← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 147/2019 du 24 octobre 2019 Numéro du rôle : 6841 En cause :
les questions préjudicielles relatives à l'article 14bis, alinéa 2, des lois sur le Cons(...)"
Extrait de l'arrêt n° 147/2019 du 24 octobre 2019 Numéro du rôle : 6841 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 14bis, alinéa 2, des lois sur le Cons(...) | Uittreksel uit arrest nr. 147/2019 van 24 oktober 2019 Rolnummer 6841 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 14bis, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, en artikel 6, § 1, II, tw Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 147/2019 du 24 octobre 2019 | Uittreksel uit arrest nr. 147/2019 van 24 oktober 2019 |
Numéro du rôle : 6841 | Rolnummer 6841 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 14bis, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 14bis, tweede |
alinéa 2, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier | lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, et à l'article 6, § 1er, II, alinéa 2, 2°, et § 4, 1°, de la loi | 1973, en artikel 6, § 1, II, tweede lid, 2°, en § 4, 1°, van de |
spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, posées par le | bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, |
Conseil d'Etat. | gesteld door de Raad van State. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, | samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. |
J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. | Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, |
Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman et M. Pâques, assistée du | P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman en M. Pâques, bijgestaan |
greffier F. Meersschaut, présidée par le président F. Daoût, | door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | F. Daoût, wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par arrêt n° 240.599 du 26 janvier 2018, dont l'expédition est | Bij arrest nr. 240.599 van 26 januari 2018, waarvan de expeditie ter |
parvenue au greffe de la Cour le 1er février 2018, le Conseil d'Etat a | griffie van het Hof is ingekomen op 1 februari 2018, heeft de Raad van |
posé les questions préjudicielles suivantes : | State de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
1. « L'article 14bis, alinéa 2, des lois sur le Conseil d'Etat, | 1. « Schendt artikel 14bis, tweede lid, van de wetten op de Raad van |
coordonnées le 12 janvier 1973, viole-t-il les articles 10 et 11 de la | State, gecoördineerd op 12 januari 1973, de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution dès lors qu'il ne permet pas aux personnes autres que | Grondwet aangezien het aan andere personen dan de Belgische Staat, de |
l'Etat belge, les Communautés, les Régions et la Commission | Gemeenschappen, de Gewesten en de Gemeenschappelijke |
communautaire commune d'invoquer, dans le cadre d'un recours en | Gemeenschapscommissie niet de mogelijkheid biedt om in het kader van |
annulation devant le Conseil d'Etat, la violation des obligations de | een beroep tot nietigverklaring voor de Raad van State de schending |
collaboration qu'il vise alors que ces mêmes violations peuvent être | aan te voeren van de verplichtingen tot samenwerking die erin worden |
invoquées par toute personne contre une norme de valeur législative | beoogd, terwijl diezelfde schendingen door elke persoon kunnen worden |
aangevoerd tegen een norm met wetgevende waarde voor het | |
devant la Cour constitutionnelle ? »; | Grondwettelijk Hof ? »; |
2. « Les articles 6, § 1er, II, dernier alinéa, 2°, et 6, § 4, 1°, de | 2. « Schenden de artikelen 6, § 1, II, laatste lid, 2°, en 6, § 4, 1°, |
la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980 | van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
méconnaissent-ils le principe d'égalité inscrit aux articles 10 et 11 | instellingen het in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet vervatte |
de la Constitution en ce qu'ils ne prévoient pas que l'adoption de | gelijkheidsbeginsel in zoverre zij niet erin voorzien dat de |
normes arrêtant des mesures de protection contre les ondes ionisantes | gewestregeringen worden betrokken bij het aannemen van normen die |
fasse l'objet d'une association des gouvernements régionaux, alors | maatregelen tot bescherming tegen ioniserende golven vaststellen, |
qu'une telle faculté est prévue pour ce qui concerne les normes de | |
produits, par les articles 6, § 1er, II, dernier alinéa, 1°, et 6, § | terwijl bij de artikelen 6, § 1, II, laatste lid, 1°, en 6, § 4, 1°, |
van dezelfde bijzondere wet in een dergelijke mogelijkheid wordt | |
4, 1°, de la même loi spéciale ? ». | voorzien met betrekking tot de productnormen ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. La Cour est saisie de deux questions préjudicielles, posées par | B.1.1. Bij het Hof worden twee prejudiciële vragen aanhangig gemaakt |
le Conseil d'Etat, dans le cadre d'un recours en annulation dirigé | die zijn gesteld door de Raad van State, in het kader van een beroep |
tot nietigverklaring dat is gericht tegen het koninklijk besluit van | |
contre l'arrêté royal du 31 mai 2016 « relatif à la protection de la | 31 mei 2016 « betreffende de bescherming van de volksgezondheid tegen |
santé de la population en ce qui concerne les substances radioactives | |
dans les eaux destinées à la consommation humaine » (ci-après : | radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water » |
l'arrêté royal du 31 mai 2016). | (hierna : het koninklijk besluit van 31 mei 2016). |
L'arrêté royal du 31 mai 2016 transpose en droit belge la directive | Bij het koninklijk besluit van 31 mei 2016 wordt de richtlijn |
2013/51/EURATOM du Conseil du 22 octobre 2013 « fixant les exigences | 2013/51/EURATOM van de Raad van 22 oktober 2013 « tot vaststelling van |
pour la protection de la santé de la population en ce qui concerne les | voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen |
substances radioactives dans les eaux destinées à la consommation | radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water » |
humaine » (ci-après : la directive 2013/51/EURATOM). | (hierna : de richtlijn 2013/51/EURATOM) omgezet in Belgisch recht. |
B.1.2. In het kader van dat beroep tot nietigverklaring bekritiseren | |
B.1.2. Dans le cadre de ce recours en annulation, les parties | de verzoekende partijen voor de verwijzende rechter, die verenigingen |
requérantes devant le juge a quo, qui sont des associations actives | zijn die actief zijn in de watersector, het feit dat de Waalse |
dans le secteur de l'eau, critiquent le fait que le Gouvernement | Regering niet werd betrokken bij de totstandkoming van het koninklijk |
wallon n'a pas été associé à l'élaboration de l'arrêté royal du 31 mai | besluit van 31 mei 2016. Volgens de verzoekende partijen zou het |
2016. Selon les parties requérantes, l'arrêté royal du 31 mai 2016 | koninklijk besluit van 31 mei 2016 geen normen vaststellen die de |
établirait non pas des normes qui visent à la protection de la santé | bescherming van de volksgezondheid beogen, maar « productnormen », in |
publique, mais des « normes de produits » au sens de l'article 6, § 1er, | de zin van artikel 6, § 1, II, tweede lid, 1°, van de bijzondere wet |
II, alinéa 2, 1°, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes | van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, bij het ontwerpen |
institutionnelles, pour l'élaboration desquelles les gouvernements | waarvan de gewestregeringen moeten worden betrokken, overeenkomstig |
régionaux doivent être associés, conformément à l'article 6, § 4, 1°, de la même loi spéciale du 8 août 1980. | artikel 6, § 4, 1°, van dezelfde bijzondere wet van 8 augustus 1980. |
Quant à la première question préjudicielle | Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag |
B.2. La première question préjudicielle porte sur l'article 14bis, | B.2. De eerste prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 14bis, |
alinéa 2, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier | tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 |
1973 (ci-après : les lois coordonnées sur le Conseil d'Etat). | januari 1973 (hierna : de gecoördineerde wetten op de Raad van State). |
