← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 52/2020 du 23 avril 2020 Numéro du rôle : 7085 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 143 de la loi du 6 juillet 2017 « portant(...)"
Extrait de l'arrêt n° 52/2020 du 23 avril 2020 Numéro du rôle : 7085 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 143 de la loi du 6 juillet 2017 « portant(...) | Uittreksel uit arrest nr. 52/2020 van 23 april 2020 Rolnummer 7085 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 143 van de wet van 6 juli 2017 « houdende vereenvoudiging, harmonisering, informatisering en modernisering van bepalingen v Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters T. M(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 52/2020 du 23 avril 2020 | Uittreksel uit arrest nr. 52/2020 van 23 april 2020 |
Numéro du rôle : 7085 | Rolnummer 7085 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 143 de la | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 143 van de wet van |
loi du 6 juillet 2017 « portant simplification, harmonisation, | 6 juli 2017 « houdende vereenvoudiging, harmonisering, informatisering |
informatisation et modernisation de dispositions de droit civil et de | en modernisering van bepalingen van burgerlijke recht en van |
procédure civile ainsi que du notariat, et portant diverses mesures en | burgerlijk procesrecht alsook van het notariaat, en houdende diverse |
matière de justice » (modification de l'article 1047, alinéa 1er, du | bepalingen inzake justitie » (wijziging van artikel 1047, eerste lid, |
Code judiciaire), posée par le Tribunal du travail du Brabant wallon, | van het Gerechtelijk Wetboek), gesteld door de Arbeidsrechtbank |
division Nivelles. | Waals-Brabant, afdeling Nijvel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters T. |
Merckx-Van Goey, T. Giet, R. Leysen, M. Pâques et Y. Kherbache, | Merckx-Van Goey, T. Giet, R. Leysen, M. Pâques en Y. Kherbache, |
assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président F. | bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van |
Daoût, | voorzitter F. Daoût, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 13 novembre 2018, dont l'expédition est parvenue au | Bij vonnis van 13 november 2018, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour le 24 décembre 2018, le Tribunal du travail du | het Hof is ingekomen op 24 december 2018, heeft de Arbeidsrechtbank |
Brabant wallon, division Nivelles, a posé la question préjudicielle | Waals-Brabant, afdeling Nijvel, de volgende prejudiciële vraag gesteld |
suivante : | : |
« En ce qu'il instaure le dernier ressort comme seul et unique critère | « Schendt, in zoverre het de laatste aanleg als enig criterium voor de |
de recevabilité de l'opposition, l'article 143 de la loi du 6 juillet | ontvankelijkheid van het verzet instelt, artikel 143 van de wet van 6 |
2017 portant simplification, harmonisation, informatisation et | juli 2017 houdende vereenvoudiging, harmonisering, informatisering en |
modernisation de dispositions de droit civil et de procédure civile | modernisering van bepalingen van burgerlijk recht en van burgerlijk |
ainsi que du notariat, et portant diverses mesures en matière de | procesrecht alsook van het notariaat, en houdende diverse bepalingen |
justice - entré en vigueur le 3 août 2017 - modifiant l'article 1407, | inzake justitie - in werking getreden op 3 augustus 2017 - dat artikel |
alinéa 1er du Code judiciaire, viole-t-il les articles 10 et 11 de la | 1047, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek wijzigt, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre burgerlijke |
Constitution en ce que les créanciers/débiteurs civils et commerciaux | schuldeisers/schuldenaars en handelsschuldeisers/-schuldenaars voor |
peuvent former opposition pour certaines créances tandis que les | sommige schuldvorderingen verzet kunnen doen terwijl sociale |
créanciers/débiteurs sociaux sont totalement exclus de la possibilité | schuldeisers/schuldenaars volledig zijn uitgesloten van de |
de former opposition ? ». | mogelijkheid om verzet te doen ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 1047, alinéa 1er, du | B.1. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel |
Code judiciaire, tel qu'il a été modifié par l'article 143 de la loi | 1047, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij |
du 6 juillet 2017 « portant simplification, harmonisation, | artikel 143 van de wet van 6 juli 2017 « houdende vereenvoudiging, |
informatisation et modernisation de dispositions de droit civil et de | harmonisering, informatisering en modernisering van bepalingen van |
procédure civile ainsi que du notariat, et portant diverses mesures en | burgerlijk recht en van burgerlijk procesrecht alsook van het |
matière de justice » (ci-après : la loi du 6 juillet 2017), viole les | notariaat, en houdende diverse bepalingen inzake justitie » (hierna : |
articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que les créanciers et | de wet van 6 juli 2017), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
débiteurs dans les matières civiles et commerciales peuvent faire | schendt, in zoverre schuldeisers en schuldenaars in burgerlijke en |
opposition pour certaines créances, tandis que les créanciers et | handelszaken voor sommige schuldvorderingen verzet kunnen doen, |
débiteurs dans les matières sociales sont totalement exclus de la | terwijl schuldeisers en schuldenaars in sociale zaken in geen geval |
possibilité de faire opposition. | verzet kunnen doen. |
B.2. L'article 1047, alinéa 1er, du Code judiciaire, tel qu'il a été | B.2. Artikel 1047, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals |
modifié par l'article 143 en cause, dispose : | gewijzigd bij het in het geding zijnde artikel 143, bepaalt : |
« Tout jugement par défaut rendu en dernier ressort peut être frappé | « Tegen ieder verstekvonnis dat in laatste aanleg is gewezen kan |
d'opposition, sauf les exceptions prévues par la loi ». | verzet worden gedaan, onverminderd de bij de wet bepaalde uitzonderingen ». |
B.3.1. La modification opérée par l'article 143 de la loi du 6 juillet | B.3.1. De bij artikel 143 van de wet van 6 juli 2017 aan artikel 1047, |
2017 à l'article 1047, alinéa 1er, du Code judiciaire est dictée par | eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, aangebrachte wijziging is |
l'intention du législateur de « réduire les possibilités de faire | ingegeven door de bedoeling van de wetgever om « de mogelijkheid van |
opposition » (Doc. parl., Chambre, 2016-2017, DOC 54-2259/001, p. | verzet te beperken » (Parl. St., Kamer, 2016-2017, DOC 54-2259/001, p. |
118), afin de simplifier et de moderniser la procédure civile. | 118), teneinde te komen tot een vereenvoudiging en modernisering van |
Initialement, l'avant-projet de loi proposait de prévoir un régime | het burgerlijk procesrecht. |
basé sur l'article 473 du Nouveau Code de procédure civile français, | Initieel was in het voorontwerp van wet een op artikel 473 van de |
Franse « Nouveau Code de procédure civile » gebaseerde regeling | |
si ce n'est qu'il s'agissait d'une « solution intermédiaire moins | voorgesteld, zij het dat het een « minder strenge tussenoplossing » |
stricte » (ibid.) que le régime français : | betrof (ibid.) dan de Franse regeling : |
« L'opposition à un jugement par défaut susceptible d'appel aurait | « het verzet tegen een appellabel verstekvonnis [zou] alsnog mogelijk |
encore été possible pour le cas où la citation n'aurait pas été | |
signifiée à la personne, que des circonstances indépendantes de la | [...] zijn, in het geval de dagvaarding niet aan de persoon is |
volonté du défaillant l'auraient raisonnablement empêché de | betekend, wanneer omstandigheden buiten de wil van de verzetdoende |
comparaître, alors que dans le cas de signification à la personne, il | partij haar redelijkerwijze zouden hebben belet te verschijnen terwijl |
aurait fallu démontrer la force majeure pour pouvoir former opposition | zij, in geval van betekening aan de persoon, overmacht zou moeten |
de manière recevable ». | aantonen om op ontvankelijke wijze verzet te kunnen aantekenen ». |
B.3.2. Il ressort de l'avis de la section de législation du Conseil | B.3.2. Uit het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State |
d'Etat (n° 59.944/2-3 du 28 septembre 2016, Doc. parl., Chambre, | (nr. 59.944/2-3 van 28 september 2016, Parl. St., Kamer, 2016-2017, |
