif à l'admission au règlement | toelating tot de collectieve schuldenregeling, bedoeld in artikel |
| collectif de dettes visé à l'article 1675/4 du Code judiciaire. | 1675/4 van het Gerechtelijk Wetboek. |
| B.7.2. Les travaux préparatoires de l'article 4, § 2, alinéa 2, 4°, de | B.7.2. In de parlementaire voorbereiding van artikel 4, § 2, tweede |
| la loi du 19 mars 2017 précisent que la « demande visée à l'article | lid, 4°, van de wet van 19 maart 2017 wordt gepreciseerd dat de « |
| 1675/4 du Code judiciaire » se rapporte aux « demandes en matière | vordering [...] bedoeld in artikel 1675/4 van het Gerechtelijk Wetboek |
| d'admissibilité à la procédure de règlement collectif de dettes » | » betrekking heeft op de « vorderingen inzake toelating tot de |
| procedure inzake collectieve schuldenregeling » (Parl. St., Kamer, | |
| (Doc. parl., Chambre, 2016-2017, DOC 54-1851/009, p. 12) sans en | 2016-2017, DOC 54-1851/009, p. 12), zonder de reikwijdte ervan te |
| réduire la portée aux demandes introduites auprès du tribunal du | beperken tot de vorderingen die bij de arbeidsrechtbank worden |
| travail. | ingeleid. |
| B.7.3. Il ressort de la décision de renvoi que le juge a quo considère | B.7.3. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat ook de verwijzende |
| lui aussi que la disposition en cause ne fait pas de distinction selon | rechter van oordeel is dat de in het geding zijnde bepaling geen |
| que la demande en règlement collectif de dettes est introduite devant | onderscheid maakt naargelang de vordering tot collectieve |
| le tribunal du travail ou devant la cour du travail. | schuldenregeling wordt ingeleid bij de arbeidsrechtbank dan wel bij |
| het arbeidshof. | |
| B.7.4. Le juge a quo constate toutefois que cette interprétation ne | B.7.4. De verwijzende rechter stelt evenwel vast dat die interpretatie |
| semble pas être suivie par le Service public fédéral Justice dont | niet lijkt te worden gevolgd door de Federale Overheidsdienst |
| relève le fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième | Justitie, waaronder het begrotingsfonds voor de juridische |
| ligne, qui considère que l'exemption de la contribution visée à | tweedelijnsbijstand ressorteert, die van oordeel is dat de |
| vrijstelling van de bijdrage bedoeld in artikel 4, § 2, tweede lid, | |
| l'article 4, § 2, alinéa 2, 4°, de la loi du 19 mars 2017 | 4°, van de wet van 19 maart 2017 enkel zou gelden in eerste aanleg en |
| s'appliquerait uniquement en première instance et non en appel. C'est | niet in hoger beroep. Het is die vaststelling die hem ertoe brengt de |
| ce constat qui l'amène à poser à la Cour les questions préjudicielles précitées. | voormelde prejudiciële vragen te stellen aan het Hof. |
| B.8. Comme il ressort de ce qui est dit en B.6.1 à B.6.4, l'exemption | B.8. Zoals blijkt uit hetgeen is vermeld in B.6.1 tot B.6.4, is de |
| de la contribution au fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de | vrijstelling van de bijdrage aan het begrotingsfonds voor de |
| deuxième ligne dans le cadre de l'admission au règlement collectif de | juridische tweedelijnsbijstand in het kader van de toelating tot de |
| dettes a été dictée par le fait que, lorsqu'il estime la demande | collectieve schuldenregeling ingegeven door het feit dat de rechter, |
| admissible, le juge statue d'office sur l'octroi de l'assistance | wanneer hij de vordering toelaatbaar acht, ambtshalve uitspraak doet |
| judiciaire. Conformément à l'article 4, § 2, alinéa 2, 1°, de la loi | over het toekennen van rechtsbijstand. Overeenkomstig artikel 4, § 2, |
| du 19 mars 2017, aucune contribution n'est perçue de la part de la | tweede lid, 1°, van de wet van 19 maart 2017 wordt geen bijdrage geïnd |
| partie demanderesse qui bénéficie de l'aide juridique de deuxième | vanwege de eisende partij die juridische tweedelijnsbijstand of |
| ligne ou de l'assistance judiciaire. | rechtsbijstand geniet. |