B.3.1. La section du contentieux administratif du Conseil d'Etat | B.3.1. De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State doet, bij |
statue par voie d'arrêts sur les recours en annulation pour violation | wijze van arresten, uitspraak over de beroepen tot nietigverklaring |
des formes soit substantielles, soit prescrites à peine de nullité, | wegens overtreding van hetzij substantiële, hetzij op straffe van |
excès ou détournement de pouvoir, formés contre des actes et | nietigheid voorgeschreven vormen, overschrijding of afwending van |
règlements (article 14, § 1er, alinéa 1er, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat). La section du contentieux administratif annule en règle un acte administratif attaqué lorsque celui-ci est irrégulier. Tel n'est toutefois pas le cas lorsque l'irrégularité n'était pas susceptible d'exercer une influence sur le sens de la décision prise, lorsqu'elle n'a privé les intéressés d'aucune garantie ou n'a pas eu pour effet d'affecter la compétence de l'auteur de l'acte (article 14, § 1er, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat). B.3.2. L'article 14bis des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, tel | macht, ingesteld tegen akten en reglementen (artikel 14, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State). De afdeling bestuursrechtspraak vernietigt in de regel een bestreden bestuurshandeling wanneer zij onregelmatig is. Dat is echter niet het geval wanneer de onregelmatigheid geen invloed kon uitoefenen op de draagwijdte van de genomen beslissing, wanneer zij aan de betrokkenen geen waarborg heeft ontnomen of wanneer zij niet als gevolg heeft de bevoegdheid van de steller van de handeling te beïnvloeden (artikel 14, § 1, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State). B.3.2. Artikel 14bis van de gecoördineerde wetten op de Raad van |
qu'il a été inséré par l'article 14 de la loi du 16 juin 1989 « | State, zoals ingevoegd bij artikel 14 van de wet van 16 juni 1989 « |
portant diverses réformes institutionnelles » et modifié par l'article | houdende diverse institutionele hervormingen » en gewijzigd bij |
9 de la loi du 4 août 1996 « modifiant les lois sur le Conseil d'Etat, | artikel 9 van de wet van 4 augustus 1996 « tot wijziging van de wetten |
coordonnées le 12 janvier 1973 » et par l'article 2 de la loi du 8 | op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 » en bij |
septembre 1997, dispose : | artikel 2 van de wet van 8 september 1997, bepaalt : |
« Pour l'application de l'article 14 des mêmes lois coordonnées, sont | « Voor de toepassing van artikel 14 worden als substantiële vormen |
considérées comme des formes substantielles, les concertations, les | beschouwd, het overleg, de betrokkenheid, het geven van inlichtingen, |
associations, les transmissions d'informations, les avis, les avis | de adviezen, de eensluidende adviezen, de akkoorden, de |
conformes, les accords, les accords communs, à l'exception des accords | gemeenschappelijke akkoorden met uitzondering van de |
de coopération visés à l'article 92bis de la loi spéciale du 8 août | samenwerkingsakkoorden bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet |
1980 de réformes institutionnelles, et les propositions qui concernent | van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, en de voorstellen |
les relations entre l'Etat, les Communautés et les Régions et qui sont | die de betrekkingen tussen de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten |
prévus par ou en vertu des lois prises en exécution des articles 39, | betreffen en die voorgeschreven zijn door of krachtens de wetten |
127, § 1er, 128, § 1er, 129, § 1er, 130, § 1er, 135, 136, alinéa 1er, | aangenomen in uitvoering van de artikelen 39, 127, § 1, 128, § 1, 129, |
140, 175, 176 et 177 de la Constitution. | § 1, 130, § 1, 135, 136, eerste lid, 140, 175, 176 en 177 van de |
Toutefois, les personnes physiques et les personnes morales, à | Grondwet. De natuurlijke en de rechtspersonen, behalve de Staat, de |
l'exception de l'Etat, des Communautés, des Régions et de la | Gemeenschappen, de Gewesten en de Gemeenschappelijke |
Commission communautaire commune en ce qui concerne les matières | Gemeenschapscommissie wat de aangelegenheden betreft die bedoeld zijn |
visées à l'article 63 de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relatives | in artikel 63 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking |
aux institutions bruxelloises, ne peuvent invoquer la violation des | tot de Brusselse instellingen, kunnen echter de schending van de in |
formes visées à l'alinéa précédent ». | het vorige lid bedoelde vormen niet inroepen ». |
B.4.1. La Cour est interrogée sur la compatibilité, de l'article | B.4.1. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van |
14bis, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat avec les | artikel 14bis, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van |
articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que cette disposition ne | State met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die |
permet pas aux personnes physiques ou morales autres que l'Etat belge, | bepaling aan natuurlijke personen of andere rechtspersonen dan de |
Belgische Staat, de gemeenschappen, de gewesten en de | |
les communautés, les régions et la Commission communautaire commune | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie niet de mogelijkheid biedt om |
d'invoquer, dans le cadre d'un recours en annulation devant le Conseil | in het kader van een beroep tot nietigverklaring voor de Raad van |
d'Etat, la violation des obligations de collaboration qu'il vise, « | State de schending aan te voeren van de verplichtingen tot |
alors que ces mêmes violations peuvent être invoquées par toute | samenwerking die erin worden beoogd, « terwijl diezelfde schendingen |
personne contre une norme de valeur législative devant la Cour | door elke persoon kunnen worden aangevoerd tegen een norm met |
constitutionnelle ». | wetgevende waarde voor het Grondwettelijk Hof ». |
B.4.2. En vertu de l'article 1er, 1°, de la loi spéciale du 6 janvier | B.4.2. Krachtens artikel 1, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari |
1989 sur la Cour constitutionnelle, la Cour statue, par voie d'arrêt, | 1989 op het Grondwettelijk Hof doet het Hof, bij wege van arrest, |
sur les recours en annulation, en tout ou en partie, d'une loi, d'un | uitspraak op de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van |
décret ou d'une règle visée à l'article 134 de la Constitution pour | een wet, een decreet of een in artikel 134 van de Grondwet bedoelde |
cause de violation « des règles qui sont établies par la Constitution | regel wegens schending van « de regels die door of krachtens de |
ou en vertu de celle-ci pour déterminer les compétences respectives de | Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden |
l'Etat, des Communautés et des Régions ». | bevoegdheid van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten ». |
En vertu de l'article 30bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989, sont | Krachtens artikel 30bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 |
assimilées à des règles répartitrices de compétences au sens de | worden « het overleg, de betrokkenheid, het geven van inlichtingen, de |
l'article 1er, 1°, de la même loi spéciale « la concertation, | adviezen, de eensluidende adviezen, de akkoorden, de |
l'association, la transmission d'informations, les avis, les avis | |
conformes, les accords, les accords communs et les propositions prévus | gemeenschappelijke akkoorden en de voorstellen waarvan sprake is in de |
par la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, à | bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, de |
l'exception des accords de coopération visés à l'article 92bis de | samenwerkingsakkoorden bedoeld in artikel 92bis van voornoemde wet |
ladite loi, ainsi que par la loi spéciale du 16 janvier 1989 sur le | uitgezonderd, alsook in de bijzondere wet van 16 januari 1989 |
financement des communautés et Régions ou par toute autre loi prise en | betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten of in |
