← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 5/2020 du 16 janvier 2020 Numéro du rôle : 7149 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 112 du décret de la Région wallonne du 20(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 5/2020 du 16 janvier 2020 Numéro du rôle : 7149 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 112 du décret de la Région wallonne du 20(...) | Uittreksel uit arrest nr. 5/2020 van 16 januari 2020 Rolnummer 7149 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 112 van het decreet van het Waalse Gewest van 20 juli 2016 « tot opheffing van het decreet van 24 april 2014 tot opheffing Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 5/2020 du 16 janvier 2020 | Uittreksel uit arrest nr. 5/2020 van 16 januari 2020 |
| Numéro du rôle : 7149 | Rolnummer 7149 |
| En cause : la question préjudicielle relative à l'article 112 du | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 112 van het |
| décret de la Région wallonne du 20 juillet 2016 « abrogeant le décret | decreet van het Waalse Gewest van 20 juli 2016 « tot opheffing van het |
| du 24 avril 2014 abrogeant les articles 1er à 128 et 129quater à 184 | decreet van 24 april 2014 tot opheffing van de artikelen 1 tot 128 en |
| du Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme, du | |
| Patrimoine et de l'Energie, abrogeant les articles 1er à 128 et | |
| 129quater à 184 du Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de | 129quater tot 184 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, |
| Stedenbouw, Patrimonium en Energie, tot opheffing van de artikelen 1 | |
| l'Urbanisme et du Patrimoine et formant le Code du Développement | tot 128 en 129quater tot 184 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke |
| Ordening, Stedenbouw en Patrimonium en tot vorming van het Wetboek van | |
| territorial » et à l'article D.IV.110 du Code du Développement | Ruimtelijke Ontwikkeling » en artikel D.IV.110 van het Wetboek van |
| territorial, posée par le Conseil d'Etat. | Ruimtelijke Ontwikkeling, gesteld door de Raad van State. |
| La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
| composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, | samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. |
| T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet et J. Moerman, assistée du | Lavrysen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en J. Moerman, |
| greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président F. Daoût, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Par l'arrêt n° 243.911 du 7 mars 2019, dont l'expédition est parvenue | Bij arrest nr. 243.911 van 7 maart 2019, waarvan de expeditie ter |
| au greffe de la Cour le 21 mars 2019, le Conseil d'Etat a posé la | griffie van het Hof is ingekomen op 21 maart 2019, heeft de Raad van |
| question préjudicielle suivante : | State de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 112 du décret du 20 juillet 2016 abrogeant le décret du 27 | « Schenden artikel 112 van het decreet van 20 juli 2016 tot opheffing |
| avril 2014 abrogeant les articles 1er à 128 et 129quater à 184 du Code | |
| wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme, du Patrimoine | van het decreet van 24 april 2014 tot opheffing van de artikelen 1 tot |
| et de l'Energie, abrogeant les articles 1er à 128 et 129quater à 184 | 128 en 129quater tot 184 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke |
| du Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du | Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, tot opheffing van de |
| artikelen 1 tot 128 en 129quater tot 184 van het Waalse Wetboek van | |
| Patrimoine et formant le Code du Développement territorial, et [...] | Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium en tot vorming van het |
| l'article D.IV.110 du Code du développement territorial violent [-ils] | Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, en artikel D.IV.110 van het |
| les articles 10, 11 et 23 de la Constitution en ce que sont traités de | Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling de artikelen 10, 11 en 23 van de |
| manières différentes les demandeurs de permis d'urbanisme dont la | Grondwet, in zoverre de aanvragers van een stedenbouwkundige |
