← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 171/2019 du 7 novembre 2019 Numéro du rôle : 7033 En cause :
les questions préjudicielles relatives au décret de la Région wallonne du 27 mai 2004 « instaurant une
taxe sur les sites d'activité économique désaffectés », La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût
et A. Alen, et des juges L. Lavrysen(...)"
Extrait de l'arrêt n° 171/2019 du 7 novembre 2019 Numéro du rôle : 7033 En cause : les questions préjudicielles relatives au décret de la Région wallonne du 27 mai 2004 « instaurant une taxe sur les sites d'activité économique désaffectés », La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen(...) | Uittreksel uit arrest nr. 171/2019 van 7 november 2019 Rolnummer 7033 In zake : de prejudiciële vragen betreffende het decreet van het Waalse Gewest van 27 mei 2004 « tot invoering van een belasting op de afgedankte bedrijfsruimten », gesteld Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 171/2019 du 7 novembre 2019 | Uittreksel uit arrest nr. 171/2019 van 7 november 2019 |
Numéro du rôle : 7033 | Rolnummer 7033 |
En cause : les questions préjudicielles relatives au décret de la | In zake : de prejudiciële vragen betreffende het decreet van het |
Région wallonne du 27 mai 2004 « instaurant une taxe sur les sites | Waalse Gewest van 27 mei 2004 « tot invoering van een belasting op de |
d'activité économique désaffectés », posées par le Tribunal de | afgedankte bedrijfsruimten », gesteld door de Rechtbank van eerste |
première instance de Namur, division Namur. | aanleg Namen, afdeling Namen. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, | samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. |
J.-P. Moerman, T. Giet et R. Leysen, et, conformément à l'article | Lavrysen, J.-P. Moerman, T. Giet en R. Leysen, en, overeenkomstig |
60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour | artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
constitutionnelle, du juge émérite E. Derycke, assistée du greffier | Grondwettelijk Hof, emeritus rechter E. Derycke, bijgestaan door de |
P.-Y. Dutilleux, présidée par le président F. Daoût, | griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | Daoût, wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par jugement du 18 octobre 2018, dont l'expédition est parvenue au | Bij vonnis van 18 oktober 2018, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour le 25 octobre 2018, le Tribunal de première instance | het Hof is ingekomen op 25 oktober 2018, heeft de Rechtbank van eerste |
de Namur, division Namur, a posé les questions préjudicielles | aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vragen gesteld |
suivantes : | : |
« 1. En ne taxant les situations visées [que] par le biais d'un taux | « 1. Schendt het Waalse decreet van 27 mei 2004 tot invoering van een |
unique par contribuable et, ce faisant, en ne tenant pas compte de la | belasting op de afgedankte bedrijfsruimten, in zoverre het de beoogde |
capacité contributive des contribuables, fût-ce dans une mesure | situaties belast met één enkel tarief per belastingplichtige en, |
limitée, le décret wallon du 27 mai 2004, instaurant une taxe sur les | zodoende, geen rekening houdt met de draagkracht van de |
sites d'activité économique désaffectés, viole-t-il les articles 10, | belastingplichtigen, zelfs niet in beperkte mate, de artikelen 10, 11, |
11, 16 et 172 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 1er | 16 en 172 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het |
du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne de | Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming |
sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales ? »; | van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ? »; |
« 2. Alors que, en raison des objectifs de la taxe, il n'y a aucune | « 2. Schendt, terwijl er, wegens de doelstellingen van de belasting, |
geen enkele reden is om bebouwde onroerende goederen en niet-bebouwde | |
raison de taxer différemment les immeubles bâtis et les immeubles non | onroerende goederen verschillend te belasten, het Waalse decreet van |
bâtis, le décret wallon du 27 mai 2004 instaurant une taxe sur les | 27 mei 2004 tot invoering van een belasting op de afgedankte |
sites d'activité économique désaffectés viole-t-il les articles 10, | |
11, 16 et 172 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 1er | bedrijfsruimten de artikelen 10, 11, 16 en 172 van de Grondwet, in |
du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne de | samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij |
sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, en | het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de |
taxant plus lourdement les immeubles bâtis que les immeubles non bâtis | fundamentele vrijheden, doordat het bebouwde onroerende goederen |