exécution des articles 39, 127, § 1er, 128, § 1er, 129, § 1er, 130, § | elke andere wet genomen ter uitvoering van de artikelen 39, 127, § 1, |
1er, 135, 136, 137, 140, 166, 175, 176 et 177 de la Constitution ». | 128, § 1, 129, § 1, 130, § 1, 135, 136, 137, 140, 166, 175, 176 en 177 |
Sauf à l'égard des mécanismes de fédéralisme coopératif précités, | van de Grondwet » gelijkgesteld met bevoegdheidverdelende regels in de |
zin van artikel 1, 1°, van dezelfde bijzondere wet. | |
Behalve ten aanzien van de voormelde mechanismen van | |
visés à l'article 30bis précité, la Cour n'est pas compétente pour | samenwerkingsfederalisme, bedoeld in het voormelde artikel 30bis, is |
contrôler le processus ou les modalités d'élaboration d'une loi. | het Hof niet bevoegd om de wijze of de nadere regels van totstandkoming van een wet te toetsen. |
La loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle ne | De bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof beperkt |
limite pas la possibilité, pour les personnes physiques ou morales, | de mogelijkheid voor de natuurlijke personen of rechtspersonen niet om |
d'invoquer la violation des règles visées à l'article 30bis de la même | de schending van de in artikel 30bis van dezelfde wet bedoelde regels |
loi. | aan te voeren. |
B.4.3. La question préjudicielle invite dès lors à comparer la | B.4.3. De prejudiciële vraag noopt bijgevolg tot het vergelijken van |
situation des personnes physiques ou morales autres que l'Etat belge, | de situatie van natuurlijke personen of rechtspersonen andere dan de |
les communautés, les régions et la Commission communautaire commune, | Belgische Staat, de gemeenschappen, de gewesten en de |
selon qu'elles agissent en annulation devant le Conseil d'Etat ou | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, naargelang zij de |
devant la Cour constitutionnelle : dans le premier cas, elles ne | nietigverklaring voor de Raad van State of de vernietiging voor het |
peuvent invoquer la violation des mécanismes de fédéralisme coopératif | Grondwettelijk Hof vorderen : in het eerste geval kunnen zij niet de |
visés à l'article 14bis, alinéa 1er, des lois coordonnées sur le | schending inroepen van de in artikel 14bis, eerste lid, van de |
Conseil d'Etat, assimilés à des « formalités substantielles », alors | gecoördineerde wetten op de Raad van State bedoelde mechanismen van |
que, dans le second cas, elles peuvent invoquer la violation des | samenwerkingsfederalisme, die met « substantiële vormvereisten » |
mécanismes de fédéralisme coopératif visés à l'article 30bis de la loi | worden gelijkgesteld, terwijl zij, in het tweede geval, de schending |
spéciale du 6 janvier 1989, assimilés à des « règles répartitrices de compétences ». B.5. Selon le Conseil des ministres et l'Agence fédérale de contrôle nucléaire, les personnes physiques ou morales qui agissent en annulation devant le Conseil d'Etat et les personnes physiques ou morales qui agissent en annulation devant la Cour constitutionnelle ne se trouveraient pas dans des situations suffisamment comparables, dès lors que la différence de traitement critiquée découle de la distinction, voulue par le Constituant, entre, d'une part, le contrôle des actes et règlements par le Conseil d'Etat et, d'autre part, le contrôle des normes législatives par la Cour constitutionnelle. B.6.1. La Cour a déjà jugé que la procédure devant le Conseil d'Etat | kunnen inroepen van de in artikel 30bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 bedoelde mechanismen van samenwerkingsfederalisme, die met « bevoegdheidverdelende regels » worden gelijkgesteld. B.5. Volgens de Ministerraad en het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle zouden de natuurlijke personen of rechtspersonen die de nietigverklaring voor de Raad van State vorderen en de natuurlijke personen of rechtspersonen die de vernietiging voor het Grondwettelijk Hof vorderen, zich niet in voldoende vergelijkbare situaties bevinden, aangezien het bekritiseerde verschil in behandeling voortvloeit uit het door de Grondwetgever gewilde onderscheid tussen, enerzijds, de toetsing van akten en reglementen door de Raad van State en, anderzijds, de toetsing van wetskrachtige normen door het Grondwettelijk Hof. B.6.1. Het Hof heeft reeds geoordeeld dat de rechtspleging voor de |
et la procédure devant la Cour constitutionnelle ne sont pas | Raad van State en de rechtspleging voor het Grondwettelijk Hof niet |
comparables (arrêt n° 22/91, B.7) et que la circonstance que les | vergelijkbaar zijn (arrest nr. 22/91, B.7), en dat het feit dat de |
citoyens ne disposent pas des mêmes garanties juridictionnelles à | burgers tegenover een wetgevende handeling niet dezelfde |
l'égard d'un acte législatif que celles dont ils bénéficient à l'égard | jurisdictionele waarborgen hebben als tegenover een administratieve |
d'un acte administratif tient à la différence que le Constituant a | handeling, te maken heeft met het verschil dat de Grondwetgever inzake |
établie en matière de contrôle de validité des normes entre les actes | de toetsing van de geldigheid van de normen heeft ingesteld tussen de |
législatifs et les actes de nature administrative (arrêts n° 67/92, | wetgevende handelingen en de administratiefrechtelijke handelingen |
B.11.2; n° 55/99, B.6.2; n° 97/99, B.12 et n° 103/2000, B.5). De même, en ce qui concerne l'exigence d'un intérêt à agir pour les entités fédérées requérantes devant le Conseil d'Etat, alors que cette exigence ne s'applique pas lorsqu'elles introduisent un recours en annulation contre une norme législative, la Cour a jugé que l'absence d'exigence d'intérêt pour les « requérants institutionnels », lorsqu'ils introduisent un recours en annulation auprès de la Cour, se fonde sur un choix opéré par le Constituant lui-même, qu'il n'appartient pas à la Cour de contrôler (arrêt n° 201/2004, B.8.3). | (arresten nrs. 67/92, B.11.2; 55/99, B.6.2; 97/99, B.12 en 103/2000, B.5). Evenzo, met betrekking tot de vereiste van een belang om in rechte te treden voor de verzoekende deelentiteiten van de federale Staat voor de Raad van State, terwijl die vereiste niet van toepassing is wanneer zij een beroep tot vernietiging tegen een wetskrachtige norm instellen, heeft het Hof geoordeeld dat de ontstentenis van de vereiste van een belang voor de « institutionele verzoekers », wanneer zij een beroep tot vernietiging bij het Hof instellen, berust op een keuze die door de Grondwetgever zelf is gemaakt, en die door het Hof niet kan worden getoetst (arrest nr. 201/2004, B.8.3). |
B.6.2. En l'espèce, toutefois, la différence de traitement critiquée | B.6.2. Te dezen heeft het bekritiseerde verschil in behandeling |
ne tient pas à une option du Constituant d'établir une différence en | evenwel niet te maken met een keuze van de Grondwetgever om een |
matière de contrôle de validité des normes entre les actes législatifs | verschil inzake de toetsing van de geldigheid van de normen tussen de |
et les actes de nature administrative. Elle découle en effet du choix, | wetgevende handelingen en de administratiefrechtelijke handelingen in |
te stellen. Het vloeit immers voort uit de keuze die door de wetgever | |
posé par le législateur, respectivement dans l'article 14bis, alinéa 1er, | is gemaakt, respectievelijk in artikel 14bis, eerste lid, van de |
des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat et dans l'article 30bis de | gecoördineerde wetten op de Raad van State en in artikel 30bis van de |
la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, | bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, om de |
d'assimiler les mécanismes de fédéralisme coopératif y visés à des | daarin bedoelde mechanismen van samenwerkingsfederalisme gelijk te |
formes ou à des règles relevant, respectivement, de la compétence du | stellen met vormen of regels die respectievelijk onder de bevoegdheid |
Conseil d'Etat et de la Cour constitutionnelle. | van de Raad van State en van het Grondwettelijk Hof vallen. |
B.6.3. Pour le surplus, il ne faut pas confondre différence et | B.6.3. Voor het overige mogen verschil en niet-vergelijkbaarheid niet |
