Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 35/2020 du 5 mars 2020 Numéro du rôle : 7103 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 317 du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Liège, division Liège. La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, J.-P. Moerman, T. Merckx-Van(...)"
Extrait de l'arrêt n° 35/2020 du 5 mars 2020 Numéro du rôle : 7103 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 317 du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Liège, division Liège. La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, J.-P. Moerman, T. Merckx-Van(...) Uittreksel uit arrest nr. 35/2020 van 5 maart 2020 Rolnummer 7103 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 317 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik. Het Grondwettelijk Hof, I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 35/2020 du 5 mars 2020 Uittreksel uit arrest nr. 35/2020 van 5 maart 2020
Numéro du rôle : 7103 Rolnummer 7103
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 317 du Code In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 317 van het
civil, posée par le Tribunal de première instance de Liège, division Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Luik,
Liège. afdeling Luik.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L.
J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Lavrysen, J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R.
Moerman et M. Pâques, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée Leysen, J. Moerman en M. Pâques, bijgestaan door de griffier P.-Y.
par le président F. Daoût, Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par jugement du 11 janvier 2019, dont l'expédition est parvenue au Bij vonnis van 11 januari 2019, waarvan de expeditie ter griffie van
greffe de la Cour le 25 janvier 2019, le Tribunal de première instance het Hof is ingekomen op 25 januari 2019, heeft de Rechtbank van eerste
de Liège, division Liège, a posé la question préjudicielle suivante : aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 317 du Code civil viole-t-il les articles 10, 11, 22 et « Schendt artikel 317 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11,
22 en 22bis van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met
22bis de la Constitution, lu ou non en combinaison avec l'article 8 de artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in
la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il ne prévoit zoverre het noch in de toestemming van de moeder en van het kind ouder
ni le consentement de la mère et de l'enfant de plus de 12 ans ni dan twaalf jaar, noch in enige toetsing van het belang van het kind -
aucun contrôle de l'intérêt de l'enfant - même en cas de réclamation zelfs indien de tenuitvoerlegging ervan niet tijdig wordt gevorderd -
tardive de sa mise en oeuvre - lorsque la paternité est établie par la voorziet wanneer het vaderschap wordt vastgesteld door het vermoeden
présomption de paternité du mari de la mère, alors que dans les autres van vaderschap van de echtgenoot van de moeder, terwijl de wet bij de
modes d'établissement la loi prévoit ce contrôle ? ». andere wijzen van vaststelling in die toetsing voorziet ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. L'article 315 du Code civil dispose : B.1. Artikel 315 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt :
« L'enfant né pendant le mariage ou dans les 300 jours qui suivent la « Het kind dat geboren is tijdens het huwelijk of binnen 300 dagen na
dissolution ou l'annulation du mariage, a pour père le mari ». de ontbinding of de nietigverklaring van het huwelijk, heeft de echtgenoot tot vader ».
L'article 317 du même Code dispose : Artikel 317 van hetzelfde Wetboek bepaalt :
« L'enfant né dans les 300 jours après la dissolution ou l'annulation « Het kind dat geboren is binnen 300 dagen na de ontbinding of de
nietigverklaring van het huwelijk van zijn moeder en na een nieuw
du mariage de sa mère et après le remariage de celle-ci, a pour père huwelijk van deze, heeft de nieuwe echtgenoot tot vader.
le nouveau mari. Si cette paternité est contestée, le précédent mari est tenu pour le Wordt dit vaderschap betwist, dan wordt de vorige echtgenoot geacht de
père à moins que sa paternité ne soit également contestée ou que la vader te zijn, behalve wanneer ook zijn vaderschap wordt betwist of
paternité d'un tiers ne vienne à être établie ». wanneer het vaderschap van een derde komt vast te staan ».
B.2. Il ressort des faits de la cause soumise au juge a quo et des B.2. Uit de feiten van de aan de verwijzende rechter voorgelegde zaak
motifs de la décision de renvoi que le demandeur et la défenderesse en uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de eiser en
ont contracté un mariage à Dubaï, le 4 janvier 1997, dont est né un de verweerster op 4 januari 1997 te Dubai een huwelijk zijn aangegaan,
enfant le 23 novembre 1997. Les époux ont divorcé à Beyrouth, au waaruit op 23 november 1997 een kind wordt geboren. De echtgenoten
zijn op 1 augustus 2005 te Beiroet in Libanon uit de echt gescheiden.
