← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 102/2020 du 9 juillet 2020 Numéro du rôle : 6942 En cause:
le recours en annulation partielle de l'article 5 du décret de la Région wallonne du 16 novembre 2017
« modifiant l'article D.IV.99 et le Livre VII du Code du D La Cour constitutionnelle, composée
des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen(...)"
Extrait de l'arrêt n° 102/2020 du 9 juillet 2020 Numéro du rôle : 6942 En cause: le recours en annulation partielle de l'article 5 du décret de la Région wallonne du 16 novembre 2017 « modifiant l'article D.IV.99 et le Livre VII du Code du D La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen(...) | Uittreksel uit arrest nr. 102/2020 van 9 juli 2020 Rolnummer : 6942 In zake: het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 5 van het decreet van het Waalse Gewest van 16 november 2017 « tot wijziging van artikel D.IV.99 en Boek VII v Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 102/2020 du 9 juillet 2020 | Uittreksel uit arrest nr. 102/2020 van 9 juli 2020 |
Numéro du rôle : 6942 | Rolnummer : 6942 |
En cause: le recours en annulation partielle de l'article 5 du décret | In zake: het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 5 van |
de la Région wallonne du 16 novembre 2017 « modifiant l'article | het decreet van het Waalse Gewest van 16 november 2017 « tot wijziging |
D.IV.99 et le Livre VII du Code du Développement territorial en vue | van artikel D.IV.99 en Boek VII van het Wetboek van Ruimtelijke |
d'y insérer un article D.VII.1bis instaurant une présomption de | Ontwikkeling met het oog om er een artikel D.VII.1bis in te voegen tot |
conformité urbanistique pour certaines infractions », introduit par | invoering van een stedenbouwkundig conformiteitsvermoeden voor sommige |
Joseph Schütz et Romain Schütz. | [misdrijven] », ingesteld door Joseph Schütz en Romain Schütz. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, | samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. |
J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. | Lavrysen, J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. |
Moerman et M. Pâques, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée | Leysen, J. Moerman en M. Pâques, bijgestaan door de griffier P.-Y. |
par le président F. Daoût, | Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 4 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 4 juni 2018 |
juin 2018 et parvenue au greffe le 5 juin 2018, un recours en | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 5 juni |
annulation de l'article 5 du décret de la Région wallonne du 16 | 2018, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 5 van het |
decreet van het Waalse Gewest van 16 november 2017 « tot wijziging van | |
novembre 2017 « modifiant l'article D.IV.99 et le Livre VII du Code du | artikel D.IV.99 en Boek VII van het Wetboek van Ruimtelijke |
Développement territorial en vue d'y insérer un article D.VII.1bis | Ontwikkeling met het oog om er een artikel D.VII.1bis in te voegen tot |
instaurant une présomption de conformité urbanistique pour certaines | invoering van een stedenbouwkundig conformiteitsvermoeden voor sommige |
infractions » (publié au Moniteur belge du 7 décembre 2017), en ce | [misdrijven] » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 |
qu'il insère un article D.VII.1, § 2/2, dans le Code du Développement | december 2017), in zoverre het een artikel D.VII.1, § 2/2, in het |
territorial, a été introduit par Joseph Schütz et Romain Schütz. | Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling invoegt, door Joseph Schütz en Romain Schütz. |
(...) | (...) |
II. En droit | II. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la disposition attaquée | Ten aanzien van de bestreden bepaling |
B.1.1. Les parties requérantes demandent l'annulation de l'article 5 | B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 5 |
du décret de la Région wallonne du 16 novembre 2017 « modifiant | van het decreet van het Waalse Gewest van 16 november 2017 « tot |