non-comparabilité. Les principes différents qui fondent le contrôle de | met elkaar worden verward. De verschillende beginselen waarop de |
validité des normes entre les actes législatifs et les actes de nature administrative peuvent certes constituer un critère dans l'appréciation du caractère raisonnable et proportionné d'une différence quant à la procédure ou à l'étendue du contrôle exercé, mais ils ne sauraient suffire pour conclure, en l'espèce, à la non-comparabilité de justiciables qui invoquent la violation de formes ou de règles identiques, que le législateur a choisi d'assimiler, de la même manière, à des normes de référence, respectivement, devant le Conseil d'Etat et devant la Cour constitutionnelle. B.7. La différence de traitement entre certaines catégories de personnes qui découle de l'application de règles procédurales différentes dans des circonstances différentes n'est pas discriminatoire en soi. Il ne pourrait être question de discrimination que si la différence de traitement qui découle de l'application de ces règles de procédure entraînait une limitation disproportionnée des droits des personnes concernées. | toetsing van de geldigheid van de normen tussen de wetgevende handelingen en de administratiefrechtelijke handelingen is gebaseerd, kunnen weliswaar een criterium uitmaken bij de beoordeling van het redelijke en evenredige karakter van een verschil met betrekking tot de rechtspleging of de omvang van de verrichte toetsing, maar zij kunnen niet volstaan om te dezen te besluiten tot de niet-vergelijkbaarheid van rechtzoekenden die de schending inroepen van identieke vormen of regels, waarbij de wetgever ervoor heeft gekozen ze op dezelfde wijze gelijk te stellen met referentienormen, respectievelijk, voor de Raad van State en voor het Grondwettelijk Hof. B.7. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende procedureregels in verschillende omstandigheden houdt op zich geen discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake zijn indien het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die procedureregels een onevenredige beperking van de rechten van de daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. |
B.8.1. L'ancien article 124bis (actuellement l'article 30bis) de la | B.8.1. Het vroegere artikel 124bis (thans artikel 30bis) van de |
loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle a été | bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof is |
inséré par l'article 68 de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative | ingevoegd bij artikel 68 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 |
au financement des communautés et des régions. | betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten. |
L'exposé des motifs indiquait à ce sujet : | In de memorie van toelichting werd dienaangaande vermeld : |
« L'article 124bis en projet a pour but de préciser que les | « Artikel 124bis van het ontwerp heeft tot doel te preciseren dat de |
dispositions qui imposent à l'Etat, aux Régions et aux Communautés, | bepalingen die de Staat, de Gewesten en de Gemeenschappen verplichten |
différents modes de concertation avant la mise en oeuvre de certaines | tot verschillende vormen van overleg alvorens bepaalde van hun |
de leurs compétences, sont elles-mêmes des règles de compétence dont | bevoegdheden uit te oefenen, zelf bevoegdheidsregels zijn waarvan de |
la violation peut entraîner l'annulation de la norme législative. | schending de vernietiging van de wetgevende norm tot gevolg kan hebben. |
La Cour d'arbitrage veillera au respect du caractère effectif de la | Het Arbitragehof zal toezien op de eerbiediging van het effectief |
procédure de concertation » (Doc. parl., Chambre, 1988-1989, n° 635/1, | karakter van de overlegprocedure » (Parl. St., Kamer, 1988-1989, nr. |
p. 49). | 635/1, p. 49). |
L'association prévue par l'article 6, § 4, de la loi spéciale du 8 | De in artikel 6, § 4, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot |
août 1980 de réformes institutionnelles constituait une illustration | hervorming der instellingen bedoelde betrokkenheid vormde een |
de l'association prévue à l'article 124bis de la loi spéciale du 6 | illustratie van de in artikel 124bis van de bijzondere wet van 6 |
janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle (Doc. parl., Sénat, | januari 1989 op het Grondwettelijk Hof bedoelde betrokkenheid (Parl. |
1988-1989, n° 562/2, p. 230). | St., Senaat, 1988-1989, nr. 562/2, p. 230). |
Le rapport indiquait également : | In het verslag werd eveneens aangegeven : |
« Un membre souligne l'importance d'une précédente intervention | « Een lid wijst op het belang van een vorig betoog dat de strekking |
précisant la portée du nouvel article 124bis contenu dans l'article à | verduidelijkt van het nieuwe artikel 124bis, zoals ingevoegd door het |
l'examen. Dès l'origine, en effet, la distinction entre les règles de | onderzochte artikel. Van bij de aanvang immers heeft het onderscheid |
forme et les règles de compétence a donné lieu à de longs débats. Au | tussen de vormvoorschriften en de bevoegdheidsvoorschriften aanleiding |
terme de ceux-ci, on aboutit à la conclusion que les violations des | gegeven tot lange debatten. Aan het slot daarvan komt men tot de |
règles de forme n'ouvriraient pas l'action auprès de la Cour | conclusie dat een schending van de vormvoorschriften geen aanleiding |
d'arbitrage. En l'espèce, c'est le fait de ne pas solliciter un avis | geeft tot beroep bij het Arbitragehof. Immers, het niet vragen van een |
qui est sanctionnable et pas le non-respect de l'avis rendu. L'article | advies wordt strafbaar in plaats van de niet-naleving van het |
68 met clairement les choses au point en transformant les règles de | uitgebrachte advies. Artikel 68 maakt de zaken duidelijk door van de |
forme en règles de compétence. | vormvoorschriften bevoegdheidsvoorschriften te maken. |
Un membre conclut en observant que sont visées, à cet article, des | Een lid stelt tot besluit en samenvattend vast dat in dit artikel |
exigences formelles qui s'insèrent dans le cadre de la répartition des | formele vereisten worden bedoeld die passen in het kader van de |
compétences. Ces exigences formelles garantissent l'autonomie des | bevoegdheidsverdeling. Deze formele vereisten waarborgen de autonomie |
Régions et des Communautés » (ibid., p. 232). | van Gewesten en Gemeenschappen [...] » (ibid., p. 232). |
B.8.2. En ce qui concerne la version initiale de l'article 124bis en | B.8.2. Wat betreft de oorspronkelijke versie van het ontworpen artikel |
projet, qui limitait la possibilité pour une personne physique ou | 124bis, die de mogelijkheid voor een natuurlijke persoon of |
morale d'invoquer la violation d'une des règles visées dans cette | rechtspersoon om de schending van een van de in die bepaling bedoelde |
disposition, la section de législation du Conseil d'Etat avait émis | regels in te roepen beperkte, had de afdeling wetgeving van de Raad |
les observations suivantes : | van State de volgende opmerkingen geformuleerd : |
« On peut certes admettre que les règles précitées puissent soit être | « Men zou weliswaar kunnen stellen dat de voornoemde regels ofwel |
relatives à la compétence de l'autorité qui collabore à la préparation | betrekking kunnen hebben op de bevoegdheid van de overheid die |
de la décision à prendre, soit influencer la décision prise par | meewerkt aan de voorbereiding van de te nemen beslissing, ofwel de |
l'autorité compétente et que, dès lors, ces règles soient assimilées à | door de bevoegde overheid genomen beslissing kunnen beïnvloeden en dat |
des règles de compétence. | die regels bijgevolg gelijk te stellen zijn met bevoegdheidsregels. |
Mais, dans ce cas, les personnes privées qui, suivant l'article 2, 2°, | Maar in dat geval zouden de private personen, die volgens artikel 2, |
de la loi spéciale sur la Cour d'arbitrage peuvent, si elles | 2°, van de bijzondere wet op het Arbitragehof, als zij doen blijken |
justifient d'un intérêt, introduire un recours en annulation d'une | van een belang, beroep kunnen instellen tot vernietiging van een wet, |
loi, d'un décret ou d'une règle visée à l'article 26bis de la | een decreet of een in artikel 26bis van de Grondwet bedoelde regel, |