| B.9.1. La ratio legis de la disposition en cause s'applique de la même | B.9.1. De ratio legis van de in het geding zijnde bepaling geldt op |
| façon à la demande introduite en première instance qu'à celle | dezelfde wijze voor de vordering die wordt ingeleid in eerste aanleg |
| introduite en appel. Eu égard à l'objectif poursuivi par le | als voor de vordering die wordt ingesteld in hoger beroep. In het |
| législateur et au droit d'accès au juge, la différence de traitement | licht van de door de wetgever nagestreefde doelstelling en van het |
| mentionnée dans la première branche de la première question | recht op toegang tot de rechter berust het in het eerste onderdeel van |
| préjudicielle, telle qu'elle résulte de l'interprétation soumise à la | de eerste prejudiciële vraag vermelde verschil in behandeling, zoals |
| Cour de la disposition en cause, ne repose pas sur un critère de | dat volgt uit de aan het Hof voorgelegde interpretatie van de in het |
| geding zijnde bepaling, niet op een relevant criterium van | |
| distinction pertinent. | onderscheid. |
| B.9.2. Par conséquent, l'article 4, § 2, alinéa 2, 4°, de la loi du 19 | B.9.2. Bijgevolg is artikel 4, § 2, tweede lid, 4°, van de wet van 19 |
| mars 2017, interprété en ce sens que la « demande visée à l'article | maart 2017, in die zin geïnterpreteerd dat de « vordering [...] |
| 1675/4 du Code judiciaire » ne concerne pas la demande d'admission au | bedoeld in artikel 1675/4 van het Gerechtelijk Wetboek » geen |
| règlement collectif de dettes introduite auprès de la cour du travail, | betrekking heeft op de vordering inzake de toelating tot de |
| collectieve schuldenregeling ingeleid bij het arbeidshof, niet | |
| n'est pas compatible avec les articles 10, 11 et 13 de la | bestaanbaar met de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, al dan niet |
| Constitution, lus ou non en combinaison avec les articles 6 et 13 de | in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag |
| la Convention européenne des droits de l'homme. | voor de rechten van de mens. |
| B.9.3. Comme il ressort de ce qui est dit en B.7, et comme le confirme | B.9.3. Zoals blijkt uit hetgeen is vermeld in B.7, en zoals de |
| le Conseil des ministres dans son mémoire, l'article 4, § 2, alinéa 2, | Ministerraad bevestigt in zijn memorie, dient artikel 4, § 2, tweede |
| 4°, de la loi du 19 mars 2017 doit toutefois être interprété en ce | lid, 4°, van de wet van 19 maart 2017 evenwel in die zin te worden |
| sens que la « demande visée à l'article 1675/4 du Code judiciaire » | geïnterpreteerd dat de « vordering [...] bedoeld in artikel 1675/4 van |
| concerne également la demande d'admission au règlement collectif de | het Gerechtelijk Wetboek » ook betrekking heeft op de vordering inzake |
| dettes introduite auprès de la cour du travail. Dans cette | de toelating tot de collectieve schuldenregeling ingeleid bij het |
| interprétation, il n'existe pas de différence de traitement entre le | arbeidshof. In die interpretatie bestaat er geen verschil in |
| justiciable qui introduit une demande d'admission au règlement | behandeling tussen de rechtzoekende die een vordering inzake de |
| collectif de dettes auprès du tribunal du travail et le justiciable | toelating tot de collectieve schuldenregeling inleidt bij de |
| qui introduit une même demande auprès de la cour du travail, et la | arbeidsrechtbank en de rechtzoekende die eenzelfde vordering inleidt |
| disposition en cause est compatible avec les normes de référence | bij het arbeidshof, en is de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar |
| mentionnées dans les questions préjudicielles. | met de in de prejudiciële vragen vermelde referentienormen. |
| B.10. Compte tenu de ce qui est dit en B.9.3, la seconde branche de la | B.10. Rekening houdend met hetgeen is vermeld in B.9.3, behoeft het |
| première question préjudicielle dans l'affaire n° 6737 n'appelle pas | tweede onderdeel van de eerste prejudiciële vraag in de zaak nr. 6737 |