| demande a été déclarée complète après le 1er juin 2017 selon le fait | vergunning waarvan de aanvraag na 1 juni 2017 volledig is verklaard, |
| que [leur] demande a été ou non introduite avant le 1er juin 2017 et | verschillend worden behandeld naargelang hun aanvraag al dan niet vóór |
| ce même dans l'hypothèse où la demande a été introduite de manière non | 1 juni 2017 is ingediend, zelfs in de hypothese dat de aanvraag niet |
| complète ou non conforme avant le 1er juin 2017, a été complétée après | volledig of niet conform is ingediend vóór 1 juni 2017, vervolgens na |
| le 1er juin 2017 pour être déclarée complète est [lire : et] conforme | 1 juni 2017 is aangevuld en uiteindelijk volledig en conform de |
| aux dispositions applicables ? ». | toepasselijke bepalingen is verklaard ? ». |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. La Cour est interrogée sur la compatibilité, avec les articles | B.1. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid, met |
| 10, 11 et 23 de la Constitution, de l'article 112 du décret du 20 | de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, van artikel 112 van het |
| juillet 2016 « abrogeant le décret du 24 avril 2014 abrogeant les | decreet van 20 juli 2016 « tot opheffing van het decreet van 24 april |
| articles 1er à 128 et 129quater à 184 du Code wallon de l'Aménagement | 2014 tot opheffing van de artikelen 1 tot 128 en 129quater tot 184 van |
| du Territoire, de l'Urbanisme, du Patrimoine et de l'Energie, | het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium |
| abrogeant les articles 1er à 128 et 129quater à 184 du Code wallon de | en Energie, tot opheffing van de artikelen 1 tot 128 en 129quater tot |
| l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine et | 184 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en |
| formant le Code du Développement territorial » (ci-après : le décret | Patrimonium en tot vorming van het Wetboek van Ruimtelijke |
| du 20 juillet 2016) et de l'article D.IV.110 du Code du développement | Ontwikkeling » (hierna : het decreet van 20 juli 2016) en van artikel |
| territorial (ci-après : CoDT), en ce que ces dispositions font naître | D.IV.110 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling (hierna : WRO), |
| une différence de traitement entre les demandeurs de permis | in zoverre die bepalingen een verschil in behandeling doen ontstaan |
| d'urbanisme, selon que leur demande de permis a été introduite avant | tussen de aanvragers van een stedenbouwkundige vergunning, naargelang |
| ou après le 1er juin 2017, et ce, même dans l'hypothèse où la demande | hun vergunningsaanvraag is ingediend vóór of na 1 juni 2017, zelfs in |
| n'a été complétée et déclarée complète qu'après le 1er juin 2017. | de hypothese dat de aanvraag pas na 1 juni 2017 is aangevuld en volledig verklaard. |
| B.2. L'article 112 du décret du 20 juillet 2016 précise que « le | B.2. Artikel 112 van het decreet van 20 juli 2016 preciseert dat « dit |
| présent décret entre en vigueur à la date fixée par le Gouvernement ». | decreet [...] in werking [treedt] op de door de Regering bepaalde datum ». |
| L'arrêté du Gouvernement wallon du 22 décembre 2016 « formant la | Het besluit van de Waalse Regering van 22 december 2016 « tot vorming |
| van het reglementair deel van het Wetboek van de Ruimtelijke | |
| partie réglementaire du Code du développement territorial » dispose, | Ontwikkeling » bepaalt, in artikel 34 ervan, dat het decreet van 20 |
| en son article 34, que le décret du 20 juillet 2016 et son arrêté | juli 2016 en het uitvoeringsbesluit ervan in werking treden op 1 juni |
| d'exécution entrent en vigueur le 1er juin 2017. | 2017. |
| L'article D.IV.110, alinéa 1er, du CoDT dispose : | Artikel D.IV.110, eerste lid, van het WRO bepaalt : |
| « Les demandes de permis de bâtir, de permis d'urbanisme, de permis de | « De aanvragen van bouwvergunningen, stedenbouwkundige vergunningen, |
| lotir ou de permis d'urbanisation, en ce compris celles qui entrent | verkavelingsvergunningen of bebouwingsvergunningen, met inbegrip van |
| dans une des catégories visées à l'article D.IV.25, dont le dépôt, | de aanvragen die behoren tot één van de categorieën bedoeld in artikel |
| attesté par un récépissé ou dont la réception de l'envoi, attestée par | D.IV.25, waarvan de indiening, bevestigd met een ontvangstbewijs of |