2016-2017, DOC 54-2259/001, pp. 373-378) que le texte précité était | DOC 54-2259/001, pp. 373-378) blijkt dat de voormelde tekst vatbaar |
susceptible de donner lieu à différents problèmes d'interprétation et | was voor verschillende interpretatiemoeilijkheden en andere |
à d'autres complications. C'est pourquoi le législateur s'est rallié à | complicaties. Daarom heeft de wetgever zich aangesloten bij het advies |
l'avis du Conseil d'Etat : | van de Raad van State : |
« Le Conseil d'Etat conclut que, si le but est effectivement de | « De Raad van State besluit dat wanneer het doel van de maatregel erin |
réduire les possibilités de faire opposition, il apparaît que la | bestaat de mogelijkheid van verzet te beperken, het ernaar uitziet dat |
suggestion selon laquelle le défaut ne serait pas admis en cas de | de suggestie om verzet tegen een appellabel verstekvonnis uit te |
possibilité d'un appel rencontrerait de manière adéquate le but | sluiten daaraan op adekwate wijze tegemoet komt zonder het recht om |
poursuivi sans restreindre de façon trop significative le droit | ten minste een gewoon rechtsmiddel aan te wenden op overdreven wijze |
d'introduire au moins un recours ordinaire » (ibid., p. 118). | te beperken » (ibid., p. 118). |
B.4. La différence de traitement concerne, d'une part, les créanciers | B.4. Het verschil in behandeling betreft, enerzijds, de schuldeisers |
et débiteurs dans les matières civiles et commerciales et, d'autre | en schuldenaars in burgerlijke zaken en handelszaken en, anderzijds, |
part, les créanciers et débiteurs dans les matières sociales. Alors | de schuldeisers en schuldenaars in sociale zaken. Terwijl, in het |
que, dans le premier cas, les créanciers et débiteurs peuvent faire | eerste geval, de schuldeisers en schuldenaars verzet kunnen doen met |
opposition en ce qui concerne certaines créances, dans le second cas, | betrekking tot sommige schuldvorderingen, beschikken, in het tweede |
les créanciers et débiteurs sont totalement privés de cette | geval, de schuldeisers en schuldenaars geenszins over die |
possibilité. | mogelijkheid. |
Il résulte de l'article 1047, alinéa 1er, du Code judiciaire, tel | Uit artikel 1047, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals |
qu'il a été modifié par la disposition en cause, que seuls les | gewijzigd bij de in het geding zijnde bepaling, vloeit voort dat |
jugements par défaut rendus en dernier ressort peuvent être frappés | alleen tegen de in laatste aanleg gewezen verstekvonnissen verzet kan |
d'opposition, sauf les exceptions prévues par la loi. | worden gedaan, onverminderd de bij de wet bepaalde uitzonderingen. |
La différence de traitement résulte du fait que, dans les matières | Het verschil in behandeling vloeit voort uit het feit dat, in |
civiles et commerciales, seuls les jugements du tribunal de première | burgerlijke zaken en handelszaken, alleen de vonnissen van de |
instance et du tribunal de l'entreprise qui statuent sur une demande | rechtbank van eerste aanleg en van de ondernemingsrechtbank waarbij |
dont le montant dépasse 2 500 euros sont susceptibles d'appel, de | uitspraak wordt gedaan over een vordering waarvan het bedrag 2 500 |
euro overschrijdt, vatbaar zijn voor hoger beroep, zodat de vonnissen | |
sorte que les jugements des mêmes juridictions qui statuent sur une | van dezelfde rechtscolleges waarbij uitspraak wordt gedaan over een |
demande dont le montant ne dépasse pas le montant précité sont rendus | vordering waarvan het bedrag het voormelde bedrag niet overschrijdt, |
en dernier ressort, en vertu de l'article 617, alinéa 1er, du Code | in laatste aanleg worden gewezen, krachtens artikel 617, eerste lid, |
judiciaire, alors que dans les affaires sociales, tous les jugements | van het Gerechtelijk Wetboek, terwijl, in sociale zaken, alle |
du tribunal du travail sont susceptibles d'appel, en vertu de | vonnissen van de arbeidsrechtbank vatbaar zijn voor hoger beroep, |
l'article 617, alinéa 2, du même Code. | krachtens artikel 617, tweede lid, van hetzelfde Wetboek. |
B.5.1. Comme il est dit en B.3.1, la disposition en cause vise à | B.5.1. Zoals is vermeld in B.3.1, strekt de in het geding zijnde |