| de réponse. | geen antwoord. |
| B.11. Il ressort en outre des motifs de la décision de renvoi que la | B.11. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt voorts dat |
| seconde question préjudicielle repose sur le constat que la personne | de tweede prejudiciële vraag berust op de vaststelling dat de persoon |
| qui interjette appel d'une ordonnance du tribunal du travail ayant | die hoger beroep instelt tegen een beschikking van de arbeidsrechtbank |
| considéré la demande d'admission au règlement collectif de dettes au | waarbij is geoordeeld dat de vordering inzake de toelating tot de |
| sens de l'article 1675/4 du Code judiciaire comme n'étant pas | collectieve schuldenregeling bedoeld in artikel 1675/4 van het |
| admissible, doit payer la contribution au fonds budgétaire relatif à | Gerechtelijk Wetboek niet toelaatbaar was, de bijdrage aan het |
| l'aide juridique de deuxième ligne afin que sa cause puisse être | begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand dient te |
| inscrite au rôle de la cour du travail. | betalen opdat zijn zaak op de rol van het arbeidshof kan worden |
| ingeschreven. | |
| B.12. Compte tenu de ce qui est dit en B.9.2 et B.9.3, la seconde | B.12. Rekening houdend met hetgeen is vermeld in B.9.2 en B.9.3, |
| question préjudicielle dans l'affaire n° 6737 n'appelle pas de | behoeft de tweede prejudiciële vraag in de zaak nr. 6737 evenmin een |
| réponse. | antwoord. |
| Quant à la question préjudicielle dans l'affaire n° 6739 | Ten aanzien van de prejudiciële vraag in de zaak nr. 6739 |
| B.13. Le juge a quo dans l'affaire n° 6739 demande à la Cour si | B.13. De verwijzende rechter in de zaak nr. 6739 wenst van het Hof te |
| l'article 4, § 2, alinéa 2, 4°, de la loi du 19 mars 2017, est | vernemen of artikel 4, § 2, tweede lid, 4°, van de wet van 19 maart |
| compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'une | 2017 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in |
| personne qui introduit une demande d'admission au règlement collectif | zoverre een persoon die een vordering inleidt inzake de toelating tot |
| de dettes est exemptée de verser la contribution de vingt euros au | de collectieve schuldenregeling is vrijgesteld van de bijdrage van |
| fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne, alors | twintig euro aan het begrotingsfonds voor de juridische |
| tweedelijnsbijstand, terwijl een persoon die zich in een collectieve | |
| qu'une personne en règlement collectif de dettes peut être contrainte | schuldenregeling bevindt, ertoe kan worden verplicht de bijdrage aan |
| à payer la contribution au fonds lors de la demande en appel relative | het fonds te betalen bij de vordering in hoger beroep met betrekking |
| à une autorisation d'exercer une activité commerciale fondée sur | tot een toestemming om een handelsactiviteit uit te oefenen op grond |
| l'article 1675/7, § 3, du Code judiciaire. | van artikel 1675/7, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek. |
| B.14. L'article 1675/7, § 3, du Code judiciaire dispose : | B.14. Artikel 1675/7, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
| « La décision d'admissibilité entraîne l'interdiction pour le | « De beschikking van toelaatbaarheid houdt voor de verzoeker het |
| requérant, sauf autorisation du juge : | verbod in om, behoudens toestemming van de rechter : |
| - d'accomplir tout acte étranger à la gestion normale du patrimoine; | - enige daad te stellen die een normaal vermogensbeheer te buiten gaat; |
| - d'accomplir tout acte susceptible de favoriser un créancier, sauf le | - enige daad te stellen die een schuldeiser zou bevoordelen, behoudens |
| paiement d'une dette alimentaire mais à l'exception des arriérés de | de betaling van een onderhoudsschuld voor zover deze geen |
| celle-ci; | achterstallen betreft; |
| - d'aggraver son insolvabilité ». | - zijn onvermogen te vergroten ». |