? ». | zwaarder belast dan niet-bebouwde onroerende goederen ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. Il ressort du litige soumis au juge a quo et de la motivation | B.1.1. Uit het aan de verwijzende rechter voorgelegde geschil en uit |
du jugement que la Cour est interrogée sur l'article 4 du décret de la | de motivering van het vonnis blijkt dat het Hof wordt ondervraagd over |
Région wallonne du 27 mai 2004 « instaurant une taxe sur les sites | artikel 4 van het decreet van het Waalse Gewest van 27 mei 2004 « tot |
invoering van een belasting op de afgedankte bedrijfsruimten » (hierna | |
d'activité économique désaffectés » (ci-après : le décret du 27 mai | : het decreet van 27 mei 2004). Dat artikel, zoals het van toepassing |
2004). Cet article, tel qu'il est applicable au litige soumis au juge | is op het aan de verwijzende rechter voorgelegde geschil, bepaalt : |
a quo, dispose : | |
« Le taux de la taxe est fixé à 550 euros par are de superficie bâtie | « De aanslagvoet wordt vastgesteld op 550 euro per are bebouwde |
au sol et à 70 euros par are de superficie non bâtie. Toute fraction | grondoppervlakte en op 70 euro per are onbebouwde oppervlakte. Elk |
d'are est comptée pour une unité. | breukdeel van een are wordt als één eenheid geteld. |
Les taux de la taxe sont adaptés en fonction des fluctuations de | De aanslagvoeten worden aangepast aan de schommelingen van het |
l'indice des prix à la consommation. | indexcijfer der consumptieprijzen. |
Le service désigné par le Gouvernement publie au Moniteur belge, au | |
plus tard le 30 septembre, les taux de la taxe à percevoir pour la | De door de Regering aangewezen dienst maakt uiterlijk op 30 september |
de aanslagvoeten van de te innen belasting die gelden voor de | |
période imposable débutant l'année suivante, adaptés dans la même | aanslagperiode die het daaropvolgende jaar aanvangt, in dezelfde |
proportion que l'évolution de l'indice des prix à la consommation | verhouding aangepast als de evolutie van het indexcijfer van de |
entre les mois de juin de l'année précédente et de l'année en cours ». | consumptieprijzen tussen de maanden juni van het vorige en het lopende |
jaar, in het Belgisch Staatsbladbekend ». | |
B.1.2. Het decreet van 27 mei 2004 vervangt het decreet van 19 | |
november 1998, met hetzelfde voorwerp en hetzelfde opschrift. Zoals | |
B.1.2. Le décret du 27 mai 2004 remplace le décret du 19 novembre 1998 | het decreet van 19 november 1998 strekt het decreet van 27 mei 2004 |
ayant le même objet et le même intitulé. Comme le décret du 19 | |
novembre 1998, le décret du 27 mai 2004 « vise à lutter efficacement | ertoe « op doeltreffende wijze de strijd aan te gaan tegen |
contre des sites constituant une pollution d'ordre visuel ». Il a pour | bedrijfsruimten die een bron van visuele vervuiling zijn ». Het heeft |
but « de contribuer à éradiquer les friches industrielles ou autres, | tot doel bij te dragen tot de radicale verdwijning « van de |
laissées à l'abandon, qui rebutent l'investisseur et réduisent | verwaarloosde industrieterreinen of andere terreinen, die |
l'attractivité de la Wallonie » (Doc. parl., Parlement wallon, | investeerders afschrikken en de aantrekkingskracht van Wallonië |
2003-2004, n° 699/1, p. 2). | verminderen » (Parl. St., Waals Parlement, 2003-2004, nr. 699/1, p. |
B.1.3. Le décret crée une taxe dont le fait générateur est le maintien | 2). B.1.3. Het decreet voert een belasting in waarvan het belastbaar feit |
en l'état d'un site économique désaffecté qui répond à la définition | de instandhouding is van een afgedankte bedrijfsruimte die beantwoordt |
donnée par son article 2. L'article 3 exonère certaines superficies de | aan de definitie van artikel 2 ervan. Artikel 3 van het decreet stelt |
la taxe. L'article 9 prévoit un mécanisme de suspension de | bepaalde oppervlakten vrij van de belasting. Artikel 9 ervan voorziet |
l'exigibilité de la taxe pour les sites à réaménager au sens de | in een mechanisme van opschorting van de opeisbaarheid van de |
l'article 169, § 1er, du Code wallon de l'aménagement du territoire, | belasting voor de herin te richten sites in de zin van artikel 169, § |
1, van het Waalse Wetboek van ruimtelijke ordening, stedenbouw, | |
de l'urbanisme, du patrimoine et de l'énergie. Ce mécanisme vise les | patrimonium en energie. Dat mechanisme beoogt de bedrijfsruimten « |
sites « pour lesquels une réhabilitation est entreprise à l'initiative | waarvoor vernieuwingswerken worden ondernomen op initiatief van de |
du propriétaire, de l'emphytéote, du superficiaire ou de l'usufruitier | eigenaar, de houder van een recht van erfpacht of van opstal, of de |
». Son but « est d'éviter de pénaliser l'action positive » (ibid., p. | vruchtgebruiker ». Het doel ervan is « het bestraffen van positieve |