| un accusé de réception postal ou assimilé est antérieur à une des | waarvan de ontvangst van de zending, bevestigd met een bericht van |
| modifications de la législation de l'aménagement du territoire et de | ontvangst van de post of gelijkgestelde dateert van voor één van de |
| l'urbanisme applicable en Région wallonne, poursuivent leur | wijzigingen van de wetgeving inzake ruimtelijke ordening en |
| instruction sur la base des dispositions en vigueur à la date du | stedenbouw, van toepassing in het Waalse Gewest, worden verder |
| behandeld op grond van de bepalingen die van toepassing waren op de | |
| récépissé ou de l'accusé de réception de la demande ». | datum van het ontvangstbewijs van de aanvraag ». |
| L'article D.IV.110 détermine ainsi le régime transitoire relatif aux | Artikel D.IV.110 legt aldus de overgangsregeling vast voor de |
| procédures de délivrance des permis. | procedures met betrekking tot het verlenen van de vergunningen. |
| B.3. Il ressort de l'arrêt de renvoi que la demande de permis | B.3. Uit het verwijzingsarrest blijkt dat de aanvraag voor een |
| d'urbanisme a fait l'objet d'un récépissé de dépôt le 26 mai 2017, que | stedenbouwkundige vergunning op 26 mei 2017 het voorwerp heeft |
| les services du fonctionnaire délégué ont sollicité des informations | uitgemaakt van een ontvangstbewijs, dat de diensten van de gemachtigde |
| ambtenaar op 9 juni 2017 om nadere inlichtingen hebben verzocht, dat | |
| complémentaires le 9 juin 2017, que la SA « Les Pastels », qui a | de nv « Les Pastels », die de vergunningsaanvraag heeft ingediend, op |
| introduit la demande de permis, a déposé un complément de dossier le | 21 augustus 2017 een aanvulling van het dossier heeft neergelegd, dat |
| 21 août 2017, que la demande de permis a été déclarée complète et | de vergunningsaanvraag op 31 augustus 2017 volledig en ontvankelijk is |
| recevable le 31 août 2017, que la procédure d'instruction de la | verklaard, dat de procedure inzake het onderzoek van de aanvraag is |
| demande s'est poursuivie sur la base des dispositions du CWATUPE et | voortgezet op grond van de bepalingen van het WWROSPE en dat de |
| que le permis a été délivré le 10 août 2018. | vergunning op 10 augustus 2018 is verleend. |
| B.4.1. Les articles 10 et 11 de la Constitution garantissent le | B.4.1. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet waarborgen het beginsel |
| principe d'égalité et de non-discrimination. | van gelijkheid en niet-discriminatie. |
| L'article 23 de la Constitution dispose que chacun a le droit de mener | Artikel 23 van de Grondwet bepaalt dat ieder het recht heeft om een |
| une vie conforme à la dignité humaine et charge les différents | menswaardig leven te leiden en draagt de onderscheiden wetgevers op de |
| législateurs de garantir les droits économiques, sociaux et culturels | daarin vermelde economische, sociale en culturele rechten te |
| qu'il mentionne. | waarborgen. |
| B.4.2. Ni le libellé de la question préjudicielle ni les motifs de la | B.4.2. Noch uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag, noch uit de |
| décision de renvoi ne permettent de déduire en quoi les dispositions | motieven van de verwijzingsbeslissing kan worden afgeleid op welke |
| en cause porteraient atteinte à l'article 23 de la Constitution. | wijze de in het geding zijnde bepalingen afbreuk zouden doen aan artikel 23 van de Grondwet. |
| Dans la mesure où il est demandé à la Cour d'apprécier la | In zoverre het Hof daarin wordt verzocht de bestaanbaarheid te |
| compatibilité des dispositions en cause avec l'article 23 de la | beoordelen van de in het geding zijnde bepalingen met artikel 23 van |
| Constitution, la question préjudicielle est donc irrecevable. | de Grondwet, is de prejudiciële vraag bijgevolg niet ontvankelijk. |
| La Cour limite son examen à la compatibilité de la disposition | Het Hof beperkt zijn onderzoek tot de bestaanbaarheid van de in het |