Liban, le 1er août 2005. Un second enfant est né à Liège le 15 mars Er wordt een tweede kind geboren te Luik op 15 maart 2006, zijnde
2006, soit moins de 300 jours après la dissolution de ce mariage. Cet minder dan 300 dagen na de ontbinding van dat huwelijk. Voor dat kind,
enfant, dont la paternité est revendiquée par le demandeur devant le
juge a quo, a fait l'objet d'un acte de naissance, sans mention de sa wiens vaderschap door de eiser voor de verwijzende rechter wordt
filiation paternelle. Le demandeur et la défenderesse se sont remariés opgeëist, werd een geboorteakte opgemaakt, zonder vermelding van zijn
à Dubaï le 29 juillet 2013, ce mariage étant mentionné au registre afstamming van vaderszijde. De eiser en de verweerster zijn op 29 juli
2013 te Dubai opnieuw in het huwelijk getreden, waarna dat huwelijk
national de l'épouse qui a acquis, comme son enfant, la nationalité werd vermeld in het rijksregister van de echtgenote, die, zoals haar
belge. Un second divorce a été prononcé, le 2 avril 2015, par le kind, de Belgische nationaliteit heeft verkregen. Op 2 april 2015 werd
Tribunal de première instance de Liège. Le demandeur et la een tweede echtscheiding uitgesproken door de Rechtbank van eerste
défenderesse devant le juge a quo résident tous les deux en Belgique. aanleg Luik. De eiser en de verweerster voor de verwijzende rechter
verblijven beiden in België.
B.3. Il ressort du libellé de la question préjudicielle que la Cour B.3. Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag blijkt dat het Hof
est invitée à se prononcer sur la compatibilité de l'article 317 du wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel
Code civil avec les articles 10, 11, 22 et 22bis de la Constitution, 317 van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10, 11, 22 en 22bis
lus ou non en combinaison avec l'article 8 de la Convention européenne van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van
des droits de l'homme, en ce qu'il ne prévoit pas que le juge doit het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het niet
prendre en considération l'intérêt de l'enfant, même en cas de bepaalt dat de rechter het belang van het kind in overweging moet
nemen, zelfs niet indien de tenuitvoerlegging van zijn vaderschap niet
réclamation tardive par le père de la « mise en oeuvre » de sa tijdig door de vader is gevorderd, wanneer het vaderschap wordt
paternité, lorsque la paternité est établie par la présomption de vastgesteld door het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot van de
paternité du mari de la mère, alors que, dans les autres modes moeder, terwijl, bij de andere wijzen van vaststelling van het
d'établissement de la paternité, la loi prévoit ce contrôle. vaderschap, de wet wel in die toetsing voorziet.
Bien que la question préjudicielle renvoie à l'article 317 du Code Ofschoon in de prejudiciële vraag wordt verwezen naar artikel 317 van
civil, il ressort de cette question et de la motivation de la décision het Burgerlijk Wetboek, blijkt uit die vraag en uit de motivering van
de renvoi que c'est en réalité, comme le relève le Conseil des de verwijzingsbeslissing dat in werkelijkheid, zoals de Ministerraad
ministres, l'article 315 du même Code qui est visé. erop wijst, artikel 315 van hetzelfde Wetboek wordt bedoeld.
B.4.1. Il appartient en principe au juge a quo de vérifier s'il est B.4.1. Het staat in beginsel aan de verwijzende rechter na te gaan of
utile de poser une question préjudicielle à la Cour au sujet d'une het nuttig is aan het Hof een prejudiciële vraag te stellen over een
disposition qu'il estime applicable au litige. Ce n'est que lorsque bepaling die hij van toepassing acht op het geschil. Slechts wanneer
tel n'est manifestement pas le cas que la Cour peut déclarer que la dat klaarblijkelijk niet het geval is, kan het Hof verklaren dat de
question n'appelle pas de réponse. vraag geen antwoord behoeft.
B.4.2. L'article 315 du Code civil règle les circonstances dans B.4.2. Artikel 315 van het Burgerlijk Wetboek regelt de omstandigheden
lesquelles une présomption de paternité est établie au bénéfice de waarin een vermoeden van vaderschap wordt vastgesteld ten gunste van
l'enfant du mari de la mère. het kind van de echtgenoot van de moeder.
Ce mode d'établissement de la paternité étant fondé sur une Aangezien die wijze van vaststelling van het vaderschap op een
présomption légale, il ne nécessite en aucun cas l'intervention d'un wettelijk vermoeden steunt, is in geen geval het optreden van een
juge pour l'établir : la filiation paternelle de l'enfant résulte en rechter vereist om het vast te stellen : de afstamming van vaderszijde
effet, dans ce cas, de la mention dans l'acte de naissance de van het kind volgt in dat geval immers uit de vermelding, in de
l'enfant, ainsi que le prescrit l'article 57, 2°, du Code civil tel geboorteakte van het kind, zoals voorgeschreven bij artikel 57, 2°,
qu'il était applicable dans l'espèce soumise au juge a quo, de van het Burgerlijk Wetboek zoals het van toepassing was in de zaak
l'année, du jour, du lieu de la naissance, du nom, des prénoms et du voor de verwijzende rechter, van het jaar, de dag, de plaats van de
domicile du père. geboorte, de naam, de voornamen en de woonplaats van de vader.