Constitution, devraient également pouvoir invoquer la violation de | zich eveneens moeten kunnen beroepen op de schending van een van de |
l'une des règles précitées. Or, l'article en projet, dans son deuxième | voormelde regels. In het tweede lid van het ontworpen artikel nu wordt |
alinéa, leur refuse un tel recours ' par dérogation à l'article 2, 2°, | hun, ' in afwijking van artikel 2, 2°, ' van de voornoemde wet, een |
' de la loi précitée. | dergelijk beroep ontzegd. |
Dans l'exposé des motifs (p. 90), la dérogation à l'article 2, 2°, de | In de memorie van toelichting (blz. 90) wordt de afwijking van het |
la loi spéciale sur la Cour d'arbitrage est justifiée de la manière | bepaalde in artikel 2, 2°, van de bijzondere wet op het Arbitragehof |
suivante : | als volgt verantwoord : |
' Il va de soi que seules les autorités lésées par la violation de | ' Het spreekt vanzelf dat alleen de overheden die door de schending |
telles dispositions peuvent invoquer celles-ci à l'appui d'un recours | van dergelijke bepalingen worden geschaad, zich op die bepalingen |
en annulation... '. | kunnen beroepen bij een beroep tot vernietiging... ' |
Une telle motivation serait adéquate si les dispositions en question | Die verantwoording zou opgaan als de bewuste bepalingen formaliteiten |
énonçaient des formalités prévues dans le seul intérêt des autorités | vaststelden waarin uitsluitend wordt voorzien in het belang van de |
appelées à les respecter, mais elle est insuffisante dès lors que ces | overheden die ze in acht dienen te nemen; maar zij is ontoereikend |
dispositions sont considérées comme des règles de compétence. | wanneer die bepalingen als bevoegdheidsregels worden beschouwd. |
Puisque, suivant l'exposé des motifs (p. 90) : | Aangezien, luidens de memorie van toelichting (blz. 90) : |
' La Cour d'arbitrage veille au respect effectif de la procédure de | ' Het Arbitragehof zal toezien op de eerbiediging van het effectief |
concertation ', | karakter van de overlegprocedure ', |
il est permis d'en conclure que la Cour d'arbitrage pourrait soulever | is de conclusie gewettigd dat het Arbitragehof ambtshalve een middel |
d'office un moyen déduit de la violation d'une des règles visées dans | zou kunnen opwerpen ontleend aan de schending van een van de in het |
l'article en projet » (Doc. parl., Chambre, 1988-1989, n° 635/1, p. | ontworpen artikel bedoelde regels » (Parl. St., Kamer, 1988-1989, nr. |
84). | 635/1, p. 84). |
B.8.3. Suivant cette observation de la section de législation du | B.8.3. Ingevolge die opmerking van de afdeling wetgeving van de Raad |
Conseil d'Etat, le législateur n'a pas repris l'exclusion de la | van State heeft de wetgever de uitsluiting van de mogelijkheid voor |
possibilité pour une personne physique ou morale d'invoquer, devant la | een natuurlijke persoon of rechtspersoon om, voor het Grondwettelijk |
Cour constitutionnelle, la violation des mécanismes de fédéralisme | Hof, de schending in te roepen van de mechanismen van |
coopératif visés dans l'ancien article 124bis de la loi spéciale du 6 | samenwerkingsfederalisme bedoeld in het vroegere artikel 124bis van de |
bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, dat | |
janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, devenu l'article 30bis de la même loi. | artikel 30bis van dezelfde wet is geworden, niet overgenomen. |
B.9.1. La disposition en cause a été insérée dans les lois coordonnées | B.9.1. De in het geding zijnde bepaling is in de gecoördineerde wetten |
sur le Conseil d'Etat par l'article 14 de la loi du 16 juin 1989 « | op de Raad van State ingevoegd bij artikel 14 van de wet van 16 juni |
portant diverses réformes institutionnelles ». | 1989 « houdende diverse institutionele hervormingen ». |
Les travaux préparatoires exposent à ce sujet : | In de parlementaire voorbereiding wordt dienaangaande uiteengezet : |
« L'article 14 confirme la qualité de formalité substantielle des | « Artikel 14 bevestigt dat de naleving van de verschillende |
mécanismes de collaboration entre l'Etat, les Communautés et les | samenwerkingsmechanismen tussen de Gemeenschappen, de Gewesten en de |
Régions, prévus par et en vertu des lois prises en exécution des | Staat die voorgeschreven zijn door of krachtens de wetten tot |
articles 59bis, 59ter, 107quater, 108ter et 115 de la Constitution. | uitvoering van de artikelen 59bis, 59ter, 107quater, 108ter en 115 van |
Cela implique que le non-respect desdits mécanismes par les autorités | de Grondwet een substantiële vormvereiste is. |
administratives concernées est susceptible de faire l'objet d'un | Dat impliceert dat tegen de niet-naleving van die mechanismen door de |
betrokken administratieve overheden een verzoek tot nietigverklaring | |
recours en annulation devant le Conseil d'Etat. | kan worden ingediend bij de Raad van State. |
[...] Etant donné que cet article concerne la compétence du Conseil d'Etat, une majorité spéciale n'est pas requise. La loi spéciale sur la Cour d'arbitrage n'est en aucune façon modifiée : pour les actes et règlements contestés, les mécanismes de collaboration énumérés sont des formes substantielles. Ceci n'empêche pas qu'une question préjudicielle à la Cour d'arbitrage doive être posée si l'élaboration d'une loi, d'un décret ou d'une ordonnance sont en cause. Le deuxième alinéa implique que seules les personnes de droit public qui y sont énumérées, peuvent invoquer la violation des formes substantielles visées à l'alinéa premier. Cela n'empêche évidemment pas que l'article [159] de la Constitution trouve à s'appliquer, pour autant qu'une requête recevable et fondée sur d'autres moyens ait été | [...] Aangezien dit artikel de bevoegdheid van de Raad van State betreft, is geen bijzondere meerderheid vereist. De bijzondere wet op het Arbitragehof wordt geenszins gewijzigd : voor de aangevochten akten en reglementen gelden de opgesomde samenwerkingsmechanismen als substantiële vormvereisten. Dit belet niet dat, wanneer de totstandkoming van een wet, decreet of ordonnantie in het geding betrokken wordt, aan het Arbitragehof ter zake een prejudiciële vraag moet worden gesteld. Het tweede lid houdt in dat enkel de in dit lid opgesomde publiekrechtelijke rechtspersonen de schending van de in het eerste lid opgenomen substantiële vormvoorschriften kunnen inroepen. Dit belet uiteraard niet dat, voor zover een ontvankelijk en op andere middelen gegrond verzoekschrift werd ingediend, de toepassing van artikel [159] van de Grondwet onverkort van toepassing blijft » (Parl. |
introduite » (Doc. parl., Chambre, 1988-1989, n° 790/1, pp. 5-6). | St., Kamer, 1988-1989, nr. 790/1, pp. 5-6). |
B.9.2. En ce qui concerne la disposition en cause, la section de | B.9.2. Met betrekking tot de in het geding zijnde bepaling had de |
législation du Conseil d'Etat avait émis les observations suivantes : | afdeling wetgeving van de Raad van State de volgende opmerkingen geformuleerd : |
« Aux termes de l'article, ' les concertations, associations, etc. ' | « Luidens het artikel zullen ' het overleg, de betrokkenheid, enz. ', |
dont l'omission ou l'irrégularité constituent la violation de règles | waarvan het verzuim of de onregelmatigheid een schending opleveren van |
de compétence au sens de la loi spéciale sur la Cour d'arbitrage, | bevoegdheidsregels in de zin van de bijzondere wet op het |
seront qualifiées de formes substantielles dans les lois coordonnées | Arbitragehof, als substantiële vormen worden aangemerkt in de |
sur le Conseil d'Etat. Il ressortira de l'alinéa 2 que lorsque le | gecoördineerde wetten op de Raad van State. Uit het tweede lid blijkt |
Conseil d'Etat sera sollicité de refuser l'application d'une | dat wanneer de Raad van State wordt verzocht de toepassing te weigeren |
disposition législative pour omission ou irrégularité de ces mêmes | van een wetsbepaling wegens verzuim of onregelmatigheid van datzelfde |
concertations, etc., il devra poser une question préjudicielle à la | overleg, enz., hij een prejudiciële vraag zal moeten stellen aan het |