| transitoire en cause avec les articles 10 et 11 de la Constitution. B.5.1. Il appartient en principe au législateur, lorsqu'il décide d'introduire une nouvelle réglementation, d'estimer s'il est nécessaire ou opportun d'assortir celle-ci de dispositions transitoires. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'est violé que si le régime transitoire ou son absence entraîne une différence de traitement dénuée de justification raisonnable ou s'il est porté une atteinte excessive au principe de la confiance légitime. B.5.2. Le propre d'une règle transitoire est d'établir une distinction entre les personnes qui sont concernées par des situations juridiques qui entrent dans le champ d'application de cette règle et les personnes qui sont concernées par des situations juridiques qui | geding zijnde overgangsregeling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. B.5.1. Het staat in beginsel aan de wetgever om, wanneer hij beslist nieuwe regelgeving in te voeren, te beoordelen of het noodzakelijk of opportuun is die beleidswijziging vergezeld te doen gaan van overgangsmaatregelen. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie wordt slechts geschonden indien de overgangsregeling of de ontstentenis daarvan tot een verschil in behandeling leidt waarvoor geen redelijke verantwoording bestaat of indien aan het vertrouwensbeginsel op buitensporige wijze afbreuk wordt gedaan. B.5.2. Eigen aan een overgangsregel is dat daarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de personen op wie rechtstoestanden betrekking hebben die vallen onder het toepassingsgebied van die regel en de personen op wie rechtstoestanden betrekking hebben die vallen onder |
| entrent dans le champ d'application d'une règle nouvelle. Semblable | het toepassingsgebied van een nieuwe regel. Een dergelijk onderscheid |
| distinction ne viole pas, en soi, les articles 10 et 11 de la | schendt op zich niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet : elke |
| Constitution : toute disposition transitoire serait impossible s'il | overgangsbepaling zou onmogelijk zijn indien wordt aangenomen dat |
| était admis que de telles dispositions violent les dispositions | dergelijke bepalingen de voormelde grondwetsbepalingen zouden schenden |
| constitutionnelles précitées par cela seul qu'elles s'écartent des | om de enkele reden dat zij afwijken van de toepassingsvoorwaarden van |
| conditions d'application de la législation nouvelle. | de nieuwe wetgeving. |
| B.6. Le commentaire de l'article D.IV.110 précise : | B.6. De commentaar van artikel D.IV.110 preciseert : |
| « Il s'agit des mécanismes traditionnels réglant les procédures de | « Het betreft de traditionele mechanismen die de procedures regelen |
| betreffende vergunningen die lopen op de datum van inwerkingtreding | |
| permis en cours à la date d'entrée en vigueur d'une réforme. | van een hervorming. Om elke onduidelijkheid met betrekking tot het |
| Toutefois, en vue de lever toute ambiguïté par rapport au terme accusé | woord ontvangstbewijs weg te nemen, wordt evenwel gepreciseerd dat het |
| de réception, il est précisé que c'est la date de l'introduction de la | de datum van indiening van de aanvraag is waarmee rekening moet worden |
| demande qui doit être prise en compte et non l'accusé de réception du | gehouden en niet het ontvangstbewijs van het volledige karakter van |
| caractère complet du dossier » (Doc. parl., Parlement wallon, | het dossier » (Parl. St., Waals Parlement, 2015-2016, nr. 307/1, p. |
| 2015-2016, n° 307/1, p. 60). | 60). |
| B.7. La différence de traitement qui existe entre les demandeurs de | B.7. Het verschil in behandeling dat bestaat tussen de aanvragers van |
| permis d'urbanisme, selon que leur demande doit être instruite en | een stedenbouwkundige vergunning naargelang hun aanvraag dient te |
| vertu des règles du CWATUPE ou de celles du CoDT, repose sur un | worden onderzocht op grond van de regels van het WWROPE dan wel op |
| grond van die van het WRO, berust op een objectief criterium, namelijk | |
| critère objectif, à savoir la date du récépissé de dépôt de la demande | de datum van het ontvangstbewijs van de vergunningsaanvraag. |
| de permis. B.8. Dans un souci de sécurité juridique, le législateur décrétal a pu | B.8. Omwille van de rechtszekerheid vermocht de decreetgever |
| raisonnablement considérer que les personnes qui avaient introduit une | redelijkerwijs aan te nemen dat de personen die een aanvraag voor een |
| demande de permis d'urbanisme avant l'entrée en vigueur des | stedenbouwkundige vergunning hadden ingediend vóór de inwerkingtreding |
| dispositions nouvelles devaient s'attendre à ce que la procédure qui | van de nieuwe bepalingen, ervan moesten uitgaan dat de procedure die |