3). | actie te vermijden » (ibid., p. 3). |
Quant aux deux questions préjudicielles réunies | Ten aanzien van beide prejudiciële vragen samen |
B.2. Les questions préjudicielles invitent la Cour à comparer la | B.2. In de prejudiciële vragen wordt het Hof verzocht de situatie van |
situation des propriétaires ou titulaires d'un droit réel de | de eigenaars of houders van een zakelijk genotsrecht op een bebouwd |
jouissance sur un immeuble bâti sur un site d'activité économique | onroerend goed van een afgedankte bedrijfsruimte te vergelijken met |
désaffecté et celle des propriétaires ou titulaires d'un droit réel de | die van de eigenaars of houders van een zakelijk genotsrecht op een |
jouissance sur un immeuble non bâti sur un site d'activité économique | niet-bebouwd onroerend goed van een afgedankte bedrijfsruimte. De |
désaffecté. Il s'agit de savoir si l'article 4 du décret en cause est | vraag is of artikel 4 van het in het geding zijnde decreet bestaanbaar |
compatible avec les articles 10, 11, 16 et 172 de la Constitution, lus | is met de artikelen 10, 11, 16 en 172 van de Grondwet, in samenhang |
en combinaison avec l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il ne tiendrait pas compte de la capacité contributive des contribuables (première question préjudicielle) et en ce que, sans justification, il taxerait plus lourdement les propriétaires d'un immeuble bâti que les propriétaires d'un immeuble non bâti (seconde question préjudicielle). B.3. Le législateur décrétal dispose d'un large pouvoir d'appréciation pour instaurer des impôts et pour en désigner les redevables. La Cour ne peut sanctionner les choix politiques du législateur décrétal et les motifs qui les fondent que s'ils sont dénués de justification raisonnable. B.4.1. L'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention | gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, omdat het geen rekening zou houden met de draagkracht van de belastingplichtigen (eerste prejudiciële vraag) en omdat het de eigenaars van een bebouwd onroerend goed zwaarder, en dat zonder verantwoording, zou belasten dan de eigenaars van een niet-bebouwd onroerend goed (tweede prejudiciële vraag). B.3. De decreetgever beschikt over een ruime beoordelingsbevoegdheid om belastingen in te voeren en de belastingplichtigen aan te wijzen. Het Hof vermag de beleidskeuzen van de decreetgever, alsook de motieven die daaraan ten grondslag liggen, slechts af te keuren indien zij zonder redelijke verantwoording zouden zijn. B.4.1. Aangezien artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het |
européenne des droits de l'homme ayant une portée analogue à celle de | Europees Verdrag voor de rechten van de mens een draagwijdte heeft die |
l'article 16 de la Constitution, les garanties qu'il contient forment un ensemble indissociable avec celles qui sont inscrites dans cette disposition constitutionnelle, de sorte que la Cour en tient compte lors de son contrôle des dispositions attaquées. B.4.2. L'article 1er du Premier Protocole additionnel offre une protection non seulement contre l'expropriation ou la privation de propriété (premier alinéa, deuxième phrase) mais également contre toute ingérence dans le droit au respect des biens (deuxième alinéa). Un impôt constitue, en principe, une ingérence dans le droit au respect des biens. En outre, aux termes de l'article 1er du Premier Protocole additionnel, la protection du droit de propriété « ne [porte] pas atteinte au droit que possèdent les Etats de mettre en vigueur les lois qu'ils jugent nécessaires pour réglementer l'usage des biens conformément à l'intérêt général ou pour assurer le paiement des impôts ou d'autres contributions ou des amendes ». A ce sujet, il convient d'observer que, même si le législateur fiscal dispose d'un pouvoir d'appréciation étendu, un impôt peut revêtir un caractère disproportionné et porter une atteinte injustifiée au respect des biens s'il rompt le juste équilibre entre les exigences de l'intérêt général et celles de la protection du droit au respect des biens (CEDH, 31 janvier 2006, Dukmedjian c. France, §§ 52-54; | analoog is met die van artikel 16 van de Grondwet, vormen de erin vervatte waarborgen een onlosmakelijk geheel met die welke zijn opgenomen in artikel 16 van de Grondwet, zodat het Hof, bij zijn toetsing van de bestreden bepalingen, rekening houdt met de eerstgenoemde. B.4.2. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol biedt niet alleen bescherming tegen een onteigening of een eigendomsberoving (eerste alinea, tweede zin), maar ook tegen elke verstoring van het genot van eigendom (tweede alinea). Een belasting houdt in beginsel een inmenging in het recht op ongestoord genot van de eigendom in. Bovendien vermeldt artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol dat de bescherming van het eigendomsrecht « echter op geen enkele wijze het recht [aantast] dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen en boeten te verzekeren ». Dienaangaande dient te worden opgemerkt dat, ook al beschikt de fiscale wetgever over een ruime beoordelingsbevoegdheid, een belasting onevenredig kan zijn en op onverantwoorde wijze afbreuk kan doen aan het ongestoord genot van iemands eigendom indien zij het billijk evenwicht verbreekt tussen de vereisten van het algemeen belang en de bescherming van het recht op het ongestoord genot van eigendom (EHRM, 31 januari 2006, Dukmedjian t. Frankrijk, § § 52-54; beslissing, 15 |