| B.15.1. Par son arrêt n° 38/2020 du 12 mars 2020, la Cour a jugé que | B.15.1. Bij zijn arrest nr. 38/2020 van 12 maart 2020 heeft het Hof |
| l'article 4, § 2, alinéa 2, 4°, de la loi du 19 mars 2017 n'est pas | geoordeeld dat artikel 4, § 2, tweede lid, 4°, van de wet van 19 maart |
| compatible avec les articles 10, 11 et 13 de la Constitution, lus en | 2017 niet bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 13 van de |
| combinaison avec les articles 6 et 13 de la Convention européenne des | Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het |
| droits de l'homme, en ce qu'il ne prévoit pas de dispense de la | Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het niet |
| voorziet in een vrijstelling van de bijdrage aan het begrotingsfonds | |
| contribution au fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de | voor de juridische tweedelijnsbijstand voor een persoon die is |
| deuxième ligne pour une personne qui a été admise à un règlement | toegelaten tot een collectieve schuldenregeling en in het kader van |
| collectif de dettes et qui, dans le cadre de ce règlement, interjette | die regeling hoger beroep instelt tegen een beslissing van de |
| appel d'une décision du tribunal du travail qui ne concerne pas | arbeidsrechtbank die geen betrekking heeft op de toelating tot de |
| l'admission au règlement collectif de dettes visé à l'article 1675/4 | collectieve schuldenregeling bedoeld in artikel 1675/4 van het |
| du Code judiciaire. | Gerechtelijk Wetboek. |
| B.15.2. Cet arrêt est fondé sur le constat que la requête visant à | B.15.2. Dat arrest is gegrond op de vaststelling dat het verzoek tot |
| obtenir un règlement collectif de dettes ne sera admise que si le | het verkrijgen van een collectieve schuldenregeling enkel wordt |
| débiteur n'est pas en état, de manière durable, de payer ses dettes | toegelaten indien de schuldenaar niet in staat is om, op duurzame |
| exigibles ou encore à échoir (article 1675/2 du Code judiciaire). Pour | wijze, zijn opeisbare of nog te vervallen schulden te betalen (artikel |
| les personnes qui se trouvent dans une situation aussi précaire, la | 1675/2 van het Gerechtelijk Wetboek). Voor personen die zich bevinden |
| contribution de vingt euros au fonds budgétaire relatif à l'aide | in een dergelijke precaire situatie kan de bijdrage van twintig euro |
| juridique de deuxième ligne peut constituer un seuil financier qui | aan het begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand een |
| pourrait les empêcher, dans le cadre d'un tel règlement, de se | financiële drempel vormen die hen ervan zou kunnen weerhouden om in |
| pourvoir en appel contre une décision du tribunal du travail. | het kader van een dergelijke regeling hoger beroep in te stellen tegen |
| een beslissing van de arbeidsrechtbank. | |
| B.15.3. La disposition en cause affecte donc le droit d'accès au juge | B.15.3. Aldus doet de in het geding zijnde bepaling afbreuk aan het |
| des personnes concernées et les traite différemment par rapport aux | recht op toegang tot de rechter van de betrokken personen en behandelt |
| personnes qui peuvent bénéficier d'une dispense en vertu de l'article | zij hen anders dan de personen die een vrijstelling kunnen genieten op |
| 4, § 2, alinéa 2, 4°, de la loi du 17 mars 2017, sans que des éléments | grond van artikel 4, § 2, tweede lid, 4°, van de wet van 19 maart |
| raisonnables puissent le justifier. | 2017, zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat. |
| B.16. La question préjudicielle dans l'affaire n° 6739 appelle une | B.16. De prejudiciële vraag in de zaak nr. 6739 dient bevestigend te |
| réponse affirmative. | worden beantwoord. |
| B.17. Dès lors que le constat de la lacune qui a été fait en B.15.1 | B.17. Aangezien de in B.15.1 gedane vaststelling van de lacune is |
| est exprimé en des termes suffisamment précis et complets qui | uitgedrukt in voldoende nauwkeurige en volledige bewoordingen die |
| permettent l'application de la disposition en cause dans le respect | toelaten de in het geding zijnde bepaling toe te passen met |