l'article D.IV.99 et le Livre VII du Code du Développement territorial | wijziging van artikel D.IV.99 en Boek VII van het Wetboek van |
en vue d'y insérer un article D.VII.1bis instaurant une présomption de | Ruimtelijke Ontwikkeling met het oog om er een artikel D.VII.1bis in |
te voegen tot invoering van een stedenbouwkundig | |
conformité urbanistique pour certaines infractions » (ci-après : le | conformiteitsvermoeden voor sommige [misdrijven] » (hierna : het |
décret attaqué), en ce qu'il insère, dans l'article D.VII.1 du Code du | bestreden decreet), in zoverre het, in artikel D.VII.1 van het Wetboek |
Développement territorial (ci-après : CoDT), un paragraphe 2/2, ainsi | van Ruimtelijke Ontwikkeling (hierna : WRO), een paragraaf 2/2 invoegt |
rédigé : | die als volgt is geformuleerd : |
« Les paragraphes 2 et 2/1 ne s'appliquent pas aux actes et travaux | « De paragrafen 2 en 2/1 zijn niet van toepassing op de handelingen en |
visés à l'alinéa 2 de l'article D.VII.1bis ». | werken bedoeld in het tweede lid van artikel D.VII.1bis ». |
B.1.2. L'article D.VII.1, ainsi modifié, du CoDT dispose : | B.1.2. Artikel D.VII.1, aldus gewijzigd, van het WRO bepaalt : |
« § 1er. Sont constitutifs d'infraction les faits suivants : | « § 1. Strafbaar zijn volgende feiten : |
[...] | [...] |
3° sans préjudice de l'article D.VII.lbis, le maintien des travaux | 3° onverminderd artikel D.VII.1bis, de instandhouding van de werken, |
exécutés après le 21 avril 1962 sans le permis qui était requis ou en | na 21 april 1962 uitgevoerd, zonder de vereiste vergunning of in |
méconnaissance de celui-ci; | miskenning ervan; |
[...] | [...] |
§ 2. Le maintien des actes et travaux sans le permis qui était requis | § 2. De instandhouding van de handelingen en werken zonder de |
ou en méconnaissance de celui-ci n'est pas constitutif d'une | vergunning die was vereist of met miskenning ervan maakt [na verloop |
infraction au terme d'un délai de dix ans après l'achèvement des actes | van een termijn van tien jaar] na de voltooiing van de werken geen |
et travaux, pour autant que les conditions cumulatives suivantes | [misdrijf] uit voor zover de volgende cumulatieve voorwaarden vervuld |
soient réunies : | worden : |
1° l'infraction a été commise : | 1° [het misdrijf] werd begaan : |
a) soit dans une zone destinée à l'urbanisation au plan de secteur au | a) ofwel in een op het gewestplan voor bebouwing bestemd gebied in de |
sens de l'article D.II.23, alinéa 2; | zin van artikel D.II.23, tweede lid; |
b) ofwel in een ontsloten gebied waarvan de inrichting door de | |
b) soit dans une zone d'aménagement communal concerté mise en oeuvre | gemeente aan een overlegprocedure onderworpen [is] en dat betrekking |
et qui porte sur une ou plusieurs affectations destinées à | heeft op één of verschillende bestemmingen bestemd voor bebouwing in |
l'urbanisation au sens de l'article D.II.23, alinéa 2; | de zin van artikel D.II.23, tweede lid; |
c) soit sur des constructions, installations ou bâtiments, ou leurs | c) ofwel op bouwwerken, installaties en gebouwen of hun aanvullende en |
aménagements accessoires ou complémentaires, existant avant l'entrée | bijkomende inrichtingen, die voor de inwerkingtreding van het |
en vigueur du plan de secteur, ou dont l'affectation est conforme à la | gewestplan bestaan, of waarvan de bestemming met het gebied |
zone, ou dont l'affectation a été autorisée en dérogation au plan de | overeenstemt of waarvan de bestemming in afwijking van het gewestplan |
secteur; | is toegestaan; |
2° les actes et travaux en infraction sont conformes aux normes du | 2° de in overtreding zijnde handelingen en werken stemmen overeen met |
guide régional; | de gewestelijke leidraad; |
3° les actes et travaux en infraction rencontrent l'une des hypothèses | 3° de in overtreding zijnde handelingen en werken vervullen één van de |
suivantes : | volgende hypothesen : |
a) en cas de non-respect du permis d'urbanisme ou du permis | a) in geval van niet-naleving van de afgegeven stedenbouwkundige |