limiter la possibilité de faire opposition, en vue de simplifier et de | bepaling ertoe de mogelijkheid van verzet te beperken, teneinde te |
moderniser le droit de la procédure civile. | komen tot een vereenvoudiging en modernisering van het burgerlijk |
B.5.2. La raison de l'impossibilité pour le créancier ou pour le | procesrecht. B.5.2. De reden van de onmogelijkheid voor de schuldeiser of de |
débiteur, dans les matières sociales, de faire opposition à un | schuldenaar, in sociale zaken, om verzet te doen tegen een door de |
jugement rendu par défaut par le tribunal du travail est la | arbeidsrechtbank gewezen verstekvonnis, is de mogelijkheid die voor |
possibilité qui lui est ouverte de faire appel de ce jugement. A cet | hem openstaat om tegen dat vonnis hoger beroep in te stellen. In dat |
égard, ce créancier ou ce débiteur se trouve dans la même situation | opzicht bevindt die schuldeiser of die schuldenaar zich in dezelfde |
que celle du créancier ou du débiteur en ce qui concerne un jugement | situatie als die van de schuldeiser of de schuldenaar in het kader van |
rendu par défaut par le tribunal de première instance ou par le | een verstekvonnis dat is gewezen door de rechtbank van eerste aanleg |
tribunal de l'entreprise qui statue sur une demande dont le montant | of door de ondernemingsrechtbank die uitspraak doet over een vordering |
dépasse 2 500 euros, auquel cas également seul l'appel de ce jugement est possible. B.5.3. Les créanciers ou débiteurs dans les matières sociales ne se trouvent en revanche pas dans la même situation que le créancier ou le débiteur qui, dans le cadre d'un jugement concernant une demande dont le montant ne dépasse pas celui qui est fixé à l'article 617, alinéa 1er, du Code judiciaire, n'a pas la possibilité de faire appel de ce jugement qui a, en effet, été rendu en dernier ressort. B.6. Ce n'est pas sans justification raisonnable que le législateur a réservé la possibilité de faire opposition à un jugement rendu par défaut aux jugements qui sont rendus en dernier ressort. En cas d'opposition, un débat contradictoire peut avoir lieu, à la suite | waarvan het bedrag 2 500 euro overschrijdt, in welk geval eveneens enkel hoger beroep mogelijk is tegen dat vonnis. B.5.3. De schuldeisers of schuldenaars in sociale zaken bevinden zich daarentegen niet in dezelfde situatie als de schuldeiser of de schuldenaar die, in het kader van een vonnis met betrekking tot een vordering waarvan het bedrag niet hoger is dan hetwelk is bepaald in artikel 617, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, niet beschikt over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen tegen dat vonnis, dat immers in laatste aanleg is gewezen. B.6. Het is niet zonder redelijke verantwoording dat de wetgever de mogelijkheid om tegen een verstekvonnis verzet te doen, heeft voorbehouden voor de vonnissen die in laatste aanleg zijn gewezen. In geval van verzet kan een debat op tegenspraak plaatshebben, waarna de |
duquel le juge peut prendre une nouvelle décision. Pour le reste, dans | rechter een nieuwe beslissing kan nemen. Voor het overige is, in |
les matières sociales, l'opposition est toujours possible dans le cas | sociale zaken, het verzet nog steeds mogelijk in geval van een bij |
d'un arrêt de la cour du travail rendu par défaut. | verstek gewezen arrest van het arbeidshof. |
B.7. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 1047, alinéa 1er, du Code judiciaire ne viole pas les | Artikel 1047, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek schendt niet de |
articles 10 et 11 de la Constitution en ce que les créanciers et | artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre schuldeisers en |
débiteurs dans les matières civiles et commerciales peuvent faire | schuldenaars in burgerlijke en handelszaken voor sommige |
opposition pour certaines créances, alors que les créanciers et | schuldvorderingen verzet kunnen doen, terwijl schuldeisers en |
débiteurs dans les matières sociales sont exclus de la possibilité de | schuldenaars in sociale zaken zijn uitgesloten van de mogelijkheid om |
faire opposition. | verzet te doen. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 23 avril 2020. | op 23 april 2020. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
F. Daoût | F. Daoût |