| des normes de référence sur la base desquelles la Cour exerce son | inachtneming van de referentienormen op grond waarvan het Hof zijn |
| contrôle, il appartient aux juges a quo de mettre fin à la violation | toetsingsbevoegdheid uitoefent, staat het aan de verwijzende rechters |
| de ces normes. | een einde te maken aan de schending van die normen. |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| 1. - L'article 4, § 2, alinéa 2, 4°, de la loi du 19 mars 2017 « | 1. - Artikel 4, § 2, tweede lid, 4°, van de wet van 19 maart 2017 « |
| instituant un fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième | tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische |
| ligne » viole les articles 10, 11 et 13 de la Constitution, lus ou non | tweedelijnsbijstand » schendt de artikelen 10, 11 en 13 van de |
| en combinaison avec les articles 6 et 13 de la Convention européenne | Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 |
| van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, indien het in | |
| des droits de l'homme, interprété en ce sens qu'il ne concerne pas la | die zin wordt geïnterpreteerd dat het geen betrekking heeft op de |
| demande d'admission au règlement collectif de dettes introduite auprès | vordering inzake de toelating tot de collectieve schuldenregeling |
| de la cour du travail. | ingeleid bij het arbeidshof. |
| - La même disposition ne viole pas les articles 10, 11 et 13 de la | - Dezelfde bepaling schendt niet de artikelen 10, 11 en 13 van de |
| Constitution, lus ou non en combinaison avec les articles 6 et 13 de | Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 |
| la Convention européenne des droits de l'homme, interprétée en ce sens | van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, indien zij in |
| qu'elle concerne également la demande d'admission au règlement | die zin wordt geïnterpreteerd dat zij ook betrekking heeft op de |
| collectif de dettes introduite auprès de la cour du travail. | vordering inzake de toelating tot de collectieve schuldenregeling |
| ingeleid bij het arbeidshof. | |
| 2. La seconde branche de la première question préjudicielle et la | 2. Het tweede onderdeel van de eerste prejudiciële vraag en de tweede |
| seconde question préjudicielle dans l'affaire n° 6737 n'appellent pas | prejudiciële vraag in de zaak nr. 6737 behoeven geen antwoord. |
| de réponse. 3. L'article 4, § 2, alinéa 2, 4°, de la même loi du 19 mars 2017 | 3. Artikel 4, § 2, tweede lid, 4°, van dezelfde wet van 19 maart 2017 |
| viole les articles 10, 11 et 13 de la Constitution, lus en combinaison | schendt de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang |
| avec les articles 6 et 13 de la Convention européenne des droits de | gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de |
| rechten van de mens, in zoverre het niet voorziet in een vrijstelling | |
| l'homme, en ce qu'il ne prévoit pas de dispense de la contribution au | van de bijdrage aan het begrotingsfonds voor de juridische |
| fonds budgétaire relatif à l'aide juridique de deuxième ligne pour une | tweedelijnsbijstand voor een persoon die is toegelaten tot een |
| personne qui a été admise à un règlement collectif de dettes et qui, | collectieve schuldenregeling en in het kader van die regeling hoger |
| dans le cadre de ce règlement, interjette appel d'une décision du | beroep instelt tegen een beslissing van de arbeidsrechtbank die geen |
| tribunal du travail qui ne concerne pas l'admission au règlement | betrekking heeft op de toelating tot de collectieve schuldenregeling |
| collectif de dettes visé à l'article 1675/4 du Code judiciaire. | bedoeld in artikel 1675/4 van het Gerechtelijk Wetboek. |
| Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| la Cour constitutionnelle, le 4 juin 2020. | op 4 juni 2020. |
| Le greffier, Le président, | De griffier, De voorzitter, |
| F. Meersschaut F. Daoût | F. Meersschaut F. Daoût |