d'urbanisation délivré, l'ampleur des écarts est inférieure à vingt | vergunning of bebouwingsvergunning, is de omvang van de verschillen |
pour cent : | kleiner dan twintig procent : |
i) de l'emprise au sol autorisée; | i) van de vergunde grondinneming; |
ii) de la hauteur sous corniche et au faîte du toit autorisée; | ii) van de vergunde goot- en nokhoogten; |
iii) de la profondeur autorisée; | iii) van de vergunde diepte; |
iv) de la volumétrie autorisée; | iv) van de vergunde volumetrie; |
v) de la superficie de planchers autorisée; | v) van de vergunde vloeroppervlakte; |
vi) des cotes d'implantation des constructions; | vi) van de vestigingspiegels van de bouwwerken; |
vii) de la dimension minimale ou maximale de la parcelle; | vii) van de minimale of maximale afmeting van het perceel; |
b) en cas de réalisation d'un auvent en extension d'un hangar agricole | b) in geval van aanbouw van een luifel als uitbreiding van een |
autorisé, pour autant que : | vergunde landbouwloods voor zover : |
v) la hauteur du faîte de l'auvent soit inférieure à celle sous | i) de nokhoogte van de luifel kleiner is dan de goothoogte van de |
corniche du hangar; | loods; |
ii) le hangar présente un tel auvent sur une seule de ses élévations; | ii) de loods een dergelijke luifel op één enkele van zijn opgaande |
iii) l'auvent présente une profondeur maximale de sept mètres mesurés | muren heeft; iii) de luifel een maximale diepte van zeven meter, gemeten vanaf de |
à partir de l'élévation du hangar; | opgaande muur van de loods, heeft; |
c) en cas de non-respect des ouvertures autorisées; | c) in geval van niet-naleving van de toegelaten openingen; |
d) en cas de non-respect des tonalités autorisées par le permis | d) in geval van niet-naleving van de bij de stedenbouwkundige |
d'urbanisme. | vergunningen vergunde kleurschakering. |
Le maintien d'un logement créé sans le permis qui était requis n'est | De instandhouding van een woning opgericht zonder de vergunning die |
pas constitutif d'infraction après l'entrée en vigueur de la zone | was vereist, maakt geen [misdrijf] uit na de inwerkingtreding van het |
d'habitat vert désignée en application de l'article D.II.64. | groen woongebied aangewezen overeenkomstig artikel D.II.64. |
§ 2/1. Le maintien des actes et travaux autres que ceux visés à | § 2/1. De instandhouding van de handelingen en werken anders dan die |
l'article D.VII.l, § 2, et réalisés sans le permis qui était requis ou | bedoeld in artikel D.VII.l, § 2, en uitgevoerd zonder de vergunning |
en méconnaissance de celui-ci n'est pas constitutif d'une infraction | die was vereist of met miskenning ervan maakt [na verloop van een |
au terme d'un délai de vingt ans après l'achèvement des actes et | termijn van twintig jaar] na de voltooiing van de handelingen en |
travaux. | werken geen [misdrijf] uit. |
§ 2/2. Les paragraphes 2 et 2/1 ne s'appliquent pas aux actes et | § 2/2. De paragrafen 2 en 2/1 zijn niet van toepassing op de |
travaux visés à l'alinéa 2 de l'article D.VII.1bis. | handelingen en werken bedoeld in het tweede lid van artikel D.VII.1bis. |
§ 3. Les dispositions du Livre Ier du Code pénal, en ce compris le | § 3. De bepalingen van het eerste Boek van het Strafwetboek, met |
Chapitre VII et l'article 85, sont applicables auxdites infractions | inbegrip van hoofdstuk VII en van artikel 85, zijn van toepassing op |
ainsi qu'à celles prévues aux articles D.VII.7 et D.VII.11 ». | bovenbedoelde misdrijven evenals op die welke in de artikelen D.VII.7 en D.VII.11 zijn omschreven ». |
Cet article a ensuite été modifié par un décret de la Région wallonne | Dat artikel is vervolgens gewijzigd bij een decreet van het Waalse |
du 26 avril 2018 et par un décret de la Communauté germanophone du 12 | Gewest van 26 april 2018 en bij een decreet van de Duitstalige |
décembre 2019. | Gemeenschap van 12 december 2019. |
B.1.3. L'article D.VII.1bis, inséré par l'article 2 du décret du 16 | B.1.3. Artikel D.VII.1bis, ingevoegd bij artikel 2 van het decreet van |