Cour d'arbitrage parce qu'il s'agira d'un moyen pris de la violation d'une règle de compétence. Mais s'il est sollicité de refuser l'application d'un règlement ou d'un acte individuel, ou d'annuler un tel acte, il devra considérer ces mêmes concertations, etc. comme des formes substantielles dont il ne pourra relever la violation qu'à la requête de l'Etat, des Communautés et des Régions. D'une part, le législateur ordinaire ne saurait s'attribuer le pouvoir de qualifier des actes prescrits par le législateur spécial autrement que ne l'a fait celui-ci. D'autre part, le législateur ne peut limiter les pouvoirs que le Conseil d'Etat, section administration, et les autres juridictions administratives tiennent de l'article [159] de la Constitution, au | Arbitragehof, want het zal dan gaan om een middel ontleend aan de schending van een bevoegdheidsregel. Wordt de Raad echter verzocht de toepassing van een verordening of van een individuele handeling te weigeren, of zo'n handeling te vernietigen, dan zal hij datzelfde overleg, enz. moeten beschouwen als substantiële vormvereisten waarvan hij de schending alleen op verzoek van de Staat, van de Gemeenschappen en de Gewesten zal kunnen opwerpen. Eensdeels zou de gewone wetgever zich niet de bevoegdheid mogen toeëigenen om aan handelingen die door de bijzondere wetgever voorgeschreven zijn, een andere hoedanigheid toe te kennen dan deze laatste eraan heeft toegekend. Anderdeels mag de wetgever niet de bevoegdheden beperken die de Raad van State, afdeling administratie, en de andere administratieve rechtscolleges ontlenen aan artikel [159] van de Grondwet, net zoals |
même titre que les cours et tribunaux de l'ordre judiciaire. | de hoven en rechtbanken van de rechterlijke orde. |
Il s'ensuit que l'article 7 doit être omis » (Doc. parl., Chambre, | Dit brengt mee dat artikel 7 moet vervallen » (Parl. St., Kamer, |
1988-1989, n° 790/1, pp. 32-33). | 1988-1989, nr. 790/1, pp. 32-33). |
B.9.3. En réponse à cet avis, le rapport mentionne : | B.9.3. In antwoord op dat advies werd in het verslag vermeld : |
« L'article 14 n'est que la confirmation expresse dans la loi de | « Artikel 14 is alleen de uitdrukkelijke bevestiging in de wet van de |
l'interprétation donnée par le législateur spécial d'août 1988 des | interpretatie die door de bijzondere wetgever van augustus 1988 werd |
diverses procédures de concertation qui régissent les relations entre | gegeven aan de verschillende overlegprocedures die de betrekkingen |
l'Etat, les Communautés et les Régions. | tussen Staat, Gemeenschappen en Gewesten regelen. |
En vertu de cet article, en effet, lorsque ces procédures s'imposent | Dat artikel bepaalt dat, ingeval die procedures moeten worden |
pour les actes et règlements dont le Conseil d'Etat peut prononcer | toegepast voor de akten en reglementeringen waarover de Raad van State |
l'annulation, il s'agit de formes substantielles prescrites dans | de nietigverklaring kan uitspreken, het wezenlijke vormvereisten zijn |
l'intérêt de l'Etat, de la Communauté ou de la Région. C'est | in het belang van de Staat, van de Gemeenschap of van het Gewest. Het |
d'ailleurs pourquoi seules ces autorités ont intérêt à invoquer la | is trouwens daarom dat alleen die instellingen er belang bij hebben |
een overtreding van één van deze procedures in te roepen. | |
violation d'une de ces procédures. | Wanneer die procedures daarentegen moeten worden toegepast voor de |
En revanche, lorsque ces procédures s'imposent pour l'adoption des | goedkeuring van de normatieve regels van wetgevende aard, gaat het om |
normes de nature législative, il s'agit de règles de compétence qui | bevoegdheidsregels die onder de beoordelingsbevoegdheid van het |
relèvent de l'appréciation de la Cour d'arbitrage en vertu de la | Arbitragehof vallen krachtens de wetgeving die de werking en de |
législation qui régit cette dernière » (Doc. parl., Chambre, | bevoegdheid van dat Hof bepaalt » (Parl. St., Kamer, 1988-1989, nr. |
1988-1989, n° 790/3, p. 4). | 790/3, p. 4). |
B.10. Bien que l'objectif poursuivi par la disposition en cause | B.10. Hoewel het met de in het geding zijnde bepaling nagestreefde |
n'apparaisse pas clairement dans les travaux préparatoires cités en | doel niet duidelijk blijkt uit de in B.9 aangehaalde parlementaire |
B.9, il peut être rattaché au souci, légitime, de rationaliser le | voorbereiding, kan het verband houden met de legitieme bekommernis om |
contentieux administratif. | de bestuursrechtspraak te rationaliseren. |
En l'espèce toutefois, la disposition en cause présume, de manière | Te dezen evenwel wordt in de in het geding zijnde bepaling op |
irréfragable, que les personnes physiques ou morales autres que l'Etat | onweerlegbare wijze vermoed dat andere natuurlijke personen of |
belge, les communautés, les régions et la Commission communautaire | rechtspersonen dan de Belgische Staat, de gemeenschappen, de gewesten |
commune n'ont jamais intérêt à invoquer la violation des mécanismes de | en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie nooit belang hebben bij |
fédéralisme coopératif visés à l'article 14bis, alinéa 1er, des lois | het inroepen van de schending van de in artikel 14bis, eerste lid, van |
coordonnées sur le Conseil d'Etat, qui ne seraient édictés que dans le | de gecoördineerde wetten op de Raad van State bedoelde mechanismen van |
samenwerkingsfederalisme, die enkel in het belang van de Belgische | |
seul intérêt de l'Etat belge, des communautés, des régions et de la | Staat, de gemeenschappen, de gewesten en de Gemeenschappelijke |
Commission communautaire commune (Doc. parl., Chambre, 1988-1989, n° | Gemeenschapscommissie zouden zijn uitgevaardigd (Parl. St., Kamer, |
790/3, p. 4). Ce présupposé, fondé sur la méconnaissance d'un mécanisme de fédéralisme coopératif, ne suffit toutefois pas à justifier la mesure en cause quand est en cause un acte administratif ou un règlement, dès lors que le législateur a expressément refusé ce postulat quand est en cause une norme législative au regard d'un grief identique. B.11.1. En outre, l'article 14, § 1er, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat consacre dans la loi l'exigence de l'intérêt au moyen. Selon la jurisprudence du Conseil d'Etat, le requérant n'est en principe recevable à invoquer une irrégularité que lorsque celle-ci lèse ses intérêts. Cette notion d'intérêt au moyen garantit dès lors à suffisance que ne seraient recevables à invoquer la violation des mécanismes de fédéralisme coopératif visés à l'article 14bis des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat que les personnes dont les intérêts sont lésés par l'adoption de l'acte attaqué, en méconnaissance des formes visées à l'alinéa 1er de l'article 14bis précité. | 1988-1989, nr. 790/3, p. 4). Die vooronderstelling, gebaseerd op de miskenning van een mechanisme van samenwerkingsfederalisme, volstaat evenwel niet om de in het geding zijnde maatregel te verantwoorden, wanneer een administratieve akte of reglement in het geding is, aangezien de wetgever dat postulaat uitdrukkelijk heeft geweigerd wanneer een wetskrachtige norm ten aanzien van een identieke grief in het geding is. B.11.1. Bovendien wordt bij artikel 14, § 1, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State in de wet de vereiste van het belang bij het middel vastgelegd, die voortvloeit uit de rechtspraak van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens die rechtspraak kan de verzoeker een onregelmatigheid in beginsel slechts op ontvankelijke wijze inroepen wanneer die zijn belangen schaadt. Dat begrip « belang bij het middel » waarborgt bijgevolg voldoende dat enkel de personen wier belangen worden geschaad door het aannemen van de bestreden handeling, met schending van de in het eerste lid van artikel 14bis van de gecoördineerde wetten op de Raad van State bedoelde vormen, de schending van de in het voormelde artikel 14bis bedoelde mechanismen van samenwerkingsfederalisme op ontvankelijke wijze zouden kunnen inroepen. |
B.11.2. Enfin, les personnes physiques ou morales sont, en ce qui | B.11.2. Ten slotte wordt de natuurlijke personen of rechtspersonen, |
concerne l'invocation de la violation d'un mécanisme de fédéralisme | met betrekking tot het inroepen van de schending van een in artikel |
coopératif, visé à l'article 14bis des lois coordonnées sur le Conseil | 14bis van de gecoördineerde wetten op de Raad van State bedoeld |