décision, 15 décembre 2009, Tardieu de Maleissye c. France). | december 2009, Tardieu de Maleissye t. Frankrijk). |
B.5. Le critère de distinction retenu par le législateur décrétal pour | B.5. Het criterium van onderscheid dat de decreetgever heeft gekozen |
justifier les deux taux de la taxe est fondé sur le caractère bâti ou | om de twee aanslagvoeten te rechtvaardigen, is gegrond op het al dan |
non bâti de l'immeuble situé sur un site d'activité économique | niet bebouwde karakter van het onroerend goed dat gelegen is op de |
désaffecté. Ce critère est objectif et raisonnablement justifié eu | site van een afgedankte bedrijfsruimte. Dat criterium is objectief en |
égard au but recherché de la mesure, qui est mentionné en B.1.2. | redelijk verantwoord in het licht van het in B.1.2 vermelde nagestreefde doel van de maatregel. |
Par ailleurs, la disposition en cause tient compte de l'importance | De in het geding zijnde bepaling houdt overigens rekening met de |
relative de la superficie du terrain désaffecté, le taux de la taxe de | relatieve grootte van de oppervlakte van het verwaarloosde terrein, |
550 euros par are de superficie bâtie et de 70 euros par are de surface non bâtie n'étant pas de nature à faire peser sur les propriétaires une charge excessive ou portant fondamentalement atteinte à leur situation financière. A cet égard, le législateur décrétal a pu considérer que la faculté contributive du propriétaire ou du titulaire d'un droit de jouissance sur un terrain de plus grande dimension était plus grande que celle du propriétaire d'un terrain de moindre dimension. En outre, la taxe n'est pas due lorsque le site fait l'objet d'une réaffectation, même partielle, de sorte que le propriétaire peut échapper à la taxe en procédant à cette réaffectation. Enfin, la taxe, dans son principe, ne produit pas non plus des effets disproportionnés dans la mesure où une exonération est prévue pour les sites à réaménager pour lesquels le Gouvernement wallon, par l'intermédiaire d'un opérateur, se charge des travaux de réhabilitation. | vermits de aanslagvoet van 550 euro per are bebouwde oppervlakte en van 70 euro per are niet-bebouwde oppervlakte niet van die aard is dat hij op de eigenaars een buitensporige last doet wegen of fundamenteel afbreuk doet aan hun financiële situatie. In dat opzicht kon de decreetgever ervan uitgaan dat de draagkracht van de eigenaar of houder van een zakelijk genotsrecht op een terrein met grotere afmetingen groter is dan die van de eigenaar van een terrein met kleinere afmetingen. Bovendien is de belasting niet verschuldigd wanneer de bedrijfsruimte het voorwerp uitmaakt van een herbestemming, zelfs wanneer die gedeeltelijk is, zodat het voor de eigenaar mogelijk is te ontsnappen aan de belasting door over te gaan tot die herbestemming. Ten slotte heeft de belasting in principe ook geen onevenredige gevolgen in zoverre in een vrijstelling is voorzien voor de herin te richten bedrijfsruimten waarvoor de Waalse Regering, bij bemiddeling van een operator, de vernieuwingswerken doorvoert. |
B.6. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. | B.6. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 4 du décret de la Région wallonne du 27 mai 2004 « | Artikel 4 van het decreet van het Waalse Gewest van 27 mei 2004 « tot |
instaurant une taxe sur les sites d'activité économique désaffectés », | invoering van een belasting op de afgedankte bedrijfsruimten », vóór |
avant sa modification par le décret de la Région wallonne du 30 avril | de wijziging ervan bij het decreet van het Waalse Gewest van 30 april |
2009, ne viole pas les articles 10, 11, 16 et 172 de la Constitution, | 2009, schendt niet de artikelen 10, 11, 16 en 172 van de Grondwet, al |
lus isolément ou en combinaison avec l'article 1er du Premier | dan niet in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend |
Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de | Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
l'homme. Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 7 novembre 2019. | op 7 november 2019. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
F. Daoût | F. Daoût |