novembre 2017, dispose : | 16 november 2017, bepaalt : |
« Les actes et travaux réalisés ou érigés avant le 1er mars 1998 sont | « De handelingen en werken uitgevoerd of opgericht vóór 1 maart 1998 |
irréfragablement présumés conformes au droit de l'aménagement du | worden onweerlegbaar geacht in overeenstemming te zijn met het recht |
territoire et de l'urbanisme. | van ruimtelijke ordening en stedenbouw. |
Cette présomption ne s'applique pas : | Dit vermoeden is niet van toepassing op : |
1° aux actes et travaux qui ne sont pas conformes à la destination de | 1° de handelingen en werken die niet in overeenstemming zijn met de |
la zone du plan de secteur sur laquelle ils se trouvent, sauf s'ils | bestemming van het gebied van het gewestplan waarop ze zich bevinden, |
peuvent bénéficier d'un système dérogatoire sur la base soit de la | behalve als ze kunnen genieten van een afwijkingsstelsel op basis |
réglementation en vigueur lors de l'accomplissement des actes et | hetzij van de vigerende reglementering tijdens de uitvoering van de |
travaux soit d'une réglementation ultérieure entrée en vigueur avant | handelingen en werken hetzij van een latere reglementering die vóór 1 |
le 1er mars 1998; | maart 1998 in werking is getreden; |
2° aux actes et travaux qui consistent à créer un ou plusieurs | 2° de handelingen en werken die erin bestaan om één of meerdere |
logements après le 20 août 1994; | woningen op te richten na 20 augustus 1994; |
3° aux actes et travaux réalisés au sein d'un site reconnu par ou en | 3° de handelingen en werken uitgevoerd binnen een locatie erkend bij |
vertu de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature; | of krachtens de wet van 12 juli 1973 over het natuurbehoud; |
4° aux actes et travaux réalisés sur un bien concerné par une mesure | 4° de handelingen en werken uitgevoerd op een goed vallend onder een |
de protection du patrimoine; | maatregel tot bescherming van het erfgoed; |
5° aux actes et travaux pouvant faire l'objet d'une incrimination en | 5° de handelingen en werken die het voorwerp kunnen uitmaken van een |
vertu d'une autre police administrative; | aantijging krachtens een andere administratieve ordehandhaving; |
6° aux actes et travaux ayant fait l'objet d'un procès-verbal de | 6° de handelingen en werken die het voorwerp hebben uitgemaakt van een |
proces-verbaal van vaststelling van [het misdrijf] of van een in | |
constat d'infraction ou d'une décision judiciaire passée en force de | kracht van gewijsde getreden rechtsbeslissing die de niet-conformiteit |
chose jugée constatant la non-conformité d'actes et travaux aux règles | van handelingen en werken vaststelt met de regels van het recht van |
du droit de l'aménagement du territoire et de l'urbanisme avant | ruimtelijke ordening en stedenbouw vóór de inwerkingtreding van dit |
l'entrée en vigueur du présent Code ». | Wetboek ». |
B.1.4. L'infraction de maintien d'actes et travaux réalisés ou érigés | B.1.4. Het misdrijf van instandhouding van handelingen en werken die |
sans permis ou en méconnaissance du permis délivré est une infraction | zonder vergunning of in overtreding met de uitgereikte vergunning zijn |
uitgevoerd of opgericht, is een voortdurend misdrijf. Vóór de | |
continue. Avant l'entrée en vigueur du CoDT (décret du 20 juillet 2016 | inwerkingtreding van het WRO (decreet van 20 juli 2016 « tot opheffing |
« abrogeant le décret du 24 avril 2014 abrogeant les articles 1er à | van het decreet van 24 april 2014 tot opheffing van de artikelen 1 tot |
128 et 129quater à 184 du Code wallon de l'Aménagement du Territoire, | 128 en 129quater tot 184 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke |
de l'Urbanisme, du Patrimoine et de l'Energie, abrogeant les articles | Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, tot opheffing van de |
1er à 128 et 129quater à 184 du Code wallon de l'Aménagement du | artikelen 1 tot 128 en 129quater tot 184 van het Waalse Wetboek van |
Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine et formant le Code du | Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium en tot vorming van het |
Développement territorial »), cette infraction n'était pas limitée | Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling ») was dat misdrijf niet beperkt |
dans le temps, de sorte que l'infraction existait jusqu'à la régularisation des actes et travaux ou jusqu'à la démolition des constructions érigées ou des modifications réalisées sans permis ou en méconnaissance du permis. L'article D.VII.1, § 2, du CoDT, qui est entré en vigueur le 1er juin 2017, limite à dix ans le caractère continu de l'infraction de maintien de certains actes et travaux infractionnels, que cette disposition énumère. Il en résulte que le maintien des actes et travaux visés n'est plus constitutif d'une infraction au terme d'un délai de dix ans après leur achèvement. B.1.5. Par l'effet de l'article D.VII.1, § 2/2, attaqué, du CoDT, le maintien des actes et travaux visés à l'article D.VII.1, § 2, du CoDT n'est plus constitutif d'une infraction dix ans après leur achèvement, à la condition notamment qu'ils n'aient pas fait l'objet, avant | in de tijd, zodat het misdrijf bestond tot de regularisatie van de handelingen en werken of tot de afbraak van de constructies die waren opgericht of van de wijzigingen die zonder vergunning of in overtreding met de vergunning waren uitgevoerd. Bij artikel D.VII.1, § 2, van het WRO, dat op 1 juni 2017 in werking is getreden, wordt het voortdurende karakter van het misdrijf van instandhouding van bepaalde strafbare handelingen en werken die in die bepaling worden opgesomd, beperkt tot tien jaar. Daaruit volgt dat een instandhouding van de bedoelde handelingen en werken geen misdrijf meer vormt na verloop van een termijn van tien jaar na de voltooiing ervan. B.1.5. Ingevolge het bestreden artikel D.VII.1, § 2/2, van het WRO vormt de instandhouding van de handelingen en werken bedoeld in artikel D.VII.1, § 2, van het WRO geen misdrijf meer tien jaar na de voltooiing ervan, op voorwaarde, onder meer, dat zij, vóór de inwerkingtreding van het WRO, niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een proces-verbaal van vaststelling van een misdrijf of van een in |
l'entrée en vigueur du CoDT, d'un procès-verbal de constat | kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing waarbij de |
d'infraction ou d'une décision judiciaire, passée en force de chose | niet-overeenstemming van handelingen en werken met de regels van het |
jugée, constatant la non-conformité d'actes et travaux aux règles du | recht van ruimtelijke ordening en stedenbouw wordt vastgesteld. De |
droit de l'aménagement du territoire et de l'urbanisme. La disposition | bestreden bepaling heeft dan ook tot gevolg dat een misdrijf dat erin |
attaquée a dès lors pour effet d'exclure de la limitation dans le | bestaat bepaalde handelingen en werken die zonder vergunning of in |
temps du caractère continu de l'infraction celle qui consiste à | overtreding met de uitgereikte vergunning zijn uitgevoerd, en dat vóór |
maintenir certains actes et travaux réalisés sans permis ou en | 1 juni 2017 is vastgesteld bij een proces-verbaal of bij een |
méconnaissance du permis délivré, constatée par un procès-verbal ou | rechterlijke beslissing, wordt uitgesloten van de beperking in de tijd |
par une décision judiciaire avant le 1er juin 2017. | van het voortdurende karakter van het misdrijf. |
B.1.6. L'article 5 du décret attaqué trouve son origine dans un | B.1.6. Artikel 5 van het bestreden decreet vindt zijn oorsprong in een |
amendement déposé en commission de l'Environnement, de l'Aménagement | amendement dat werd ingediend in de Commissie voor Leefmilieu, |
du territoire et des Travaux publics du Parlement wallon (Doc. parl., | Ruimtelijke Ordening en Openbare Werken van het Waals Parlement (Parl. |
Parlement wallon, 2016-2017, n° 739/4, p. 4). Le paragraphe 2/2, qu'il | St., Waals Parlement, 2016-2017, nr. 739/4, p. 4). Paragraaf 2/2, die |