d'Etat, entourant l'adoption d'un acte ou d'un règlement, privées de | mechanisme van samenwerkingsfederalisme, dat het aannemen van een akte |
tout recours en annulation. | of een reglement omringt, elk beroep tot nietigverklaring ontzegd. |
B.11.3. Le droit d'accès au juge constitue un principe général de | B.11.3. Het recht op toegang tot de rechter vormt een algemeen |
droit qui doit être garanti à chacun dans le respect des articles 10 | rechtsbeginsel dat aan eenieder moet worden gewaarborgd met |
et 11 de la Constitution. En présumant, de manière irréfragable, que | inachtneming van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Door op |
les personnes physiques ou morales autres que l'Etat belge, les | onweerlegbare wijze te vermoeden dat natuurlijke personen of |
communautés, les régions et la Commission communautaire commune n'ont | rechtspersonen andere dan de Belgische Staat, de gemeenschappen, de |
jamais intérêt à invoquer la violation des mécanismes de fédéralisme | gewesten en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie nooit belang |
coopératif visés à l'article 14bis, alinéa 1er, des lois coordonnées | hebben bij het inroepen van de schending van de in artikel 14bis, |
eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State bedoelde | |
sur le Conseil d'Etat, et en excluant dès lors ces personnes de toute | mechanismen van samenwerkingsfederalisme en door die personen |
possibilité d'invoquer la violation de ces formes, la disposition en | bijgevolg uit te sluiten van elke mogelijkheid om de schending van die |
cause limite de manière disproportionnée le droit d'accès au juge | vormen in te roepen, beperkt de in het geding zijnde bepaling het |
d'une catégorie de justiciables. | recht van een categorie van rechtzoekenden op toegang tot de rechter |
op onevenredige wijze. | |
Par conséquent, la disposition en cause emporte une atteinte | Bijgevolg brengt de in het geding zijnde bepaling een discriminerende |
discriminatoire au droit d'accès au juge. | aantasting van het recht op toegang tot de rechter met zich mee. |
B.12. La question préjudicielle appelle une réponse affirmative. | B.12. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. |
Quant à la seconde question préjudicielle | Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag |
B.13. La seconde question préjudicielle porte sur l'article 6, § 1er, | B.13. De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 6, § 1, |
II, alinéa 2, 2°, et § 4, 1°, de la loi spéciale du 8 août 1980 de | II, tweede lid, 2°, en § 4, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus |
réformes institutionnelles. | 1980 tot hervorming der instellingen. |
B.14.1. L'article 39 de la Constitution dispose : | B.14.1. Artikel 39 van de Grondwet bepaalt : |
« La loi attribue aux organes régionaux qu'elle crée et qui sont | « De wet draagt aan de gewestelijke organen welke zij opricht en welke |
composés de mandataires élus, la compétence de régler les matières | samengesteld zijn uit verkozen mandatarissen de bevoegdheid op om de |
aangelegenheden te regelen welke zij aanduidt met uitsluiting van die | |
qu'elle détermine, à l'exception de celles visées aux articles 30 et | bedoeld in de artikelen 30 en 127 tot 129 en dit binnen het gebied en |
127 à 129, dans le ressort et selon le mode qu'elle établit. Cette loi | op de wijze die zij bepaalt. Deze wet moet worden aangenomen met de |
doit être adoptée à la majorité prévue à l'article 4, dernier alinéa | meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid ». |
». B.14.2. L'article 6, § 1er, de la loi spéciale du 8 août 1980 de | B.14.2. Artikel 6, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot |
réformes institutionnelles, tel qu'il a été modifié par la loi | hervorming der instellingen, zoals gewijzigd bij de bijzondere wet van |
spéciale du 6 janvier 2014, dispose : | 6 januari 2014, bepaalt : |
« Les matières visées à l'article 39 de la Constitution sont : | « De aangelegenheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet zijn : |
[...] | [...] |
II. En ce qui concerne l'environnement et la politique de l'eau : | II. Wat het leefmilieu en het waterbeleid betreft : |
1° La protection de l'environnement, notamment celle du sol, du | 1° De bescherming van het leefmilieu, onder meer die van de bodem, de |
sous-sol, de l'eau et de l'air contre la pollution et les agressions | ondergrond, het water en de lucht tegen verontreiniging en aantasting, |
ainsi que la lutte contre le bruit; | alsmede de strijd tegen de geluidshinder; |
2° La politique des déchets; | 2° Het afvalstoffenbeleid; |
3° La police des établissements dangereux, insalubres et incommodes | 3° De politie van de gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke bedrijven |
sous réserve des mesures de police interne qui concernent la | onder voorbehoud van de maatregelen van interne politie die betrekking |
protection du travail; | hebben op de arbeidsbescherming; |
4° La protection et la distribution d'eau, en ce compris la | 4° De waterproduktie en watervoorziening, met inbegrip van de |
réglementation technique relative à la qualité de l'eau potable, | technische reglementering inzake de kwaliteit van het drinkwater, de |
l'épuration des eaux usées et l'égouttage; | zuivering van het afvalwater en de riolering. |
5° L'intervention financière à la suite de dommages causés par des | 5° De financiële tegemoetkoming naar aanleiding van schade veroorzaakt |
calamités publiques. | door algemene rampen |
[...] ». | [...] ». |
B.14.3. L'article 6, § 1er, II, alinéa 2, de la loi spéciale du 8 août | B.14.3. Artikel 6, § 1, II, tweede lid, van de bijzondere wet van 8 |
1980 de réformes institutionnelles dispose : | augustus 1980 tot hervorming der instellingen bepaalt : |
« L'autorité fédérale est toutefois compétente pour : | « De federale overheid is echter bevoegd voor : |
1° L'établissement des normes de produits; | 1° Het vaststellen van de produktnormen; |
2° La protection contre les radiations ionisantes, en ce compris les | 2° De bescherming tegen ioniserende stralingen, met inbegrip van het |
déchets radioactifs; ». | radioactief afval; ». |
L'article 6, § 4, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes | Artikel 6, § 4, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot |
institutionnelles dispose : | hervorming der instellingen bepaalt : |
« Les Gouvernements seront associés : | « De Regeringen worden betrokken bij : |
1° à l'élaboration des réglementations fédérales en matière de normes | 1° het ontwerpen van de federale regelingen inzake produktnormen, |
de produits, visées au § 1er, II, alinéa 2, 1°; | bedoeld in § 1, II, tweede lid, 1°. |
[...] ». | [...] ». |
B.15. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van | |
B.15. La Cour est interrogée sur la compatibilité de l'article 6, § 1er, | artikel 6, § 1, II, tweede lid, 2°, en § 4, 1°, van de bijzondere wet |
II, alinéa 2, 2°, et § 4, 1°, de la loi spéciale du 8 août 1980 de | van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen met de artikelen |
réformes institutionnelles avec les articles 10 et 11 de la | 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepalingen « niet erin |
Constitution, en ce que ces dispositions « ne prévoient pas que | |
l'adoption de normes arrêtant des mesures de protection contre les | voorzien dat de gewestregeringen worden betrokken bij het aannemen van |
ondes ionisantes fasse l'objet d'une association des gouvernements | |
régionaux, alors qu'une telle faculté est prévue pour ce qui concerne | normen die maatregelen tot bescherming tegen ioniserende golven |
les normes de produits, par les articles 6, § 1er, II, alinéa 2, 1°, | vaststellen, terwijl bij de artikelen 6, § 1, II, tweede lid, 1°, en |
et 6, § 4, 1°, de la même loi spéciale ». | 6, § 4, 1°, van dezelfde bijzondere wet in een dergelijke mogelijkheid |
B.16.1. Dans leurs mémoires, les parties requérantes devant le juge a | wordt voorzien met betrekking tot de productnormen ». |
quo et le Gouvernement wallon soulèvent également, dans leur | B.16.1. In hun memories voeren de verzoekende partijen voor de |
argumentation, la violation du principe de la loyauté fédérale visé à | verwijzende rechter en de Waalse Regering in hun argumentatie eveneens |