| leur serait appliquée au moment de l'introduction de leur demande resterait applicable durant toute l'instruction de celle-ci, et ce, jusqu'à la décision finale la concernant. En outre, les intéressés qui veulent se voir appliquer les règles nouvelles qu'ils estimeraient plus favorables peuvent retirer leur demande et introduire une nouvelle demande de permis. B.9. Le fait qu'une demande de permis introduite avant le 1er juin 2017 soit déclarée complète avant ou après cette date n'a pas pour incidence de modifier le régime applicable à cette demande. L'absence de prise en compte du caractère complet de la demande de permis n'est pas sans justification raisonnable, eu égard à l'objectif légitime poursuivi par le législateur décrétal, qui consiste à assurer, | op hen van toepassing was op het ogenblik van de indiening van hun aanvraag, van toepassing zou blijven gedurende het hele onderzoek ervan, tot de eindbeslissing daaromtrent. Bovendien kunnen de betrokkenen die de nieuwe regels die zij gunstiger zouden achten, op hen zouden willen laten toepassen, hun aanvraag intrekken en een nieuwe vergunningsaanvraag indienen. B.9. Het feit dat een vóór 1 juni 2017 ingediende vergunningsaanvraag volledig wordt verklaard vóór of na die datum, heeft niet tot gevolg de op die aanvraag toepasselijke regeling te wijzigen. Het niet in aanmerking nemen van het volledige karakter van de vergunningsaanvraag is niet zonder redelijke verantwoording gelet op het door de |
| conformément au principe de la sécurité juridique, la transition entre | decreetgever nagestreefde legitieme doel, namelijk de overgang tussen |
| le régime du CWATUPE et l'entrée en vigueur du CoDT, ainsi qu'à | de regeling van het WWROSPE en de inwerkingtreding van het WRO |
| sauvegarder les droits acquis et les attentes légitimes des demandeurs de permis qui avaient introduit leur demande avant le 1er juin 2017. La confiance légitime des administrés est assurée, dans la mesure où, au moment de l'introduction de leur demande de permis, ils savent avec précision quelles sont les dispositions applicables à leur demande de permis d'urbanisme et ce, jusqu'à la délivrance ou jusqu'au refus de délivrance de l'acte administratif. B.10. La question préjudicielle appelle dès lors une réponse négative. Par ces motifs, la Cour | overeenkomstig het beginsel van rechtszekerheid te waarborgen, alsook de verworven rechten en de gewettigde verwachtingen van de aanvragers van vergunningen die hun aanvraag vóór 1 juni 2017 hadden ingediend, te vrijwaren. Het gewettigd vertrouwen van de bestuurden wordt verzekerd, in zoverre zij, op het ogenblik van de indiening van hun vergunningsaanvraag, nauwkeurig weten welke bepalingen van toepassing zijn op hun aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning, totdat de administratieve handeling wordt verleend of geweigerd. B.10. De prejudiciële vraag dient derhalve ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| L'article 112 du décret du 20 juillet 2016 « abrogeant le décret du 24 | Artikel 112 van het decreet van 20 juli 2016 « tot opheffing van het |
| decreet van 24 april 2014 tot opheffing van de artikelen 1 tot 128 en | |
| avril 2014 abrogeant les articles 1er à 128 et 129quater à 184 du Code | 129quater tot 184 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, |
| wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme, du Patrimoine | Stedenbouw, Patrimonium en Energie, tot opheffing van de artikelen 1 |
| et de l'Energie, abrogeant les articles 1er à 128 et 129quater à 184 | tot 128 en 129quater tot 184 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke |
| du Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du | Ordening, Stedenbouw en Patrimonium en tot vorming van het Wetboek van |
| Patrimoine et formant le Code du Développement territorial » et | Ruimtelijke Ontwikkeling » en artikel D.IV.110 van het Wetboek van |
| l'article D.IV.110 du Code du développement territorial ne violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | Ruimte Ontwikkeling schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
| Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| la Cour constitutionnelle, le 16 janvier 2020. | op 16 januari 2020. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
| Le président, | De voorzitter, |
| F. Daoût | F. Daoût |