insère dans l'article D.VII.1 du CoDT, n'a fait l'objet d'aucune | bij dat artikel wordt ingevoegd in artikel D.VII.1 van het WRO, werd |
explication. | op geen enkele wijze toegelicht. |
Quant à la recevabilité du recours | Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beroep |
B.2.1. Le Gouvernement wallon et le président du Parlement wallon | B.2.1. De Waalse Regering en de voorzitter van het Waals Parlement |
soulèvent tous deux une exception d'irrecevabilité du recours, faisant | werpen beide een exceptie van onontvankelijkheid van het beroep op, |
valoir que les parties requérantes ne justifieraient pas de l'intérêt | waarbij zij aanvoeren dat de verzoekende partijen niet zouden doen |
requis à demander l'annulation de la disposition attaquée. | blijken van het vereiste belang om de vernietiging van de bestreden |
bepaling te vorderen. | |
B.2.2. La Constitution et la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la | B.2.2. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
Cour constitutionnelle imposent à toute personne physique ou morale | Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of |
qui introduit un recours en annulation de justifier d'un intérêt. Ne | rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken |
justifient de l'intérêt requis que les personnes dont la situation | van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de |
pourrait être affectée directement et défavorablement par la norme | personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en |
attaquée. | ongunstig zou kunnen worden geraakt. |
B.2.3. Il n'est pas contesté qu'il a été proposé aux parties | B.2.3. Er wordt niet betwist dat aan de verzoekende partijen werd |
requérantes de payer un montant transactionnel en ce qui concerne | voorgesteld een transactioneel bedrag te betalen met betrekking tot |
l'infraction de maintien de divers actes et travaux réalisés sans | het misdrijf van instandhouding van diverse handelingen en werken die |
permis ou en méconnaissance d'un permis délivré en 1995 ni que la | zonder vergunning of in overtreding met een in 1995 uitgereikte |
fonctionnaire déléguée compétente a refusé d'annuler la partie de | vergunning werden uitgevoerd, noch dat de bevoegde gemachtigde |
ambtenaar heeft geweigerd het gedeelte van die transactie dat | |
cette transaction qui concernait des infractions qu'elles qualifient | betrekking had op misdrijven die zij als « klein » kwalificeerden, te |
de « mineures ». Il est vraisemblable que la fonctionnaire déléguée | annuleren. Het is waarschijnlijk dat de gemachtigde ambtenaar hun op |
leur refuse ainsi le bénéfice de l'article D.VII.1, § 2, du CoDT, sur | die manier het voordeel van artikel D.VII.1, § 2, van het WRO weigert, |
la base du paragraphe 2/2 de la même disposition. | op grond van paragraaf 2/2 van dezelfde bepaling. |
B.2.4. La circonstance que les parties requérantes ont introduit une | B.2.4. De omstandigheid dat de verzoekende partijen een aanvraag |
demande de régularisation des actes et travaux litigieux et qu'aucune | hebben ingediend tot regularisatie van de litigieuze handelingen en |
poursuite ne pourrait plus être entamée si cette demande était | werken en dat geen enkele vervolging meer zou kunnen worden ingesteld |
acceptée n'est pas de nature à influencer leur intérêt à poursuivre | indien die aanvraag zou worden ingewilligd, is niet van dien aard dat |
l'annulation de la disposition attaquée, dès lors que l'issue de la | zij hun belang bij het vorderen van de vernietiging van de bestreden |
procédure de régularisation est incertaine. | bepaling zou kunnen beïnvloeden, aangezien de uitkomst van de |
regularisatieprocedure onzeker is. | |
B.2.5. La question de savoir si c'est à bon droit que la fonctionnaire | B.2.5. De vraag of de bevoegde gemachtigde ambtenaar de aanvraag van |
déléguée compétente a rejeté la demande des parties requérantes et, en | de verzoekende partijen terecht heeft verworpen en, bijgevolg, of de |
conséquence, si la situation des parties requérantes pourrait être | situatie van de verzoekende partijen gunstig zou kunnen worden |