l'article 143, § 1er, de la Constitution. | de schending aan van het in artikel 143, § 1, van de Grondwet bedoelde |
beginsel van federale loyauteit. | |
B.16.2. Les parties intervenantes devant la Cour ne peuvent modifier | B.16.2. De tussenkomende partijen voor het Hof vermogen de draagwijdte |
ou étendre la portée d'une question préjudicielle, de sorte que | van een prejudiciële vraag niet te wijzigen of uit te breiden, zodat |
l'examen de la question ne peut être étendu à la compatibilité des | het onderzoek van de vraag niet kan worden uitgebreid tot de |
dispositions en cause avec le principe de la loyauté fédérale visé à | bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepalingen met het in |
l'article 143, § 1er, de la Constitution. C'est en effet à la | artikel 143, § 1, van de Grondwet bedoelde beginsel van federale |
juridiction a quo qu'il appartient de décider quelles sont les | loyauteit. Het komt immers alleen aan het verwijzende rechtscollege |
questions préjudicielles qui doivent être posées à la Cour et de | toe te oordelen welke prejudiciële vragen hij aan het Hof dient te |
déterminer ainsi l'étendue de la saisine. | stellen en daarbij de omvang van de saisine te bepalen. |
B.17.1. Bien que la question préjudicielle ne fasse pas clairement | B.17.1. Hoewel uit de prejudiciële vraag niet duidelijk blijkt welke |
apparaître quelles sont les catégories de personnes qui doivent être | categorieën van personen met elkaar moeten worden vergeleken, ten |
comparées au regard du principe d'égalité et de non-discrimination, il | aanzien van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, blijkt |
ressort des motifs de la décision de renvoi que sont comparés, d'une | uit de motieven van de verwijzingsbeslissing dat, enerzijds, de |
part, les destinataires de normes de produits, prises avec | adressaten van productnormen die met betrokkenheid van de |
l'association des gouvernements régionaux, et, d'autre part, les | gewestregeringen zijn genomen en, anderzijds, de adressaten van normen |
destinataires de normes relatives à la protection contre les | met betrekking tot de bescherming tegen ioniserende stralingen die |
radiations ionisantes, prises sans l'association des gouvernements | zonder betrokkenheid van de gewestregeringen zijn genomen, met elkaar |
régionaux. | worden vergeleken. |
B.17.2. Les deux catégories de personnes comparées sont, dans les deux | B.17.2. De twee vergeleken categorieën van personen zijn, in de twee |
situations visées, des destinataires de normes relevant de la | beoogde situaties, adressaten van normen die onder de materiële |
compétence matérielle de l'autorité fédérale. | bevoegdheid van de federale overheid ressorteren. |
La différence entre les deux catégories de personnes comparées, qui | Het verschil tussen de twee vergeleken categorieën van personen, die |
sont des destinataires de normes relevant de la compétence de | adressaten zijn van normen die onder de bevoegdheid van de federale |
l'autorité fédérale, réside dans le processus d'élaboration de ces | overheid ressorteren, is het totstandkomingsproces van die federale |
normes fédérales, les unes étant prises avec l'association des | normen, waarbij de eerste zijn genomen met betrokkenheid van de |
gouvernements régionaux, conformément aux dispositions en cause, à la | gewestregeringen, overeenkomstig de in het geding zijnde bepalingen, |
différence des secondes. | in tegenstelling tot de laatste. |
B.18.1. Conformément à l'habilitation large contenue dans l'article 39 | B.18.1. Overeenkomstig de ruime machtiging die in artikel 39 van de |
de la Constitution, le législateur spécial détermine, à l'article 6 de | Grondwet is vervat, bepaalt de bijzondere wetgever, in artikel 6 van |
la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, les | de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, |
de aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de gewesten | |
matières qui relèvent de la compétence des régions et le mode | ressorteren en de wijze van uitoefening van de overgedragen |
d'exercice des compétences transférées, y compris les formes de | bevoegdheden, met inbegrip van de samenwerkingsvormen. |
coopération. B.18.2. Comme la Cour l'a jugé par son arrêt n° 8/90 du 7 février | B.18.2. Zoals het Hof bij zijn arrest nr. 8/90 van 7 februari 1990 |
1990, les dispositions légales établies en vertu de la Constitution en | heeft geoordeeld, vormen de wettelijke bepalingen die krachtens de |
vue de déterminer les compétences respectives de l'Etat, des | Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden |
communautés et des régions constituent - avec les règles répartitrices | bevoegdheid van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten - met de |
établies par le texte même de la Constitution - des normes de | bevoegdheidverdelende regels die in de tekst zelf van de Grondwet zijn |
référence à l'égard des lois, décrets et ordonnances. Il en découle | vastgesteld - de referentienormen ten aanzien van wetten, decreten en |
que la Cour doit apprécier de telles dispositions légales en ce qui | ordonnanties. Daaruit vloeit voort dat het Hof dergelijke wettelijke |
concerne leur conformité aux règles répartitrices de compétences | bepalingen moet beoordelen op hun overeenstemming met de in de |
établies par la Constitution (B.2.4). | Grondwet zelf opgenomen bevoegdheidverdelende regels (B.2.4). |
B.18.3. Comme il est dit en B.17.2, les normes de produits et la | B.18.3. Zoals is vermeld in B.17.2, vormen productnormen en |
protection contre les radiations ionisantes constituent deux matières | bescherming tegen ioniserende stralingen twee verschillende |
différentes, qui relèvent de la compétence de l'autorité fédérale. La comparaison que les requérants font entre les destinataires des normes distinctes émanant de l'autorité fédérale en matière de protection contre les radiations ionisantes ou de normes de produits n'est pas pertinente. B.18.4. Pour le surplus, il appartient à la juridiction a quo, et non à la Cour, de décider si l'arrêté royal du 31 mai 2016 constitue ou non une norme de produit. B.19. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, | aangelegenheden, die onder de bevoegdheid van de federale overheid ressorteren. De vergelijking die de verzoekende partijen maken tussen de adressaten van onderscheiden normen die uitgaan van de federale overheid inzake bescherming tegen ioniserende stralingen of productnormen, is niet pertinent. B.18.4. Voor het overige staat het aan het verwijzende rechtscollege, en niet aan het Hof, om te beslissen of het koninklijk besluit van 31 mei 2016 al dan niet een productnorm uitmaakt. B.19. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
1. L'article 14bis, alinéa 2, des lois sur le Conseil d'Etat, | 1. Artikel 14bis, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, |
coordonnées le 12 janvier 1973, viole les articles 10 et 11 de la | gecoördineerd op 12 januari 1973, schendt de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution en ce qu'il ne permet pas aux personnes physiques ou | Grondwet in zoverre het andere natuurlijke personen of rechtspersonen |
morales autres que l'Etat belge, les communautés, les régions et la | dan de Belgische Staat, de gemeenschappen, de gewesten en de |
Commission communautaire commune d'invoquer, dans le cadre d'un | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie niet de mogelijkheid biedt om |
recours en annulation devant le Conseil d'Etat, la violation des | in het kader van een beroep tot nietigverklaring voor de Raad van |
formes visées à l'article 14bis, alinéa 1er, des mêmes lois. | State de schending in te roepen van de in artikel 14bis, eerste lid, |
van dezelfde wetten bedoelde vormen. | |
2. L'article 6, § 1er, II, alinéa 2, 2°, et § 4, 1°, de la loi | 2. Artikel 6, § 1, II, tweede lid, 2°, en § 4, 1°, van de bijzondere |
spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles ne viole pas les | wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen schendt de |
articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 24 octobre 2019. | op 24 oktober 2019. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
F. Daoût | F. Daoût |