Lorsqu'une personne veut faire rectifier un acte de l'état civil, elle Wanneer iemand een akte van de burgerlijke stand wil laten verbeteren,
peut, aux termes de l'article 35, § 1er, du Code civil, adresser une kan die persoon, luidens artikel 35, § 1, van het Burgerlijk Wetboek,
demande à cet effet auprès du tribunal de la famille. daartoe een verzoekschrift indienen bij de familierechtbank.
B.4.3. Le jugement a quo indique que le Tribunal a « décidé qu'il y B.4.3. In het verwijzingsvonnis wordt aangegeven dat de Rechtbank
avait lieu d'examiner la demande sous l'angle de l'article 315 du Code heeft « beslist dat de vordering vanuit de invalshoek van artikel 315
civil » et relève qu'« aucune filiation paternelle n'a été mentionnée van het Burgerlijk Wetboek moest worden onderzocht » en wordt
opgemerkt dat « geen afstamming van vaderszijde in de geboorteakte is
dans l'acte de naissance ». Il en déduit que la demande « vise, dès vermeld ». Zij leidt daaruit af dat de vordering « bijgevolg ertoe
lors, à entendre rectifier l'acte de naissance de l'enfant en y strekt de geboorteakte van het kind te laten verbeteren door de naam
mentionnant le nom de son père ». Il en résulte que le Tribunal est van zijn vader erin te vermelden ». Daaruit vloeit voort dat de
Rechtbank wordt verzocht vast te stellen dat de toepassingsvoorwaarden
appelé à constater que les conditions d'application de l'article 315 van artikel 315 van het Burgerlijk Wetboek te dezen zijn vervuld en
du Code civil sont réunies en l'espèce, et que, partant, la filiation dat de afstamming van het kind bijgevolg vaststaat door het vermoeden
de l'enfant est établie par présomption de paternité du mari de la van vaderschap van de echtgenoot van de moeder, en wordt verzocht
mère, et à ordonner en conséquence la rectification de l'acte de dientengevolge de verbetering van de geboorteakte van het kind op
naissance de l'enfant sur la base de l'article 35, § 1er, du Code grond van artikel 35, § 1, van het Burgerlijk Wetboek te bevelen.
civil. L'article 315 du Code civil s'appliquant de plein droit par l'effet de Aangezien artikel 315 van het Burgerlijk Wetboek van rechtswege geldt
la loi, la paternité du mari de la mère est établie dès la naissance door de werking van de wet, wordt het vaderschap van de echtgenoot van
de l'enfant, sans qu'il ne doive établir sa paternité par voie de moeder vastgesteld bij de geboorte van het kind zonder dat hij zijn
judiciaire ou par quelque autre démarche, ni, partant, que l'enfant ne vaderschap moet aantonen via gerechtelijke weg of via enige andere
puisse pas bénéficier de cette présomption, « même en cas de weg, noch, bijgevolg, dat het kind dat vermoeden niet kan genieten, «
réclamation tardive de sa mise en oeuvre ». Il en découle que la zelfs indien de tenuitvoerlegging ervan niet tijdig wordt gevorderd ».
question préjudicielle, qui suggère qu'un contrôle de l'intérêt de Daaruit vloeit voort dat de prejudiciële vraag, waarin wordt
gesuggereerd dat een toetsing van het belang van het kind zou kunnen
l'enfant pourrait avoir lieu au moment de la « mise en oeuvre » de la plaatsvinden op het ogenblik van de « tenuitvoerlegging » van het
présomption de paternité du mari de la mère, alors que cette vermoeden van vaderschap van de echtgenoot van de moeder, terwijl dat
présomption n'a pas à être mise en oeuvre, repose sur une prémisse vermoeden niet ten uitvoer dient te worden gelegd, op een verkeerd
erronée. uitgangspunt berust.
B.4.4. Au surplus, le tribunal doit prendre l'intérêt supérieur de B.4.4. Voor het overige moet de rechtbank rekening houden met het
l'enfant en considération lorsqu'il statue sur la demande tendant à hoger belang van het kind wanneer zij zich uitspreekt over de
octroyer un droit d'hébergement de l'enfant au profit du demandeur, ou vordering die ertoe strekt een recht op huisvesting van het kind ten
sur une éventuelle action en contestation de paternité, sur la base de gunste van de eiser toe te kennen, of over een eventuele vordering tot
l'article 318, § 1er, du Code civil, intentée par l'enfant ayant betwisting van het vaderschap, op basis van artikel 318, § 1, van het
atteint l'âge de douze ans. Burgerlijk Wetboek, ingesteld door het kind dat de leeftijd van twaalf
B.5. La question préjudicielle n'appelle pas de réponse. jaar heeft bereikt. B.5. De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
La question préjudicielle n'appelle pas de réponse. De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof,
la Cour constitutionnelle, le 5 mars 2020. op 5 maart 2020.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
Le président, De voorzitter,
F. Daoût F. Daoût
^