influencée favorablement en cas d'annulation de la disposition | beïnvloed in geval van een vernietiging van de bestreden bepaling, |
attaquée dépend par ailleurs de la portée de celle-ci. Il en résulte | hangt overigens af van de draagwijdte ervan. Het onderzoek van de |
que l'examen de la recevabilité du recours se confond avec celui du | ontvankelijkheid van het beroep valt bijgevolg samen met het onderzoek |
fond. | ten gronde ervan. |
B.2.6. Les exceptions d'irrecevabilité sont rejetées. | B.2.6. De excepties van onontvankelijkheid worden verworpen. |
Quant au moyen unique | Ten aanzien van het enige middel |
B.3.1. Les parties requérantes prennent un moyen unique de la | B.3.1. De verzoekende partijen leiden een enig middel af uit de |
violation, par l'article D.VII.1, § 2/2, du CoDT, inséré par l'article | schending, door artikel D.VII.1, § 2/2, van het WRO, ingevoegd bij |
5 du décret attaqué, des articles 12, alinéa 2, et 14 de la | artikel 5 van het bestreden decreet, van de artikelen 12, tweede lid, |
Constitution, lus en combinaison ou non avec l'article 7, paragraphe | en 14 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 7, |
1, de la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article | lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met |
15, paragraphe 1, du Pacte international relatif aux droits civils et | artikel 15, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten |
politiques. | en politieke rechten. |
B.3.2. L'article 12, alinéa 2, de la Constitution dispose : | B.3.2. Artikel 12, tweede lid, van de Grondwet bepaalt : |
" Nul ne peut être poursuivi que dans les cas prévus par la loi, et | « Niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaalt en |
dans la forme qu'elle prescrit ". | in de vorm die zij voorschrijft ». |
L'article 14 de la Constitution dispose : | Artikel 14 van de Grondwet bepaalt : |
" Nulle peine ne peut être établie ni appliquée qu'en vertu de la loi ". | « Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet ». |
L'article 7, paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de | Artikel 7, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
l'homme dispose : | bepaalt : |
" Nul ne peut être condamné pour une action ou une omission qui, au | « Niemand kan worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten, dat |
moment où elle a été commise, ne constituait pas une infraction | geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte |
d'après le droit national ou international. De même il n'est infligé | ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde. Evenmin zal een |
aucune peine plus forte que celle qui était applicable au moment où | zwaardere straf worden opgelegd dan die welke ten tijde van het begaan |
l'infraction a été commise ". | van het strafbare feit van toepassing was ». |
L'article 15, paragraphe 1, du Pacte international relatif aux droits | Artikel 15, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten |
civils et politiques dispose : " Nul ne sera condamné pour des actions ou omissions qui ne constituaient pas un acte délictueux d'après le droit national ou international au moment où elles ont été commises. De même, il ne sera infligé aucune peine plus forte que celle qui était applicable au moment où l'infraction a été commise. Si, postérieurement à cette infraction, la loi prévoit l'application d'une peine plus légère, le délinquant doit en bénéficier ". B.4. Les parties requérantes considèrent que la disposition attaquée « rétablit, postérieurement à l'entrée en vigueur du CoDT, une infraction continue qui était prescrite depuis l'entrée en vigueur du | en politieke rechten bepaalt : « Niemand kan worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten, dat geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde. Evenmin, mag een zwaardere straf worden opgelegd dan die welke ten tijde van het begaan van het strafbare feit van toepassing was. Indien, na het begaan van het strafbare feit de wet mocht voorzien in de oplegging van een lichtere straf, dient de overtreder daarvan te profiteren ». B.4. De verzoekende partijen zijn van oordeel dat de bestreden bepaling, « na de inwerkingtreding van het WRO, opnieuw een voortdurend misdrijf dat verjaard was sinds de inwerkingtreding van |
CoDT », ce qui constituerait une violation du principe de la | het WRO vaststelt », hetgeen een schending zou uitmaken van het bij de |
non-rétroactivité de la loi pénale garanti par les dispositions | voormelde bepalingen gewaarborgde beginsel van de niet-retroactiviteit |
précitées. | van de strafwet. |
B.5. Du fait de l'entrée en vigueur de l'article D.VII.1, § 2, du | B.5. Ingevolge de inwerkingtreding van artikel D.VII.1, § 2, van het |
CoDT, le 1er juin 2017, le maintien d'actes et travaux répondant aux | WRO, op 1 juni 2017, maakt de instandhouding van handelingen en werken |
conditions fixées dans cette disposition cesse de constituer une | die beantwoorden aan de voorwaarden die in die bepaling zijn |
infraction dix ans après leur achèvement. Le délai de prescription | vastgesteld, niet langer een misdrijf uit tien jaar na de voltooiing |
débute au moment où l'infraction de maintien, qui est une infraction | ervan. De verjaringstermijn begint te lopen op het ogenblik dat het |
misdrijf van instandhouding, dat een voortdurend misdrijf is, ophoudt | |
continue, cesse d'exister. | te bestaan. |
B.6. L'entrée en vigueur de l'article D.VII.1, § 2/2, attaqué, du CoDT, dix jours après sa publication au Moniteur belge le 7 décembre 2017, n'a pas eu pour effet de « rétablir une infraction continue qui était prescrite » à ce moment. Il n'est pas concevable que les situations infractionnelles continues qui ont pris fin du fait de l'entrée en vigueur de l'article D.VII.1, § 2, du CoDT existent à nouveau ultérieurement, sous peine de conférer à la disposition attaquée une portée rétroactive qu'elle n'a pas et qu'elle ne pourrait avoir. En revanche, la fin de la situation infractionnelle et l'extinction corrélative de l'infraction de maintien ne font pas obstacle à ce que l'infraction de maintien fasse l'objet de poursuites, tant que la prescription n'est pas acquise. L'article D.VII.1, § 2/2, attaqué, du CoDT n'a aucune incidence sur la prescription relative aux infractions de maintien concernées. B.7. Il résulte de ce qui précède que les parties requérantes donnent à la disposition attaquée une portée qu'elle n'a pas et que le moyen unique repose sur une prémisse erronée, de sorte qu'il n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi rendu en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 9 juillet 2020. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président, | B.6. De inwerkingtreding van het bestreden artikel D.VII.1, § 2/2, van het WRO, tien dagen na de bekendmaking ervan, op 7 december 2017, in het Belgisch Staatsblad, heeft niet tot gevolg gehad « een voortdurend misdrijf dat op dat ogenblik verjaard was, te herstellen ». Het is niet denkbaar dat voortdurende strafbare situaties die zijn opgehouden te bestaan ingevolge de inwerkingtreding van artikel D.VII.1, § 2, van het WRO, achteraf opnieuw bestaan, omdat dit zou betekenen dat aan de bestreden bepaling een terugwerkende kracht wordt verleend die zij niet heeft en niet zou kunnen hebben. Het einde van de strafbare situatie en het ermee samenhangende verval van het misdrijf van instandhouding beletten daarentegen niet dat het misdrijf van instandhouding wordt vervolgd, zolang de verjaring niet verworven is. Het bestreden artikel D.VII.1, § 2/2, van het WRO heeft geen enkele weerslag op de verjaring inzake de betrokken misdrijven van instandhouding. B.7. Uit het voorgaande volgt dat de verzoekende partijen aan de bestreden bepaling een draagwijdte geven die zij niet heeft en dat het enige middel op een verkeerde premisse berust, zodat het niet gegrond is. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 9 juli 2020. De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, |
F. Daoût | F. Daoût |